Visitatierapport 2021 van de Taalunie
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022
Brief regering
Nummer: 2022D08466, datum: 2022-02-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35925-VIII-156).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Onderdeel van kamerstukdossier 35925 VIII-156 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022.
Onderdeel van zaak 2022Z04145:
- Indiener: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2022-03-08 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-03-17 13:00: Procedurevergadering (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-02-28 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
35 925 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022
Nr. 156 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2022
Hierbij zend ik uw Kamer het visitatierapport 2021 van de Taalunie, mede namens de Staatssecretaris voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1.
Bij deze gelegenheid wil ik u laten weten dat de staatsecretaris en ik, namens Nederland zitting zullen nemen in het Nederlands-Vlaamse Comité van Ministers van de Taalunie. Het Taalunieverdrag2 bepaalt dat twee Nederlandse bewindslieden, bij voorkeur voor onderwijs en cultuur, zitting nemen in het genoemde comité. De afspraak is dat het voorzitterschap tweejaarlijks wisselt. Voor de jaren 2022 en 2023 ligt het voorzitterschap van het Comité van Ministers bij Nederland en zal ik die rol op mij nemen.
Over de totstandkoming van het rapport het volgende. Het Comité van Ministers besliste in de vergadering van 7 december 20203 over de uitgangspunten van de vijfjaarlijkse visitatie van de Taalunie. Op 11 mei 2021 benoemde ze de visitatiecommissie en legde ze het opdrachtdocument vast. Het Visitatierapport werd op 17 november 2021 opgeleverd door de voorzitter prof. dr. Marc Van Oosterdorp en vervolgens geagendeerd op de vergadering van 13 december 2021 van het Comité van Ministers.
Het Comité besliste aangaande het inwinnen van de standpunten, van onder andere de Interparlementaire Commissie, van de Taalunie als volgt:
• De voorzitter4 van het Comité van Ministers brengt het Visitatierapport over aan het Algemeen Secretariaat, de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren en de Interparlementaire Commissie.
• De Vlaamse en Nederlandse bewindslieden zorgen ervoor dat het Visitatierapport naar hun respectievelijke parlementen wordt gestuurd. Dat kan ook via de Interparlementaire Commissie.
• Het Comité van Ministers vraagt aan het Algemeen Secretariaat, de Interparlementaire Commissie en de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren om een reactie te formuleren op het Visitatierapport. Het Comité van Ministers geeft opdracht aan haar administraties, in samenwerking met de algemeen secretaris, om een inhoudelijke reactie op het Visitatierapport voor te bereiden met betrekking van de reactie van de Interparlementaire Commissie en de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren. De inhoudelijke reactie wordt geagendeerd in de juni-vergadering van het Comité van Ministers.
Het rapport is reeds aangeboden aan de voorzitters van de Interparlementaire Commissie Taalunie, voor overhandiging aan respectievelijk de Nederlandse en Vlaamse delegatie van de Interparlementaire Commissie.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België inzake de Nederlandse Taalunie, Brussel, 09-09-1980. «Ieder van de Hoge Verdragsluitende Partijen wijst ten minste twee leden van de regering aan om zitting te nemen in het Comité van Ministers. Bij voorkeur komen die leden van de regering in aanmerking die belast zijn met de zorg voor onderwijs en cultuur» (artikel 8.1).↩︎
Zie ook de website https://taalunie.org, voor verslagen van de vergaderingen van het Comité van Ministers.↩︎
De samenstelling van het Comité van Ministers van de Taalunie, aanwezig bij de vergadering van 13 december 2021 was als volgt: de Vlaamse vice-MP Ben Weyts (voorzitter), de Vlaamse MP Jan Jambon en de toenmalige Nederlandse Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Ingrid van Engelshoven. De toenmalige voorzitter, Ben Weyts, heeft het visitatierapport aangeboden aan het de Interparlementaire Commissie van de Taalunie, het Algemeen Secretariaat van de Taalunie en de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren.↩︎