[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag informele videoconferentie van Landbouwministers 2 maart 2022

Landbouw- en Visserijraad

Brief regering

Nummer: 2022D08520, datum: 2022-03-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-32-1401).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 32-1401 Landbouw- en Visserijraad.

Onderdeel van zaak 2022Z04167:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1401 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 maart 2022

Met deze brief zend ik uw Kamer het verslag van de informele videobijeenkomst van Landbouwministers op 2 maart 2022 toe.

I. Verslag informele videobijeenkomst

Het Franse voorzitterschap riep de Raad virtueel bijeen om de bezorgdheid om de situatie in Oekraïne en de gevolgen voor de landbouwmarkten te bespreken. Tijdens de bespreking spraken alle lidstaten steun en bezorgdheid uit richting de Oekraïense bevolking. Het voorzitterschap gaf aan de noodzaak van voedselhulp aan Oekraïne te monitoren en veel lidstaten spraken steun voor voedselhulp uit. Het voorzitterschap gaf daarbij wel te kennen dat de ministers van Buitenlandse Zaken hier aan werken.

De lidstaten spraken hun zorgen uit voor de landbouwmarkten. De Commissie gaf aan dat de voedselketen in de EU dermate weerbaar is dat er geen dreiging is van voedseltekorten op dit moment. Er zijn veel reserves aanwezig en de Unie is netto exporteur van voedsel. De Covid-19 pandemie heeft volgens de Commissie aangetoond dat de voedselsector robuust genoeg is om klappen op te vangen. Desalniettemin gaan de gevolgen van de situatie ook op de Europese landbouwmarkten voelbaar zijn. Export naar Rusland en Oekraïne zal op korte termijn nagenoeg onmogelijk zijn. In het geval van Rusland gaat het voornamelijk om bewerkte levensmiddelen en snijbloemen. Vanuit de EU naar Oekraïne zal vooral de varkensvleesmarkt en pluimveemarkt een terugval in export merken. Al wordt dit voor pluimvee enigszins gecompenseerd door de hoeveelheid pluimvee die vanuit Oekraïne geïmporteerd wordt.

De belangrijkste effecten zullen aan de importzijde gevoeld worden, aldus de Commissie. De EU is afhankelijk van Oekraïne voor granen en oliehoudende zaden voor de veevoerindustrie. De kunstmestindustrie is afhankelijk van Russisch gas voor de productie. De hoge prijzen van grondstoffen zorgen al langer voor prijsstijgingen in de voedingsmiddelenindustrie en dit effect zal alleen maar sterker worden. Lidstaten maken zich zorgen over de marktsituatie. Veel lidstaten maakten van de gelegenheid gebruik om wederom aandacht voor de varkensvleessector te vragen en de Commissie op te roepen tot het nemen van marktmaatregelen. Lidstaten wezen op het inzetten van de GLB crisisreserve voor het opvangen van de ergste klappen in de varkensvleesindustrie. Daarnaast vroegen enkele lidstaten om flexibiliteit in import- en exportregels, bijvoorbeeld op het vlak van GMO en niet-GMO producten.

Zelf heb ik mijn steun uitgesproken voor de Oekraïense bevolking en begrip uitgesproken voor de moeilijke situatie van lidstaten met directe grenzen met Rusland. Ik heb tevens aangegeven dat Nederland inderdaad een aanzienlijke hoeveelheid grondstoffen voor dierenvoer importeert uit Oekraïne en gas uit Rusland, maar vertrouwen heeft in de Europese landbouwmarkt. Ik deelde dat deze crisis het belang van een open handelssysteem onderstreept en verzocht de Commissie de situatie aandachtig te volgen. Ook heb ik de lidstaten opgeroepen om voedsel en humanitaire goederen te leveren aan Oekraïne.

De Commissie benadrukte nogmaals dat de Europese Unie de problemen op de landbouwmarkten aan kan. Zij maakte zich wel zorgen over de situatie in derde landen die minder paraat zijn om prijsstijgingen op te vangen. Ik heb hier ook aandacht voor gevraagd. Het Frans voorzitterschap gaf aan dat dit probleem op internationaal niveau moet worden besproken, bijvoorbeeld in de OESO en FAO al dan niet in het kader van het Agricultural Market Information System.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
H. Staghouwer