[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Programmatische Aanpak Grote Wateren: voortgang en kaders voor de derde tranche projecten

Waterbeleid

Brief regering

Nummer: 2022D08790, datum: 2022-03-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27625-565).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 27625 -565 Waterbeleid.

Onderdeel van zaak 2022Z04290:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

27 625 Waterbeleid

Nr. 565 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN VOOR NATUUR EN STIKSTOF

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 maart 2022

Met de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW) werken de Ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) samen met regionale partijen aan toekomstbestendige grote wateren (Waddenzee en Eems-Dollard, IJsselmeergebied, Zuidwestelijke Delta en de grote rivieren) waarin goede ecologische waterkwaliteit en hoogwaardige natuur samengaan met een krachtige economie1. Uitvoering van de PAGW draagt bij aan het vergroten van de kwaliteit van de leefomgeving, behoud en herstel van biodiversiteit en versterken van de klimaat-robuustheid. In het bijzonder moet de PAGW bijdragen aan de ambitie van doelrealisatie van de Vogel- en Habitatrichtlijnen (Natura 2000) voor de grote wateren in 2050 en aan het bereiken en behouden van een goede waterkwaliteit ten behoeve van de Kaderrichtlijn Water in de grote wateren. De PAGW past goed in de brede aanpak uit het Coalitieakkoord om de natuur in Nederland in goede staat te brengen, en die zich naast stikstof ook richt op o.a. de (Europese) normen en opgaven voor de waterkwaliteit en biodiversiteit.

Met deze brief informeren wij uw Kamer over de voortgang van de projecten die in de eerste en tweede tranche van de PAGW zijn geselecteerd. Daarnaast informeren wij u over de kaders die wij zullen hanteren voor de selectie van de derde tranche PAGW-projecten.

Voortgang projecten eerste en tweede tranche PAGW

In 2017 is een verkenning uitgevoerd naar de opgaven voor natuur en waterkwaliteit in de grote wateren, op basis waarvan een lijst is opgesteld van 33 mogelijke maatregelen die nodig worden geacht om de doelen van de PAGW te bereiken.2 De toenmalige Ministers van IenW en van LNV hebben uw Kamer destijds geïnformeerd over de selectie van de eerste en tweede tranche projecten die in het kader de PAGW uitgevoerd worden (zie o.a. Kamerstuk 27 625, nrs. 422, 488 en 523). Over de voortgang van deze projecten uit de eerste en tweede tranche PAGW bent u laatstelijk geïnformeerd met het MIRT-Overzicht 2022 (Kamerstuk 35 925 A, nr. 5) en de Kamerbrief van 15 december 2021 over de voortgang van MIRT-projecten3. Voor de uitvoering van de PAGW is in het Deltafonds en op de begroting van LNV budget gereserveerd.

De meeste projecten uit de eerste en tweede tranche PAGW bevinden zich momenteel in de fase van de voorbereiding, met uitzondering van het project «Marker Wadden, verlengde eerste fase», waar de aanleg van twee extra eilanden uitgevoerd wordt. Afronding van deze aanleg wordt verwacht in 2023. Oplevering van de andere projecten in de eerste en tweede tranche wordt verwacht tussen 2024 en 2032.

In hun brief van 8 november 2019 hebben de toenmalige Ministers van I&W en LNV uw Kamer bericht dat de PAGW en de 33 maatregelen uit de Verkenning Grote Wateren in 2024 en elke 6 jaar daarna zullen worden geëvalueerd op onder meer doelbereik en de effectiviteit van de gerealiseerde maatregelen (Kamerstuk 27 625, nr. 488). Wij menen echter dat een evaluatie van de PAGW in 2024 weinig zinvol is gelet erop dat de meeste projecten dan nog in voorbereiding zijn. Wij willen de eerste grote evaluatie van de PAGW daarom laten opleveren in 2026.

Wij vinden het wel van belang om bij de PAGW de vinger aan de pols te houden om deze zo doelmatig en doeltreffend mogelijk uit te voeren. Voor de PAGW wordt daarom een monitoring- en evaluatieprogramma opgezet. De effecten van de Marker Wadden worden al gemonitord met het oog op het bepalen van de doeltreffendheid ervan. En ook wordt de vinger aan de pols gehouden waar het gaat om doelmatige voorbereiding en uitvoering. In dat kader loopt momenteel een tussentijdse evaluatie van de samenwerking tussen Rijk en de regionale partijen binnen PAGW-projecten uit de eerste en tweede tranche. Zodra deze tussentijdse evaluatie dit jaar zal zijn afgerond, zullen wij uw Kamer vanzelfsprekend informeren.

Kaders derde tranche PAGW

Voor het einde van dit jaar willen wij de projecten selecteren voor een nieuwe, derde tranche PAGW-projecten. Met de realisatie van de derde tranche zal Rijksbudget uit het Deltafonds en van de LNV-begroting benut worden dat gereserveerd is voor het realiseren van maatregelen tussen 2030 en 2033. Dat betekent dat de verkenning, planuitwerking en marktbenadering van en voor deze projecten in 2029 gereed moeten zijn. Gelet op de gangbare doorlooptijd van planstudies zullen we dan ook uiterlijk eind dit jaar moeten beslissen over nieuwe projecten, waarbij de medeoverheden en andere belanghebbenden in de regio’s worden betrokken bij de voorbereiding van de besluitvorming over de invulling van de derde tranche.

Voor de selectie van projecten in deze derde tranche hanteren wij daarbij de volgende kaders:

Allereerst moeten projectvoorstellen voor de PAGW beargumenteerd substantieel bijdragen aan het bereiken van de PAGW-doelen en volledig uitgevoerd kunnen zijn ultimo 2033.

In de tweede plaats vormt de hiervoor genoemde lijst met 33 maatregelen het vertrekpunt voor projectvoorstellen voor de derde tranche PAGW. Deze maatregelen richten zich op het verbeteren van de ecologische waterkwaliteit, de aanleg van verloren en ontbrekende leefgebieden, het terugbrengen van natuurlijke dynamiek, het versterken van het estuariene karakter van de delta en het verbeteren van verbindingen tussen de zee, estuaria, rivieren en het achterland. Slechts een beperkt deel van deze 33 maatregelen kan – gelet op de relatief beperkte doorlooptijd tussen nu en 2033 – worden gerealiseerd.

Voorafgaand aan ons besluit einde dit jaar willen we in gesprek met regionale overheden en maatschappelijke organisaties over enerzijds hun ideeën over de maatregelen die wij realistisch achten voor de derde tranche en anderzijds de mogelijke meekoppeling met de doelen voor andere regionale (infrastructurele) projecten. Als regionale partijen andere maatregelen willen voorstellen, dan moeten die – tegen dezelfde kosten – minimaal vergelijkbaar bijdragen aan het PAGW-doelbereik leveren als de 33 maatregelen. Geselecteerde projecten zullen in de regel conform de MIRT-spelregels worden uitgevoerd.

In de derde plaats willen we het voor de jaren 2030 tot en met 2033 voor PAGW gereserveerde Rijksbudget van € 347,2 mln investeren in een derde tranche. Dit budget is ter financiering van zowel de projectkosten (onderzoek, verkenning, planuitwerking, aanleg, monitoring en evaluatie en 10 jaar beheer en onderhoud), de programmabrede activiteiten, als de apparaatskosten van de uitvoeringsorganisaties Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Uitgangspunt is dat iedere partij de kosten van de eigen personele inzet draagt. De geraamde projectkosten zijn daarmee de basis voor het gesprek met de regio over samenwerking en cofinanciering.

In de vierde plaats wordt de verdeling van nationale en regionale bijdragen aan de realisatie van projectvoorstellen gebaseerd op de basis van verantwoordelijkheden en profijt door betrokken overheden en andere belanghebbenden. Dit vergt maatwerk per project. Daarbij zijn de PAGW-doelen het vertrekpunt en willen we die verbinden met doelen van regionale overheden en belanghebbenden zoals deze in gebiedsprocessen voor en nabij de grote wateren geformuleerd worden.

In de vijfde plaats moeten de te selecteren projecten maakbaar en haalbaar zijn. Dat betekent dat dat verkenning, planuitwerking en marktbenadering in 2029 gereed moeten zijn zodat de daadwerkelijke aanleg tussen 2030 en 2033 kan plaatsvinden. Dat vraagt dat er tussen Rijk, regio en omgeving geen grote verschillen van inzicht bestaan over doel, scope, planning en locatie van het project en er capaciteit beschikbaar is om het project te gaan starten.

In geval er voor de derde tranche meer voorstellen zijn dan er Rijksbudget beschikbaar is, selecteren we op basis van de mate waarin voorstellen naar verwachting bijdragen aan het oplossen van ecologisch urgente problemen dan wel verbetering van de ecologische kwaliteit in en rond de grote wateren. Daarnaast zullen ook de volgende criteria in de afweging betrokken worden:

• synergie met andere milieu- en natuuropgaven en/of meekoppeling van andere niet-PAGW-opgaven (zoals waterveiligheid, (regionale) economische ontwikkeling, kwaliteit van de leefomgeving en recreatie);

• de spreiding van projecten over Nederland en werkbelasting per regio;

• en tot slot ook de beschikbaarheid van cofinanciering en/of andere bijdragen aan projecten van medeoverheden en andere belanghebbenden.

Het is mogelijk dat tegen het einde van 2022 sommige projectvoorstellen nog onvoldoende concreet zijn om mee te kunnen nemen in de besluitvorming over toe te kennen Rijksbudget aan de derde tranche PAGW-projecten. Deze voorstellen blijven in beeld voor programmering in een vierde of latere tranche van de PAGW.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers

De Minister voor Natuur en Stikstof,
Ch. van der Wal-Zeggelink


  1. zie: www.pagw.nl.↩︎

  2. https://www.pagw.nl/over-het-programma/publicaties/kamerstukken/2017/11/11/conclusies-verkenning-grote-wateren.↩︎

  3. Kamerstuk 35 925 A, nr. 24.↩︎