Antwoord op vragen van de leden Van der Molen, Van den Berg en Inge van Dijk over het mogelijk verdwijnen van de Bredabus n.a.v. het bericht van omroep Zeeland ‘Van Zeeland tot Breda: politici willen Bredabus koste wat kost behouden’
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2022D08913, datum: 2022-03-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-1991).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Onderdeel van zaak 2022Z03331:
- Gericht aan: V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Indiener: H. van der Molen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.A.M.J. van den Berg, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: I. (Inge) van Dijk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1991
Vragen van de leden Van der Molen, Van den Berg en Inge van Dijk (allen CDA) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het mogelijk verdwijnen van de Bredabus (ingezonden 22 februari 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 9 maart 2022).
Vraag 1
Kent u het bericht «Van Zeeland tot Breda: politici willen Bredabus koste wat kost behouden»?1
Antwoord 1
Ja, ik heb kennisgenomen van dit bericht.
Vraag 2 en 3
Deelt u de zorgen van de inwoners van Hulst en omstreken en de lokale politici over het mogelijk verdwijnen van buslijn 19, de zogeheten Bredabus, tussen Hulst en Breda?
Deelt u de mening dat de Bredabus van grote maatschappelijke waarde is voor Zeeuws-Vlaanderen en dat deze verbinding cruciaal is voor veel jongeren uit Zeeuws-Vlaanderen die studeren, werken en/of sporten in Brabant?
Antwoord 2 en 3
Vanzelfsprekend deel ik de mening dat goed OV van grote maatschappelijke waarde is. Ik zie er dan ook op toe dat vervoerders en OV-autoriteiten zich inspannen om reizigers zo goed mogelijk te helpen. Voor een optimaal aanbod zijn de primair verantwoordelijke OV-autoriteiten continue bezig met het bijstellen van dienstregelingen.
De verantwoordelijke OV-autoriteit, de provincie Zeeland, heeft me laten weten ook het belang van de verbinding Hulst-Breda te zien en wil deze daarom ook graag behouden. Mede door sterk toenemende exploitatiekosten van deze lijn, ziet de provincie wel de noodzaak om te kijken naar mogelijke alternatieven voor deze verbinding.
Vraag 4 en 5
Wat vindt u van het voorstel van de provincie Zeeland om de bus niet verder dan Antwerpen te laten rijden, waarvandaan studenten de trein naar Nederland kunnen nemen, maar geen gebruik kunnen maken van hun studentenreisproduct?
Deelt u de mening dat het onredelijk is om Nederlandse studenten te laten opdraaien voor hun reiskosten, terwijl eigenlijk voor hen een studentenreisproduct beschikbaar moet zijn?
Antwoord 4 en 5
De provincie Zeeland heeft me laten weten dat vanwege filevorming en een parallel lopende trein de dienstregeling anders wordt ingericht, waardoor de reiziger op Antwerpen overstapt op de trein en een snellere verbinding met Breda heeft. De Provincie Zeeland is in gesprek met NS over de mogelijkheid om studenten (met studentenreisproduct) gratis via Antwerpen te laten reizen.
Daarnaast heeft de provincie in de regionale mobiliteitsstrategie het volgende vastgesteld: «Voor de verbinding vanuit Hulst wordt uitgegaan dat reizigers in Antwerpen een goede aansluiting op de trein naar Breda krijgen. Daarbij wordt zorg gedragen dat studenten niet te maken krijgen met oplopende reiskosten».2 Het stemt mij daarom positief dat de provincie Zeeland op zoek is naar mogelijkheden om ervoor te zorgen dat studenten geen hogere reiskosten krijgen door deze aanpassing in de dienstregeling.
Vraag 6
Bent u bereid om, conform de unaniem aangenomen motie-Geurts3, het maatschappelijk belang van de Bredabus te benadrukken bij het provinciebestuur van zowel Zeeland als Brabant, zodat deze buslijn voor de toekomst behouden kan blijven?
Antwoord 6
De provincie Zeeland heeft laten weten het maatschappelijke belang van de verbinding Hulst-Breda te delen. De provincie Noord-Brabant is geen concessieverlener voor de Bredabus.
Vraag 7
Welke mogelijkheden ziet u om de verschraling van het openbaar vervoer in Zeeland in samenwerking met de provincie Zeeland en de Zeeuwse gemeenten tegen te gaan, om de bereikbaarheid en daarmee de leefbaarheid van Zeeuwse dorpen en steden te waarborgen?
Antwoord 7
Decentrale overheden en vervoerders moeten en mogen hun eigen afwegingen maken voor een goede dienstregeling en op weg naar een toekomstvast OV-systeem. De afwegingen die daarbij worden gemaakt behoren tot de verantwoordelijkheid van de concessieverlener (in dit geval de provincie Zeeland) in afstemming met de vervoerder. Aanpassingen in het aanbod stemmen zij vervolgens af met de gemeenten in het concessiegebied, waarbij de (regionale) reizigersorganisaties adviesrecht hebben. Deze manier van werken past bij de decentralisatie van het stads- en streekvervoer.
De provincie Zeeland heeft laten weten geen verschraling van het OV te zien, maar juist een verbetering van de reismogelijkheden. Op meer plaatsten en meer tijden zal er mobiliteit beschikbaar zijn. Dit aanbod zal echter niet alleen bestaan uit grote bussen, maar een combinatie van snel openbaar vervoer en fijnmazige mobiliteit.