Voorstel van wet
Voorstel van wet van het lid Van Houwelingen houdende splitsing van de gemeente Groningen en instelling van de gemeente Haren
Voorstel van wet (initiatiefvoorstel)
Nummer: 2022D09447, datum: 2022-03-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36052-2).
Onderdeel van kamerstukdossier 36052 -2 Voorstel van wet van het lid Van Houwelingen houdende splitsing van de gemeente Groningen en instelling van de gemeente Haren.
Onderdeel van zaak 2022Z04636:
- Indiener: P. van Houwelingen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-03-17 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-09-15 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-10-04 14:00: Voorstel van wet van het lid Van Houwelingen houdende splitsing van de gemeente Groningen en instelling van de gemeente Haren (TK36052) (vragen gericht aan de initiatiefnemer) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-11-10 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-11-10 14:45: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-02-08 12:31: Voorstel van wet van het lid Van Houwelingen houdende splitsing van de gemeente Groningen en instelling van de gemeente Haren (36052) (1e TK) (Plenair debat (initiatiefwetgeving)), TK
- 2023-03-16 16:45: Voorstel van wet van het lid Van Houwelingen houdende splitsing van de gemeente Groningen en instelling van de gemeente Haren (36052) (antwoord 1e termijn + rest) (Plenair debat (initiatiefwetgeving)), TK
- 2023-04-04 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
36 052 Voorstel van wet van het lid Van Houwelingen houdende splitsing van de gemeente Groningen en instelling van de gemeente Haren
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een deel van het grondgebied van de gemeente Groningen af te splitsen en toe te voegen aan de nieuw te vormen gemeente Haren, waarvan de gemeentegrenzen overeenkomen met die van de opgeheven gemeente Haren voordat deze gemeente met Groningen en Ten Boer werd samengevoegd;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
§ 1. Opheffing gemeente Groningen en instelling van de nieuwe gemeenten Groningen en Haren
Artikel 1
In deze wet wordt in afwijking van artikel 1, eerste lid, onder h, van de Wet algemene regels herindeling, onder datum van herindeling verstaan: 1 januari van het derde jaar volgend op de dag dat deze wet in werking is getreden.
Artikel 2
Met ingang van de datum van herindeling wordt de gemeente Groningen opgeheven.
Artikel 3
1. Met ingang van de datum van herindeling wordt de nieuwe gemeente Groningen ingesteld, bestaande uit een deel van het grondgebied van de op te heffen gemeente Groningen, zoals aangegeven op de bij deze wet behorende kaart.
2. Met ingang van de datum van herindeling wordt de nieuwe gemeente Haren ingesteld, bestaande uit een deel van het grondgebied van de op te heffen gemeente Groningen, zoals aangegeven op de bij deze wet behorende kaart.
§ 2. Rechtsopvolging
Artikel 4
Voor de nieuwe gemeenten Groningen en Haren wordt de op te heffen gemeente Groningen aangewezen voor de toepassing van artikel 36 van de Wet algemene regels herindeling, in verband met de toepassing van de instructies en reglementen bedoeld in dat artikel.
Artikel 5
Voor de op te heffen gemeente Groningen wordt de nieuwe gemeente Groningen aangewezen voor de volgende bepalingen van de Wet algemene regels herindeling:
a. artikel 39, tweede lid, in verband met de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen;
b. artikel 44, eerste lid, in verband met de overgang van rechten en verplichtingen;
c. artikel 45, tweede lid, in verband met de overgang van rechten en verplichtingen in verband met de voorziening van drinkwater, elektriciteit en gas;
d. artikel 48, tweede lid, in verband met de uitkeringen, bedoeld in dat artikel;
e. artikel 70, eerste lid, in verband met de overgang van archiefbescheiden;
f. artikel 71a, in verband met de overgang van het persoonsregister.
Artikel 6
Voor de op te heffen gemeente Groningen worden de nieuwe gemeenten Groningen en Haren aangewezen voor de toepassing van artikel 41, derde lid, van de Wet algemene regels herindeling.
Artikel 7
1. Voor de nieuwe gemeente Groningen worden, in afwijking van artikel 28 en 29 van de Wet algemene regels herindeling, de op de dag voorafgaande aan de datum van herindeling geldende gemeentelijke voorschriften van de op te heffen gemeente Groningen geacht te zijn vastgesteld door het bevoegde orgaan van de nieuwe gemeente Groningen.
2. Voor de nieuwe gemeente Groningen worden, in afwijking van artikel 32, eerste lid, van de Wet algemene regels herindeling, belastingverordeningen op de voet van artikel 220 van de Gemeentewet van de op te heffen gemeente Groningen geacht te zijn vastgesteld door het orgaan van de nieuwe gemeente Groningen.
§ 3. Voorbereiding en uitwerking van de herindeling
Artikel 8
1. Uiterlijk acht maanden nadat deze wet in werking is getreden stelt de raad van de op te heffen gemeente Groningen een uitwerkingsontwerp vast en zendt dit aan gedeputeerde staten.
2. Burgemeester en wethouders van de op te heffen gemeente Groningen leggen het uitwerkingsontwerp gedurende acht weken ter inzage op de gemeentesecretarie. De terinzagelegging wordt bekendgemaakt. Gedurende de termijn van terinzagelegging kan een ieder zijn zienswijze over het uitwerkingsontwerp kenbaar maken aan het college van burgemeester en wethouders.
3. Uiterlijk twee maanden na afloop van de termijn, bedoeld in het tweede lid, stelt de raad van de op te heffen gemeente Groningen een uitwerkingsplan vast.
Artikel 9
1. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelt aan de op te heffen gemeente Groningen, de nieuwe gemeente Groningen en de nieuwe gemeente Haren een bijdrage beschikbaar voor de uit deze herindeling voortvloeiende frictiekosten.
2. De bijdrage, bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt door middel van een uitkering uit het gemeentefonds.
Artikel 10
1. Op de datum van herindeling beschikt de nieuwe gemeente Haren ten minste over een bedrag dat gelijk is aan de hoogte van het eigen vermogen waarover de met ingang van 1 januari 2019 opgeheven gemeente Haren onmiddellijk voorafgaand aan die opheffing beschikte.
2. Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, komt ten laste van de op te heffen gemeente Groningen.
§ 4. Bepalingen inzake herindelingsverkiezingen
Artikel 11
1. In afwijking van artikel 52, tweede volzin, van de Wet algemene regels herindeling, is de op te heffen gemeente Groningen belast met de voorbereiding van:
a. de tussentijdse raadsverkiezing, bedoeld in dat artikel, voor de leden van de raad van de nieuwe gemeente Groningen.
b. de tussentijdse raadsverkiezing, bedoeld in dat artikel, voor de leden van de raad van de nieuwe gemeente Haren.
2. In artikel 53, tweede lid, artikel 55, zesde en zevende lid en artikel 56, tweede lid, van de Wet algemene regels herindeling wordt voor «de gemeente die ingevolge artikel 52, tweede volzin, met de voorbereiding van de tussentijdse raadsverkiezing is belast» gelezen «de op te heffen gemeente Groningen».
Artikel 12
1. Artikel 54 van de Wet algemene regels herindeling is niet van toepassing.
2. In afwijking van artikel 55, vijfde lid, van de Wet algemene regels herindeling worden voor de verkiezing van de leden van de raad van de nieuwe gemeente Groningen als kiesgerechtigden degenen geregistreerd die op de dag van de kandidaatstelling hun werkelijke woonplaats hebben in het deel van de op te heffen gemeente Groningen dat tot de nieuwe gemeente Groningen komt te behoren.
3. In afwijking van artikel 55, vijfde lid, van de Wet algemene regels herindeling worden voor de verkiezing van de leden van de raad van de nieuwe gemeente Haren als kiesgerechtigden degenen geregistreerd die op de dag van de kandidaatstelling hun werkelijke woonplaats hebben in het deel van de op te heffen gemeente Groningen dat tot de nieuwe gemeente Haren komt te behoren.
Artikel 13
Indien de datum van herindeling volgt op een jaar waarin de reguliere gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden, zijn de artikelen 56b en 56c van de Wet algemene regels herindeling van toepassing.
§ 5. Verrekening
Artikel 14
1. Indien in verband met artikel 39, 41, 45 en 48 van de Wet algemene regels herindeling een verrekening tussen de nieuwe gemeenten Groningen en Haren dient plaats te vinden, wordt, in afwijking van artikel 50, eerste lid, van de Wet algemene regels herindeling, het bedrag en de wijze van betaling vastgesteld bij koninklijk besluit, de colleges van de nieuwe gemeenten Groningen en Haren gehoord.
2. Artikel 50, derde lid, van de Wet algemene regels herindeling, is niet van toepassing.
§ 6. Slotbepalingen
Artikel 15
Met ingang van de datum van herindeling wordt in de bijlage bij artikel 8 van de Wet veiligheidsregio’s, onder Groningen, in alfabetische volgorde ingevoegd «Haren,».
Artikel 16
Met ingang van de datum van herindeling wordt in Bijlage 2 behorende bij artikel 1.11, eerste lid, onderdeel o, en tweede lid, onderdeel j, van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II in de alfabetische volgorde ingevoegd «Haren».
Artikel 17
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,