Ontwerpbesluit implementatie Richtlijn (EU) 2019/883
Zee- en binnenvaart
Brief regering
Nummer: 2022D09981, datum: 2022-03-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31409-347).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31409 -347 Zee- en binnenvaart.
Onderdeel van zaak 2022Z04909:
- Indiener: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-03-22 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-03-23 10:15: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-03-24 13:54: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
31 409 Zee- en binnenvaart
Nr. 347 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 maart 2022
Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit ter implementatie van de tweede richtlijn havenontvangstvoorzieningen (hierna: Richtlijn).1 Het ontwerpbesluit bevat wijzigingen van het Activiteitenbesluit milieubeheer en het Besluit activiteiten leefomgeving (hierna: Bal). Doordat deze wijzigingen verband houden met de implementatie van een EU-handeling, hoeft het besluit op grond van artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer en artikel 23.5, eerste lid, van de Omgevingswet niet te worden voorgehangen. Het volstaat dat van het ontwerpbesluit kennis wordt gegeven aan de beide kamers der Staten-Generaal. Onderhavige brief bevat een korte toelichting bij de inhoud van het ontwerpbesluit.
De Richtlijn is de tweede richtlijn inzake havenontvangstvoorzieningen. Het doel van deze Richtlijn is het aantal afvallozingen door zeeschepen op zee verder terug te dringen en de administratieve lasten te verminderen.
De wijzigingen van het Activiteitenbesluit milieubeheer en het Bal zijn relevant voor jachthavens die gewoonlijk zeegaande pleziervaartuigen ontvangen, maar die niet zijn aangewezen op grond van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen. Reeds op grond van de eerste richtlijn moeten dergelijke jachthavens een havenafvalplan opstellen. Ter implementatie van de Richtlijn wordt de geldigheidsduur van een havenafvalplan verlengd tot vijf jaar. Ook wordt de mogelijkheid om de geldigheidsduur van het havenafvalplan te verlengen, overgenomen in het Activiteitenbesluit milieubeheer en het Bal. Tot slot wordt het toepassingsgebied van het Bal in lijn gebracht met dat van de Richtlijn. Voor een gedetailleerde toelichting verwijs ik u naar de nota van toelichting.
Een eensluidende brief heb ik verzonden naar de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Richtlijn (EU) 2019/883 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake havenontvangstvoorzieningen voor de afvalafgifte van schepen, tot wijziging van Richtlijn 2010/65/EU en tot intrekking van Richtlijn 2000/59/EG (PbEU 2019, L 151). Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎