Lijst van vragen over de beleidsdoorlichting van artikel 4.2 van de Rijksbegroting BZK (Kamerstuk 30985-53)
Beleidsdoorlichting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Lijst van vragen
Nummer: 2022D10201, datum: 2022-03-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D10201).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.B. Hagen, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: G.C. Honsbeek, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2022Z01313:
- Indiener: H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-02-01 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-02-15 13:00: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-02-23 11:15: Procedurevergadering Rijksuitgaven (direct aansluitend op de procedurevergadering Financiën, per videoverbinding) (Procedurevergadering), commissie voor de Rijksuitgaven
- 2022-02-24 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-03-16 14:00: Beleidsdoorlichting van artikel 4.2 van de Rijksbegroting BZK (TK 30985-53) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-10-05 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2022D10201 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de Beleidsdoorlichting van artikel 4.2 van de Rijksbegroting BZK (Kamerstuk 30 985, nr. 53).
De voorzitter van de commissie,
Hagen
Adjunct-griffier van de commissie,
Honsbeek
1 | Hoeveel bouwprojecten in de periode 2015–2020 hebben stilgelegen of last gehad van stikstofproblematiek? |
2 | Welke gevolgen hebben de al dan niet toegenomen stikstofrestricties gehad voor de (minimum) bouwkwaliteit? |
3 | Het Bouwbesluit wordt aangepast naar aanleiding van Europese regelgeving: hoe vaak gebeurt dit en welke gevolgen heeft dit voor kwaliteitseisen? |
4 | Hoe zwaar wegen milieuregels mee in het bepalen van de kwaliteitsnorm in bouwreglementen? |
5 | Wat is de samenstelling van de Juridisch Technische Commissie (JTC) en het Overlegplatform Bouwregelgeving (OPB) met betrekking tot de verschillende belangen? Is er een balans in de belangen van de gebruikers, uitvoerders van bouwwerkzaamheden en opdrachtgevers? |
6 | Worden de verschillende maatregelen ook in de JTC en het OPB tegen elkaar afgewogen? En welke rol spelen de kosten bij de weging tussen de verschillende alternatieven? |
7 | Worden ook de totale maatschappelijke kosten in kaart gebracht? En hoe wordt de proportionaliteit van maatregelen beoordeeld? |
8 | Hoe kijkt u aan tegen het toevoegen van onafhankelijke inbreng van wetenschappers? |
9 | Hoe beoordeelt u dat het Bouwbesluit steeds complexer wordt door de toename van regels die in de praktijk met elkaar schuren? Kunt u reflecteren hoe dat tot op heden niet tot problemen leidt, maar wellicht in de toekomst wel? |
10 | Zijn er andere mogelijkheden om het mogelijk tussentijds moeten ophogen van de begroting te ondervangen, anders dan een risicoreservering? |
11 | Hoe beoordeelt u de conclusie dat er feitelijk geen inzicht bestaat in de vraag of woningen en gebouwen voldoen aan het Bouwbesluit? |
12 | Kunt u uiteenzetten in hoeverre het ontbreken van inzicht in de daadwerkelijke naleving van het Bouwbesluit problematisch is? Wat zijn de gevolgen hiervan op het gebied van veiligheid en klimaat? |
13 | Hoe beoordeelt u het oordeel dat verbeterpunten onder de radar blijven of slechts naar voren komen bij incidenten als gevolg van het ontbreken van inzicht in de naleving van het Bouwbesluit? |
14 | Gelet op het feit dat beleidsdoorlichtingen eens in de vier tot zeven jaar worden uitgevoerd, en de Kamer pas in de periode van 2026–2029 meer inzicht krijgt in de vraag of bouwwerken in de praktijk voldoen aan de wettelijke eisen, kunt u de Kamer eerder dan de aangegeven periode inzicht geven in de naleving van het Bouwbesluit? Zo ja, op welk moment kan de Kamer dit verwachten? |
15 | Heeft u inzichtelijk welke bouwwerken voorlopig nog niet onder deze wet vallen? Zo ja, kunt u een beeld schetsen van de bouwkwaliteit van deze bouwwerken? |
16 | Wanneer kan de Kamer de eerste voortgangsrapportage in het kader van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen verwachten? Is het mogelijk de tussentijdse beleidsdoorlichting Bouwbesluit hieraan te koppelen? |
17 | In welke mate kan het schuren van regels worden voorkomen door zo veel mogelijk vast te houden aan de oorspronkelijke opzet van het bouwbesluit, waarbij de te bereiken doelen worden omschreven in plaats van de middelen? Is het niet belangrijk dat de relevante actoren in de bouwsector de vrijheid behouden om het te bereiken doel op verschillende manieren te bereiken? |