[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

35769, eindtekst

Wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het verkorten van de wettelijke betaaltermijn tot 30 dagen

Eindtekst

Nummer: 2022D12108, datum: 2022-03-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2021Z04656:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

15 maart 2022



	Wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het
verkorten van de wettelijke betaaltermijn tot 30 dagen







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



		Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,
Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de
uiterste betaaltermijn voor grote ondernemingen die een
handelsovereenkomst sluiten met kleine of middelgrote ondernemingen te
verkorten tot 30 dagen;

	Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	In artikel 119a, zesde lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek wordt
“zestig dagen” vervangen door “30 dagen”.

ARTIKEL II

	Artikel 183b van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt als
volgt gewijzigd:

	1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

	2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

	2. Artikel 119a, lid 6, van Boek 6, zoals gewijzigd door de wet van
[PM] tot wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met
het verkorten van de wettelijke betaaltermijn tot 30 dagen (Stb. [PM]),
wordt één jaar na het tijdstip van het in werking treden van die wet
van toepassing op overeenkomsten die op dat tijdstip bestaan. Lid 1,
tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL IIA

Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat zendt in overeenstemming
met Onze Minister voor Rechtsbescherming binnen twee jaar na de
inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de
doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

ARTIKEL III 

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. 

Gegeven

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

De Minister voor Rechtsbescherming,

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

De Minister voor Rechtsbescherming,

 

 

 PAGE    

 PAGE   3