Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 7 april 2022
Landbouw- en Visserijraad
Brief regering
Nummer: 2022D12321, datum: 2022-03-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-32-1407).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 32-1407 Landbouw- en Visserijraad.
Onderdeel van zaak 2022Z06016:
- Indiener: H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2022-04-01 12:00: Landbouw- en Visserijraad 7 april 2022 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2022-04-05 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-04-06 11:15: Procedurevergadering LNV (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2023-01-19 13:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
21 501-32 Landbouw- en Visserijraad
Nr. 1407 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 maart 2022
Door middel van deze brief informeer ik uw Kamer over de Landbouw- en Visserijraad die 7 april aanstaande plaatsvindt in Luxemburg. Op het moment van schrijven is er nog geen officiële agenda beschikbaar.
Verwachte agenda Landbouw- en Visserijraad
Gedachtenwisseling over de ontwikkelingen op de landbouwmarkten in relatie tot Oekraïne
Tijdens de komende Landbouwraad zullen de besprekingen worden voortgezet over de situatie op de Europese landbouwmarkten in relatie tot de situatie in Oekraïne. De Commissie zal de lidstaten waarschijnlijk informeren over de stand van zaken rond de uitvoering van de genomen maatregelen die onderdeel zijn van de mededeling voedselzekerheid die op 23 maart jl. is uitgebracht (zie ook hieronder bij het separate agendapunt hierover). Onderdeel hiervan vormt de aankondiging van een nieuw tijdelijk crisiskader voor staatssteun en het afkondigen van twee steunmaatregelen voor de landbouwsector. Dit betreft de activering van artikel 219 van de Gemeenschappelijke Marktordening voor aanwending van de landbouwcrisisreserve en het openen van particuliere opslag van varkensvlees.
Bij de toekenning van budgetten vanuit de crisisreserve aan lidstaten heeft de Commissie zich gebaseerd op de verdeling waarmee lidstaten bijdragen aan de reserve door inhouding van een deel van de directe betalingen. Voor Nederland is dit bedrag circa acht miljoen euro. Lidstaten krijgen de mogelijkheid tot 200% nationale cofinanciering. Doel is voedselzekerheid en de aanpak van marktverstoringen, waarbij activiteiten moeten passen bij beschreven typen activiteiten: circulaire economie, nutriënten management, efficiënt gebruik van grondstoffen of milieu en klimaatvriendelijke productie methodes. Het koppelen van de activiteiten aan lopende subsidieprogramma’s onder het Europese landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees fonds voor plattelandsontwikkeling (ELfpo) is eveneens mogelijk. De maatregelen moeten uiterlijk 30 juni a.s. worden gemeld aan de Commissie en de betalingen uiterlijk 30 september 2022 zijn gedaan.
De Commissie zal tevens rapporteren over de bijeenkomsten met stakeholders in het kader van het Europees mechanisme voor paraatheid en respons bij voedselzekerheidscrises en de bijeenkomsten van de EU referentiegroep voor varkensvlees. Tot slot zal de Commissie naar verwachting de Raad ook informeren over de stand van zaken over de maatregelen onder de mededeling energie van 8 maart jl. in relatie tot de landbouw.
De maatregelen zijn reeds aangekondigd en besproken op de vorige Landbouw- en Visserijraad van 21 maart. Ik heb de stappen van de Commissie verwelkomd en bezie momenteel hoe de crisisreserve in Nederland gericht kan worden ingezet. Daarbij onderschrijf ik het belang dat de EU moet blijven inzetten op de noodzakelijke verduurzaming van de landbouwsector middels de Green Deal en Boer tot Bordstrategie.
Herziening LULUCF-verordening
In het voorstel om de LULUCF-verordening te herzien stelt de Commissie voor om vanaf 2031 de emissies die vallen onder de LULUCF-verordening en de niet-CO2-emissies van landbouw samen te voegen onder een AFOLU (Agriculture, Forestry and Other Land Use) beleidspijler. De niet-CO2-emissies van landbouw vallen nu nog onder de ESR, het gaat hierbij met name om lachgas en methaan. De Commissie stelt voor dat in deze pijler per 2035 op EU-niveau klimaatneutraliteit wordt gerealiseerd en een netto koolstofput na 2035. Om dit te bereiken zal de Commissie in 2025 met een impactanalyse en wetsvoorstel komen, waar nationale doelen onderdeel van zullen zijn. Het kabinet heeft een positieve grondhouding ten aanzien van AFOLU en kijkt uit naar de gerelateerde juridische voorstellen en impactanalyse van de Commissie. Nederland brengt momenteel in kaart welke bijdrage Nederland daaraan kan leveren.
Raadsconclusies Commissie mededeling duurzame koolstofcycli – onderdelen koolstoflandbouw
De Voorzitterschaps- of Raadsconclusies over de Commissie mededeling duurzame koolstofcycli zullen ter goedkeuring voorliggen, met daarin de onderdelen van de Commissie mededeling duurzame koolstofcycli die betrekking hebben op koolstoflandbouw. Uw Kamer is eerder geïnformeerd over de Mededeling Duurzame Koolstofcycli door middel van een BNC-fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 3318). Aangezien op het moment van schrijven nog geen agenda en conclusies beschikbaar zijn, is nog onduidelijk of het Voorzitterschaps- of Raadsconclusies zullen worden. In het eerste geval zullen de conclusies niet worden besproken, in het tweede geval wel. Via het Speciaal Landbouwcomité heeft Nederland inbreng geleverd voor de conclusies, deze zijn naar tevredenheid verwerkt.
Presentatie en mogelijke gedachtewisseling over mededeling voedselzekerheid
Op verzoek van de Europese Raad van 10 en 11 maart jl. heeft de Commissie op 23 maart jl. een mededeling uitgebracht waarin ze haar korte termijn plannen presenteert in antwoord op de voedselmarktverstoringen als gevolg van de invasie van Oekraïne en de gevolgen daarvan voor Europese producenten en consumenten, de Oekraïense en mondiale voedselzekerheid en de Oekraïense landbouw. De nu volgende beschrijving is een eerste inzet op hoofdlijnen. In het verslag van de Landbouw- en Visserijraad volgt een korte meer definitieve reflectie op de mededeling.
De mededeling stelt maatregelen voor langs de lijnen van reeds gepresenteerde of aangekondigde voorstellen omtrent mondiale voedselzekerheid, betaalbaar en behoud voldoende voedsel in de EU, waaronder het ondersteunen van de markt en de boeren (zie voor mijn inzet hierop hierboven bij het agendapunt over landbouwmarkten), en de focus op een duurzaam en weerbaar Europees voedselsysteem.
Ik onderschrijf het uitgangspunt van de Commissie om de transitie naar een weerbaar en duurzaam, voedselsysteem onverminderd voort te zetten. Dit om voedselzekerheid ook in de toekomst te kunnen garanderen. De situatie in Oekraïne legt de Europese afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, kunstmest, diervoeder en grondstoffen bloot en wat de noodzaak tot een versnelde transitie alleen maar onderschrijft. De Commissie herhaalt in deze mededeling nog een keer wat het ook in de van Boer tot Bordstrategie heeft opgenomen en wat ik deel: het is noodzakelijk om risicovolle landbouw input te reduceren en tegelijkertijd alternatieve, duurzamere input mogelijk te maken. Nederland kan daarom de maatregelen van de Commissie ondersteunen die de afhankelijkheid van geïmporteerde input moeten verminderen, zoals de inzet van het EU handelsbeleid, alternatieve en hernieuwbare brandstoffen voor kunstmestproductie, duurzaam beheer visstanden, uitbreiding van teelt van plantaardige eiwitten en innovatie. Tegelijkertijd ben ik met de Commissie in gesprek om ook het gebruik van dierlijke mest toe te staan. Voor mijn pleidooi hiervoor in de Landbouw- en Visserijraad van 21 maart jl. (Kamerstukken 21 501-32 en 36 045, nr. 1408) was veel steun, maar we zijn er nog niet. Ook zal ik de Commissie vragen naar de stand van zaken van het aangekondigde Integrated nutriënt management Action Plans (INMAP). Wij willen daarover met de Commissie in gesprek. Verder bevestigt de mededeling nog eens dat de EU voedselzekerheid niet in het geding is. Wel is er sprake van stijgende voedselprijzen en zijn er kwetsbaarheden in het systeem. Ik ben blij met de aandacht in de mededeling voor voedselzekerheid in de meest behoevende landen buiten de EU, voor ondersteuning van Oekraïne, voor schuldverlichting en het voorkomen van voedsel exportrestricties, voor ondersteuning van derde landen in hun transitie naar weerbare en duurzame voedselsystemen en voor de extra aandacht van het thema voedselzekerheid in multilaterale fora.
Gezondheidssituatie en werkzaamheden vogelgriep (AOB)
Er wordt in de Europese Unie veel gesproken over de langdurige en hevige vogelgriepepidemie. Er zijn in bijna alle lidstaten uitbraken bij pluimvee en ook zijn veel wilde vogels en enkele zoogdieren besmet. Frankrijk, Hongarije en Nederland zetten in op onderzoek naar vaccinatie als één van de mogelijkheden om op langere termijn de vogelgriepdreiging het hoofd te kunnen bieden. Ik wil graag in de EU een strategische en constructieve discussie over het voorkomen en bestrijden van vogelgriep. Een van de maatregelen die daaraan kan bijdragen is preventieve vaccinatie.
Seminar «The epidemiological surveillance platforms» (AOB)
Frankrijk zal onder dit punt verslag doen van het seminar «The epidemiological surveillance platforms» dat Frankrijk in het kader van het EU-voorzitterschap op 22 maart 2022 heeft georganiseerd. Frankrijk heeft aan de hand van presentaties van een drietal Franse surveillance-programma’s de vraag gesteld hoe de EU tot verdere samenwerking op het gebied van surveillance kan komen, met in gedachten het streven naar een One Health benadering. One Health houdt in dat gezondheid van mens, dier en milieu in samenhang wordt bezien en dat er wordt gestreefd naar een balans tussen deze drie. Ook platforms en programma’s uit andere lidstaten werden gepresenteerd. Zo heeft het RIVM een presentatie gegeven over de wijze waarop in Nederland voedselveiligheid wordt gemonitord.
Ik onderschrijf het belang van een One Health aanpak en kan daarom in de LVR aangeven zeer bereid te zijn om binnen de EU onze ervaring en kennis te delen en open te staan voor samenwerking. Zo zal ik met de surveillance op varkens-influenza, die dit jaar nog van start zal gaan in Nederland, de samenwerking met Frankrijk opzoeken.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
H. Staghouwer