Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2021-2022

35 657 Wijziging van de Wet financiering politieke partijen in verband met de evaluatie van deze wet (Evaluatiewet Wfpp)

Nr. 69 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN LEIJTEN EN ARIB TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 41

Ontvangen 30 maart 2022

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel n door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

o. lokale politieke partij: vereniging die op grond van artikel G 1, G 2 of G 3 van de Kieswet, of vereniging of stichting die bij of krachtens artikel 19 van de Waterschapswet, met haar geregistreerde aanduiding boven de kandidatenlijst heeft deelgenomen aan de laatstgehouden verkiezing van provinciale staten, de gemeenteraad of het algemeen bestuur van een waterschap, waarbij aan die lijst ten minste een zetel in het orgaan waarvoor de verkiezingen plaatsvonden is toegewezen.

II

In artikel I wordt na onderdeel Ea een onderdeel ingevoegd, luidende:

Eb

Na artikel 8 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8a

1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het in totaal beschikbare subsidiebudget voor lokale politieke partijen, alsmede over de wijze waarop dit budget over deze partijen wordt verdeeld.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger.

III

In artikel I wordt na onderdeel T een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ta

Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «vereniging, die op grond van artikel G 1, G 2, G 3 of Q 6 van de Kieswet, of een vereniging of stichting, die op grond van artikel G 2a van de Kieswet, met haar geregistreerde aanduiding boven de kandidatenlijst heeft deelgenomen aan de laatstgehouden verkiezing van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Eerste Kamer der Staten-Generaal, provinciale staten, de gemeenteraad, of het algemeen bestuur van een waterschap, waarbij aan die lijst ten minste een zetel in het orgaan waarvoor de verkiezingen plaatsvonden is toegewezen,» vervangen door «politieke partij onderscheidenlijk een lokale politieke partij».

2. Onder vernummering van het tweede lid tot het derde lid wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

2. In het giftenreglement van een lokale politieke partij wordt in ieder geval bepaald dat die partij voor 1 juli van elk kalenderjaar de in artikel 25, eerste lid, onderdelen b en d, genoemde informatie openbaar maakt.

IV

Artikel III wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «artikel I,» ingevoegd «onderdeel Aa,».

2. Na het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

2a. Artikel I, onderdelen Aa, Eb en Ta, treden in werking met ingang van 1 januari 2024.

Toelichting

Indieners willen dat financiering van politieke partijen met belastinggeld te verdedigen is met het argument dat partijen mee moeten kunnen doen aan verkiezingen en hun politieke werk kunnen doen, zonder dat zij afhankelijk zijn of worden van bedrijven of particulieren die met giften politieke invloed en macht kopen. Voor politieke partijen moeten dan wél normen worden gesteld om die onafhankelijkheid en de transparantie te waarborgen en het vertrouwen in de politiek en verkiezingen te vergroten.

Dit amendement bewerkstelligt dat per 1 januari 2024 een wettelijke grondslag is voor subsidie aan lokale politieke partijen die meedoen aan verkiezingen voor provinciale staten, de gemeenteraad en de waterschappen. Hiermee wordt voor lokale politieke partijen een gelijker speelveld gecreëerd ten opzichte van landelijk georganiseerde politieke partijen. De indieners beogen de voorwaarden voor de subsidie zoveel mogelijk parallel te laten lopen met de regels die voor landelijke politieke partijen uit de Wfpp volgen.

Indieners kiezen ervoor de vormgeving van de subsidie niet in te vullen maar daartoe de Minister de mogelijkheid te geven een subsidieregeling uit te werken. Dit is in overeenstemming met artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, op grond waarvan subsidies vanwege het Rijk een wettelijke grondslag dienen te hebben. Het regelen van de bedragen en voorwaarden kan gedelegeerd worden, analoog aan bijvoorbeeld verschillende kaderwetten aangaande subsidies. Ook BZK kent subsidies die wettelijk hun beslag hebben maar in nadere regels wordt uitgewerkt, zoals bij de subsidieregeling voor het Nationaal Comité 4 en 5 mei.

Leijten

Arib