Geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 12 april 2022
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Brief regering
Nummer: 2022D13187, datum: 2022-04-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2478).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2478 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .
Onderdeel van zaak 2022Z06445:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2022-04-05 13:00: Raad Algemene Zaken d.d. 12 april 2022 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2022-04-07 11:30: Procedurevergadering (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2022-04-12 15:35: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2478 BRIEF MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 april 2022
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Algemene Zaken van 12 april 2022.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
GEANNOTEERDE AGENDA RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 12 APRIL 2022
Op dinsdag 12 april 2022 vindt in Luxemburg een Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats. Op de agenda1 van de Raad staan de volgende onderwerpen: landenspecifieke rechtsstaatdialogen, de Conferentie over de Toekomst van Europa en een lunch van de Ministers van de toekomst. De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens deel te nemen aan deze Raad.
Landenspecifieke rechtsstaatdialogen
Tijdens de Raad wordt in het kader van het rechtsstaatmechanisme de landenspecifieke dialoog voortgezet waarmee de Raad in 2020 is begonnen.2 Elk voorzitterschap staan er vijf lidstaten op de agenda, in protocollaire volgorde. Naast Hongarije, Oostenrijk, Luxemburg en Malta is dit keer ook Nederland aan de beurt. De dialogen worden gevoerd op basis van de landenhoofdstukken uit de rechtsstaatrapporten van de Commissie. In deze rapporten worden de lidstaten aan de hand van vier pijlers langs de rechtsstatelijke meetlat gelegd: het rechtsbestel, het anti-corruptiekader, mediapluriformiteit en overige institutionele zaken met betrekking tot checks and balances. Het kabinet ziet de landenspecifieke rechtsstatelijkheidsdialogen als een waardevolle uitbreiding van de jaarlijkse rechtsstatelijkheidsdialoog. Naast de mogelijkheid om eventuele problemen en uitdagingen in een vroeg stadium te kunnen bespreken, bieden de dialogen een basis voor het uitwisselen van ervaringen en best practices ten behoeven van de verdere bescherming en versterking van de rechtsstaat in de Unie en haar lidstaten.
Nederland
Het kabinet spant zich samen met gelijkgezinde lidstaten onverminderd in voor respect voor de rechtsstaat in de Unie. Bij die inzet past ook kritische zelfreflectie ten aanzien van het functioneren van de rechtsstaat in Nederland. Zoals verder toegelicht in de kabinetsappreciatie van het rechtsstaatrapport uit 2021 rijst uit het Nederlandse landenhoofdstuk over het algemeen het beeld op van een goed functionerende rechtsstaat, maar de Commissie wijst ook op een aantal tekortkomingen en verbeterpunten.3 Zo besteedt de Commissie in haar rapport aandacht aan de toeslagenaffaire. De Commissie noemt dat, hoewel bij de uitvoering van het kinderopvangtoeslagensysteem bleek dat beginselen van de rechtsstaat zijn geschonden, de affaire wel laat zien dat de checks and balances in Nederland functioneren en bovendien een plaats hebben in het publieke debat. De Tweede Kamer heeft naar aanleiding van de toeslagenaffaire de Venetiëcommissie van de Raad van Europa verzocht om aanbevelingen te doen. Deze aanbevelingen zullen worden betrokken bij de op te richten Staatscommissie Rechtsstaat die de rechtsstaat zal analyseren en met voorstellen zal komen de rechtsstaat in Nederland te versterken.
Daarnaast heeft de Commissie aandacht voor de opvolging van de GRECO-aanbevelingen die zien op integriteitsregels voor bewindspersonen. Nederland heeft de GRECO-aanbevelingen ter harte genomen en sinds het publiceren van het rapport verschillende maatregelen aangekondigd. Zo is het lobbyverbod uitgebreid en is wetgeving aangekondigd voor een afkoelperiode en draaideurverbod voor gewezen bewindspersonen. Ook is de regeling voor het melden van financiële belangen van bewindspersonen uitgebreid. De Commissie ziet ook ruimte voor verbetering van digitalisering binnen de rechtspraak en constateert een toename van geweld tegen journalisten.
Tijdens de Raad zal de Commissie het Nederlandse landenhoofdstuk introduceren, waarna Nederland de gelegenheid krijgt een toelichting te geven. Nederland zal hierin een aantal van de door de Commissie geïdentificeerde aandachtspunten adresseren en ook een paar ervaringen en best practices delen, zoals bijvoorbeeld het PersVeilig initiatief. Hierna krijgen de lidstaten de gelegenheid om Nederland op basis van het rapport een aantal vragen te stellen over de Nederlandse rechtsstaat.
Wat de dialoog met de andere te bespreken landen betreft kan Nederland zich in algemene zin vinden in de constateringen die de Commissie doet in de geagendeerde vijf landenhoofdstukken. In algemene zin is de Nederlandse appreciatie per land als volgt:
Luxemburg
De situatie in Luxemburg op het vlak van rechterlijke onafhankelijkheid, corruptiebestrijding en mediavrijheid is goed. De momenteel in voorbereiding zijnde grondwetsherziening beoogt het justitieel stelsel verder te versterken middels onder andere de oprichting van een raad voor de rechtspraak, wat Nederland als positief ziet. Luxemburg zou ter vergroting van de toegankelijkheid van de rechtspraak en ter modernisering van het justitieel stelsel verdere stappen kunnen zetten in de digitalisering van het rechtsstelsel.
Hongarije
Zoals bekend heeft het kabinet grote zorgen over de staat van de rechtsstaat in Hongarije. In het rapport van de Commissie wordt geconstateerd dat de rechtsstaat ook in 2021 verder achteruit is gegaan. In het oog springen zorgen over de onafhankelijkheid van de rechtspraak, mediavrijheid, corruptie, het niet uitvoeren van uitspraken van het EU Hof van Justitie en toenemende druk op het maatschappelijk middenveld. Ook blijven voor Nederland de anti-LHBTI-wetswijzigingen die Hongarije in juni 2021 doorvoerde verontrustend en onverenigbaar met fundamentele waarden in de EU.
Malta
Malta heeft, op verzoek van de Venetië Commissie, sinds juli 2020 een reeks hervormingen doorgevoerd die de onafhankelijkheid van het Maltese rechtssysteem ten goede komen. Het kabinet onderschrijft de zorgen die de Europese Commissie heeft op het gebied van rechtsvervolging. Uit het openbaar onderzoek naar de moord op journaliste Daphne Caruana Galizia, ingesteld op advies van Speciaal Rapporteur van de Parlementaire Assemblée van de Raad van Europa, Pieter Omtzigt, kwamen tekortkomingen van de overheid aan het licht. Naar aanleiding daarvan heeft Malta een comité van experts gevormd die de bescherming van journalisten moet verbeteren. Het kabinet ziet uit naar de resultaten hiervan.
Oostenrijk
Het justitiële stelsel in Oostenrijk werkt efficiënt en kent een hoge mate van onafhankelijkheid. De bevolking heeft dan ook veel vertrouwen in de rechterlijke macht. Ook het mediaklimaat in Oostenrijk is over het algemeen gunstig. De Commissie brengt op dit terrein een aantal aandachtspunten naar voren, waaronder zorgen over transparantie en eerlijkheid van de verdeling van overheidsreclame aan de media. Oostenrijk heeft een aantal positieve stappen gezet op het gebied van corruptiebestrijding; zo zijn strafrechtelijke onderzoeken naar corruptie op hoog niveau geïntensiveerd. De Commissie constateert dat betrokken aanklagers te maken hebben gekregen met negatieve reacties van de regering, iets dat indertijd ook door Nederland met zorg werd gevolgd.
Conferentie over de Toekomst van Europa
Het Franse voorzitterschap zal de leden van de Raad informeren over de laatste ontwikkelingen rondom de Conferentie over de Toekomst van Europa. Dit betreft onder meer de terugblik op de plenaire vergadering van 25-26 maart en 8-9 april, en de inhoudelijke voorstellen die daar worden besproken. Daarnaast zal waarschijnlijk worden gesproken over het proces richting het eindverslag van de Conferentie en de coördinatie in de Raad ten aanzien van de conclusies van de plenaire vergadering. Het kabinet blijft van mening dat het eindverslag een weergave moet zijn van wat burgers hebben ingebracht. De totstandkoming van de conclusies van de Conferentie dienen op een objectieve, zorgvuldige en transparante wijze te gebeuren, onder meer om er voor te zorgen dat burgers kunnen nagaan wat er met hun inbreng is gebeurd. Dit standpunt heeft de Nederlandse regering ook overgebracht in de Raad Algemene Zaken van 22 maart (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2476) en in de werkgroepen en de plenaire vergadering van 25-26 maart jl.
In lijn met de informatie-afspraken4 informeert het kabinet uw Kamer over de inzet in de komende plenaire vergaderingen. Op 8-9 april wordt in de plenaire toegewerkt naar conclusies van de plenaire vergadering, op basis van de aanbevelingen volgende uit de Europese en nationale burgerpanels. Dit zal inhoudelijk worden voorbereid in de 9 werkgroepen voorafgaand aan de plenaire vergadering. Deze conclusies zullen in de volgende plenaire vergadering op 29-30 april ter akkoord voorliggen in de verschillende «componenten» (Europees Parlement, nationale parlementen, Commissie en Raad) op basis van consensus en het voorstel is dat aansluitend burgers de conclusies goedkeuren. De Raad van Bestuur zal op basis van de conclusies van de plenaire vergadering het eindverslag van de Conferentie opstellen, en aanbieden aan het gezamenlijk voorzitterschap van de Conferentie (voorzitters van de drie EU-instellingen). Dit gebeurt naar verwachting op het eindevenement van de Conferentie op 9 mei in Straatsburg. In lijn met de gemeenschappelijke verklaring van de Conferentie5 is het daarna aan de EU-instellingen, waaronder ook de Raad, om te bekijken hoe hier effectief opvolging aan te geven binnen de eigen bevoegdheden en in overeenstemming met de Verdragen.
Zoals hierboven benoemd, blijft de inzet van het kabinet dat de conclusies van de plenaire de inbreng van burgers reflecteren, en dat dit proces objectief, zorgvuldig en transparant gebeurt. Daarbij zet het kabinet zich in voor het aan boord nemen van de uitkomsten van de Nederlandse burgerdialogen Kijk op Europa.
Lunchbijeenkomst «Ministers van de toekomst»
Binnen de EU-instellingen en in de EU-lidstaten neemt de aandacht voor strategische beleidsvorming toe. In dat kader vindt in de marge van de RAZ deze lunchbijeenkomst plaats. De aandacht zal uitgaan naar het derde rapport inzake strategische vooruitzichten, dat betrekking heeft op een beter begrip van de tweeledige transities: digitaal en duurzaam en de betekenis van nieuwe technologieen. De Commissie heeft daarover ook een publieke consultatie gehouden.6 Eerdere rapporten hadden betrekking op de mate van weerbaarheid van lidstaten en de EU (2020) en de capaciteit om in te spelen op brede uitdagingen tot 2050 (2021).7 Voor het kabinet is het van belang dat de EU de capaciteiten heeft om aan de tweedelige transitie vorm te geven, door een gedegen agenda op strategische autonomie te ontwikkelen, door in te zetten op verdere economische convergentie en succesvolle implementatie van de klimaatagenda.
Delegates Portal nummer: CM 2412/22.↩︎
Zie voor verdere toelichting rechtsstaatmechanisme Kamerstuk 21 501-02, nr. 2426.↩︎
Zie Kamerstuk 21 501-02, nr. 2413.↩︎
Kamerstuk 35 663, nr. 3.↩︎
Zie de gezamenlijke verklaring op het digitale platform van de Conferentie: https://futureu.europa.eu/pages/about.↩︎
2022 Strategic Foresight Report – better understanding the twinning between the green and digital transitions (europa.eu).↩︎
Strategic foresight | European Commission (europa.eu).↩︎