[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op het verzoek van het lid Van Haga, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 22 februari 2022, over het bericht dat Italiaanse volksvertegenwoordigers van 50 jaar en ouder slechts worden toegelaten tot het parlement en de senaat indien zij driedubbel gevaccineerd zijn of hersteld zijn van COVID

Infectieziektenbestrijding

Brief regering

Nummer: 2022D13217, datum: 2022-04-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-25295-1829).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 25295 -1829 Infectieziektenbestrijding.

Onderdeel van zaak 2022Z06474:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 1829 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 april 2022

Tijdens het ordedebat van 22 februari jl. stelden de Leden Van Haga, Bisschop, Van der Plas, Mulder, Kersenboom en Pouw-Verweij vragen over de verplichting voor Italiaanse volksvertegenwoordigers van de leeftijd 50+ om een COVID-19 vaccinatiebewijs volgens 2G-regels te tonen alvorens zij de werkvloer betreden (Handelingen II 2021/22, nr. 53, item 14).

Eerdergenoemde Leden hebben mij daarnaast verzocht om schriftelijk nader in te gaan op deze maatregel in Italië en dergelijke maatregelen in andere landen (o.a. Canada en Australië). Daarbij werd ook gevraagd hoe Nederland en de EU met dergelijke maatregelen om moet gaan. Met deze brief wordt aan het verzoek van uw Leden voldaan.

Nederland volgt de ontwikkelingen van de maatregelen in Italië en andere landen, ook buiten Europa, nauwlettend. Ook worden COVID-19 gerelateerde zaken veelvuldig in internationaal verband besproken, zo kwam COVID-19 ook ter tafel tijdens mijn recente bezoek aan Rome op 18 maart jl. Buitengewone maatregelen in het kader van de bestrijding van COVID-19 kunnen geoorloofd en soms noodzakelijk zijn vanuit het oogpunt van de bescherming van de volksgezondheid. In zoverre staat het landen vrij te besluiten dergelijke maatregelen in te voeren. Het invoeren van maatregelen ter bestrijding van COVID-19 betreft in eerste instantie een nationale gelegenheid.

Voor wat betreft Italië dienen lidstaten van de Europese Unie bij de vaststelling van maatregelen te voldoen aan de vereisten van noodzakelijkheid, proportionaliteit, tijdelijkheid en rechterlijke controle en tevens de waarden van de Unie van artikel 2 VEU, waaronder die van de democratie en de rechtsstaat. Ook dienen lidstaten internationale verdragsverplichtingen te respecteren. Binnen deze kaders hebben de lidstaten vervolgens beleidsvrijheid om tot een eigen afweging te komen en een balans te vinden binnen de gecompliceerde afwegingen die moeten worden gemaakt naar aanleiding van de binnenlandse gezondheidssituatie. Daarnaast heeft de Raad van Europa op 7 april 2020 richtlijnen gepubliceerd om haar lidstaten te ondersteunen bij het vinden van een goede balans tussen de bescherming van de volksgezondheid enerzijds en het respect voor mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat anderzijds. Deze richtlijnen onderstrepen het belang van adequate parlementaire controle op de uitvoerende macht ten tijde van crisis.1

De Europese Commissie heeft in het kader van het rechtsstaatmechanisme de noodmaatregelen die lidstaten hebben genomen in 2020 bij de start van de COVID-19 crisis gemonitord.2 In de cyclus 2021 heeft de Commissie specifiek aandacht besteed aan de vragen «of de COVID-19-gerelateerde maatregelen beperkt waren in tijd, of de noodzaak en evenredigheid ervan gerechtvaardigd waren, in hoeverre zij onderworpen waren aan permanent toezicht door de nationale parlement en rechtbanken, en op welke rechtsgrondslag zij berusten.»3 Als onderdeel van dit mechanisme onderhoudt de Commissie regelmatig bilateraal contact met de lidstaten, waarbij ontwikkelingen die reden geven tot zorg kunnen worden aangekaart. Uit contacten met de Commissie blijkt dat de relatie tussen de COVID-19 pandemie en de rechtsstaat ook in de volgende cyclus (2022) specifiek zal worden gemonitord, dit geldt ook voor Italië. Indien ontwikkelingen beschreven in de landenrapporten aanleiding geven tot zorg, heeft de Raad de mogelijkheid de desbetreffende lidstaat hierop aan te spreken. Nederland maakt waar passend gebruik van deze mogelijkheid en zal de ontwikkelingen in Italië ook in dit kader blijven volgen.

Naar het kabinet begrijpt, moeten sinds 15 februari jl. 50+’ers in Italië een coronatoegangsbewijs tonen op de werkvloer, volgens 2G-regels. Deze 2G-regels houden in dat een volledige vaccinatiecyclus volstaat, wanneer de meest recente vaccinatie maximaal zes maanden geleden is toegediend. Nadat de boostervaccinatie aan het coronatoegangsbewijs is toegevoegd, is het bewijs permanent geldig volgens 2G-regels. Ook is een coronatoegangsbewijs volgens 2G-regels geldig wanneer men in de afgelopen zes maanden is hersteld van COVID-19. Deze maatregel geldt ook voor 50+’ers werkzaam als volksvertegenwoordigers. Er is met deze maatregel ingestemd na uitgebreide discussie in het Italiaanse parlement, waar de discussie ook thuishoort. Dit geldt eveneens voor andere landen. Overigens zal naar planning vanaf 1 april het tonen van het coronatoegangsbewijs op de werkvloer volgens 2G-regels niet langer verplicht zijn voor 50+’ers in Italië. Deze regels worden vanaf 1 april tot 1 mei vervangen door 3G-regels, waarna vanaf 1 mei het coronatoegangsbewijs komt te vervallen voor 50+’ers op de werkvloer.

De Italiaanse overheid heeft meermaals uitgesproken de samenleving open te willen houden zonder de zorg te overweldigen. Wanneer voor dit doel het coronatoegangsbewijs als maatregel ingezet wordt, is dat een nationale gelegenheid. Dit geldt uiteraard ook voor andere landen.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra


  1. Respecting democracy, rule of law and human rights in the framework of the COVID-19 sanitary crisis, SG Inf(2020)7 Speaking Notes SG 1370 Deputies (coe.int)↩︎

  2. Zie voor toelichting rechtsstaatmechanisme Kamerbrief overzicht EU-rechtsstaatinstrumentarium, d.d. 17 november jl.↩︎

  3. Rule of Law Report The rule of law situation in the European Union COM/2021/700↩︎