Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2021-2022

35 657 Wijziging van de Wet financiering politieke partijen in verband met de evaluatie van deze wet (Evaluatiewet Wfpp)

Nr. 83 DERDE NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN LEIJTEN EN ARIB TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 38

Ontvangen 4 april 2022

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel L, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na onderdeel 1 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

1a. Na het eerste lid wordt, onder vernummering van het tweede tot en met het vierde lid tot het derde tot en met het vijfde lid, een lid ingevoegd, luidende:

2. Een politieke partij onderzoekt in het kader van de in het eerste lid bedoelde registratie of aannemelijk is dat de bijdrage afkomstig is van dan wel is samengesteld uit bijdragen van andere rechtspersonen of natuurlijke personen dan de gever met als doel dit ten bate te laten komen van die partij. Indien zulks het geval is, vraagt de politieke partij de in het eerste lid bedoelde gegevens ten behoeve van de registratie op bij de gever en geeft zij de bijdrage terug aan de gever indien deze de gegevens niet overlegt. Indien de bijdrage afkomstig is van een neveninstelling die inzichtelijk maakt dat de bijdrage overeenkomt met één of meer door de neveninstelling ontvangen bijdragen die reeds door de neveninstelling onderzocht en geregistreerd zijn, kunnen de bedoelde gegevens worden geregistreerd, zonder een nieuwe navraag bij de gever.

2. Onderdeel 2 komt te luiden:

2. In het derde lid (nieuw) vervallen de dubbele punt aan het slot van de aanhef, de aanduiding «a.» voor het eerste onderdeel, en onderdeel b, en wordt de puntkomma aan het slot vervangen door een punt.

II

Aan artikel I, onderdeel O, onderdeel 1, onder b, wordt toegevoegd «en wordt «artikel 21, derde lid,» vervangen door «artikel 21, vierde lid,»».

III

Aan artikel I, onderdeel P, onderdeel 1, onder b, wordt toegevoegd «en wordt «artikel 21, derde lid,» vervangen door «artikel 21, vierde lid,»».

IV

In artikel I, onderdeel Pa, wordt in het voorgestelde artikel 28a, eerste lid, onder c, «artikel 21, derde lid,» vervangen door «artikel 21, vierde lid,».

V

In artikel I, onderdeel Q, wordt na onderdeel 1 een onderdeel ingevoegd, luidende:

1a. Aan het eerste lid wordt toegevoegd «Artikel 21, tweede lid, eerste zin, is eveneens van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de kandidaat, indien aannemelijk is dat sprake is van een samengestelde bijdrage als bedoeld in die zin, dit meldt aan de politieke partij, die nader onderzoek verricht overeenkomstig artikel 21, tweede lid».

VI

Artikel I, onderdeel R, wordt het voorgestelde artikel 30 als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onder c, wordt «artikel 21, derde lid,» vervangen door «artikel 21, vierde lid,».

2. In het derde lid wordt «tweede lid» vervangen door «derde lid».

VII

In artikel I, onderdeel T, wordt na onderdeel 1 een onderdeel ingevoegd, luidende:

1a. Aan het eerste lid wordt toegevoegd «Artikel 21, tweede lid, eerste zin, is eveneens van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de kandidaat, indien aannemelijk is dat sprake is van een samengestelde bijdrage als bedoeld in die zin, dit meldt aan de kandidaat die als eerste op de lijst is geplaatst, en die nader onderzoek verricht overeenkomstig artikel 21, tweede lid».

VIII

In artikel I, onderdeel W, wordt in de vervangende tekst «21, eerste en derde lid,» vervangen door «21, eerste en vierde lid,».

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe om giften aan politieke partijen transparanter te maken. Het maakt hierbij niet uit via welke politieke neveninstelling, foundation, organiserende businessclub of dies meer zij, deze gift gedaan wordt. In de afgelopen jaren is duidelijk geworden dat partijen de gewenste transparantie conform de Wet financiering politieke partijen, proberen te ontwijken via sluiproutes. Het is onwenselijk dat er verschillen in de mate van transparantie van giften optreden omdat de wet die sluiproutes toestaat. Indieners zijn van mening dat altijd zichtbaar dient te zijn wie geeft aan een partij, ook als daar een «tegenprestatie» in welke vorm van een diner of andere fundraising-activiteit tegenover staat. Partijen hebben weliswaar ruimte om op verschillende manieren geld op te halen maar de gevers zullen bekend moeten zijn. Er rust een onderzoekplicht op de ontvangende partij. Dit betreft zowel de partij, de neveninstellingen als kandidaten. Zij moeten onderzoeken of aannemelijk is dat een bijdrage afkomstig is van, dan wel is samengesteld uit bijdragen van, anderen met als doel dit ten bate te laten komen van de ontvanger. Als er inderdaad aanleiding is om dit te veronderstellen dienen zij de gever te vragen transparantie te verschaffen. Doet een gever dat niet, dan neemt de politieke partij de gift niet in ontvangst.

Bijdragen van neveninstellingen aan een politieke partij moeten voortaan wel geregistreerd worden om inzichtelijker te krijgen waar de (oorspronkelijke) gift vandaan komt.

Leijten

Arib