[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Gewijzigd amendement van het lid Van Beukering-Huijbregts ter vervanging van nr. 9 over een ruimere definitie van onvoorspelbaar werkpatroon

Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1152 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in de Europese Unie (PbEU 2019, L 186) (Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden)

Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)

Nummer: 2022D14532, datum: 2022-04-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35962-10).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35962 -10 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1152 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in de Europese Unie (PbEU 2019, L 186) (Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden).

Onderdeel van zaak 2022Z07157:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

35 962 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1152 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in de Europese Unie (PbEU 2019, L 186) (Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden)

Nr. 10 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN BEUKERING-HUIJBREGTS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 9

Ontvangen 11 april 2022

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel B, wordt in het voorgestelde artikel 628b, eerste lid, «de tijdstippen» vervangen door «niet alle tijdstippen» en wordt «geheel of grotendeels onvoorspelbaar zijn» vervangen door «zijn vastgelegd».

II

In artikel I, onderdeel D, komt onderdeel 6 als volgt te luiden:

6. Het eerste lid, onderdeel i, komt te luiden:

i. indien de tijdstippen waarop de arbeid door de werknemer moet worden verricht:

1°. volledig zijn overeengekomen, de duur van de normale dagelijkse of wekelijkse arbeidstijd; of

2°. niet volledig zijn overeengekomen:

i. het beginsel dat de tijdstippen waarop de arbeid moet worden verricht variabel zijn, het aantal gewaarborgde betaalde uren en het loon voor arbeid verricht boven op die gewaarborgde uren;

ii. de regelingen in verband met arbeid buiten de normale dagelijkse of wekelijkse arbeidstijd en het loon daarvoor en, in voorkomend geval, alle regelingen over het wisselen van diensten;

iii. de dagen en uren waarop de werknemer kan worden verplicht om arbeid te verrichten; en

iv. de termijnen die op grond van artikel 628b, lid 3, van toepassing zijn;.

Toelichting

Dit amendement heeft als doel om artikel 628b van toepassing te laten zijn op alle arbeidsovereenkomsten waarbij de te werken tijdstippen niet zijn vastgelegd. De EU-richtlijn richt zich alleen op de situaties waarbij de tijdstippen waarop arbeid moet worden verricht, geheel of grotendeels onvoorspelbaar zijn. De indiener is, met de Raad voor de Rechtspraak, van mening dat ook werknemers van wie maar een deel van de overeengekomen arbeidstijden op onvoorspelbare tijdstippen plaatsvindt, ook onder de werking van dit artikel zouden moeten vallen. Zij hebben er ook belang bij om enige tijd van tevoren te weten voor welke tijdstippen zij (kunnen) worden opgeroepen en dat deze oproepen binnen een vooraf overeengekomen kader vallen. Ook deze werknemers wil indiener in de gelegenheid stellen om privéafspraken te maken zonder het risico te lopen dat op die tijdstippen alsnog zal moeten worden gewerkt.

Daarnaast is de indiener van mening dat met dit wijzigingsvoorstel er minder onduidelijkheid zal bestaan dan in het geval dat de bepaling alleen geldt voor werknemers van die werktijden «geheel of grotendeels» onvoorspelbaar zijn. Dit ondersteunt de werking van het recht van werknemers.


Van Beukering-Huijbregts