[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Hammelburg en Belhaj over de compensatieprojecten in Hawija

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2022D14941, datum: 2022-04-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-2412).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z03445:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2412

Vragen van de leden Hammelburg en Belhaj (beiden D66) aan de Minister van Defensie over de compensatieprojecten in Hawija (ingezonden 23 februari 2022).

Antwoord van Minister Ollongren (Defensie) (ontvangen 13 april 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht dat de burgemeester van Hawija niet te spreken is over de Nederlandse compensatieprojecten in Hawija?1 2

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe oordeelt u over deze uitspraken?

Antwoord 2

In de genoemde artikelen geeft de burgemeester aan sceptisch te zijn over de vorderingen van de projecten en stelt hij dat er geen contact plaatsvindt tussen de uitvoerders van de projecten en de lokale autoriteiten.

Het kabinet herkent zich niet in deze uitspraken. De International Organization for Migration (IOM) en het United Nations Development Programme (UNDP) betrekken de lokale autoriteiten en inwoners van Hawija bij de uitvoering van hun projecten om te zorgen dat deze zo goed mogelijk aansluiten op de lokale behoefte. Naar aanleiding van de kritiek van de burgemeester is er in december specifiek bij UNDP en IOM nagevraagd hoe de communicatie met de autoriteiten in Irak verloopt. Beide organisaties hebben aangegeven dat er regelmatig contact is met de Iraakse autoriteiten op verschillende niveaus, waaronder de gemeente Hawija, de provincie Kirkuk en verschillende ministeries. Zo werkt UNDP nauw samen met de gouverneur van Kirkuk en het Ministerie van Elektriciteit. Ook informeert UNDP de gemeente van Hawija consequent over de voortgang. IOM heeft contact met het ministerie voor Mijnactie en informeert de gemeente van Hawija eveneens. IOM nodigt de burgemeester met regelmaat uit voor besprekingen. Het is aan de burgemeester zelf om te besluiten hier al dan niet bij aanwezig te zijn.

Op 3 december jl. is door vertegenwoordigers van het Ministerie van Defensie en het Ministerie van Buitenlandse Zaken met de burgemeester van Hawija gesproken. Tijdens dit gesprek hebben de vertegenwoordigers van beide ministeries de planning en projectdoelstellingen aan de burgemeester toegelicht.

Het is voor het kabinet van belang dat de resultaten van beide projecten worden behaald en de doelstellingen worden waargemaakt. Hierover bestaat regelmatig contact met UNDP en IOM.

Vraag 3

Kunt u een update verschaffen over de status van de compensatieprojecten en daarbij ingaan op het algehele herstel van Hawija, de economische activiteit, infrastructuur en voorziening van basisdiensten? Wat is er sinds begin december vorig jaar gerealiseerd? Klopt het dat het IOM project nog niet is begonnen?

Antwoord 3

In opdracht van Nederland worden twee herstelprojecten uitgevoerd ten gunste van de gemeenschap in Hawija. Het betreft projecten van IOM en UNDP. In totaal wordt ruim vier miljoen euro aan de projecten besteed. Zoals aan uw Kamer vermeld, zijn beide projecten reeds begonnen (Kamerstuk 27 925, nr. 862).

IOM

De hoofddoelstelling van het project van IOM is om bij te dragen aan het post-conflict herstel van het district Hawija door de infrastructuur te herstellen ter bevordering van de economie, het scheppen van werkgelegenheid en het herstel van basisvoorzieningen. Het project van IOM is in mei gestart en bestaat grofweg uit drie componenten: herstel van de industriële infrastructuur, herstel van de landbouwinfrastructuur, en puinruimen in de industriële zone. IOM heeft tot op heden uitgebreide voorbereidende werkzaamheden verricht, zoals inventarisatie van de schade, het beoordelen van de gebiedsverontreiniging en selectie van de te herstellen infrastructuur. Het project van IOM heeft in beginsel een looptijd tot en met 31 oktober 2022.

Wat betreft het herstel van de industriële infrastructuur, heeft IOM 171 bedrijfspanden (waaronder winkels, showrooms, werkplaatsen) geïdentificeerd voor herstelwerkzaamheden. Voor de uitvoering hanteert IOM een owner-driven benadering. IOM heeft in overleg met de eigenaren een herstelplan voor de bedrijfspanden opgezet. De eigenaren van de bedrijfspanden zullen van IOM een subsidie ontvangen waarmee zij dit herstelplan binnen een bepaalde termijn kunnen uitvoeren. Dit gebeurt onder supervisie van IOM en op basis van een contract dat wordt ondertekend door de eigenaar, IOM en de gemeente Hawija. De verwachting is dat de daadwerkelijke herstelwerkzaamheden in april zullen beginnen.

Parallel hieraan treft IOM voorbereidingen voor het herstel van de landbouwinfrastructuur. IOM heeft meerdere focusgroepen en key informant interviews georganiseerd om de behoeften van de gemeenschap te identificeren en een lijst met potentiële projecten samen te stellen. Deze projecten worden nu besproken met de ingenieurs van IOM, eventuele partners en de autoriteiten.

Met betrekking tot het puinruimen importeert IOM een puinruimer naar Irak. De puinruimer is in maart jl. in Erbil gearriveerd en wordt momenteel gereed gemaakt voor transport naar Hawija. Dit is later dan oorspronkelijk gepland, vanwege een vertraging in de lokale toestemmings- en douaneprocedures. Zowel het ministerie als Defensie als de ambassade in Bagdad houden hierbij vinger aan de pols.

In de periode tussen november 2021 en eind januari 2022 heeft IOM samen met het ontmijningsbedrijf Tetra Tech de veiligheid van het te ontruimen gebied onderzocht en beoordeeld. De verwachting is dat het Iraakse ministerie voor Mijnactie de noordelijke zone van de industriële zone op korte termijn veilig zal verklaren voor de ontruimingsactiviteiten. Dit zal gebeuren middels een cash-for-work programma, waaraan ongeveer 180 mensen zullen meewerken. De verwachting is dat dit programma medio mei 2022 van start gaat.

UNDP

Het project van UNDP heeft als doel het elektrische distributienetwerk van Hawija te verbeteren, ten gunste van het industriegebied en de omliggende woonwijk. Het project van UNDP bestaat uit twee componenten, zijnde werkzaamheden aan het elektriciteitsdistributienetwerk en het installeren van een extra mobiel onderstation. Dit onderstation is bedoeld om het beschikbare vermogen te stabiliseren en reguleren zodat het ook de zware industrie stabiel kan draaien en dat verschillende apparatuur, inclusief hoogspanningsapparatuur, kan worden gebruikt zonder dat deze beschadigd raakt.

De werkzaamheden voor het herstel van het elektriciteitsdistributienetwerk zijn in oktober 2021 begonnen en op 19 februari jl. afgerond. Er zijn 325 elektriciteitspalen geplaatst met bijbehorende transformatoren (20 in totaal), bedrading en geleiders. Vertegenwoordigers van de eindgebruiker, zijnde technische experts van het Ministerie van Elektriciteit, zijn nauw betrokken geweest bij de projectactiviteit en hebben de posities van de palen en transformatoren gekozen. De toezichtcommissie, bestaande uit vertegenwoordigers van het ministerie en ingenieurs van UNDP, heeft de installatie in de gaten gehouden. De eindgebruiker heeft het netwerk reeds getest en functioneel verklaart. Het contract voor de levering en de installatie van het mobiele onderstation werd in november jl. gegund. De fabrieksfabricage van het mobiele onderstation is vervolgens in december gestart.

Het creëren van werkgelegenheid en de terugkeer van bewoners zijn doelstellingen die tijd kosten en niet eenvoudig te realiseren zijn. Het kabinet vindt het belangrijk dat IOM en UNDP hun projecten zorgvuldig, veilig en in consultatie met de gemeenschap opzetten om zo duurzame verbetering te bewerkstelligen.

Vraag 4

Ondervinden IOM en UNDP problemen of vertraging met het uitvoeren van de compensatieprojecten? Zo ja, waarom? Wat kunt u hier aan doen?

Antwoord 4

Beide projecten hebben op verschillende fronten vertraging ondervonden. De vertraging die IOM tot op heden heeft opgelopen, is voornamelijk te wijten aan administratieve barrières, uitstel van beslissingen door autoriteiten, veiligheidsredenen, en wijzigingen in de landelijke importregelgeving. Dergelijke ontwikkelingen zijn niet ongebruikelijk in de lokale context van Irak en beide projectorganisaties hebben ruimschoots ervaring in hoe hiermee om te gaan. Het project van UNDP heeft bij de start vertraging opgelopen door een administratieve omissie aan de kant van het Ministerie van Defensie, waarbij een fout werd gemaakt bij de eerste uitbetaling in augustus 2021. Dit is begin oktober 2021 hersteld, waarna UNDP met de uitvoering van het project kon starten.

IOM en UNDP houden het Ministerie van Defensie en de Nederlandse ambassade in Irak met regelmaat op de hoogte van de ontwikkelingen en onvoorziene vertragende omstandigheden. Tot op heden is er nog geen noodzaak geweest om vanuit de ambassade of vanuit het ministerie te interveniëren.

Vraag 5

Zijn de tijdspaden van de IOM (tot 31 oktober 2022) en UNDP (tot augustus 2022) nog accuraat? Lukt het in die tijd om de hoofddoelstellingen te behalen? Zo nee, bent u voornemens de projecten te verlengen?

Antwoord 5

Ondanks de geschetste vertragingen zoals beschreven in de beantwoording van vraag 4, verwachten IOM en UNDP de afgesproken projectdoelstellingen binnen de genoemde tijdspaden te behalen. Het kabinet is zich er echter van bewust dat het voltooien van werkzaamheden in deze regio uitdagingen met zich meebrengt en er ontwikkelingen kunnen optreden die de planning beïnvloeden. Het kabinet zou in een dergelijk geval bereid zijn verlenging te overwegen. Gezien de vertraging binnen het project van IOM heeft Defensie het contact over de voortgang geïntensiveerd. Voorop staat dat de hoofddoelstellingen moeten worden behaald.

Vraag 6

Zijn er voldoende middelen beschikbaar gesteld voor de compensatieprojecten? Hoe garandeert u dat de middelen juist worden besteed?

Antwoord 6

Er zijn voldoende middelen beschikbaar gesteld ten behoeve van de projecten. Met betrekking tot de besteding van de middelen zijn er contractafspraken gemaakt met UNDP en IOM waarin monitoring- en rapportageregimes zijn opgenomen. Beide organisaties rapporteren ieder kwartaal over de voortgang van de projecten. Ook is er geregeld tussentijds contact tussen het Ministerie van Defensie, de Nederlandse ambassade in Irak, UNDP en IOM over de uitvoering van de projecten. UNDP en IOM zullen tevens voorzien in een eindrapportage.

Vraag 7

Klopt het dat IOM en UNDP niet samenwerken met de lokale overheden en/of lokale autoriteiten en diensten hebben geconsulteerd met betrekking tot de lokale behoeften in Hawija? Zo ja, waarom niet?

Antwoord 7

Nee, dit klopt niet. Zie hiervoor ook de beantwoording op vragen 2 en 3.

Vraag 8

Klopt het dat de Nederlandse consul geprobeerd heeft om mensen te ontmoedigen compensatie na te streven?

Antwoord 8

Nee. Navraag leert dat in contacten met de burgemeester van Hawija geen sprake is geweest van ontmoediging van het nastreven van compensatie.

Vraag 9

Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?

Antwoord 9

Ja, zie de bovenstaande beantwoording.


  1. https://nos.nl/artikel/2407830-burgemeester-gebombardeerde-hawija-hulp-nl-stelt-niets-voor↩︎

  2. https://www.nrc.nl/nieuws/2021/11/30/we-zien-niets-van-beloofde-nederlandse-projecten-a4067485↩︎