[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op het verzoek van het lid Omtzigt, gedaan tijdens de Regeling van werkzaamheden van 12 april 2022, over een handleiding bij de Belastingdienst met discriminerende instructies

Belastingdienst

Brief regering

Nummer: 2022D15236, datum: 2022-04-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31066-1007).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31066 -1007 Belastingdienst.

Onderdeel van zaak 2022Z07531:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

31 066 Belastingdienst

Nr. 1007 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 april 2022

Tijdens de regeling van werkzaamheden van 12 april 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 71, Regeling van Werkzaamheden) heeft het lid Omtzigt verzocht om de handleiding voor analisten aan de Poort uit het jaar 2020, en de vijf voorgaande jaren, te ontvangen. Hij wijst daarbij naar de met een besluit op een Wob verzoek van 27 januari 2021 grotendeels niet openbaar gemaakte handleiding uit 2020.

De handleiding uit 2020 is bij het besluit op het Wob-verzoek uit 2020 grotendeels niet openbaar gemaakt op grond van de fiscale geheimhoudingsplicht, het belang van de inspectie en controle (omdat daarin de regels van de uitworp nauwkeurig worden beschreven) en eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Deze beoordeling heeft in 2020 plaatsgevonden op basis van de Wob. Als een Wob-verzoeker binnen de bezwaartermijn geen bezwaar maakt, is er binnen de Wob geen aanknopingspunt om te komen tot een heroverweging van de eerdere beslissing.

Het lid Omtzigt heeft nu op grond van artikel 68 Grondwet verzocht om de handleidingen van 2020 en de vijf voorgaande jaren, die recentelijk door PwC zijn onderzocht, te verstrekken. Momenteel beoordeel ik daarom op basis van artikel 68 Grondwet of en op welke manier de handleidingen aan uw Kamer kunnen worden verstrekt. Ik ben daarbij voornemens om de handleidingen langs twee wegen te verstrekken:

– Ik wil de handleidingen uit 2020 en de vijf voorgaande jaren zoveel mogelijk actief openbaar maken. Dit omdat ik het zoveel mogelijk wil openbaren zodat we transparant zijn en ook lering kunnen trekken voor de toekomst. Ik ben voornemens om hierbij alleen gegevens niet openbaar te maken als er sprake is van schending van de fiscale geheimhoudingsplicht, als er sprake is van persoonsgegevens en als er sprake is van een actueel belang van de inspectie en controle. De beoordeling van de handleidingen zal enige tijd in beslag nemen omdat de handleidingen informatie bevatten die raakt aan de fiscale geheimhoudingsplicht en het belang van de inspectie en controle (handhaving en toezicht).

– Aangezien ik uw Kamer snel inzicht wil geven in de volledige handleidingen zal ik daarnaast de handleidingen in zijn geheel vertrouwelijk aan uw Kamer verstrekken. Daarbij zal ik alleen de namen van ambtenaren anonimiseren. De handleiding 2020 verstrek ik vandaag al vertrouwelijk ter inzage aan uw Kamer1. De andere handleidingen zo spoedig mogelijk. Deze handleidingen worden vertrouwelijk ter inzage gegeven aangezien deze handleidingen informatie bevatten die raakt aan de fiscale geheimhoudingsplicht en het belang van de inspectie en controle (handhaving en toezicht).

Ik verwacht uw Kamer met de voortgangsrapportage Herstellen Verbeteren en Borgen, die ik in de week van 9 mei aan uw Kamer wil sturen, nader te kunnen informeren over het openbaar maken van de handleidingen en het vertrouwelijk verstrekken van de handleidingen van de andere jaren.

Ik hecht er daarnaast aan om nogmaals te benadrukken dat in oktober 2020 het proces analyse aan de Poort tijdelijk is stilgezet. Op 31 maart 2021 (Kamerstuk 31 066, nr. 803) is uw Kamer geïnformeerd over de invoering van aanvullende waarborgen voor het proces. De aanwezigheid van deze waarborgen is onderzocht door de Auditdienst Rijk (ADR). Het rapport hierover is op 31 maart 2021 met uw Kamer gedeeld. De ADR heeft de werking van de (versterkte) waarborgen ook in de praktijk onderzocht. Dat rapport is op 25 november 2021 (Bijlage bij Kamerstuk 31 066, nr. 920) aan uw Kamer gestuurd. Met de nieuwe waarborgen zijn de query’s aan de Poort inmiddels weer hervat en het proces om aangiften met schrijf- en/of andere invulfouten te verbeteren loopt weer. Het intensief toezicht op aangiften met een AKI-code 1043 ligt nog stil.

De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij


  1. Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer↩︎