Motie van het lid Van der Woude c.s. over verkennen hoe groot de brede behoefte aan flexstuderen is
Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Motie
Nummer: 2022D15239, datum: 2022-04-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31288-956).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.H. van der Woude, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M. Goudzwaard, Tweede Kamerlid (Ooit JA21 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: H.E. de Hoop, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: H. van der Molen, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31288 -956 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid.
Onderdeel van zaak 2022Z07533:
- Indiener: H.H. van der Woude, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H. van der Molen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M. Goudzwaard, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H.E. de Hoop, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2022-04-14 16:15: Tweeminutendebat Onderzoeksrapport 'Eindevaluatie experiment flexstuderen' (31288-947) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2022-04-19 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Nr. 956 MOTIE VAN HET LID VAN DER WOUDE C.S.
Voorgesteld 14 april 2022
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de eindevaluatie flexstuderen geen nader inzicht geeft in de behoefte aan flexstuderen in de brede studentenpopulatie;
overwegende dat er niet alleen onder specifieke doelgroepen maar ook onder reguliere studenten de behoefte leeft om per studiepunt te kunnen betalen, met name in de masterfase;
overwegende dat om goed in te kunnen spelen op deze behoefte met passend beleid een inschatting van de omvang van deze behoefte noodzakelijk is;
overwegende dat iedere instelling en opleiding anders is, waardoor flexstuderen niet altijd mogelijk is;
verzoekt de Minister te verkennen hoe groot de brede behoefte aan flexstuderen is, uitgesplitst naar bachelor- en masterstudenten, en dat mee te wegen in het voorstel voor verankering in de wet;
verzoekt de Minister te verkennen hoe de instellingen flexstuderen in een zo veel mogelijk vergelijkbare vorm kunnen aanbieden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Woude
De Hoop
Van der Molen
Goudzwaard