Nota naar aanleiding van het verslag
Goedkeuring van het op 5 juli 2021 te Santo Domingo tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Dominicaanse Republiek inzake maritieme afbakening (Trb. 2021, 103 en Trb. 2021, 144)
Nota n.a.v. het (nader/tweede nader/enz.) verslag
Nummer: 2022D16346, datum: 2022-04-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-36017-6).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36017 (R2159)-6 Goedkeuring van het op 5 juli 2021 te Santo Domingo tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Dominicaanse Republiek inzake maritieme afbakening (Trb. 2021, 103 en Trb. 2021, 144).
Onderdeel van zaak 2022Z01291:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Onderdeel van zaak 2022Z08111:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2022-02-01 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-02-03 12:30: Procedurevergadering (digitaal) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2022-02-24 14:00: Goedkeuring Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Dominicaanse Republiek inzake maritieme afbakening (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2022-05-18 14:15: Procedurevergadering (gewijzigde datum) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2022-05-19 13:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-07-07 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2022-10-04 17:20: Goedkeuring van het op 5 juli 2021 te Santo Domingo tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Dominicaanse Republiek inzake maritieme afbakening (36017-(R2159)) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2022-10-11 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
36 017 Goedkeuring van het op 5 juli 2021 te Santo Domingo tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Dominicaanse Republiek inzake maritieme afbakening (Trb. 2021, 103 en Trb. 2021, 144)
Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Ontvangen 28Ā april 2022
De regering dankt de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor haar verslag van 25Ā februari 2022 met betrekking tot het wetsvoorstel tot goedkeuring van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Dominicaanse Republiek inzake maritieme afbakening. Met belangstelling is kennis genomen van de vragen van de leden van de CDA-fractie. In deze nota naar aanleiding van het verslag worden de vragen beantwoord.
1. Algemeen
De leden van de CDA-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het voorliggende wetvoorstel inzake de goedkeuring van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Dominicaanse Republiek inzake maritieme afbakening. De leden van de CDA-fractie vragen de regering wat de reden is dat het verdrag gesloten is, wat daarvoor de aanleiding was.
De inzet van het Koninkrijk is erop gericht de Koninkrijksgrenzen zo veel mogelijk af te bakenen en vast te leggen in verdragen. In het verleden had het Koninkrijk de Dominicaanse Republiek al eens uitgenodigd te onderhandelen. De concrete aanleiding voor dit verdrag was een verzoek van 30Ā april 2019 van de Dominicaanse Republiek om de zeegebieden in de Caribische zee af te bakenen. De door de Dominicaanse Republiek voorgestelde uitgangspunten voor deze afbakening vormden ook voor het Koninkrijk een goede basis voor het opstarten van verdragsonderhandelingen. Die onderhandelingen hebben uiteindelijk geresulteerd in het verdrag van 5Ā juli 2021.
De leden van de CDA-fractie vragen de regering in hoeverre vertegenwoordigers van Aruba en CuraƧao betrokken zijn bij de onderhandelingen. Tevens vragen deze leden in hoeverre dat geldt voor de vertegenwoordigers van de andere overzeese eilanden van het Koninkrijk.
De afbakening van zeegebieden tussen het Koninkrijk en de Dominicaanse Republiek is in overleg met de landen binnen het Koninkrijk tot stand gekomen. Dit betreft in het bijzonder Aruba en CuraƧao, omdat de afbakening betrekking heeft op de zeegebieden van deze landen. Om die reden zijn vertegenwoordigers van beide landen voorafgaand aan de onderhandelingen geraadpleegd om een gezamenlijke onderhandelingsinzet te bepalen, in het bijzonder ten aanzien van artikel 2 van het verdrag. Vanwege de COVID-situatie hebben deze contacten hoofdzakelijk schriftelijk plaatsvonden middels tussenkomst van de ambassade van het Koninkrijk in Santo Domingo. Nadat de onderhandelende partijen overeenstemming hadden bereikt over de inhoud van het verdrag, is de tekst van het verdrag voorgelegd aan alle landen binnen het Koninkrijk. Die hebben hiermee vervolgens ingestemd.
De leden van de CDA-fractie vragen de regering welke gevolgen het verdrag concreet heeft voor het visserijbeheer, de bescherming van het mariene milieu en wetenschappelijk zeeonderzoek, en vragen de regering hierbij voorbeelden te geven.
Het verdrag betreft de maritieme afbakening tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Dominicaanse Republiek in de Caribische zee. Het verdrag geeft daarmee duidelijkheid over de geografische reikwijdte van de bevoegdheden op zee van de verdragspartijen. Dit kan van belang zijn voor visserijbeheer, de bescherming van het mariene milieu en/of wetenschappelijk zeeonderzoek. Het verdrag als zodanig schept geen (nieuwe) verplichtingen op deze terreinen en heeft daarvoor dan ook geen directe concrete gevolgen.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra