Lijst van vragen inzake opzet evaluatie gemeenteraadsverkiezingen 2022 (Kamerstuk 35165-48)
Verkiezingen
Lijst van vragen
Nummer: 2022D16436, datum: 2022-04-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D16436).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.B. Hagen, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: A.C.W. de Vos, griffier
Onderdeel van zaak 2022Z07229:
- Indiener: H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-04-14 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-04-14 13:00: Aanvang middag vergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-04-21 12:00: Opzet evaluatie gemeenteraadsverkiezingen 2022 (TK 35165-48) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-01-18 13:00: Bestuurlijke organisatie, democratie en verkiezingen (Commissiedebat), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-01-19 13:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2022D16436 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de van Opzet evaluatie gemeenteraadsverkiezingen 2022 (Kamerstuk 35 165, nr. 48).
De voorzitter van de commissie,
Hagen
De griffier van de commissie,
De Vos
1 | Op welke manier wordt er in het onderzoek naar de opkomst en de redenen waarom kiezers niet gaan stemmen, rekening gehouden met de regionale spreiding en verschillen in Nederland? |
2 | Wordt in het evaluatieonderzoek expliciet onderzocht welke belemmeringen er voor mensen met een beperking zijn geweest bij de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen? |
3 | De opkomst was gemiddeld zo'n 4% lager. Kan er in het onderzoek ook worden gekeken naar uitschieters zowel omhoog en omlaag en extreme verschillen tussen wijken in grote steden en tussen platteland en randstad om zo de analyse te verfijnen? |
4 | Kan in het onderzoek ook worden meegenomen wat lokale thema's waren in gemeenten en of er een relatie te vinden is tussen thema's en opkomstverschillen tussen 2018 en 2022? |
5 | Wordt in het evaluatieonderzoek expliciet onderzocht hoe de informatievoorziening richting mensen met een beperking is ervaren? |
6 | Wordt in het evaluatieonderzoek onderzocht of er een groep mensen met een beperking is die had willen stemmen maar niet heeft kunnen stemmen, en zo ja hoe groot die groep is en wat daarvoor de reden was? |
7 | Wordt in het evaluatieonderzoek onderzocht of er belemmeringen zijn geweest voor mensen met een beperking bij het machtigen van een ander om voor hen te stemmen bij de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen, in het bijzonder wanneer zij niet in staat zijn tot het zetten van een handtekening? |
8 | Wordt in het evaluatieonderzoek onderzocht welke belemmeringen gemeenten hebben ervaren bij het faciliteren van het stemmen voor mensen met een beperking en welke signalen hierover binnen zijn gekomen? |
9 | Wat is per gemeente het aantal inwoners dat één raadslid vertegenwoordigt, op basis van de huidige opkomst? |
10 | Waarom vindt u aanvullend onderzoek noodzakelijk naar de redenen van niet-stemmers? Zijn die redenen niet al bekend? |
11 | Wordt er in het onderzoek rekening gehouden met bijvoorbeeld opleidingsniveau, gezondheid, afkomst en inkomensniveau? |
12 | Wordt er rekening gehouden met de mogelijkheid dat niet-stemmers eventueel ook minder geneigd zijn mee te werken aan focusgroepen, vragenlijsten en andere vormen van kiezersonderzoek? |
13 | Is het mogelijk om, naast gemeenten, ook in een aantal gemeenten de indieners (politieke partijen) van kandidatenlijsten te betrekken bij de evaluatie en ervaringen te vragen rondom het proces voorafgaand aan en/of op de «Dag der Kandidaatstelling»? Kan het van toegevoegde waarde zijn om ook ervaringen en mogelijke aanbevelingen tot verbetering van de indieners van kandidatenlijsten te betrekken in de evaluatie? Zo nee, waarom niet? |
14 | Is het mogelijk om de telverschillen in beeld te brengen van alle gemeenten waar sprake is geweest van hertelling? Zodat er een beeld ontstaat van de afwijking tussen de eerste en tweede telling bij de evaluatie. Zo nee, waarom niet? |
15 | Op welke manier wordt er, bij het in beeld brengen van de ervaringen van de stembureauleden en stembureauvoorzitters tijdens hun werkzaamheden bij de verkiezingen, onderscheid gemaakt tussen de leden en voorzitters die gebruik hebben gemaakt van de StembureauApp van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de leden en voorzitters die dat niet gedaan hebben? |