[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Westerveld over antwoorden op eerdere vragen over de tegemoetkoming voor turnsporters

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2022D17302, datum: 2022-04-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-2587).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z07202:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2587

Vragen van het lid Westerveld (GroenLinks) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over antwoorden op eerdere vragen over de tegemoetkoming voor turnsporters (ingezonden 12 april 2022).

Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) (ontvangen 29 april 2022).

Vraag 1

Wat is er gedaan met de aangedragen punten van de klankbordgroep met (oud-)turnsters over de tegemoetkomingsregeling? Wat is de status van de klankbordgroep? Kunnen de adviezen die zij geven vrijblijvend worden opgevat?1

Antwoord 1

De tegemoetkomingsregeling is op een aantal belangrijke punten aangepast. Hiermee is gehoor gegeven aan de oproep van oud-sporters om de regeling eenvoudiger en laagdrempeliger te maken. De adviezen van de klankbordgroep zijn niet bindend, maar worden wel serieus meegenomen. Daarnaast heb ik gesproken met het Centraal Bureau Klachtenmanagement in de Zorg (CBKZ), de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU) en NOC*NSF over de tegemoetkomingsregeling en de benodigde aanpassingen.

De belangrijkste aanpassingen in de tegemoetkomingsregeling zijn:

Het aanvraagformulier is aanzienlijk ingekort om de aanvraag eenvoudiger en laagdrempeliger te maken.

De criteria dat een oud-gymsporter minstens twee jaar en 30 uur per week heeft getraind zijn vervallen.

Het is voor een oud-sporter mogelijk iemand te machtigen die de aanvraag indient of het hele proces samen met of namens de oud-sporter doorloopt.

Een mondelinge toelichting blijft het uitgangspunt, maar er is meer ruimte om hiervan af te wijken. Bovendien kan de sporter er voor kiezen niet zelf te verschijnen maar zich door een gemachtigde te laten vertegenwoordigen.

Vraag 2

Wat is de verwachte scope van de regeling? Hoeveel aanvragen verwacht u? En waar is deze verwachting concreet op gebaseerd? Wie betaalt de kosten als er meer aanvragen dan voorzien worden ingediend en goedgekeurd?2

Antwoord 2

De scope van de regeling is gebaseerd op de aanbevelingen van het rapport «Ongelijke leggers» en het advies van de commissie Integriteit en Ethiek van NOC*NSF. Mede doordat het grensoverschrijdende gedrag lang geleden kan hebben plaatsgevonden is er geen zicht op de aantallen die te verwachten zijn. De feitelijke tegemoetkoming wordt gefinancierd door de KNGU en NOC*NSF. Het verloop van de tegemoetkoming wordt zorgvuldig gemonitord. Mocht blijken dat het aantal aanvragen niet door de sport te financieren is dan treden de betrokken partijen in overleg. Tot op heden is daar geen aanleiding toe.

Vraag 3, 4

Waarom wordt er vastgehouden aan de dertig uur als blijkt dat er ook sporters zijn die minder dan dertig uur per week trainden en wel slachtoffer zijn? Bent u het eens dat het gegeven dat de grootste groep meer dan dertig uur maakte niet betekent dat een kleinere groep met minder trainingsuren geen recht heeft op de tegemoetkoming?3

Hoe weten sporters dat hun aanvraag in behandeling wordt genomen als zij niet gedurende twee jaar wekelijks minimaal dertig uur trainden? Is het dan niet begrijpelijker als deze voorwaarden worden losgelaten? Bent u het eens dat deze vereiste een onnodige drempel opwerpt?

Antwoord 3, 4

Het criterium van 30 trainingsuren per week is vervallen. Zie ook antwoord 1. Ik ben het met u eens dat het aantal trainingsuren niet leidend moet zijn.

Vraag 5

Waar kunnen turnsters terecht die niet in de hoogste competities hebben meegetraind, maar wel slachtoffer zijn van grensoverschrijdend gedrag? Kunnen zij ook aanspraak maken op een tegemoetkoming? Zo ja, wie regelt dit en wie is verantwoordelijk voor de kosten?4

Antwoord 5

Zoals is aanbevolen in het rapport «Ongelijke leggers» is een tegemoetkoming op zijn plaats voor oud-sporters in de gym- en turnsport die op het hoogste niveau hebben gesport. De huidige tegemoetkomingsregeling is op basis van deze aanbeveling vormgegeven. De ingestelde onafhankelijke commissie beoordeelt de aanvragen per individu. Ik kan geen uitspraken doen wie in aanmerking komt voor de tegemoetkoming. Daarnaast kan iedereen terecht bij het Centrum Veilige Sport Nederland (CVSN) en/of Slachtofferhulp Nederland.

Vraag 6

Vindt u ook dat een gesprek om erkenning te bieden wat anders is dan een gesprek als voorwaarde voor een tegemoetkoming? Waarom wordt er niet gekozen voor een schriftelijke afhandeling met een mogelijkheid tot een gesprek, indien sporters ook op deze manier erkenning wensen?5

Antwoord 6

Ervaringen van het CBKZ leren dat bij beschadigd vertrouwen een mondelinge toelichting van het persoonlijke verhaal door slachtoffers in veel gevallen bijdraagt aan de erkenning. Dit laatste hangt samen met de fase van verwerking en mogelijk herstel waarin iemand zit. Om die reden heeft het CBKZ gekozen voor een mondelinge toelichting. Met de aanpassingen in de regeling is er echter meer ruimte gekomen om hiervan af te wijken omdat we erkennen dat per individu de behoefte verschilt, zie antwoord 1. Ik volg het CBKZ hierin als onafhankelijke partij verantwoordelijk voor de uitvoering van de tegemoetkomingsregeling.

Vraag 7

Welke alternatieve behandelmogelijkheden zijn er voor de (oud-)turnsters? Zijn hier wachtlijsten? Geldt er een eigen bijdrage?6

Antwoord 7

Bij Slachtofferhulp Nederland kunnen oud-sporters terecht zonder wachtlijst voor gratis geboden psychosociale ondersteuning. Daarnaast helpt Slachtofferhulp Nederland oud-sporters met het vinden van de juiste hulp. Er is ook kennis beschikbaar over specifieke hulpverlening om voorbereid het gesprek te kunnen voeren met bijvoorbeeld de huisarts.

Het Universitair Centrum Psychiatrie (UCP) van het UMCG biedt gespecialiseerde zorg voor (oud)sporters die kampen met langdurige psychische gevolgen van grensoverschrijdend gedrag in de turn- en gymsport. Het UMCG ontwikkelt een behandelaanbod zodat ook andere zorginstellingen een passende behandeling kunnen aanbieden voor vergelijkbare groepen. Het UMCG heeft contact met andere zorgaanbieders om de juiste zorg op de juiste plek te krijgen. Daarnaast is het een mogelijkheid om een gedeelte van de behandeling van het UMCG online te volgen.

Voor de behandeling bij het UMCG is momenteel geen wachtlijst. Wachtlijsten voor andere behandelingen kunnen verschillen per behandeling en per aanbieder.

Voor de behandeling bij het UMCG kunnen reiskosten vergoed worden vanuit het basispakket van de zorgverzekering, waaronder ook taxivervoer. Daarnaast geldt het standaard eigen risico voor de behandeling.

Vraag 8

Wat is de stand van zaken van de unaniem aangenomen motie Westerveld c.s. die vraagt om de grenzen tussen tucht- en strafrecht te verkennen en samen met het Centrum Veilige Sport te zorgen dat zaken zo snel mogelijk bij de juiste instantie terechtkomt?

Antwoord 8

Ik ben met partijen in overleg geweest over de opvolging van de motie Westerveld c.s.7 en ik ben voornemens deze mee te nemen in een breed onderzoek naar een veilige en integere sport. Dit onderzoek zal dit jaar nog plaatsvinden en geeft invulling aan diverse moties, waaronder: rollen en verantwoordelijkheden integere en veilige sport8, evaluatie tuchtrecht9 en een onafhankelijk CVSN10.


  1. Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2229.↩︎

  2. Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2229.↩︎

  3. Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2229.↩︎

  4. Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2229.↩︎

  5. Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2229.↩︎

  6. Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2229.↩︎

  7. Kamerstuk 30 234, nr. 278↩︎

  8. Kamerstuk 30 234, nr. 283↩︎

  9. Kamerstuk 30 234, nr. 286↩︎

  10. Kamerstuk 30 234, nr. 281↩︎