Uitstel beantwoording vragen van het lid Van Raan over de beantwoording van de vragen over het bericht 'Zelfs milieuminister hoeft in Nederland niet elektrisch te rijden'
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2022D17375, datum: 2022-05-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-2591).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2022Z07326:
- Gericht aan: H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Indiener: L. van Raan, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2591
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de beantwoording van de vragen over het bericht «Zelfs milieuminister hoeft in Nederland niet elektrisch te rijden» (ingezonden 13 april 2022).
Mededeling van Minister Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 2 mei 2022).
Vraag 1
Kunt u aangeven waarom de schriftelijke vragen die op 11 februari 2022 gesteld zijn, zonder bericht van uitstel, ver na de standaardtermijn (op 11 april) werden beantwoord?1
Vraag 2
Kunt u aangeven voor hoeveel bewindspersonen het door u aangehaalde argument van «onvoldoende ergonomische zitplek» het doorslaggevende argument is om niet over te stappen op een zero-emissie voertuig?
Vraag 3
U geeft aan dat het aanbod van modellen met een gewenste ergonomische inrichting «beperkt» is, maar een beperkt aanbod kan toch ook voldoende zijn? Waarom is het voor 2 van de 31 bewindspersonen wel voldoende en voor de andere 29 niet?
Vraag 4
Kunt u aangeven hoeveel modellen (en welke) aan de eisen voldoen?
Vraag 5
U stelt dat een bewindspersoon onder alle omstandigheden direct weg moet kunnen rijden, maar kunt u aangeven waar dit vereiste is vastgelegd en hoe dit uitgewerkt is (welke eisen zijn daaraan gesteld)?
Vraag 6
Bent u van mening dat het problematisch zou zijn wanneer een chauffeur maximaal 2 kilometer verderop met de dienstauto aan een laadpaal staat, terwijl de bewindspersoon op werkbezoek is?
Vraag 7
Deelt u de mening dat het netwerk van (snel)laders ruim toereikend wordt bevonden door tal van vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven en kunt u aangeven in hoeverre de eisen voor een dienstauto voor een bewindspersoon daarvan afwijken?
Vraag 8
Hoe doen de andere 2 bewindspersonen, die wel zero-emissie rijden, dit? Moeten zij niet ook altijd op elk moment wegkunnen?
Vraag 9
Kunt u aangeven hoe het staat met de afspraak uit het Klimaatakkoord dat de rijksoverheid bij rijksgebouwen en rijkskantoren 2.400 laadpunten zou realiseren?
Vraag 10
Is het waar dat de ontwerpers van de tijdelijke huisvesting van de Tweede Kamer opdracht hebben gekregen het ontwerp «functioneel, fris en herkenbaar te maken, met de focus op transparantie en duurzaamheid»?
Vraag 11
Kunt u aangeven hoeveel laadpunten voor elektrische auto's zijn aangebracht in de parkeergarage van de tijdelijke huisvesting van de Tweede Kamer?
Vraag 12
Kunt u aangeven hoeveel van die laadpunten op dit moment operationeel zijn? Op welk moment waren voor het laatst alle laadpunten operationeel?
Vraag 13
Is het waar dat de laadpunten in de parkeergarage van de tijdelijke huisvesting van de Tweede Kamer op dit moment geheel buiten gebruik zijn, de laadpunten zijn afgeplakt met vuilniszakken en de betreffende parkeerplaatsen zijn afgezet met rood-wit lint als waren ze een crime scene?
Vraag 14
Is het waar dat de afdeling bedrijfsvoering van de Tweede Kamer in antwoord op vragen door gebruikers van elektrische laadpunten heeft aangegeven dat de Rijksgebouwendienst op dit moment onvoldoende menskracht en budget zou hebben om de kennelijk defecte laadpalen te repareren of te vervangen? Zo ja, hoe valt dat te rijmen met de focus op duurzaamheid?
Vraag 15
Kunt aangeven hoe gebruikers van de parkeergarage van de tijdelijke huisvesting van de Tweede Kamer hun elektrische voertuigen kunnen laden zodat fatsoenlijk gebruik van het vervoermiddel gegarandeerd is? Hoe gaan de bewindspersonen die zero-emissie rijden om met een bezoek aan de Kamer, aangezien zij op elk moment moeten kunnen vertrekken?
Vraag 16
Bent u bereid de laadpunten in de parkeergarage van de tijdelijke huisvesting van de Tweede Kamer op zo kort mogelijke termijn te repareren of te vervangen door moderne, werkende laadpunten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?
Vraag 17
Hoe staat het met de beschikbaarheid van laadpunten bij andere Rijksgebouwen?
Vraag 18
Deelt u de mening dat het niet past bij de voorbeeldfunctie en beleidsvoornemens van de rijksoverheid om elektrisch vervoer enerzijds aan te moedigen en anderzijds niet te voorzien in adequate laadmogelijkheden?
Vraag 19
Bent u bereid deze vragen een voor een te beantwoorden en, voor afloop van het meireces, zodanige maatregelen te treffen dat Kamerbewoners in het vervolg elektrische auto's adequaat kunnen opladen? Zo nee, waarom niet?
Mededeling
De schriftelijke vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Zelfs milieuminister hoeft in Nederland niet elektrisch te rijden» (2022Z07326, ingezonden 13 april 2022) en de aanvullende vragen over het hetzelfde onderwerp (2022Z07335, ingezonden 13 april 2022) van het lid Van Haga (Groep Van Haga), kunnen met het oog op een zorgvuldige en volledige beantwoording niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. Het streven is de antwoorden zo spoedig mogelijk aan uw Kamer te sturen.
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2383.↩︎