[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Jaarverslag Staten-Generaal 2021

Jaarverslag en slotwet Staten-Generaal 2021

Jaarverslag

Nummer: 2022D17566, datum: 2022-05-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36100-IIA-1).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36100 IIA-1 Jaarverslag en slotwet Staten-Generaal 2021.

Onderdeel van zaak 2022Z08694:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021–2022
36 100IIA Jaarverslag en Slotwet Staten-Generaal 2021
Nr. 1

Jaarverslag van de staten-Generaal

Ontvangen 18 mei 2022

Gerealiseerde uitgaven en ontvangsten

Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 212.062.000,-

Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 6.302.000,-

A. Algemeen

1 1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik u het jaarverslag van de begroting van de Staten-Generaal (IIA) over het jaar 2021 aan. Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2021 gevoerde financiële beheer.

Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:

  1. het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;
  2. de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;
  3. de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;
  4. de totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;
  5. de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.

Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:

  1. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2021;
  2. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;
  3. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;
  4. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2021 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2021, alsmede over de saldibalans over 2021 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016).

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

H.G.J.Bruins Slot

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. Leeswijzer

Voor u ligt het jaarverslag 2021 van de Staten-Generaal.

Het jaarverslag 2021 is als volgt opgebouwd:

A. een algemeen deel met de dechargeverlening;

B. het beleidsverslag met de artikelen en de bedrijfsvoeringsparagraaf;

C. de jaarrekening met de verantwoordingsstaat, de saldibalans en de WNT-verantwoording 2021.

Specificatie apparaatsuitgaven

De begroting van de Staten-Generaal heeft geen apart centraal apparaats-artikel. In de beleidsartikelen is bij de toelichting onder de tabel budgettaire gevolgen van beleid een uitsplitsing opgenomen van de apparaatsuitgaven.

Groeiparagraaf

Ten opzichte van het jaarverslag 2020 zijn in dit jaarverslag geen wijzigingen te melden.

Grondslagen voor de vastlegging en de waardering

De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2021. Voor de begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast.

Focusonderwerpen

De Tweede Kamer heeft voor de verantwoording 2021 verzocht aandacht te besteden aan bekostigingssystemen van uitvoeringsorganisaties bij het Rijk, die problemen ervaren als gevolg van de coronapandemie. Dit is voor het begrotingshoofdstuk IIA niet van toepassing.

Beleidsverslag

Beleidsprioriteiten

Een College dient, conform de Comptabiliteitswet 2016, artikel 2.1 lid 7 betreffende een niet-departementale begroting, enkel haar taken en bedrijfsvoering weer te geven. Derhalve bevat de niet-departementale begroting – in vergelijking met departementale begrotingen waarbij wel een weergave van het beleid wordt opgenomen – geen beleidsprioriteiten. In aansluiting hierop worden geen beleidsprioriteiten opgenomen in het jaarverslag.

Beleidsartikelen

Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:

A. Algemene doelstelling;

B. Rol en verantwoordelijkheid;

C. Beleidsconclusies;

D. Budgettaire gevolgen van beleid;

E. Toelichting op de financiële instrumenten.

Het niet-beleidsartikel is opgebouwd uit de tabel budgettaire gevolgen en de toelichting op de tabel.

Toelichting op de financiële instrumenten

In de toelichting op de financiële instrumenten wordt een toelichting gegeven bij verschillen tussen de vastgestelde begroting 2021 en de realisatie 2021. Indien van toepassing wordt hierbij verwezen naar de eerste en tweede suppletoire begroting 2021. Het uitgangspunt is om daar de beleidsmatige en technische mutaties toe te lichten die groter zijn dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2022 is opgenomen, de zogenaamde staffel, te weten:

1. Wetgeving en controle Eerste Kamer Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer alsmede leden van het Europees Parlement Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
3. Wetgeving en controle Tweede Kamer Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
10. Nog onverdeeld Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 2 mln.

Bedrijfsvoeringsparagraaf

Voor de Eerste Kamer en Tweede Kamer is een afzonderlijke bedrijfsvoeringsparagraaf opgenomen.

Jaarrekening

Verantwoordingsstaat

In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de Staten-Generaal.

Saldibalans

In de jaarrekening wordt de saldibalans opgenomen met de bijbehorende toelichting.

WNT-verantwoording

Het jaarverslag wordt afgesloten met de verantwoording van de Wet Normering Topinkomens (WNT) van de Staten-Generaal.

B. Beleidsverslag

3. Beleidsartikelen

3.1 Artikel 1. Wetgeving en controle Eerste Kamer

A. Algemene doelstelling

De Eerste Kamer vormt samen met de Tweede Kamer de Staten-Generaal. De voorzitter van de Eerste Kamer is tevens voorzitter van de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal.

De kerntaken van de Eerste Kamer liggen in het, als sluitstuk van de wetgevingsketen, toetsen van voorgenomen wetgeving en het controleren van de regering. De Eerste Kamer besteedt daarbij bijzondere aandacht aan de beoordeling van de wetgevingskwaliteit. Voorts heeft de Eerste Kamer taken op het terrein van de Europese wetgeving en het Europese beleid. Deze zijn door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in omvang en intensiteit toegenomen.

De algemene doelstellingen van de Eerste Kamer liggen op het terrein van een adequate wetgeving en controle, hetgeen verder is te operationaliseren naar een adequate toetsing van de kwaliteit van wet- en regelgeving, een adequate controle van het regeringsbeleid, transparantie over de taken en de uitvoering daarvan, en toereikende voorzieningen in een effectieve en efficiënte organisatie.

De Eerste Kamer vormt de voorlaatste schakel in de keten van het wetgevingsproces. Mede-actoren in het proces zijn, voorafgaand aan de bekrachtiging van een aanvaard wetsvoorstel door het Staatshoofd, respectievelijk de ministerraad, de Raad van State en de Tweede Kamer. De controle op het regeringsbeleid voltrekt zich in interactie met de regering. Uit hoofde van het Verdrag van Lissabon is de Eerste Kamer betrokken bij de voorbereiding van Europese wetgevings- en beleidsvoorstellen. De taken van de Eerste en Tweede Kamer op dit terrein zijn gelijk. Binnen de nationale context voert de Eerste Kamer overleg met de regering over de regeringsinzet bij de voorbereiding van Europese wetgeving.

Voorts participeert de Eerste Kamer in het kader van internationale samenwerking en parlementaire diplomatie in parlementaire assemblees van internationale organisaties en onderhoudt zij contacten met parlementen en regeringen van andere staten.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4, lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

De uitvoering en organisatie van het werk van de Eerste Kamer is ook met de geldende coronamaatregelen doorgegaan. Wel zijn er maatregelen getroffen om de plenaire vergaderingen en commissievergaderingen van de leden van de Eerste Kamer veiliger te laten verlopen. Een voorbeeld hiervan is dat de plenaire vergadering van de Eerste Kamer niet zijn gehouden in de Ridderzaal, maar in de Grote Kerk.

Het beleid van de Eerste Kamer is in 2021 niet gewijzigd.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

2017 2018 2019 2020 2021 2021 2021
Verplichtingen 11.711 14.424 13.433 18.892 20.837 20.593 244
Uitgaven 10.889 12.707 12.636 16.848 21.904 20.593 1.311
Institutionele inrichting
Apparaat Eerste Kamer 7.363 9.035 8.884 12.880 17.081 16.482 599
Personele uitgaven
Vergoeding voorzitter/leden Eerste Kamer 3.439 3.590 3.639 3.751 4.661 4.034 627
Materiële uitgaven
Verenigde Vergadering 87 82 113 217 162 77 85
Ontvangsten 169 193 218 127 151 140 11

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven

Institutionele inrichting

Apparaat Eerste Kamer

Budgettaire ontwikkeling

Na een intern onderzoek naar de kwaliteit van de bedrijfsvoering en het ingezette griffiebrede organisatieontwikkeltraject, is een nieuw Organisatie en Formatie rapport in 2020 vastgesteld. Dit heeft ertoe geleid dat het apparaatsbudget is opgehoogd. In 2021 gaat het om een verhoging van € 1,7 mln.

Voor de uitvoering van het parlementair onderzoek Effectiviteit Anti-discriminatiewetgeving was het budget voor 2021 verhoogd met € 0,6 mln.

Daarnaast was er budget beschikbaar voor de verhuizing naar de tijdelijke huisvesting van de Eerste Kamer. Vanaf september 2021 is de Eerste Kamer gevestigd in de tijdelijke huisvesting. Op dat moment zijn de openstaande punten opgepakt. In verband met de vertraging van de tijdelijke huisvesting van de Staten-Generaal was circa € 1,9 mln. doorgeschoven naar 2021.

COVID-19

Als gevolg van de COVID-19 maatregelen vergaderde de Eerste Kamer ook in 2021 in de Ridderzaal. De kosten die hiervoor zijn gemaakt, zijn bekostigd vanuit het reguliere budget van de Eerste Kamer. De uitgaven hebben voornamelijk betrekking op het faciliteren en het openbaar streamen van de vergaderingen.

Personele uitgaven

Vergoeding voorzitter/leden Eerste Kamer

De vergoedingen aan voorzitter en leden van de Eerste Kamer zijn volgens beleid en wetgeving vergoed (€ 4,6 mln.). De uitgaven zijn hoger dan het beschikbare budget. Dit komt doordat de uitgaven met betrekking tot de Werkkostenregeling zijn toegenomen.

Materiële uitgaven

Verenigde Vergadering

In 2021 heeft de Verenigde Vergadering ter gelegenheid van de opening van het parlementaire jaar op Prinsjesdag conform de geldende COVID-19 maatregelen wederom plaatsgevonden in de Nieuwe Kerk te Den Haag in plaats van de gebruikelijke locatie de Ridderzaal. De organisatie van Prinsjesdag wordt bekostigd door de Eerste Kamer. Het budget (€ 0,9 mln.) is onvoldoende om de uitgaven te dekken. De uitgaven voor Prinsjesdag (€ 0,3 mln.) pasten wel binnen het totale budget van de Eerste Kamer.

Totaal apparaat 21.904
waarvan personeel 6.597
Eigen personeel 5.417
Externe inhuur 688
Overig personeel 492
waarvan materieel 10.421
waarvan overig (leden EK) 4.614
waarvan overig (Prinsjesdag) 272

Van het apparaatsbudget is € 2,3 mln. is niet gerealiseerd. Dit komt voor een deel doordat het budget voor de verhuizing en audiovisuele systemen met betrekking tot de tijdelijke huisvesting niet is uitgeput. Daarnaast is € 1,5 mln. dat bestemd is voor onderhoud dat de komende jaren aan audiovisuele systemen gedaan moet worden ten onrechte volledig aan het budget voor 2021 toegevoegd.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn beperkt, circa € 0,2 mln. De restaurantopbrengsten zijn door COVID-19 geheel weggevallen.

3.2 Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer

A. Algemene doelstelling

Onder dit artikel worden rechtspositionele uitgaven aan leden en oud-leden van de Tweede Kamer, alsmede hun nagelaten betrekkingen.

De Tweede Kamer draagt ingevolge de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers en de Wet schadeloosstelling, zorg voor de uitgaven ten behoeve van:

  1. de schadeloosstelling van de leden van de Tweede Kamer (artikel 2.1); de reis- en overige kostenvergoedingen van de leden van de Tweede Kamer (artikel 2.1);
  1. de wachtgelden van oud-leden van de Tweede Kamer (artikel 2.2).
Pensioenen oud-leden 455 448 442 430 432 451
Wachtgelden oud-leden 15 69 62 54 14 58
Totaal 470 517 504 484 446 509
Schadeloosstelling 22.583 22.180 23.461 24.416 24.393 23.515
Gemiddeld per lid Tweede Kamer 152 148 156 163 163 157
Pensioenen en wachtgelden 8.606 11.296 10.943 9.463 9.468 11.918
Totaal 31.189 33.476 34.404 33.879 33.861 35.433
gemiddeld per lid Tweede Kamer 208 223 229 226 226 236
Schadeloosstelling leden Europarlement 103 103 117 45 0 0
Gemiddeld per lid Europees Parlement 103 103 117 45 0 0

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in de Comptabiliteitswet 2016 (artikel 4.4, lid 4) afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

Voor wat betreft de uitvoering en de beoogde resultaten deden zich geen bijzonderheden voor.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

2017 2018 2019 2020 2021 2021 2021
Verplichtingen 33.580 34.521 33.924 34.411 34.885 34.957 ‒ 72
Uitgaven 33.580 34.521 33.924 33.862 35.434 34.957 477
Institutionele inrichting
Schadeloosstelling 22.181 23.461 24.416 24.394 23.516 22.208 1.308
Personele uitgaven
Pensioenen en wachtgelden 11.296 10.943 9.463 9.468 11.918 12.749 ‒ 831
Schadeloosstelling Europarlementariërs incl. tegemoetkoming ziektekosten 103 117 45 0 0 0 0
Ontvangsten 25 14 30 29 46 86 ‒ 40

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven

Institutionele inrichting

Schadeloosstelling

Op dit artikel is sprake van een overschrijding als gevolg van de betaalde eindheffing in 2021 over het jaar 2020 voor de werkkostenregeling.

Personele uitgaven

Pensioenen en wachtgelden

Ten opzichte van 2020 is het aantal politieke pensioenen toegenomen met 19 tot in totaal 451. Het aantal wachtgeldgerechtigden is 58. Dit is een stijging van 44 als gevolg van de Tweede Kamer verkiezingen in maart 2021.

Pensioenen 6.742 6.426 ‒ 316
Wachtgelden 1.868 3.997 2.129
Outplacement 97 1.076 979
Uitvoeringskosten 761 421 ‒ 340
Totaal 9.468 11.920 2.452

Ontvangsten

De ontvangsten hebben betrekking op de verrekening van neveninkomsten van de leden en bedragen circa € 0,1 mln.

3.3 Artikel 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer

A. Algemene doelstelling

Volksvertegenwoordiging

Als volksvertegenwoordiging heeft de Tweede Kamer twee hoofdtaken: controle van de regering en (mede)wetgeving. Deze taken vloeien voort uit de artikelen 50 (vertegenwoordiging van het gehele Nederlandse volk), 65 tot en met 72 (werkwijze), 81 tot en met 87 (wetten en andere voorschriften), 105 (begrotingen), 137 en 138 (grondwetgeving) van de Grondwet en enkele andere (grond)wetsartikelen.

De ambtelijke diensten

Het ondersteunen van het constitutioneel proces. Dit doen de ambtelijke diensten door middel van het bieden van een politiek neutrale, adequate en innovatieve ondersteuning van de Kamerleden in alle facetten van hun werk als volksvertegenwoordiger. De politieke prioriteiten, zoals door de Kamer bepaald, zijn daarbij leidend.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4, lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

Renovatie Binnenhof

De Tweede Kamer en het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) hebben intensief samengewerkt aan de totstandkoming van het integrale concept-Definitief Ontwerp en aan de detail-Programma’s van eisen. Op 24 december 2021 heeft het RVB het integrale concept-Definitief Ontwerp aan de Tweede Kamer aangeboden.

Tijdelijke Huisvesting

Na de ingebruikname van de tijdelijke huisvesting van de Tweede Kamer aan de Bezuidenhoudseweg 67 zijn de kamerbewoners over het algemeen tevreden over de huisvesting. Geconstateerde verbeterpunten en ingekomen meldingen zijn grotendeels, onder meer in samenwerking met het RVB, opgelost. Het Binnenhof is op 22 oktober 2021 bezemschoon en veilig overgedragen aan het RVB.

Parlementair proces/werkwijze Kamer

Ondanks corona is in 2021 het parlementair proces merendeels op orde gebleven, zowel voor de plenaire vergaderingen als de commissievergaderingen. Wel was bij de commissieactiviteiten sprake van een bepaalde mate van verschuiving: fysieke vergaderingen met het kabinet, zoals commissiedebatten, zijn geregeld omgezet in schriftelijk overleg. Ook hebben commissies, als gevolg van de corona-maatregelen, intensief gebruik gemaakt van de mogelijkheden van video-vergaderen.

Verder zijn diverse initiatieven, veelal voortkomend uit moties, aanhangig met betrekking tot de rol en werkwijze van de Kamer. Op 16 december 2021 bood de werkgroep Versterking functies van de Tweede Kamer (Van der Staaij II) zijn rapport aan de voorzitter aan. Het rapport bevat veel aanbevelingen ter versterking van de controlerende, medewetgevende en volksvertegenwoordigende taken van de Kamer. Over de wijze van het bespreken van de aanbevelingen en de relatie met de informatiepositie, toerusting en werkwijze van de Tweede Kamer, moet nog een besluit worden genomen. Eind 2021 is ook een werkgroep van start gegaan met de uitvoering van de motie-Leijten/Arib (Kamerstukken II, 2022/23, 35752, nr. 11). Daarnaast lopen andere trajecten die de rol en de werkwijze van de Kamer nader bezien. Op 7 oktober 2021 heeft de Kamer ingestemd met een voorstel van het Presidium tot wijziging van de regeling vertrouwelijke stukken.

Transparantie

Het blijft een belangrijke doelstelling om het Kamerwerk zichtbaar en inzichtelijk te maken voor een groot publiek. Zo wordt de kennis over de democratie en de rol van de Tweede Kamer vergroot. De publiekscommunicatie van de Tweede Kamer is continu in ontwikkeling. Daarbij ligt de focus op crossmediale communicatie. Berichtgeving via de verschillende kanalen is gericht op de actualiteit en het toelichten van het werk van de Tweede Kamer. In december 2021 is in het kader van publiekscommunicatie de digitale rondleiding «Ontdek de Tweede Kamer» gelanceerd. Dit initiatief geeft bezoekers de mogelijkheid om zowel de tijdelijke huisvesting als het Binnenhof digitaal te bezoeken – tijdens de coronacrisis, maar ook tijdens de renovatie. De rondleiding geeft uitvoering aan de motie Moorlag (Kamerstukken II 2019/20, 35405, nr. 8) die werd ingediend bij de Raming 2021.

Verder is de Tweede Kamer bezig met de voorbereiding voor de inwerkingtreding van de Wet Open Overheid, die naar verwachting op 1 mei 2022 in zal gaan.

Onderzoeksinstrumenten Kamer

In de tweede helft van 2021 speelden twee parlementaire onderzoeken:

De Parlementaire enquêtecommissie Aardgaswinning Groningen heeft vanaf de zomer de gevorderde documenten geanalyseerd en zich voorbereid op de volgende fase van het onderzoek: de (besloten) interviews.

De Tijdelijke commissie Fraudebeleid en dienstverlening heeft haar voorstel voor de opzet van een parlementaire enquête over de fraudebestrijding en handhaving, informatie-uitwisseling en dienstverlening bij uitvoeringsorganisaties eind 2021 afgerond.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

2017 2018 2019 2020 2021 2021 2021
Verplichtingen 108.035 104.748 131.664 133.027 172.136 134.202 37.934
Waarvan garantieverplichtingen 1.129 952 521 869 0
Waarvan overig 106.906 103.796 131.143 132.158 172.136
Uitgaven 105.349 105.456 125.725 133.988 153.833 134.202 19.631
Institutionele inrichting
Apparaat Tweede Kamer 68.177 73.756 92.493 89.951 105.253 87.734 17.519
Onderzoeksbudget 164 192 544 1.296 616 2.383 ‒ 1.767
Materiële uitgaven
Drukwerk 1.525 1.209 1.042 1.065 1.251 1.892 ‒ 641
Fractiekosten 33.601 28.007 29.292 38.884 43.303 39.660 3.643
Uitzending leden 131 316 322 83 54 456 ‒ 402
Parlementaire enquêtes 0 0 11 462 1.241 0 1.241
Bijdrage ProDemos 1.751 1.976 2.021 2.247 2.115 2.077 38
Ontvangsten 3.669 3.751 4.151 3.448 6.105 3.639 2.466

Overzicht van risicoregelingen

3 Fractiekosten 7.522 0 1.023 6.499 0 0 0

Eind 2020 was sprake van een bedrag van € 7,5 mln. aan uitstaande garanties. In 2021 is op verzoek van een fractie een bedrag van € 0,045 mln. aan garanties tot betaling gekomen. Daarnaast is een administratieve correctie gedaan in verband met inmiddels vervallen garanties. Het totaal aan uitstaande garanties aan de fracties per 31-12-2021 heeft een omvang van afgerond € 6,5 mln.

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven

Totaal apparaat 105.253
waarvan personeel 49.665
Eigen personeel 48.853
(Ambtelijke) Detacheringen 812
Externe inhuur 5.026
Overig personele kosten (vorming&opleiding) 1.099
waarvan materieel 49.463

Apparaatsuitgaven

Ten opzichte van de begroting bij de stand van de tweede suppletoire begroting resulteren de daadwerkelijke apparaatsuitgaven op dit artikelonderdeel in een overschrijding van € 5,4 mln. De uitgaven zijn hoger als gevolg van extra uitgaven voor de verhuizing naar de Bezuidenhoudseweg 67 (B67). Daarnaast zijn uitgaven voor de formatie tot en met 1 november 2021 betaald.

De begroting is in 2021 structureel opgehoogd voor het beheer en onderhoud van het audiovisuele systeem in B67, enkele personele uitbreidingen voor de parlementaire staf en ten behoeve van de uitbreiding van het domein aan vergaderingen dat live wordt getoond en kan worden teruggekeken. Tot slot stijgen de uitgaven voor de rijksschoonmaakorganisatie in verband met standaardisatie van de dienstverlening en de tariefstelling.

De begroting is in 2021 incidenteel opgehoogd ten behoeve van parlementaire enquêtes en een kasschuif vanuit 2020 voor de instandhouding van systemen, installaties, overig materieel op het Binnenhof en het uitstel van de verhuizing naar B67 naar 2021.

Roemernorm

In de motie-Roemer (Kamerstukken II 2009/10, 32360, nr. 5) worden de uitgaven binnen het Rijk aan niet-formatief personeel begrensd op 10% van de gezamenlijke uitgaven op alle artikelen voor formatief en niet-formatief personeel.

In 2021 is € 5,0 mln. uitgegeven aan niet-formatief personeel. De totale personele uitgaven over 2021 bedragen € 56,1 mln. Dit leidt tot een percentage van de Roemernorm van 9%. Hiermee vallen de totale uitgaven binnen de norm van 10%.

Totaal (A) 56.101
Niet-formatief personeel (B) 5.037
Roemernorm (B als % van A) 9%

Onderzoeksbudget

Dit betreffen zowel de uitgaven van de Kamercommissies en de tijdelijke commissies. In 2021 is de Tijdelijke commissie dienstverlening, fraude en handhaving ter voorbereiding op de parlementaire enquête ingericht en rondde de Tijdelijke commissie Aardgaswinning haar werkzaamheden af. Er resteert € 1,8 mln. ten opzichte van stand bij de begroting van de tweede suppletoire begroting. Dit is een gevolg van de geringe activiteiten van de Kamercommissies vanwege de verkiezingen.

Drukwerk

Op dit artikel worden de uitgaven voor de publicatie van de handelingen en officiële publicaties op www.overheid.nl. geboekt. De uitgaven in 2021 waren € 0,7 mln. minder dan begroot bij de stand van de begroting van de tweede suppletoire begroting.

Fractiekosten

De uitgaven voor fractiekosten zijn lager uitvallen dan begroot door tussentijdse toegekende loon- en prijsbijstelling. Dit heeft geleid tot een overschot van € 0,5 mln.

Uitzending Leden

Er resteert € 0,4 mln. ten opzichte van de stand van de begroting bij de tweede suppletoire begroting. De uitgaven op dit artikel zijn zeer beperkt als gevolg van de reisbeperkingen ten gevolge van het coronavirus.

Parlementaire enquêtes

Op 16 december 2020 heeft de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag haar eindverslag aangeboden. In 2021 zijn nog enkele uitgaven voor de commissie geboekt. Verder is parlementaire enquête Aardgaswinning Groningen (TCAG) gestart. De totale uitgaven bedroegen € 1,2 mln. Er resteert € 0,8 mln. ten opzichte van de stand van de begroting bij de tweede suppletoire begroting. Dit is een gevolg van het feit dat een deel van de geplande uitgaven voor 2021 zijn doorgeschoven naar 2022. Dit betreft onder andere de uitgaven voor personele inzet.

Bijdrage aan ProDemos

Dit artikel is nagenoeg uitgeput.

Ontvangsten

De totale ontvangsten zijn € 1,1 mln. hoger uitgevallen dan de stand van de begroting bij de tweede suppletoire begroting. Verklaring hiervoor is dat een aantal fracties te kennen heeft gegeven dat hun egalisatiereserve het maximum in 2020 heeft bereikt. Conform hetgeen in de fractiekostenregeling staat wordt bij een overschrijding het verschil door de stichting terugbetaald aan de Tweede Kamer. Verder betreffen de ontvangsten de doorbelastingen van dienstverlening aan andere Hoge Colleges van Staat en ontvangsten van het UWV. De omzet van het restaurantbedrijf is lager uitgevallen vanwege de coronamaatregelen (gedeeltelijke sluiting van de restaurants en het vervallen van evenementen). Dit tezamen heeft geleid tot een overschot op de ontvangsten.

3.4 Artikel 4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

A. Algemene doelstelling

Het onder dit artikel opgenomen budget ten behoeve van wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer betreft de kosten van interparlementaire activiteiten.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4, lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

Voor wat betreft de uitvoering en de beoogde resultaten deden zich geen bijzonderheden voor.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

2017 2018 2019 2020 2021 2021 2021
Verplichtingen 1.098 1.090 1.172 904 891 1.520 ‒ 629
Uitgaven 1.008 1.171 1.181 904 891 1.520 ‒ 629
Materiële uitgaven
Interparlementaire betrekkingen 1.008 1.171 1.181 904 891 1.520 ‒ 629
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven

Materiële uitgaven

Interparlementaire betrekkingen

Het budget voor interdepartementale betrekkingen is in 2021 niet volledig tot besteding gekomen. De Corona-beperkingen hebben negatieve impact gehad op het reizen naar internationale organisaties, het Caribisch deel van het Koninkrijk en de ontvangst van buitenlandse delegaties. Dit leidt tot een onderschrijding van circa € 0,6 mln. op het verplichtingen- en uitgavenbudget.

4. Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 10. Nog onverdeeld

2017 2018 2019 2020 2021 2021 2021
Verplichtingen 0 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 0 0 0 0 0 0 0
Nog te verdelen
Loonbijstelling 0 0 0 0 0 0 0
Prijsbijstelling 0 0 0 0 0 0 0
Nog onverdeeld 0 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0

Vanuit dit artikel wordt de loon- en prijsbijstelling naar de artikelen geboekt.

5. Bedrijfsvoeringsparagraaf

5.1 Bedrijfsvoeringsparagraaf Eerste Kamer

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage voor vier verplichte onderdelen

Rechtmatigheid

De geconstateerde onrechtmatigheden zijn beperkt en blijven binnen de vastgestelde grenzen.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

De Algemene Rekenkamer (AR) constateerde over 2020 een onvolkomenheid in het financieel beheer. De AR constateert forse verbeteringen ten opzichte van 2020. Wel zijn nog verdere verbeteringen nodig in het beheer, zoals in het voorschotbeheer.

Misbruik en oneigenlijk gebruik

Er hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Grote lopende ICT-projecten

Er lopen binnen de Eerste Kamer geen ICT-projecten boven de € 5 mln.

Betaalgedrag

Het betaalgedrag van de Eerste Kamer was onvoldoende. 13% van de facturen is niet binnen 30 dagen betaald. Dit percentage is inclusief de dispuut-facturen en verwerking van creditnota’s.

Informatiebeveiliging

Ook al is het geen verplichting om aan de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) te voldoen, heeft de Eerste Kamer wel de ambitie om hier aan te voldoen.

De AR constateerde over 2020 een onvolkomenheid in de informatie-beveiliging. Vanaf het begin was duidelijk dat deze onvolkomenheid niet in één jaar kon worden opgelost. Voor 2021 lag de focus op de optimalisering van het beleid. De AR constateert forse verbeteringen ten opzichte van 2020.

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

In 2021 zijn in de financiële functie en het financieel beheer verbeteringen doorgevoerd die bijdragen aan een betere sturing van de organisatie. Dit wordt in 2022 voortgezet.

5.2 Bedrijfsvoeringsparagraaf Tweede Kamer

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage voor vier verplichte onderdelen

Rechtmatigheid

De geconstateerde onrechtmatigheden blijven binnen de vastgestelde grenzen.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Vanwege de verhuizing naar B67 is de Tweede Kamer een aantal contracten aangegaan met een meerjarig karakter. Dit heeft geleid tot een kritische beoordeling van de wijze waarop de verplichtingen en voorschotten worden vastgelegd. De verplichting voor contracten waarvan de financiële omvang over de gehele looptijd vooraf vaststaat, zijn in 2021 volledig vastgelegd. Dit is in lijn met de Regeling financieel beheer van het Rijk 2018. Deze technische bijstelling leidt tot een hogere realisatie van de aangegane verplichtingen in 2021.

De Auditdienst Rijk (ADR) adviseert om de financiële functie te versterken om de juistheid en volledigheid van de administratieve verwerking van verplichtingen en voorschotten te borgen en waar nodig correcties tijdig door te voeren. Daarnaast vraagt de ADR om aandacht voor het in één keer goed aanleveren van de prestatieonderbouwingen en hiervoor ook de financiële functie te versterken. De Tweede Kamer neemt het advies van de ADR over en versterkt in 2022 de financiële functie door de administratieve processen aan te scherpen en personele maatregelen te nemen om de interne controle te verstevigen.

De Tweede Kamer heeft op basis van een risicoanalyse in 2021 zelf een interne audit uitgevoerd op het kunstbeheer. Naar aanleiding van deze interne audit zijn verbetermaatregelen getroffen om het kunstbeheer op orde te brengen. De ADR merkt op dat het kunstbeheer over (heel) 2021 niet voldoet aan de belangrijkste normen en adviseert het kunstbeheer verder te versterken. De ADR is positief over de reeds doorgevoerde verbetermaatregelen door de Tweede Kamer.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

De Tweede Kamer hecht grote waarde aan de informatiebeveiliging in het algemeen en de betrouwbaarheid van het financiële informatiesysteem in het bijzonder. Ook in 2021 is geïnvesteerd in het treffen van maatregelen om de betrouwbaarheid te borgen. De baseline informatiebeveiliging overheid (BIO) en de relevante General IT Controls (GITC) voor de verantwoording, vormen de leidraad. In 2021 zijn verbeterslagen gemaakt met als resultaat dat de opzet van de beheersmaatregelen grotendeels op orde is. In 2021 zijn ook stappen gezet om de aantoonbaarheid te verbeteren. Deze ontwikkeling zet zich door in 2022.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Audit Committee

Het Audit Committee heeft in 2021 vanwege Covid-19 driemaal hybride vergaderd. Een belangrijk aandachtspunt dat is besproken is de verantwoordelijkheid van de Auditdienst Rijk om met ingang van 2022 bij de jaarrekening expliciet aandacht te besteden aan frauderisicobeheersing. De Tweede Kamer besteedt veel aandacht aan integriteit. Vraagstukken van integriteit en ongewenst gedrag staan hoog op de agenda. Het management van de Tweede Kamer blijft daar permanent aandacht aan geven en het Audit Committee blijft het beleid kritisch volgen.

Open standaarden en toegankelijkheid

De Tweede Kamer voegt ‘open standaarden’ standaard toe als randvoorwaarde bij de aanschaf of ontwikkeling van nieuwe systemen of applicaties. Dit doen we door het als ontwerpeis mee te geven bij projecten. Voor reeds bestaande systemen, waarin documenten tot stand komen en gepubliceerd worden in een zeer complexe keten waarin ook derde partijen betrokken zijn, geldt dat een klein deel van de documenten nog niet in een open standaard op de website gepubliceerd wordt. De Tweede Kamer zet zich samen met de ketenpartners in om de benodigde wijzigingen in het werkproces te realiseren. Hierbij wordt gezocht naar een generieke oplossing om ook vanuit de bestaande systemen documenten conform ’open standaarden’ te publiceren.

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

C. Jaarrekening

6. Verantwoordingsstaat

Verplichtingen Uitgaven Ontvangsten Verplichtingen Uitgaven Ontvangsten Verplichtingen Uitgaven Ontvangsten
Totaal 191.272 191.272 3.865 228.749 212.062 6.302 37.477 20.790 2.437
Beleidsartikelen
1 Wetgeving en controle Eerste Kamer 20.593 20.593 140 20.837 21.904 151 244 1.311 11
2 Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer 34.957 34.957 86 34.885 35.434 46 ‒ 72 477 ‒ 40
3 Wetgeving en controle Tweede Kamer 134.202 134.202 3.639 172.136 153.833 6.105 37.934 19.631 2.466
4 Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer 1.520 1.520 0 891 891 0 ‒ 629 ‒ 629 0
Niet-beleidsartikelen
10 Nog Onverdeeld 0 0 0 0 0 0 0 0 0

7. Saldibalans

31-12-2021 31-12-2020 31-12-2021 31-12-2020
Intra-comptabele posten Intra-comptabele posten
1) Uitgaven ten laste van de begroting 212.062 185.602 2) Ontvangsten ten gunste van de begroting 6.302 3.604
3) Liquide middelen 0 1
4) Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding 0 0 4a) Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding 200.885 177.654
5) Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding Begrotingsreserve 0 0 5a) Begrotingsreserves 0 0
6) Vorderingen buiten begrotingsverband 278 230 7) Schulden buiten begrotingsverband 5.153 4.575
8) Kas-transverschillen 0 0
Subtotaal intra-comptabel 212.340 185.833 Subtotaal intra-comptabel 212.340 185.833
Extra-comptabele posten Extra-comptabele posten
9) Openstaande rechten 0 0 9a) Tegenrekening openstaande rechten 0 0
10) Vorderingen 1.106 0 10a) Tegenrekening vorderingen 1.106 0
11a) Tegenrekening schulden 0 0 11) Schulden 0 0
12) Voorschotten 58.220 75.519 12a) Tegenrekening voorschotten 58.220 75.519
13a) Tegenrekening garantieverplichtingen 6.500 7.523 13) Garantieverplichtingen 6.500 7.523
14a) Tegenrekening andere verplichtingen 38.542 22.352 14) Andere verplichtingen 38.542 22.352
15) Deelnemingen 0 0 15a) Tegenrekening deelnemingen 0 0
Subtotaal extra-comptabel 104.368 105.394 Subtotaal extra-comptabel 104.368 105.394
Totaal 316.708 291.227 Totaal 316.708 291.227

TOELICHTING OP DE SALDIBALANS per 31 december 2021

Het intracomptabele deel van de saldibalans (financiële posten 1 t/m 8) bevat het resultaat van de financiële transacties in de departementale administratie die een directe relatie hebben met de kasstromen. Deze kasstromen worden via de rekening-courant met het Ministerie van Financiën bijgehouden.

Het extracomptabele deel bevat het saldo van de overige rekeningen die met sluitrekeningen in evenwicht worden gehouden.

De cijfers in de saldibalans zijn vermeld in duizendtallen en afgerond naar boven. Hierdoor kunnen bij het subtotaal en het totaal afrondingsverschillen optreden.

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2021 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

Ad 3. Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders. Het totaalbedrag is als volgt opgebouwd:

a) Eerste Kamer 0
b) Tweede Kamer 0
Totaal 0

Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Op de Rekening‑courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet. De volgende Rekening-courantverhouding is opgenomen in de balans:

a) Rekening-courant FIN/RHB 200.884.538
Totaal 200.884.538

Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband

a) Vorderingen Kasbeheerders
Eerste Kamer 68.632
Tweede kamer 209.370
Totaal 278.002

Ad a) Eerste Kamer

De vorderingen van de Eerste Kamer bestaan uit per 31 december 2021 per saldo openstaande vorderingen (€ 2.867) en betalingen (kruisposten € 60.406) die nog verder verwerkt moeten worden. Afwikkeling van deze posten zal in het tweede kwartaal van 2022 plaatsvinden. Daarnaast is nog een saldo crediteuren (€ 6.659) dat in januari 2022 afgewikkeld zal worden.

Ad b) Tweede Kamer

De vorderingen van de Tweede Kamer hebben betrekking op de nog per 31 december 2021 af te wikkelen voorschotten dienstreizen reizen (€ 94.566), vorderingen op P-Direkt (€ 37.114), voorschotten lonen (€ 27.158) en overige debiteuren en btw verlegd (€ 51.532). Afwikkeling van deze posten zal in 2022 plaatsvinden.

Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband

Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

a) Eerste Kamer 0
b) Tweede Kamer 5.153.981
Totaal 5.153.981

Ad a) Eerste Kamer

Per 31 december 2021 heeft de Eerste Kamer geen schulden.

Ad b) Tweede Kamer

De schulden van de Tweede Kamer bestaan voornamelijk uit nog af te dragen loonheffingen (€ 2.290.541) en premies (€ 2.763.286) die in januari 2022 worden afgewikkeld. Daarnaast staat er nog een post uit 2020 (IKAP aanwending ad € 11.421) open en is er nog een saldo kruisposten (€ 89.733). Beiden worden in 2022 afgewikkeld.

Ad12. Voorschotten

Ad 12a. Tegenrekening voorschotten

De saldi van de per 31 december openstaande voorschotten en van de in 2021 afgerekende voorschotten worden hieronder per ontstaansjaar gespecificeerd naar de Eerste- en Tweede Kamer.

t/m 2016 79.796 0 79.796 0
2017 79.439 0 79.439 0
2018 0 0 0 0
2019 382.841 0 382.841 0
2020 537.381 0 425.960 111.421
2021 0 1.179.465 0 1.179.465
Totaal 1.079.457 1.179.465 968.036 1.290.886
t/m 2016 375.331 0 375.331 0
2017 4.261.117 0 4.261.117 0
2018 0 0 0 0
2019 15.427.100 0 15.427.100 0
2020 54.375.059 0 54.191.339 183.720
2021 0 59.318.656 2.573.272 56.745.384
Totaal 74.438.607 59.318.656 76.828.159 56.929.104

Ad a) Eerste Kamer

Het saldo openstaande voorschotten van de Eerste Kamer bestaat voornamelijk uit in 2020 en 2021 verstrekte voorschotten aan de fractie-ondersteuning (€ 813.959). Deze voorschotten worden in de eerste helft van 2022 afgewikkeld. Daarnaast staan nog aan Loyalis verstrekte voorschotten over de periode 2021 open (€ 50.468). Na ontvangst van de goedkeurende accountantsverklaringen zullen de voorschotten in 2022 en volgende jaren worden afgewikkeld. Ook staan nog voorschotten aan NFGD (€ 351.959), de Stichting Parlementaire Geschiedenis (€ 37.000) en aan ProDemos (€ 37.500) open. Deze laatste twee voorschotten zullen conform afspraak in 2023 worden afgewikkeld.

Ad b) Tweede Kamer

Het saldo openstaande voorschotten van de Tweede Kamer bestaat o.a. uit verstrekte voorschotten aan de fracties (€ 43.416.298), voorschotten aan APG over het jaar 2021 (€ 10.885.843) en voorschotten ProDemos (€ 1.907.100). Na ontvangst van de goedkeurende accountantsverklaringen zullen de voorschotten in 2022 worden afgewikkeld. Daarnaast zijn voorschotfacturen aan leveranciers betaald (€ 719.863). In de loop van het jaar 2022 worden deze voorschotfacturen afgewikkeld.

Ad13. Garantieverplichtingen

Ad 13a. Tegenrekening garantieverplichtingen

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar (incl. neg. Bijstellingen) +/+
7.522.309
Tot betaling gekomen in 2021 0 -/-
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren 1.023.053 -/-
Totaal 6.499.256

De garanties van de Tweede Kamer vloeien voort uit het gestelde in de regeling «Tegemoetkoming in de kosten van de fracties».

Ad 14. Andere verplichtingen

Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen

Verplichtingen per 1/1 22.351.162
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar (incl. neg. Bijstellingen) 228.746.719 +/+
251.097.881
Tot betaling gekomen in 2021 212.060.103 -/-
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren 496.018 -/-
Totaal 38.541.759

De negatieve bijstelling van het verplichtingenbedrag bestaat uit verschillende inkooporders die zijn binnengekomen voor 2021, die in 2021 zijn afgewikkeld of negatief zijn bijgesteld.

8. WNT-verantwoording 2021 Staten-Generaal

De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT-instelling geen - al dan niet fictieve - dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het wettelijk bezoldigingsmaximum te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstverband vallen echter buiten de reikwijdte van de wet.

Voor dit departement heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande functionarissen. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het algemeen bezoldigings­maximum bedraagt in 2021 € 209.000.

Eerste Kamer der Staten-Generaal Dhr. R. Nehmelman Griffier 1 (1) nee 161.929 (160.862) 22.774 (21.164) 184.703 (182.026) 209.000
Tweede Kamer der Staten-Generaal Mevr. S.M. Roos Griffier 1 (1) nee 185.284 (181.218) 23.326 (21.800) 208.610 (203.018) 209.000