[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Jaarverslag overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad 2021

Jaarverslag en slotwet overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad 2021

Jaarverslag

Nummer: 2022D17574, datum: 2022-05-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36100-IIB-1).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36100 IIB-1 Jaarverslag en slotwet overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad 2021.

Onderdeel van zaak 2022Z08699:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021–2022
36 100IIB Jaarverslag en Slotwet overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad 2021
Nr. 1

Jaarverslag van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de kiesraad

Ontvangen 18 mei 2022

Gerealiseerde uitgaven en ontvangsten

Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 146.868.000,-

Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 6.060.000,-

A. Algemeen

1 1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik u het jaarverslag van het de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) over het jaar 2021 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2021 gevoerde financiële beheer.

Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:

  1. het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;
  2. de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;
  3. de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;
  4. de totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;
  5. de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.

Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:

  1. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2021;
  2. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;
  3. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;
  4. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2021 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2021, alsmede over de saldibalans over 2021 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016).

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

H.G.J.Bruins Slot

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. Leeswijzer

Algemeen

Voor u ligt het jaarverslag 2021 van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad.

Het jaarverslag 2021 is als volgt opgebouwd:

A. een algemeen deel met de dechargeverlening;

B. het beleidsverslag met de artikelen en de bedrijfsvoeringsparagraaf;

C. de jaarrekening met de verantwoordingsstaat, de saldibalans en de WNT-verantwoording 2021.

Specificatie apparaatsuitgaven

De begroting van de overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad heeft geen apart centraal apparaatsartikel. In de beleidsartikelen is bij de toelichting onder de tabel budgettaire gevolgen van beleid een uitsplitsing opgenomen van de apparaatsuitgaven.

Groeiparagraaf

Ten opzichte van het jaarverslag 2021 zijn in dit jaarverslag geen wijzigingen te melden.

Grondslagen voor de vastlegging en de waardering

De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2021. Voor de begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast.

Focusonderwerpen

De Tweede Kamer heeft voor de verantwoording 2021 verzocht aandacht te besteden aan bekostigingssystemen van uitvoeringsorganisaties bij het Rijk, die problemen ervaren als gevolg van de coronacrisis. De begroting van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad bevat geen uitvoeringsorganisaties, die hiermee problemen ervaren (Kamerstukken II 2020/21, 31490 nr. 296).

Beleidsverslag

Beleidsprioriteiten

Een College dient, conform de Comptabiliteitswet 2016, artikel 2.1 lid 7 betreffende een niet-departementale begroting, enkel haar taken en bedrijfsvoering weer te geven. Derhalve bevat de niet-departementale begroting – in vergelijking met departementale begrotingen waarbij wel een weergave van het beleid wordt opgenomen – geen beleidsprioriteiten. In aansluiting hierop worden geen beleidsprioriteiten opgenomen in het jaarverslag.

Beleidsartikelen

Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:

A. Algemene doelstelling;

B. Rol en verantwoordelijkheid;

C. Beleidsconclusies;

D. Budgettaire gevolgen van beleid;

E. Toelichting op de financiële instrumenten.

Het niet-beleidsartikel is opgebouwd uit de tabel budgettaire gevolgen en de toelichting op de tabel.

Toelichting op de financiële instrumenten

In de toelichting op de financiële instrumenten wordt een toelichting gegeven bij verschillen tussen de vastgestelde begroting 2021 en de realisatie 2021. Indien van toepassing wordt er verwezen naar de eerste en tweede suppletoire begroting 2021. Het uitgangspunt is om daar de beleidsmatige en technische mutaties toe te lichten die groter zijn dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2021 is opgenomen, de zogenaamde staffel, te weten:

1. Raad van State Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
2. Algemene Rekenkamer Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
3. De Nationale ombudsman Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
4. Kanselarij der Nederlandse Orden Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
6. Kabinet Gouverneur van Aruba Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
7. Kabinet Gouverneur van Curaçao Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
8. Kabinet Gouverneur van Sint Maarten Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
9. Kiesraad Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
10. Nog onverdeeld Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 2 mln.

Bedrijfsvoeringsparagraaf

Voor de overige Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad is een afzonderlijke bedrijfsvoeringsparagraaf opgenomen.

Jaarrekening

Verantwoordingsstaat

In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad.

Saldibalans

In de jaarrekening wordt de saldibalans opgenomen met de bijbehorende toelichting.

WNT-verantwoording

Het jaarverslag wordt afgesloten met de verantwoording van de Wet normering topinkomens (WNT) van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad.

B. Beleidsverslag

3. Beleidsartikelen

3.1 Artikel 1. Raad van State

A. Algemene doelstelling

Als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bijdragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.

De Grondwet en de Wet op de Raad van State vormen het wettelijk kader, waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.

De Afdeling Advisering van de Raad van State is belast met het onafhankelijk toezicht op de naleving van de (Europese) begrotingsregels, als bedoeld in het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur (VSCB) en artikel 5 van Verordening (EU) 473/2013.

De Afdeling advisering heeft sinds 2019 een nieuwe adviserende taak, die voortkomt uit de Klimaatwet. Zij brengt advies uit over de jaarlijkse Klimaatnota en het vijfjaarlijks Klimaatplan.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

De Afdeling advisering

Taak van de Afdeling advisering is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen adviesaanvragen. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid zijn daarbij belangrijke kernbegrippen.

In de onderstaande tabel zijn de realisaties voor de jaren 2018 ‒ 2021 weergegeven. Voor het jaar 2021 is een vergelijking gemaakt tussen ontwerpbegroting en de realisatie (afgedane adviesaanvragen).

2018 2019 2020 2021 2021
Ingekomen 410 427 508 389 400
Afgedaan 392 420 485 431 400

Mede in verband met de verkiezingen voor de Tweede Kamer en de daarop volgende kabinetsformatie is het aantal ingekomen adviesaanvragen iets lager dan de prognose. Dat is een vaste trend voor een verkiezingsjaar. Ten opzichte van het jaar 2020 is er in 2021 sprake van een lagere instroom. Dat heeft onder meer te maken met het grote aantal corona-gerelateerde zaken dat in 2020 voor advies aan de Afdeling advisering is voorgelegd.

Tegelijkertijd kon de als gevolg van de hoge instroom van zaken de in 2020 ontstane voorraad rond de jaarwisseling 2020/2021 worden afgewikkeld. Dat leidde tot een hoger aantal afgedane zaken in de begroting van 2021 was opgenomen.

De in de ontwerpbegroting opgenomen aantallen voor instroom en afhandeling zijn, mede door de afhankelijkheid van externe factoren, indicatief.

De Afdeling bestuursrechtspraak

Taak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen zaken. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid, bruikbare rechtsvorming en individuele rechtsbescherming zijn daarbij belangrijke aspecten.

De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit drie kamers: de Omgevingskamer, de Algemene kamer en de Vreemdelingenkamer.

In de onderstaande tabel is de realisatie van de afhandeling van zaken door de Afdeling bestuursrechtspraak weergegeven. De gemiddelde doorlooptijden van alle afdoeningen (hoofdzaken en Voorlopige Voorzieningen) zijn weergegeven.

Omgevingskamer 52 37 33
Algemene kamer 40 41 40
Vreemdelingenkamer 23 9 12
Totaal bestuursrechtspraak 115 87 85
2018 2019 2020 2021 2021 2021
Omgevingskamer 1.107 1.328 1.891 2.286 2.744 2.500
Algemene kamer 3.816 3.409 1.499 1.306 1.543 1.850
Vreemdelingenkamer 8.558 8.788 6.003 5.562 6.410 12.210
Totaal bestuursrechtspraak 13.481 13.525 9.393 9.154 10.697 16.560

De in de begroting opgenomen instroomverwachtingen van de Omgevingskamer en de Algemene kamer zijn gebaseerd op ervaringsgegevens en een verondersteld ongewijzigd beleid bij de wetgever en de bestuursorganen. De veronderstellingen van de instroom en de uitstroom van hoger beroepen van vreemdelingen wordt doorgaans in de maand november voorafgaand aan het uitvoeringsjaar in het overleg van de partners in de vreemdelingenketen vastgesteld. De verwerking van de budgettaire gevolgen van deze actualisatie vindt plaats bij gelegenheid van de suppletoire begrotingen.

Zoals dat in 2020 reeds het geval was, was ook 2021 vanwege de corona pandemie een uitzonderlijk jaar. De instroom van zaken van de Omgevingskamer lag hoger dan de prognose. Binnen de Algemene kamer en de Vreemdelingenkamer was het aantal ingekomen zaken lager dan de prognose. Het aantal zaken dat in 2021 is afgedaan is lager dan het aantal zaken dat is ingekomen. De Afdeling bestuursrechtspraak ondersteunt sinds eind 2019 het College van Beroep voor het bedrijfsleven bij het afdoen van beroepszaken over besluiten met daarin heffingen gebaseerd op de Regeling fosfaatreductieplan 2017. De fosfaatzaken waaraan door de Algemene kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak in 2021 een relevante bijdrage heeft geleverd zijn niet meegerekend in bovenstaande tabel. Voorts zag de directie Bestuursrechtspraak zich geconfronteerd met vacatures voor juristen die vanwege de krapte op de arbeidsmarkt niet volledig en tijdig konden worden vervuld.

De Afdeling bestuursrechtspraak is na de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de rechtbanken de laatste schakel in de vreemdelingenketen. De instroom van zaken binnen de Vreemdelingenkamer is grotendeels de uitkomst van de instroom, doorstroom en uitstroom bij de genoemde ketenpartners. In 2021 was mede als gevolg van lagere instroom vanuit respectievelijk de IND en de rechtbanken de instroom van zaken lager dan het in de begroting vermelde aantal.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

2017 2018 2019 2020 2021 2021 2021
Verplichtingen 54.691 63.633 67.900 78.389 74.126 65.597 8.529
Uitgaven 56.173 60.428 65.394 72.711 73.037 65.597 7.440
Institutionele inrichting
Advisering 7.519 5.193 6.084 6.960 7.204 6.499 705
Bestuursrechtspraak 24.832 28.598 31.475 32.422 31.500 35.388 ‒ 3.888
Raad van State gemeenschappelijke diensten 23.822 26.637 27.835 33.329 34.333 23.710 10.623
Ontvangsten 1.899 1.704 1.557 1.280 1.286 1.950 ‒ 664

E. Toelichting op de instrumenten

Totaal apparaat 73.037
waarvan personeel 61.818
Eigen personeel 52.999
Externe inhuur 6.557
Overig personeel 2.262
waarvan materieel 11.219

Verplichtingen

Gedurende de begrotingsuitvoering 2021 is de verplichtingenraming enkele malen aangepast. De mutaties zijn hieronder in de toelichting bij de uitgaven vermeld.

Het bedrag van de aangegane verplichtingen is circa € 0,9 mln. hoger dan bij tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit is veroorzaakt door enkele meerjarige verplichtingen, waarvan het meerjarig karakter bij gelegenheid van tweede suppletoire begroting nog niet bekend was. Het betreft facilitaire en ICT verplichtingen.

Uitgaven

Institutionele inrichting

Advisering

Bij gelegenheid van de eerste suppletoire begroting is de begroting van het artikelonderdeel Advisering verhoogd. Deze verhoging betrof de toevoeging van meerjarige begrotingsgelden bestemd voor de uitvoering van uit hoofde van de Klimaatwet. Ook zijn ten behoeve van de professionalisering van de adviseringstaak generale middelen toegevoegd aan de begroting.

De gerealiseerde uitgaven zijn als gevolg van enkele vacatures die in 2021 niet zijn vervuld of later ingevuld zijn dan verwacht, circa € 0,5 mln. lager dan begroot.

Bestuursrechtspraak

Bij gelegenheid van de eerste suppletoire begroting is de begroting van de uitgaven van het artikelonderdeel Bestuursrechtspraak verhoogd. Deze verhoging was het gevolg van een opwaartse bijstelling van de instroom- en productieraming in het Hoger Beroep Vreemdelingen. Bij gelegenheid van de tweede suppletoire begroting is het bedrag van de loon- en prijscompensatie aan de begroting toegevoegd en is de begroting van de uitgaven op basis van de inmiddels verlaagde prognose van de instroom en uitstroom van vreemdelingenzaken verlaagd.

De ambtelijke capaciteit die beschikbaar is voor de bestuursrechtspraak is, in vergelijking met het jaar 2020, licht gedaald. De aan bestuursrechtspraak toe te rekenen personele uitgaven zijn navenant gedaald.

Gemeenschappelijke diensten

Bij gelegenheid van de eerste suppletoire begroting zijn middelen aan de begroting van de Raad van State toegevoegd voor de implementatie en uitvoering van de Wet Open Overheid, het inrichten van thuiswerken en de IV-kalender.

De in 2021 gerealiseerde uitgaven zijn als gevolg van een aantal projecten op het vlak van de bedrijfsvoering en als gevolg van gestegen inhuur van externe capaciteit en aanschaffingen op het vlak van IT ontwikkeling en beheer hoger dan de realisatie 2020. Tot de aanschaffingen behoren de incidentele uitgaven die gemaakt zijn ten behoeve van de verbetering en beveiliging van het thuiswerken.

Ontvangsten

De ontvangsten uit hoofde van de griffierechten vallen als gevolg van bovengenoemde ontwikkelingen tegen met circa € 0,7 mln.

3.2 Artikel 2. Algemene Rekenkamer

A. Algemene doelstelling

De Algemene Rekenkamer is belast met het onderzoek van de ontvangsten en uitgaven van het Rijk. Zij heeft als doel het rechtmatig, doelmatig, doeltreffend en integer functioneren van het Rijk en de daarmee verbonden organen te toetsen en te helpen verbeteren. Daarbij toetst zij ook de nakoming van verplichtingen die Nederland in internationaal verband is aangegaan.

De wettelijke taak van de Algemene Rekenkamer als Hoog College van Staat is vastgelegd in artikel 76 en artikel 105.3 van de Grondwet en in de Comptabiliteitswet 2016.

Hierin ligt enerzijds de basis van de klassieke wettelijke opdracht om jaarlijks de rechtmatigheid te onderzoeken van het financieel beheer van het Rijk en een goedkeurende verklaring te geven bij de Rijksrekening. Het wettelijk kader bevat naast controle op rechtmatigheid anderzijds ook de opdracht om de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gevoerde beleid te onderzoeken. De taken van de Algemene Rekenkamer vereisen een grondwettelijk geborgde, onafhankelijke positie ten opzichte van de regering en het parlement. Het vereist niet alleen een degelijke wettelijke basis, maar ook een bestendige financiële basis, die de ruimte om in onafhankelijkheid keuzes te kunnen maken ondersteunt.

De Algemeen Rekenkamer dient geen ander belang dan het goed en integer functioneren en presteren van het openbaar bestuur. De Algemene Rekenkamer laat op onpartijdige wijze zien hoe de rijksoverheid, inclusief de daaraan verbonden organen, in de praktijk functioneert en presteert en welke verbeteringen mogelijk zijn, ongeacht de samenstelling van het parlement en het kabinet. Daarmee wil zij ook een bijdrage leveren aan het vertrouwen van burgers dat de overheid zorgvuldig, zuinig en zinnig omgaat met publiek geld.

De Algemene Rekenkamer voorziet de regering, de Staten-Generaal en degenen die verantwoordelijk zijn voor de aan het Rijk verbonden organen van bruikbare en relevante informatie, aan de hand waarvan zij kunnen bepalen of het beleid van een minister rechtmatig, doelmatig en doeltreffend is uitgevoerd. Deze informatie bestaat uit onderzoeksbevindingen, oordelen en aanbevelingen over organisatie, beheer en beleid en is in beginsel voor het publiek toegankelijk. De Algemene Rekenkamer bepaalt zelf welke onderzoeken zij openbaar maakt. Twee keer per jaar actualiseert en publiceert de Algemene Rekenkamer haar lopende onderzoeksagenda.

Daarnaast rekent zij het tot haar verantwoordelijkheden om een bijdrage te leveren aan goed openbaar bestuur door kennisuitwisseling en samenwerking in binnen- en buitenland. Hoofdstuk 7 van de Comptabiliteitswet 2016 verschaft een wettelijke basis voor het uitvoeren van internationale werkzaamheden die aansluiten bij de wettelijke taken van de Algemene Rekenkamer.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

Strategie

Voor de Algemene Rekenkamer was 2021 het eerste jaar van de nieuwe strategische periode 2021-2025 ‘ Vertrouwen in Verantwoording’ . De Algemene Rekenkamer kiest er net als voorheen voor om publiek geld scherp te volgen. In 2021 hebben de directies een start gemaakt met de tactisch-operationele vertaling van de nieuwe strategie voor de onderzoeksprogrammering. Verder is gewerkt aan verdere doorontwikkeling van het verantwoordingsonderzoek en versterking van het doelmatigheidsonderzoek. Hierbij wordt steeds meer gebruik gemaakt van nieuwe methoden en technieken van onderzoek.

Onderzoeksprogramma´s

De afgelopen jaren heeft de Algemene Rekenkamer een aantal terreinen en thema’s aangewezen die centraal staan in ons onderzoek. Deze onderwerpen komen onder andere tot uitdrukking in programma’s. Het programma Premiesectoren Zorg en Sociale Zekerheid (ZSZ) loopt in 2021 af, het programma Ontvangsten in 2022.

Resultaten

De coronacrisis heeft ook in 2021 grote impact gehad. Medewerkers werkten hoofdzakelijk vanuit huis, de samenwerking moest meer digitaal en anders plaatsvinden. Desondanks heeft de Algemene Rekenkamer vooruitgang gemaakt met de voor 2021 gestelde doelen.

Zo heeft de Algemene Rekenkamer in 2021 in totaal 68 publicaties opgeleverd:

  1. 37 rapporten waarvan 22 in het Verantwoordingsonderzoek;
  2. 12 updates van een webdossier;
  3. 19 brieven aan de Tweede Kamer, waarvan 13 begrotingsbrieven.

Op www.rekenkamer.nl heeft de Algemene Rekenkamer de onderzoeksrapporten, de brieven aan de Tweede Kamer en de jaarlijkse Verslagen gepubliceerd. Daar zijn ook de webdossiers te vinden. De Algemene Rekenkamer maakt de uitgaven (het grootboek) openbaar in de vorm van open data.

Verder is de toetsing van de kwaliteit van het onderzoek geïntensiveerd. Zo is in 2020 een peer review door buitenlandse rekenkamers afgerond. De aanbevelingen zijn in 2021 voortvarend opgepakt (o.a. werken met risico- en omgevingsanalyses). Verder beveelt de peer review aan om de onafhankelijkheid van de Algemene Rekenkamer in de ´financial audit´ te versterken. We hebben een brief hierover gestuurd naar de Eerste en Tweede Kamer en een toelichting gegeven. We zijn nog in afwachting van een reactie. Tenslotte is het organisatieontwikkelingstraject, gericht op het verbeteren van de interne beheersing en externe oriëntatie, voortgezet.

Samenvattend waren het op dit artikel uitgevoerde beleid en de bijbehorende beleidsresultaten het afgelopen jaar conform de verwachtingen. Tijdens de coronacrisis heeft wel een herprioritering van onderzoeken plaats gevonden. Er zijn evenwel geen grote afwijkingen of een noodzaak tot bijstelling aan het licht gekomen. Eerder ingezette doelen worden voortgezet.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

2017 2018 2019 2020 2021 2021 2021
Verplichtingen 28.555 31.088 33.307 32.879 34.640 33.544 1.096
Uitgaven 28.576 30.574 32.214 33.276 34.035 33.544 491
Institutionele inrichting
Recht- en doelmatigheidsbevordering 28.576 30.574 32.214 33.276 34.035 33.544 491
Ontvangsten 1.153 1.592 1.584 1.136 1.240 1.017 223

E. Toelichting op de instrumenten

Totaal apparaat 34.035
waarvan personeel 29.091
Eigen personeel 26.375
Externe inhuur 2.716
Overig personeel 0
waarvan materieel 4.944
ICT 2.291
Bijdrage aan SSO's 886
Overig materieel 1.767

Uitgaven

Institutionele inrichting

Recht- en doelmatigheidsbevordering

De oorspronkelijke uitgavenbegroting 2021 bedroeg € 33,5 mln. Bij de eerste en tweede suppletoire begroting 2021 is extra budget toegevoegd in verband met onder andere de loon- en prijsontwikkeling. De stand na de tweede suppletoire begroting 2021 bedroeg € 34,8 mln. Het restant bedraagt € 0,7 mln. De lagere uitputting is incidenteel en grotendeels te wijten aan de maatregelen ter bestrijding van het coronavirus, waardoor verschillende uitgaven niet hebben kunnen plaatsvinden. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om woon- en werkverkeer, internationale dienstreizen en catering. Verder was er sprake van vertraagde werving van personeel en is een deel van de bij eerste suppletoire begroting 2021 toegekende budgetten voor het actieplan ‘ Open op Orde’ niet tot besteding gekomen.

Ontvangsten

De ontvangstenbegroting voor 2021 bedroeg € 1 mln. De gerealiseerde ontvangsten waren afgerond € 1,2 mln.

3.3 Artikel 3. De Nationale ombudsman

A. Algemene doelstelling

De Nationale ombudsman komt in beeld als burgers er niet in slagen om er uit te komen met de overheid. Als het misgaat tussen de burger en de overheid, kan de ombudsman tussenbeide komen, bemiddelen of een onderzoek instellen. Ook kan de ombudsman op eigen initiatief structurele problemen aandacht geven.

In het werk van de Nationale ombudsman staat de vraag centraal of burgers behoorlijk behandeld worden door de overheid. Handelt de overheid eerlijk, communiceert zij begripvol met burgers en is er voldoende oog voor de menselijke maat?

Enerzijds helpt de Nationale ombudsman burgers als het misgaat tussen hen en de overheid:

  1. door burgers de weg te wijzen naar het juiste loket;
  2. door ze te ondersteunen met adviezen en tools;
  3. door op een effectieve manier onderzoek te doen.

Anderzijds wil de Nationale ombudsman overheden uitdagen anders te kijken naar diensten, processen en innovaties. Daarom kijken we naar wat de overheid doet. Denken we na over manieren waarop het anders en beter kan. Om overheden hier vervolgens op aan te spreken en ze te vragen om zaken te verbeteren en zich meer te verplaatsen in de burger.

De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman hebben tot doel te bevorderen dat de rechten van respectievelijk jeugdigen en veteranen worden geëerbiedigd door bestuursorganen en door privaatrechtelijke organisaties. De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman zijn onderdeel van de Nationale ombudsman.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

Versterken klachtbehandeling en dienstverlening door de overheid

De Nationale ombudsman wil de dienstverlening voor burgers ook in de toekomst waarborgen. De rode draad voor 2021 is de werkwijze van de Nationale ombudsman toekomstbestendig maken, zodanig dat deze past bij de relatie tussen burger en overheid in de toekomst en zodanig dat iedereen die vastloopt terecht kan bij een ombudsfunctie. Dat heeft de Nationale ombudsman in 2021 gedaan door een nog betere ombudsfunctie te realiseren, zodat iedereen die vastloopt terecht kan bij een ombudsfunctie, met focus op de één-loket-gedachte. Het doel is te komen tot een door de meerderheid van de ombudsmannen binnen de overheid gedragen visie op de invulling van de functie van «tweedelijns klachtbehandelaar» voor de overheid. Daarvoor is medio 2021 de eerste kennisbijeenkomst belegd met de ombudsmannen binnen de overheid over de betekenis van de Venice Principles en een mogelijke heroriëntering op ‘behoorlijkheid’.

Verdieping en versterking van onze samenwerking met stakeholders, zodat de Nationale ombudsman en professionals en hulpverleners die burgers bijstaan elkaar beter kunnen vinden. Om zo ook anderen, die zich richten op de relatie burger en overheid, op weg te helpen en met hen samen te werken; Hiervoor is in 2021 het online platform voor intermediairs verder uitgebouwd. Hier kunnen professionals kennis met elkaar en met de Nationale ombudsman delen. Aan de website is informatie specifiek gericht op intermediairs toegevoegd. Het relatiebeheer met intermediairs is verder geprofessionaliseerd.

Bedrijfsvoering

De focus van de bedrijfsvoering ligt op toekomstbestendig en veilig werken. In 2021 is gestart met het vernieuwen van de belangrijkste applicaties voor het ombudswerk. Het voldoen aan de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) is daarbij voor de Nationale ombudsman een belangrijk uitgangspunt.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

2017 2018 2019 2020 2021 2021 2021
Verplichtingen 16.131 17.949 19.172 21.932 23.666 20.812 2.854
Uitgaven 16.266 18.339 19.672 20.814 23.099 20.812 2.287
Institutionele inrichting
Taakuitoefening Nationale ombudsman 14.112 16.089 17.006 18.049 20.009 18.289 1.720
Materiële uitgaven
Taakuitoefening medeoverheden 2.154 2.250 2.666 2.765 3.090 2.523 567
Ontvangsten 2.580 2.357 2.360 2.817 2.791 2.539 252

E. Toelichting op de instrumenten

Totaal apparaat 23.099
waarvan personeel 18.772
Eigen personeel 16.620
Externe inhuur 1.121
Overig personeel 1.031
waarvan materieel 4.327

Uitgaven

Institutionele inrichting

Taakuitoefening Nationale ombudsman

Dit betreft de uitgaven voor klachtbehandeling door de Nationale ombudsman waaronder ook het onderzoek op eigen initiatief. Daarnaast betreft dit ook uitgaven voor de uitvoering van taken van de Kinderombudsman en de Veteranenombudsman.

Het budget op dit instrument was bij de begroting circa € 18,3 mln. Gedurende het jaar is in totaal circa € 1,1 mln. aan de begroting toegevoegd. Dit is inclusief € 0,8 mln. naar aanleiding van de Kabinetsreactie op de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK). Van dit budget is € 20 mln. tot besteding gekomen.

Kinderombudsman

Naar aanleiding van de Evaluatie Wet Kinderombudsman (Kamerstukken II 2016/17, 34758, nr. 1) is het budget voor de Kinderombudsman structureel opgehoogd met € 0,5 mln. (Kamerstukken II 2018/19, 34758, nr. 2). De Kinderombudsman kan hierdoor onder andere kinderen en jongeren meer bij haar werk betrekken, door naar hun mening te vragen en op deze wijze aandachtsgebieden en prioriteiten aan te brengen in haar werk.

Deze middelen zijn name besteed om:

  1. meer thematische onderwerpen op te pakken waarbij de mening en visie van kinderen en jongeren centraal staan;
  2. meer (structurele) informatie-uitwisseling met (groepen) kinderen en jongeren tot stand te brengen, zowel digitaal als in persoon (participatie);
  3. individuele verzoeken en klachten sneller af te handelen;
  4. meer invulling te geven aan de taken van de Kinderombudsman op Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES-eilanden);
  5. de website van de Kinderombudsman te geschikter te maken voor kinderen en jongeren en hun rechten waardoor de informatievoorziening verbetert.
Klachten 2017 2018 2019 2020 2021
Nationale ombudsman 23.240 23.230 28.390 25.640 29.920
Kinderombudsman 2.450 2.000 2.100 1.990 2.170
Veteranenombudsman 150 200 280 280 290
Totaal 25.840 25.430 30.770 27.910 32.380

In 2021 is het aantal door de Nationale ombudsman ontvangen klachten met 29.920 hoger dan in 2020. De Kinderombudsman heeft 2.170 verzoeken ontvangen. Dit is een toename van 180 verzoeken ten opzichte van het jaar daarvoor. De Veteranenombudsman heeft 290 klachten ontvangen. Dat is een toename van 10 klachten ten opzichte van het jaar daarvoor. Het totaal aantal klachten is in 2021 toegenomen.

Materiële uitgaven

Taakuitoefening medeoverheden

Op dit artikelonderdeel worden alle uitgaven van de klachtbehandeling voor de mede overheden zichtbaar.

Het budget op dit instrument was bij de begroting circa € 2,5 mln. Gedurende het jaar is circa € 0,25 mln. aan de begroting toegevoegd. Van dit budget is € 3 mln. tot besteding gekomen.

Aangesloten gemeenten 2017 2018 2019 2020 2021
in percentage 71 73 73 75 75

20% van alle klachten die de Nationale ombudsman heeft ontvangen, hebben betrekking op gemeenten, gemeenschappelijke regelingen, provincies en waterschappen. Het aantal geregistreerde klachten bedroeg in 2021 5.935.

In het jaarverslag van de Nationale ombudsman over 2021 wordt ingegaan op alle activiteiten van zowel de Nationale ombudsman, de Kinderombudsman als de Veteranenombudsman.

Ontvangsten

De ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op de klachtbehandeling voor de medeoverheden.

Een aantal facturen voor de mede overheden zijn in 2021 later verstuurd dan gebruikelijk. Hierdoor is de betaaltermijn voor deze facturen nog niet verstreken. Deze ontvangst wordt in 2022 verwacht.

3.4 Artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden

A. Algemene doelstelling

De Kanselarij der Nederlandse Orden (KNO) is bij Koninklijk Besluit (KB) van 3 juni 1844 ingesteld. De Kanselarij der Nederlandse Orden is de organisatie die:

  1. het Kapittel der Militaire Willems-Orde en het Kapittel voor de Civiele Orden huisvest en ambtelijk ondersteunt in hun advisering over de voorstellen tot decoratieverlening;
  2. zorg draagt voor het beheer van de versierselen van de onderscheidingen en voor de correcte verzending ervan aan de betrokken ministeries;
  3. zorgt dat registers worden aangehouden van in het Koninkrijk der Nederlanden onderscheiden personen.

Kapittel der Militaire Willems-Orde

De taken van het Kapittel der Militaire Willems-Orde behelzen:

  1. het adviseren van het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur over de voordrachten voor benoeming of bevordering in en ontslag uit de Orde dan wel over aanvragen om in de Orde te worden opgenomen of bevorderd;
  2. het verstrekken van inlichtingen aan het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur alsmede het geven van inzage in alle zakelijke gegevens en bescheiden aan deze departementen;
  3. het aanhouden van registers voor elk der vier klassen van ridders;
  4. het houden van aantekening van verlening van het ordeteken aan onderdelen van de krijgsmacht.

Kapittel voor de Civiele Orden

Het Kapittel voor de Civiele Orden heeft als adviescollege op landelijk niveau tot taak Onze Minister wie het aangaat te adviseren over het verlenen van onderscheidingen in één van de Civiele Orden.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

Ondanks de bijzondere situatie van afgelopen jaar door de coronamaatregelen zijn opnieuw alle aanvragen voor koninklijke onderscheidingen afgehandeld en voorzien van een advies. Ook zijn alle onderscheidingen op gepaste wijze uitgereikt met inachtneming van de voorgeschreven coronamaatregelen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

2017 2018 2019 2020 2021 2021 2021
Verplichtingen 3.315 5.291 6.740 6.715 5.571 4.595 976
Uitgaven 4.807 5.392 5.739 6.801 5.337 4.595 742
Institutionele inrichting
Apparaat 3.326 4.364 4.539 5.080 3.668 2.868 800
Materiële uitgaven
Decoraties 1.480 1.027 1.199 1.720 1.669 1.722 ‒ 53
Riddertoelagen 1 1 1 1 0 5 ‒ 5
Ontvangsten 308 335 343 439 390 199 191

E. Toelichting op de instrumenten

Totaal apparaat 3.668
waarvan personeel 2.210
Eigen personeel 1.766
Externe inhuur 444
Overig personeel 0
waarvan materieel 1.458
ICT 537
Bijdrage aan SSO's 229
Overig 692

Uitgaven

Institutionele inrichting

Apparaat

De apparaatskosten zijn hoger dan de vastgestelde begroting. Deze hogere uitgaven hebben betrekking op de doorontwikkeling van het decoratiesysteem Lint en het project informatiehuishouding / Open op Orde waarvoor onder andere externe expertise ingehuurd is. Hiervoor is bij eerste en tweede suppletoire begroting extra budget toegekend.

Materiële uitgaven

Decoraties

De gerealiseerde uitgaven voor decoraties hebben betrekking op ingekochte versierselen en toebehoren (zoals verpakkingen en oorkondes).

Riddertoelagen

Aan de in leven zijnde Ridders Militaire Willems-Orde, de weduwen/weduwnaars van Ridders Militaire Willems-Orde of de minderjarige kinderen van Ridders Militaire Willems-Orde wordt van rechtswege een jaarlijkse riddertoelage uitgekeerd. Door overlijdens in 2021 van weduwen van Ridders Militaire Willems-Orde, zijn er minder toelagen uitbetaald dan begroot was.

Ontvangsten

Er zijn in 2021 meer borgsommen ontvangen dan was begroot voor het voor onbepaalde tijd in bruikleen houden van Koninklijke onderscheidingen door gedecoreerden of erven van gedecoreerden.

3.5 Artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba

A. Algemene doelstelling

Het Kabinet van de Gouverneur van Aruba heeft tot taak het ondersteunen van de Gouverneur van Aruba in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Koning als hoofd van de regering van Aruba en in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk. Gezien deze ondersteunende rol zijn de taken van het Kabinet een afgeleide van de taken en bevoegdheden van de Gouverneur, die voornamelijk zijn geregeld in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Aruba en het Reglement voor de Gouverneur van Aruba. Het kabinet heeft ook tot taak het behandelen van consulaire aangelegenheden aangezien de gouverneur tevens bevoegdheden heeft in het kader van de verkrijging van het Nederlanderschap en de verstrekking van paspoorten en visa aan personen die woonachtig zijn in Aruba.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

Voor het handelen van de gouverneur als landsorgaan leggen de ministers van Aruba verantwoording af aan de Staten van Aruba. De gouverneur is als Koninkrijksorgaan verantwoordelijk aan de regering van het Koninkrijk.

De gouverneur onderhoudt contacten met de minister-president en overige Ministers van Aruba, de Staten, maatschappelijke organisaties en met ministers en andere bestuurders van de andere landen van het Koninkrijk. De gouverneur onderhoudt ook contacten met ambassadeurs van het Koninkrijk en van andere staten in de regio. De relaties met de Gouverneurs van Sint Maarten en Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.

Het kabinet onderhoudt contacten met andere organen van de overheid, zowel binnen als buiten het Koninkrijk. Bij de uitvoering van rijksregelgeving werkt het kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten van Nederland.

C. Beleidsconclusies

Er zijn in 2021 geen beleidswijzigingen geweest.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

2017 2018 2019 2020 2021 2021 2021
Verplichtingen 2.006 1.876 2.399 2.096 2.338 1.958 380
Uitgaven 2.006 1.876 2.399 2.096 2.338 1.958 380
Institutionele inrichting
Kabinet Gouverneur Aruba 2.006 1.876 2.399 2.096 2.338 1.958 380
Ontvangsten 100 89 108 53 96 60 36

E. Toelichting op de instrumenten

Totaal apparaat 2.338
waarvan personeel 1.662
Eigen personeel 1.656
Externe inhuur 6
Overig personeel 0
waarvan materieel 676

Uitgaven

Institutionele inrichting

Kabinet Gouverneur van Aruba

In 2019 is Het Kabinet van de Gouverneur van Aruba aangevangen met een inhaalslag van de nodige vervangingsinvesteringen en met het onderhoud van gebouwen en installaties. Deze inhaalslag is, anders dan begroot, niet volledig gerealiseerd in 2021. Dit is met name veroorzaakt door de effecten van de coronapandemie, grotendeels door de vertraging in het productieproces en problemen met betrekking tot het transport van goederen/materialen.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn in vergelijking met het jaar 2020 gestegen en kennen ondanks de effecten van COVID-19 in 2021 weer eenzelfde verloop als de jaren voor de uitbraak van COVID-19.

3.6 Artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

A. Algemene doelstelling

De missie van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao is het optimaal ondersteunen van de gouverneur in de uitoefening van zijn taken in zijn beide hoedanigheden: als het hoofd van de regering van het land Curaçao en als orgaan van het Koninkrijk. De taken van het kabinet zijn afgeleid van de wettelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Gouverneur. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Curaçao zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Curaçao, verschillende (organieke) Curaçaose landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement van de Gouverneur van Curaçao.

Aan het feit dat de gouverneur het bevoegde orgaan is in de uitvoeringsregelingen van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur dienstverlenende, uitvoerende consulaire werkzaamheden. De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een organisatie- en formatieplan.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

Er zijn in 2021 geen beleidswijzigingen geweest.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

2017 2018 2019 2020 2021 2021 2021
Verplichtingen 3.052 3.008 2.945 2.607 2.422 2.968 ‒ 546
Uitgaven 3.052 3.008 2.945 2.607 2.422 2.968 ‒ 546
Institutionele inrichting
Kabinet Gouverneur Curaçao 3.052 3.008 2.945 2.607 2.422 2.968 ‒ 546
Ontvangsten 163 186 97 121 142 200 ‒ 58

E. Toelichting op de instrumenten

Totaal apparaat 2.422
waarvan personeel 1.705
Eigen personeel 1.678
Externe inhuur 22
Overig personeel 5
waarvan materieel 717

Uitgaven

Institutionele inrichting

Kabinet Gouverneur van Curaçao

Het Kabinet heeft in 2021 minder besteed dan was begroot. Dit komt doordat het groot onderhoud van de gebouwen, dat volledig begroot was in 2021, doorloopt naar 2022.

Ook is een deel van het budget niet benut als gevolg van afgelasting van diverse bijeenkomsten en dienstreizen als gevolg van de coronacrisis.

Ontvangsten

Het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao heeft behalve de ontvangsten uit consulaire producten, geen eigen inkomsten. De consulaire producten die een opbrengst (leges) genereren zijn naturalisaties en opties, nationale paspoorten en nooddocumenten en visa.

3.7 Artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

A. Algemene doelstelling

De missie van het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten is het ondersteunen van de gouverneur in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Koning als hoofd van de regering van het land Sint Maarten en als vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk.

De taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Sint Maarten zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Sint Maarten, verschillende (organieke) Sint Maartense landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten.

Aan het feit dat de gouverneur bevoegd orgaan is tot uitvoering van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Rijkswet Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur veel dienstverlenende, uitvoerende werkzaamheden. De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een organisatie- en formatieplan.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

De bestuurlijke rol van de gouverneur zowel binnen Sint Maarten als landsorgaan, als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat door het kabinet ten behoeve van de Gouverneur op het gehele werkveld van deze overheden contacten worden onderhouden met de Staten van Sint Maarten, met ministers, andere bestuurders en instituties in het Koninkrijk, Sint Maarten en Nederland. De relaties met de Gouverneurs van Aruba en van Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.

Met name bij de uitvoering van (rijks-)wetgeving werkt het kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst, de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Binnen het land Sint Maarten heeft het kabinet intensief contact met de Staten, de Raad van Ministers, de Hoge Colleges van Staat en met overige landsdiensten. De Gouverneur van Sint Maarten heeft de procedure van de aanvraag en uitgifte van nationale paspoorten aan ingezetenen van Sint Maarten deels gemandateerd aan de landsdienst voor Burgerzaken (Census Office).

C. Beleidsconclusies

Het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten verzamelt informatie aangaande politieke, juridische, bestuurlijke, economische, financiële en (sociaal)maatschappelijke ontwikkelingen en informeert de Gouverneur van Sint Maarten hierover. Het Kabinet is geen beleidsvormend orgaan. Het Kabinet voert de correspondentie namens de Gouverneur en begeleidt deze bij binnenlandse en buitenlandse bezoeken. Voorts behandelt en geleidt het Kabinet de aan de Gouverneur verrichte verzoekschriften door. De ambtelijke ondersteuning van de Gouverneur is erop gericht dat de Gouverneur zijn taken als Lands- en Koninkrijksorgaan op adequate wijze kan vervullen.

Net als in 2020 zijn er in 2021 door de coronacrisis minder reisdocumenten en Visa uitgegeven dan voor de crisis. Ook het aantal optieverzoeken en naturalisaties zijn ten opzichte van voor de crisis minder.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

2017 2018 2019 2020 2021 2021 2021
Verplichtingen 2.168 2.472 2.400 2.133 2.195 2.157 38
Uitgaven 2.194 2.472 2.400 2.133 2.195 2.157 38
Institutionele inrichting
Kabinet Gouverneur Sint Maarten 2.194 2.472 2.400 2.133 2.195 2.157 38
Ontvangsten 114 135 81 92 114 75 39

E. Toelichting op de instrumenten

Totaal apparaat 2.195
waarvan personeel 1.402
Eigen personeel 1.402
Externe inhuur 0
Overig personeel 0
waarvan materieel 793
ICT 99
Bijdrage aan SSO's 0
Overig 694

Uitgaven

Institutionele inrichting

Kabinet Gouverneur Sint Maarten

Het Kabinet heeft minder besteed dan was begroot in 2021. Deze onderbesteding heeft een aantal oorzaken. Allereerst zijn er minder loonkosten gemaakt dan begroot. De reden hiervan is dat de functie van plaatsvervangend directeur vervuld middels een lokale aanstelling en een dergelijke aanstelling minder kosten met zich meebrengt dan een detachering vanuit Nederland omdat er geen buitenlandvergoeding hoeft worden overgemaakt. Daarnaast zijn er door de corona crisis in 2021 significant minder evenementen en dienstreizen georganiseerd. Dit heeft impact gehad op het budget. Het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten heeft hierover gerapporteerd in de tweede suppletoire begroting 2021. Op basis hiervan is het budget voor 2021 naar beneden bijgesteld.

Ontvangsten

Opties en Naturalisaties 42
Paspoortgelden 7
VISA 7
Overige ontvangsten consulair 0
Totaal 561
  1. afwijking ten opzichte van de budgettaire tabel betreft koersverschillen

Het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten heeft behalve de ontvangsten uit consulaire producten, geen eigen inkomsten. De consulaire producten die een opbrengst (leges) genereren zijn naturalisaties en opties, nationale paspoorten en nooddocumenten en visa. Deze opbrengsten zijn als gevolg van COVID-19 minder dan begroot.

3.8 Artikel 9. Kiesraad

A. Algemene doelstelling

De Kiesraad fungeert als centraal stembureau voor de verkiezingen van de Tweede Kamer, de Eerste Kamer en het Europese Parlement. De Kiesraad registreert partijaanduidingen, nummert kandidatenlijsten en stelt de officiële verkiezingsuitslagen voor deze verkiezingen vast. Daarnaast is de Kiesraad het adviesorgaan voor het kabinet en parlement op het terrein van het kiesrecht en de organisatie en uitvoering van verkiezingen. Verder verschaft de Kiesraad informatie aan gemeenten, provincies, politieke partijen, burgers en media over kiesrecht en verkiezingen.

De Kiesraad treedt het gehele jaar door op als kennis- en informatiepunt over kiesrecht en verkiezingen voor gemeenten, provinciale griffies, politieke partijen, kiezers en media. Voorts adviseert de Kiesraad de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over kiesrechtelijke geschillen waarbij de Kiesraad niet zelf partij is.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

De Kiesraad bracht in 2021 twaalf adviezen uit, waarvan een aantal te maken had met het afschalen van de maatregelen die vorig jaar in werking zijn getreden naar aanleiding van COVID-19 en de gevolgen daarvan. Ook is een spoedadvies uitgebracht over het briefstemmen bij de Tweede Kamerverkiezingen en is een evaluatie uitgebracht over de Tweede Kamerverkiezingen. Verder is een spontaan advies uitgebracht over de beoordeling van de geldigheid van de stemming. Daarnaast is over een aantal andere wetsontwerpen advies uitgebracht.

In 2021 zijn zeven namen (aanduidingen) in het register voor de Tweede Kamerverkiezingen geregistreerd, waarvan drie met gelijktijdige registratie van een logo. Het register voor de Europees Parlementsverkiezingen is in 2021 uitgebreid met één nieuwe registratie en in het register voor de Eerste Kamerverkiezingen is één registratie gewijzigd. Voor de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 hebben 37 partijen een geldige kandidatenlijst ingediend. Wanneer een geregistreerde politieke groepering geen (geldige) kandidatenlijst heeft ingeleverd voor de laatstgehouden verkiezing wordt die aanduiding geschrapt uit het register. In het register voor de Tweede Kamerverkiezingen zijn daarom 52 aanduidingen geschrapt evenals 17 geregistreerde logo’s behorend bij geschrapte aanduidingen.

De Kiesraad benoemt nieuwe leden in (tijdelijke) vacatures in de Eerste Kamer en Tweede Kamer en in vacatures (Nederlandse leden) in het Europees Parlement. In 2021 heeft de Kiesraad vijftien Tweede Kamerleden benoemd, zeven in tussentijdse vacatures en acht in tijdelijke vacatures wegens ziekte of zwangerschap. In de Eerste Kamer werden 19 leden benoemd waarvan 16 in tussentijdse vacatures en drie in een tijdelijke vacature en in het Europees parlement werden vier leden benoemd naar aanleiding van tussentijdse vacatures.

Tweede Kamer 15 16 15 9 15
Eerste Kamer 9 11 10 6 19
Europees Parlement 3 0 2 3 4

In 2021 werd veertien keer beroep ingesteld tegen een besluit van de Kiesraad in zijn functie als centraal stembureau. In deze rechtszaken trad de Kiesraad als verweerder op. Daarnaast was de Kiesraad als extern deskundige betrokken bij twee andere rechtszaken. Hierbij verstrekte de Kiesraad op verzoek van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State inlichtingen.

Met het oog op de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021 werd medio oktober 2020 een Informatiepunt Verkiezingen ingesteld. Het Informatiepunt beantwoordt vragen van gemeenten, provinciale griffies, politieke partijen, kiezers en media. In totaal behandelde het Informatiepunt, dat tot 8 april 2021 actief was, 6.782 vragen. In oktober 2021 werd met het oog op de Gemeenteraadsverkiezingen van 16 maart 2022 opnieuw een Informatiepunt Verkiezingen ingesteld. In de periode tot eind 2021 werden door het Informatiepunt 1.108 vragen behandeld.

Bij verkiezingen maken politieke partijen, gemeenten en hoofdstembureaus en centrale stembureaus gebruik van Ondersteunende Software Verkiezingen (OSV) voor de kandidaatstelling en de berekening van de uitslag. In 2021 is de vernieuwde versie van OSV, OSV2020, ingezet bij de Tweede Kamerverkiezingen en bij de gemeentelijke herindelingsverkiezingen. Voorafgaand aan inzet van OSV2020 heeft een penetratietest en – na aanpassingen in de software – een hertest plaatsgevonden. Daarnaast vond een onafhankelijke toetsing van de verkiezingssoftware aan het wettelijk kader plaats. In 2021 is verder gegaan met de doorontwikkeling van OSV2020 om dit programma geschikt te maken voor de overige verkiezingstypes (Provinciale Staten/Waterschappen, Eerste Kamer en Europees Parlement) zodat de software na afronding daarvan bij alle andere verkiezingen kan worden ingezet.

In 2021 is gewerkt aan de transitie van de Kiesraad tot verkiezingsautoriteit. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft met de verkiezingsagenda de Kamer in 2021 geïnformeerd over de transitie van de Kiesraad (Kamerstukken II 2020/21, 35165, nr. 40) . Daarbij is gemeld dat ter bevordering van de kwaliteit in het verkiezingsproces de rol van de Kiesraad wordt verzwaard. In 2021 zijn onder het programma ‘Transitie en digitale middelen Kiesraad’ stappen gezet om de transitie mogelijk te maken. In overleg met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB) is een eerste deel van de benodigde wetgeving over de inzet van programmatuur bij de vaststelling van de uitslag voorbereid. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over de toekomstige taken en bevoegdheden van de Kiesraad en is begonnen met een tweede hiermee samenhangend wetsvoorstel. Tot slot zijn de eerste contouren van de nieuwe organisatie vastgesteld, waarmee de Kiesraad een belangrijke centrale instruerende, beoordelende en ondersteunende rol in het verkiezingsproces krijgt.

Met het oog op de verantwoordelijkheden voor de digitale hulpmiddelen die worden gebruikt bij de berekening van de uitslag en de zeteltoedeling is in 2021 de aanbesteding van het nieuwe digitale hulpmiddel voor de uitslagberekening, opvolger van OSV2020, gestart (Kamerstukken II 2018/2019, 35 165, nr. 1). Totdat het nieuwe digitaal hulpmiddel gereed is, is het noodzakelijk dat OSV2020 veilig en betrouwbaar kan worden ingezet bij verkiezingen. Voor het nieuwe digitaal hulpmiddel is een nieuw beveiligingsconcept uitgewerkt dat het, anders dan nu bij OSV2020 het geval is, mogelijk maakt dat de uitslagprogrammatuur centraal ontsloten wordt en het gebruik ervan gemonitord kan worden. Hierdoor wordt het voor de Kiesraad, als beheerder van de programmatuur, mogelijk om inzicht te krijgen in het gebruik van de programmatuur en mogelijke verstoringen door het gebruik of externe omstandigheden, zodat zo nodig maatregelen kunnen worden genomen. Het eerste transitiewetsvoorstel (programmatuur verkiezingsuitslagen), dat voorziet in de wettelijke basis voor (beveiligings-)eisen aan het nieuwe digitale hulpmiddel voor de berekening van de verkiezingsuitslagen en de bijbehorende taken en bevoegdheden is in november 2021 voorgelegd aan de Afdeling Advisering van de Raad van State. 

D. Budgettaire gevolgen van beleid

2017 2018 2019 2020 2021 2021 2021
Verplichtingen 2.526 5.144 2.637 4.772 3.766 1.006
Uitgaven 2.393 3.275 2.668 4.405 4.947 ‒ 542
Institutionele inrichting
Kiesraad 2.393 3.275 2.668 4.405 4.947 ‒ 542
Ontvangsten 0 95 1 1 0 1

E. Toelichting op de instrumenten

Totaal apparaat 4.405
waarvan personeel 2.642
Eigen personeel 1.830
Externe inhuur 812
Overig personeel 0
waarvan materieel 1.763
ICT 1.019
Bijdrage aan SSO's 648
Overig materieel 96

Uitgaven

Kiesraad

Bij de eerste suppletoire begroting van 2021 heeft een ophoging van de begroting plaatsgevonden met circa € 0,9 mln. voor werkzaamheden omtrent het beheer en onderhoud van Ondersteunende Software Verkiezingen (OSV). Daarnaast zijn middelen toegevoegd voor investeringen in het digitaal hulpmiddel uitslagberekening en voor capaciteit en deskundigheid van de Kiesraad, zodat het digitaal hulpmiddel op een adequate manier beheerd en onderhouden kan worden. Tevens zijn middelen toegevoegd vanwege de verhoging van lasten en voor personele ondersteuning bij de transitie richting een verkiezingsautoriteit.

Bij gelegenheid van de tweede suppletoire begroting 2021 heeft een ophoging van de begroting plaatsgevonden van € 110.000 als gevolg van de loon- en prijsbijstelling tranche 2021, € 136.000 aan eindejaarsmarge en € 3.000 aan compensatie voor de nieuwe CAO Rijk. Daarnaast is € 0,2 mln. in mindering gebracht op het budget van de Kiesraad voor 2021 in verband met een geprognotiseerde onderrealisatie.

4. Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 10. Nog onverdeeld

2017 2018 2019 2020 2021 2021 2021
Verplichtingen 0 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 0 0 0 0 0 0 0
Nog te verdelen
Loonbijstelling 0 0 0 0 0 0 0
Prijsbijstelling 0 0 0 0 0 0 0
Nog onverdeeld 0 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0

Vanuit dit artikel wordt de loon- en prijsbijstelling naar de artikelen geboekt.

5. Bedrijfsvoeringsparagraaf

5.1 Bedrijfsvoeringsparagraaf Raad van State

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage

Rechtmatigheid

In 2021 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. Er is sprake van een getrouwe weergave.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

In het verantwoordingsonderzoek over de jaren 2019 en 2020 heeft de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de informatiebeveiliging binnen de Raad van State onvolkomenheden geconstateerd. Daaraan gekoppeld heeft de Algemene Rekenkamer aanbevelingen gedaan. In 2020 en 2021 heeft de Raad van State zich ingespannen om deze op te volgen. Daarbij zijn vorderingen gemaakt: er zijn organisatorische maatregelen getroffen om de functies die toezien op de informatiebeveiliging voldoende te borgen. Ook is een plan van aanpak opgesteld om in fases de informatiebeveiliging op niveau te brengen. Aan dat plan is in 2020 en 2021 uitvoering gegeven, onder andere door het reeds geldende informatiebeveiligingsbeleid te vernieuwen en extra capaciteit ten behoeve van de verbetering toe te kennen. Eind 2021 heeft de Raad van State onderkend dat deze inspanningen geleid hebben tot een verbeterde borging van nieuwe beveiligingsmaatregelen binnen de organisatie. Tegelijkertijd is onderkend dat de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer, onder andere als gevolg van beperkte capaciteit, nog niet volledig konden worden opgevolgd.

Hoewel wettelijk niet verplicht streeft de Raad van State ernaar om voor de informatiebeveiliging te voldoen aan de normen uit de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO).

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Misbruik en oneigenlijk gebruik

De Raad van State heeft geen regelingen die vallen binnen het kader van misbruik en oneigenlijk gebruik.

Grote lopende ICT-projecten

De Raad van State valt niet onder de rapportageplicht voor grote ICT-projecten.

Gebruik open standaarden en open source software

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Betaalgedrag

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Audit Committees

Dit punt is niet van toepassing aangezien de Raad van State geen Audit Committee kent.

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Open op Orde

In het afgelopen jaar heeft de Raad van State € 458.746 uitgegeven ten behoeve van het Rijksprogramma voor Duurzame Digitale Informatiehuishouding - Open op Orde en de implementatie van de Wet Open Overheid.

Inhuur externen

In 2021 heeft de Raad van State circa € 6,6 mln. uitgegeven aan de inhuur van externen. Deze uitgaven hadden betrekking op de ontwikkeling en de beveiliging van de informatievoorziening, het beheer van ICT middelen en de vervanging van ambtelijke capaciteit wegens deelname aan projecten en de externe inzet ten behoeve van de projecten op het vlak van de informatievoorziening en digitalisering.

Realisatie personele uitgaven 61.817.207
Begrenzing 10% 6.181.721
Realisatie externe inhuur 6.557.029
waarvan
ontwikkeling en beveiliging 882.696
beheer en deelname aan projecten 2.583.647
IV projecten 2.673.955

Als gevolg van de arbeidsmarktsituatie kon in 2021 een aantal IV en ICT functies niet of lastig met ambtelijke capaciteit worden ingevuld. De Raad van State streeft er desondanks naar, het beroep op externe capaciteit voor de inzet op reguliere functies te beperken.

5.2 Bedrijfsvoeringsparagraaf Algemene Rekenkamer

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage

Rechtmatigheid

In 2021 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. De financiële overzichten geven een getrouw beeld van de uitkomsten van de begrotingsuitvoering.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Plan financieel beheer

Op 15 maart 2021 heeft de openbare accountant een goedkeurende controleverklaring afgegeven over het boekjaar 2020. In het verslag van bevindingen constateert de accountant dat het jaarrekeningproces is verbeterd. Dit neemt niet weg dat in 2021 verder is gewerkt aan het optimaliseren van het financiële beheer en de bedrijfsvoering.

Om een tijdige afsluiting van de financiële administratie en oplevering van het jaarverslag over 2021 te waarborgen is gewerkt met een tussentijdse afsluiting (medio 2021). Uit deze halfjaarcontrole 2021 blijkt dat het financieel beheer verbeterd is, maar op enkele punten nog verbetering behoeft.

De inrichting van de accountantscontrole bij de Algemene Rekenkamer

Gelet op het feit dat de Algemene Rekenkamer in haar controlerende taak ook het hoofdstuk IIB Overige Hoge Colleges van Staat controleert, laat de Algemene Rekenkamer haar eigen jaarverslag en verantwoording toetsen door een onafhankelijke externe accountant. In 2021 heeft een nieuwe aanbesteding voor een externe accountant plaatsgevonden.

Interne controle (IC)

In het licht van de bevindingen van de openbare accountant zijn in 2021 werkprocessen tegen het licht gehouden en aangepast en is de IC verder aangescherpt. Dit heeft ook geleid tot aanpassing van het interne controleplan in 2021. Verder zijn steekproefsgewijs controles op de materiële uitgaven uitgevoerd. Verplichtingen zijn in 2021 niet altijd tijdig geboekt. Dit is gecorrigeerd en het werkproces is verder aangepast. Verder is het contractenbeheer en –registratie aangescherpt. Dit zal ook in 2022 regelmatig aandacht krijgen bij het monitoren en bespreken van het eerder genoemde plan financieel beheer.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Informatiebeveiliging

De Algemene Rekenkamer heeft de beheersing van de informatiebeveiliging zodanig ingericht, dat op basis van risicomanagement wordt gestuurd op maatregelen die de vertrouwelijkheid, integriteit en de beschikbaarheid van informatie waarborgen.

Tegen de achtergrond van de over 2020 door de Algemene Rekenkamer in het Verantwoordingsonderzoek vastgestelde onvolkomenheid, is in 2021 verdere uitvoering gegeven aan het in 2020 vastgestelde informatiebeveiligingsbeleid. Mede op basis van het Verantwoordingsonderzoek en de audit informatiebeveiliging 2020 is hierbij met name gestuurd op de uitvoering van het risicomanagement op het vlak van informatiebeveiliging en op de hieruit voortvloeiende maatregelen. Hoewel wettelijk niet verplicht streeft de Rekenkamer ernaar om voor informatiebeveiliging te voldoen aan de normen uit de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). In 2021 is een BIO Gap analyse uitgevoerd. De hieruit voortvloeiende maatregelen zijn ingepland.

Verder heeft de Algemene Rekenkamer in 2021 door externe bureaus diverse onderzoeken naar de informatiebeveiliging laten uitvoeren. De verbeterpunten en aanbevelingen uit die onderzoeken zijn gedeeltelijk doorgevoerd en verder opgenomen in het jaarplan 2022 en de verbeterlijst informatiebeveiliging. Er is een stuurgroep ingesteld voor de monitoring van de voortgang.

In 2021 hebben zich zes beveiligingsincidenten voorgedaan. Daarbij is het beveiligingsbeleid effectief gebleken: incidenten zijn tijdig gedetecteerd c.q. gemeld en door de getroffen maatregelen hebben deze niet tot ernstig nadelige gevolgen geleid.

Externe inhuur

In 2021 was € 2,716 mln. gemoeid met externe inhuur (inclusief inhuur voor onderzoeksopdrachten, die onder de categorie uitzendkrachten is opgenomen). Afgezet tegen de personele uitgaven ging het om 9,3%. Daarmee voldoet de Algemene Rekenkamer aan de voor departementen geldende beleidsregel (Rijksbegrotingsvoorschriften 2022) dat maximaal 10% van de loonkosten aan inhuur mag worden besteed. De Algemene Rekenkamer werkt met een flexibele schil. Het gebruik van een flexibele schil is een bewuste keuze, waarbij het de bedoeling is dat de kosten voor externe inhuur de komende jaren minder dan 10% van het personeelsbudget zullen bedragen.

Er is vooral ingehuurd voor de verdere doorontwikkeling van de organisatie. Daarbij ging het onder meer om expertise op het gebied van onderzoek, accountancy, financiën, informatiebeveiliging en organisatieontwikkeling. Daarnaast worden er uitzendkrachten ingehuurd (waaronder secretaresses).

1. Interim-management 144
2. Organisatie- en Formatieadvies 0
3. Beleidsadvies 0
4. Communicatieadvisering 234
Beleidsgevoelig (som 1 t/m 4) 378
5. Juridisch Advies 4
6. Advisering opdrachtgevers automatisering 128
7. Accountancy, financiën en administratieve organisatie 17
(Beleids)ondersteunend (som 5 t/m 7) 149
8. Uitzendkrachten - onderzoeksopdrachten 2.189
Ondersteuning bedrijfsvoering (som 8) 2.189
Totaal uitgaven inhuur externen 2.716

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Betaalgedrag

In 2021 is 97% van de facturen binnen dertig dagen na factuurdatum betaald. De Algemene Rekenkamer voldoet daarmee aan de rijksbrede doelstelling om tenminste 95% binnen dertig dagen te betalen (´comply or explain-beginsel´).

Audit Committees

Het Audit Advisory Committee (AAC) is door de Algemene Rekenkamer zelf ingesteld en legt zich voornamelijk toe op advisering over het interne functioneren van de Algemene Rekenkamer. Daarbij gaat het om de wijze waarop de Algemene Rekenkamer met haar organisatie en bedrijfsvoering is toegesneden op haar mandaat en op de daaruit voortvloeiende missie en strategie. Onderwerpen die zijn besproken, zijn onder meer de planning- en controlcyclus, informatiehuishouding, werken in de tijd van corona, institutioneel risicomanagement, huisvesting en het strategisch personeelsbeleid. In 2021 is het AAC vijfmaal bijeengekomen. In 2021 heeft het AAC haar eigen functioneren geëvalueerd door middel van een zelfevaluatie. In de tweede helft van 2021 heeft een werving plaatsgevonden van een nieuw lid met het oog op het verlopen van de termijn van de voorzitter.

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Ontwikkeling staf

In het kader van continu verbeteren heeft de Algemene Rekenkamer een plan ´staf van de toekomst´ opgesteld, met daarin aandacht voor een meer integrale en klantgerichte werkwijze. Per 1 maart 2020 heeft een structuurverandering van de stafdirectie plaatsgevonden. Deze verandering is in 2021 geëvalueerd. De belangrijkste verbeterpunten zijn opgenomen in een Ontwikkelkalender 2022. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het optimaliseren van (integrale) werkprocessen en om aandacht voor teamontwikkeling.

In 2021 heeft de stafdirectie een verdere verbeterslag gemaakt als het gaat om ´de basis op orde´ (onder andere ten aanzien van het team centrale ondersteuning, het financieel beheer en de inkoopfunctie). Verder is een betere verbinding gerealiseerd in de samenwerking met de onderzoeksdirecties. De stafdirectie is ook in 2021 leidend geweest in het faciliteren van andere werkvormen tijdens de coronacrisis; de informatievoorziening heeft een versnelde ontwikkelimpuls gekregen.

Project huisvesting

In 2018 is het project huisvesting Algemene Rekenkamer gestart. Redenen hiervoor zijn dat de huidige huisvesting niet meer voldoet aan de moderne maatstaven, dat er dringend onderhoud en reparatie nodig is en dat een herijking van de visie op huisvesting noodzakelijk werd geacht. In oktober 2019 heeft het college de voorkeur uitgesproken voor het scenario ‘ingrijpend verbouwen’. In het laatste kwartaal van 2020 is de aanbestedingsprocedure gestart voor de selectie van een ontwerpteam. In augustus 2021 heeft de selectiecommissie (bestaande uit vertegenwoordigers van de Algemene Rekenkamer (AR), het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) en de Rijksbouwmeester het integraal ontwerpteam HCVA Deerns geselecteerd. In oktober 2021 is een start gemaakt met de schetsontwerpfase. Medewerkers van de AR zijn nauw betrokken bij de ontwikkeling van dit schetsontwerp, dat eind maart 2022 zal worden vastgesteld.

Open op Orde

Op 1 juli 2021 heeft de Algemene Rekenkamer haar actieplan Open op Orde vastgesteld. Het actieplan omvat 21 activiteiten en loopt tot 2026. Met dit actieplan sluit de Algemene Rekenkamer aan bij het Rijksbrede programma ter verbetering van de informatiehuishouding onder regie van BZK. De activiteiten uit het actieprogramma moeten samen zorgen voor een verbetering van de manier waarop binnen de Algemene Rekenkamer informatie wordt gebruikt, opgeslagen, gedeeld en gearchiveerd. Zodat de informatiehuishouding het werk van de Algemene Rekenkamer duurzaam en optimaal ondersteunt. De geplande activiteiten lopen uiteen van het vergroten van het bewustzijn van het belang van een goede informatiehuishouding tot het vernieuwen van de informatiesystemen voor documentmanagement. In de tweede helft van 2021 is een start gemaakt met de uitvoering van het actieprogramma. Zo is website-archivering ingericht en is begonnen met het opstellen van een informatie-architectuur.

5.3 Bedrijfsvoeringsparagraaf De Nationale ombudsman

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage

Rechtmatigheid

In de verplichtingenstand zijn na controle een aantal correcties doorgevoerd. In 2021 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. Er is sprake van een getrouwe weergave.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te vermelden.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

In 2020 heeft de Algemene Rekenkamer het inkoopbeheer aangemerkt als aandachtspunt. Daaraan gekoppeld heeft de Rekenkamer een tweetal aanbevelingen gedaan. De Nationale ombudsman heeft zich in 2021 ingespannen om deze aanbevelingen op te volgen. De Nationale ombudsman houdt beter bij wanneer contracten aflopen en neemt tijdig actie. Bij het ramen van de waarde van een opdracht wordt meer gebruik gemaakt van historische gegevens.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

In haar verantwoordingsonderzoek over 2020 handhaaft de Algemene Rekenkamer de onvolkomenheid voor de informatiebeveiliging. De Rekenkamer constateerde wel dat de Nationale ombudsman flinke vooruitgang heeft geboekt. In 2021 heeft de Nationale ombudsman verder gewerkt aan de verbetering van informatiebeveiliging. Het incidentmanagementproces en het risicomanagementproces zijn vastgesteld en worden toegepast. Daarnaast worden incidenten geregistreerd in het daarvoor bestemde informatiesysteem. Tenslotte heeft de Nationale ombudsman een overzicht van alle informatiesystemen en houdt daarvan bij wie de eigenaar is en of, en zo ja wanneer, een risicoanalyse uitgevoerd moet worden.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Betaalgedrag

In 2021 is 90% van de facturen binnen dertig dagen na factuurdatum betaald. De Nationale ombudsman is voornemens om in 2022 strakker te sturen op betalen binnen de norm. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van rapportages om de termijnen te bewaken.

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Open op orde

Op 1 juli 2021 heeft de Nationale ombudsman haar actieplan Open op Orde vastgesteld. Het actieplan omvat de activiteiten voor de komende vijf jaar. Met dit actieplan sluit de Nationale ombudsman aan bij het Rijksbrede programma ter verbetering van de informatiehuishouding onder regie van BZK.

5.4 Bedrijfsvoeringsparagraaf Kanselarij der Nederlandse Orden

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage

Rechtmatigheid

Er zijn geen overschrijdingen en/of bijzonderheden te melden.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen overschrijdingen en/of bijzonderheden te melden.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Er zijn geen overschrijdingen en/of bijzonderheden te melden.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Er zijn geen overschrijdingen en/of bijzonderheden te melden.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

In 2021 is, binnen het bestaande contract, verder gewerkt aan de doorontwikkeling van het decoratiesysteem Lint. Hiervoor is bij de voorjaarsnota budget beschikbaar gesteld.

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

In 2021 is aan het project informatiehuishouding/Open op Orde gevolg gegeven, wat vanuit de overheid opgestart is. Ook hiervoor is bij de voor-en najaarsnota budget beschikbaar gesteld.

5.5 Bedrijfsvoeringsparagraaf Kabinet van de Gouverneur van Aruba

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage

Rechtmatigheid

In 2021 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Gegevens over naturalisatieverzoeken, reisdocumenten, visa en optieverzoeken worden ontleend aan de wettelijke registratie, tezamen met de verplichting tot archiveren van de bijbehorende documenten. Voornoemde registraties worden ondersteund door geautomatiseerde gegevensbestanden (zoals RAAS en NVIS). Voorts worden gegevens voor de andere categorieën producten ontleend aan het programma Decos-Join, waarin alle inkomende en uitgaande stukken waarop een archiveringsverplichting ligt, worden geregistreerd en gedocumenteerd.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Het financieel beheer voldoet aan de eisen van rechtmatigheid, ordelijkheid en controleerbaarheid en is zo doelmatig mogelijk ingericht.

In 2021 heeft de Algemene Rekenkamer onderzoek gedaan naar de ontvangsten van de verkochte consulaire producten. Hun onderzoek heeft niet tot bevindingen geleid.

De vervanging van de dienstauto’s is gerealiseerd. Daarnaast hebben investeringen plaatsgevonden ten aanzien van de veiligheid van de gebouwen, ICT en personen.

Het verouderde en niet meer ondersteunde Data Management Systeem (DMS) is vervangen door het programma Decos-Join.

De uitbraak van COVID-19 en de negatieve invloed hiervan op de economie heeft wederom geleid tot uitstel van investeringen of vertragingen in het inkoopproces. Een realistische voorspelling voor 2021 over hetgeen gerealiseerd zou gaan worden, is wederom lastig gebleken. Dit verklaart mede het budgetoverschot 2021.

De uitgestelde of vertraagde investeringen zullen naar het volgende begrotingsjaar doorgeschoven worden.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Organisatie

De (vooralsnog tijdelijke) functie van communicatiemedewerker is ingevuld op detacheringsbasis vanuit de Rijksdienst Caribisch Nederland. De termijn van detachering is in 2021 verlengd met een jaar en loopt tot 1 september 2022.

De waarnemend Gouverneur heeft in 2021 haar ontslag ingediend. Per 1 december 2021 is een nieuwe waarnemend Gouverneur benoemd.

Per 1 december 2021 is de medewerker documentaire informatievoorziening met pensioen gegaan. Voor deze functie is inmiddels een nieuwe medewerker in dienst genomen.

Huisvesting

In voorgaande jaren heeft het Kabinet van de Gouverneur haar wens al kenbaar gemaakt te willen verhuizen. Het Ministerie van BZK heeft het Kabinet van de Gouverneur van Aruba verzocht hiervoor een notitie op te stellen. Deze notitie zal begin 2022 aan het Ministerie van BZK worden gezonden.

De vertraging in de uitvoering ten aanzien van (vervangings)investeringen welke in 2021 gepland waren, zullen zijn effect hebben op de begroting 2022. Het gaat onder andere om de vervanging van de airco-installatie van het kantoor van het Kabinet en de (her)inrichting van de keuken en technische ruimte van Cas Ceremonial di Gobernador.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Paragraaf 3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

5.6 Bedrijfsvoeringsparagraaf Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage

Rechtmatigheid

Begrotingsuitvoering wordt regulier door de Auditdienst Rijk gecontroleerd. In 2021 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. Er is sprake van een getrouwe weergave.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Gegevens over naturalisatieverzoeken, reisdocumenten, visa en optieverzoeken worden ontleend aan de wettelijke registratie, tezamen met de verplichting tot archiveren van de bijbehorende documenten. Voornoemde registraties worden ondersteund door geautomatiseerde gegevensbestanden (zoals RAAS en NVIS). Voorts worden gegevens voor de andere categorieën ontleend aan het Document Management System, waarin alle inkomende en uitgaande stukken waarop en archiveringsverplichting ligt, worden geregistreerd.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Sturing van het financieel beheer verloopt op basis van maandelijks vergelijk tussen begroting, het maandelijks gegenereerde uitputtingsoverzicht en de voorgenomen uitgaven.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT).

Hierbij verklaart het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao dat er in 2021 op grond van de WNT geen functionarissen met een bezoldiging c.q. uitkering wegens beëindiging dienstverband vermeld behoeven te worden.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

5.7 Bedrijfsvoeringsparagraaf Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage

Rechtmatigheid

In 2021 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. Er is sprake van een getrouwe weergave.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

De totstandkoming van de beleidsinformatie in het jaarverslag voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld in de Rijksbegrotingvoorschriften van het Ministerie van Financiën. Processen en informatie worden beheerd in een Document Management Systeem (DMS). Aanvraag en uitgifte van paspoorten en visa worden in beheersystemen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken verwerkt. Ook organisatie- en personeelsinformatie is gedocumenteerd.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Mede op basis van de geconstateerde onvolkomenheden in voorgaand verslagjaar is er een financieel verbeterplan opgesteld. De verbeterpunten hiervan zijn inmiddels grotendeels succesvol ingevoerd en geborgd. Denk hierbij het opstellen van een nieuwe administratieve organisatie inclusief de invoering van risicomanagement. In 2021 zijn er ook verbeteringen uitgevoerd op het gebied van automatisering. Voorts zijn er betekenisvolle verbeteringen gerealiseerd op het gebied van (brand)veiligheid. In 2021 is een solide basis gelegd om in 2022 verder op te (door) bouwen.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Behoudens alle doorgevoerde verbeteringen op het gebied van de bedrijfsvoering zijn er geen bijzonderheden te benoemen.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Misbruik en oneigenlijk gebruik

Er hebben zich geen incidenten voorgedaan in 2021.

Grote lopende ICT-projecten

Het Kabinet van de Gouverneur is in 2021 gestart met de implementatie van DECOS/JOIN. Dit is een Document Management System. Dit systeem maakt het mogelijk om proces en zaakgericht te gaan werken. Dat is een betekenisvolle verbetering binnen de bedrijfsvoering van het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten. Het project zal medio 2022 afgerond zijn. 

Gebruik open standaarden en open source software

Het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten heeft in 2021 geen gebruik gemaakt van open source software of andere open standaarden. De in 2022 nieuw te ontwikkelen website zal gebouwd worden middels een open source applicatie. 

Betaalgedrag

Het Kabinet van de Gouverneur heeft in 2021 alle facturen binnen de wettelijke termijn van 30 dagen betaald.

Audit Committees

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

In 2021 zijn er op het gebied van ICT belangrijke verbeteringen doorgevoerd. Er is geïnvesteerd in een betere beveiliging van het netwerk en er is kritieke hardware vervangen. Tevens is er een AO-IC opgesteld inclusief risicoparagraaf.

Het financieel beheer is verder geoptimaliseerd en de aanbevelingen vanuit de Algemene Rekenkamer en de Auditdienst Rijks zijn overgenomen en geïmplementeerd. Ook is er aandacht gegeven aan de algemene (brand) veiligheid van het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten.

5.8 Bedrijfsvoeringsparagraaf Kiesraad

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage

Rechtmatigheid

In 2021 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. Er is sprake van een getrouwe weergave.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

In 2021 is vertraging opgetreden in de doorontwikkeling van de verkiezingssoftware OSV2020. Als gevolg van die vertraging was het niet mogelijk de daarvoor in 2021 beschikbare middelen tot besteding te brengen. Een voorstel tot een schuif van middelen van 2021 naar 2022 werd niet gehonoreerd. Daaruit volgt dat de Kiesraad voorshands in 2022 niet de beschikking heeft over deze middelen, terwijl het wel de verplichting heeft om de overeengekomen vergoeding na voltooiing van de doorontwikkeling aan leverancier te betalen.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

In het verantwoordingsonderzoek 2020 heeft de Algemene Rekenkamer een nulmeting uitgevoerd naar de informatiebeveiliging bij de Kiesraad.

Op basis van die nulmeting heeft de Algemene Rekenkamer de Kiesraad aanbevolen om in 2021:

  1. een risicomanagementbeleid op te stellen en vast te stellen,
  2. het incidentmanagementproces te formaliseren.

De Kiesraad heeft in 2021 uitvoering gegeven aan deze aanbevelingen.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

De beveiliging en het up-to-date houden van softwarecomponenten heeft bij het beheer van OSV2020 uitslagvaststelling grote prioriteit. Onderdeel hiervan vormt het laten uitvoeren van beveiligingsonderzoeken en onafhankelijke toetsingen. Deze richten zich niet alleen op risico’s en kwetsbaarheden maar controleren ook of de beveiliging van voldoende niveau is en werkt zoals verwacht mag worden. OSV2020 heeft de in 2021 uitgevoerde onderzoeken goed doorstaan waarbij ook naar de toekomst toe aandacht is voor verdere aanscherpingen en verbeteringen ten behoeve van een adequate beveiliging.

C. Jaarrekening

6. Verantwoordingsstaat

Totaal 135.397 136.578 6.040 149.730 146.868 6.060 14.333 10.290 20
Beleidsartikelen
1 Raad van State 65.597 65.597 1.950 74.126 73.037 1.286 8.529 7.440 ‒ 664
2 Algemene Rekenkamer 33.544 33.544 1.017 34.640 34.035 1.240 1.096 491 223
3 De Nationale ombudsman 20.812 20.812 2.539 23.666 23.099 2.791 2.854 2.287 252
4 Kanselarij der Nederlandse Orden 4.595 4.595 199 5.571 5.337 390 976 742 191
6 Kabinet van de Gouverneur van Aruba 1.958 1.958 60 2.338 2.338 96 380 380 36
7 Kabinet van de Gouverneur van Curaçao 2.968 2.968 200 2.422 2.422 142 ‒ 546 ‒ 546 ‒ 58
8 Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten 2.157 2.157 75 2.195 2.195 114 38 38 39
9 Kiesraad 3.766 4.947 0 4.772 4.405 1 1.006 ‒ 542 1
Niet-beleidsartikelen
10 Nog onverdeeld 0 0 0 0 0 0 0 0 0

7. Saldibalans

Intra-comptabele posten Intra-comptabele posten
1) Uitgaven ten laste van de begroting 146.868 143.106 2) Ontvangsten ten gunste van de begroting 6.060 5.939
3) Liquide middelen 465 1.190
4) Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding 0 0 4a) Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding 139.127 134.128
5) Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding Begrotingsreserve 0 0 5a) Begrotingsreserves 0 0
6) Vorderingen buiten begrotingsverband 256 168 7) Schulden buiten begrotingsverband 2.402 4.397
8) Kas-transverschillen 0 0
Subtotaal intra-comptabel 147.589 144.464 Subtotaal intra-comptabel 147.589 144.464
Extra-comptabele posten Extra-comptabele posten
9) Openstaande rechten 0 0 9a) Tegenrekening openstaande rechten 0 0
10) Vorderingen 158 336 10a) Tegenrekening vorderingen 158 336
11a) Tegenrekening schulden 7 160 11) Schulden 7 160
12) Voorschotten 327 1.623 12a) Tegenrekening voorschotten 327 1.623
13a) Tegenrekening garantieverplichtingen 0 0 13) Garantieverplichtingen 0 0
14a) Tegenrekening andere verplichtingen 23.861 21.000 14) Andere verplichtingen 23.861 21.000
15) Deelnemingen 0 0 15a) Tegenrekening deelnemingen 0 0
Subtotaal extra-comptabel 24.353 23.119 Subtotaal extra-comptabel 24.353 23.119
Totaal 171.942 167.583 Totaal 171.942 167.583

TOELICHTING OP DE SALDIBALANS per 31 december 2021

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2021, waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

Ad 3. Liguide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo bij de banken en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders.

a) Raad van State 3.816
b) Algemene Rekenkamer 0
c) Nationale ombudsman 625
d) Kanselarij der Nederlandse Orden 689
e) Kabinet van de Gouverneur van Aruba 260.622
f) Kabinet van de Gouverneur van Curaçao 64.544
g) Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten 134.060
h) Overige liquide middelen 0
Totaal 464.356

Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het mnisterie van Financiën weergegeven. Opgenomen is het bedrag conform saldobiljet 2021. De volgende rekening-courantverhouding is opgenomen in de balans:

a) Rekening-courant FIN/RHB 139.126.943
Totaal 139.126.943

Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband

Het bedrag aan vorderingen buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

a) Vorderingen Kasbeheerders
Raad van State 118.966
Algemene Rekenkamer 3.128
Nationale ombudsman 0
Kanselarij der Nederlandse Orden 0
Kabinet van de Gouverneur van Aruba 14.883
Kabinet van de Gouverneur van Curaçao 67.272
Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten 48.102
b) Overige intra-comptabele vorderingen 4.234
Totaal 256.585

Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband

Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

a) Schulden Kasbeheerders
Raad van State 267.512
Algemene Rekenkamer 0
Nationale ombudsman 0
Kanselarij der Nederlandse Orden 0
Kabinet van de Gouverneur van Aruba 148.193
Kabinet van de Gouverneur van Curaçao 185.542
Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten 76.256
b) Overige intra-comptabele schulden 1.724.704
Totaal 2.402.207

Ad 10. Vorderingen

Het totaal bedrag is als volgt opgebouwd:

a) Vorderingen Kasbeheerders
Raad van State 0
Algemene Rekenkamer 82.722
Nationale ombudsman 0
Kiesraad 0
Kanselarij der Nederlandse Orden 0
Kabinet van de Gouverneur van Aruba 0
Kabinet van de Gouverneur van Curaçao 0
Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten 0
b) Overige extra-comptabele vorderingen 75.273
Totaal 157.995

Het saldo van de Algemene Rekenkamer bestaat uit detacheringen (€ 78.501) en verrekeningen met personeel (€ 4.221).

Ad 11. Extra-comptabele schulden

Het totaal is als volgt opgebouwd:

a) Extra-comptabele schulden Kasbeheerders:
Raad van State 0
Algemene Rekenkamer 6.613
Nationale ombudsman 0
Kanselarij der Nederlandse Orden 0
Kabinet van de Gouverneur van Aruba 0
Kabinet van de Gouverneur van Curaçao 0
Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten 0
b) Overige intra-comptabele vorderingen 0
Totaal 6.613

De extra-comptabele schuld van Algemene Rekenkamer betreft nog af te dragen btw 2021.

Ad 12. Voorschotten

Ad 12a. Tegenrekening voorschotten

De saldi van de per 31 december openstaande voorschotten en van de in 2021 afgerekende voorschotten worden hieronder per ontstaansjaar gespecificeerd naar de Raad van State, Algemene Rekenkamer, Nationale ombudsman en de Kanselarij der Nederlandse Orden.

t/m 2016 0 0 0 0
2017 0 0 0 0
2018 52.628 0 52.527 101
2019 53.223 0 53.580 ‒ 357
2020 60.701 0 51.016 9.685
2021 0 17.029 0 17.029
Totaal 166.552 17.029 157.124 26.457
t/m 2016 0 0 0 0
2017 0 0 0 0
2018 121.313 0 121.313 0
2019 144.848 0 144.848 0
2020 3.442 0 2.905 537
2021 20.615 20.615
Totaal 269.603 20.615 269.066 21.151
t/m 2016 0 0 0 0
2017 0 0 0 0
2018 110.769 0 90.937 19.831
2019 426.401 0 429.446 ‒ 3.045
2020 427.042 0 423.495 3.547
2021 229.686 229.686
Totaal 964.212 229.686 943.878 250.020
t/m 2016 0 0 0 0
2017 0 0 0 0
2018 79.289 79.289 0
2019 77.913 77.913 0
2020 62.831 62.831 0
2021 0 27.328 0 27.328
Totaal 220.033 27.328 220.033 27.328

De openstaande voorschotten van de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale Ombudsman en de Kanselarij der Nederlandse Orden bestaan voornamelijk uit aan APG Service Partners (voorheen Loyalis) verstrekte voorschotten over 2021. Deze worden afgerekend na ontvangst van een goedkeurende accountantsverklaring.

Ad 14. Andere verplichtingen

Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen

De stand openstaande verplichtingen is als volgt opgebouwd:

Verplichtingen per 1/1 20.999.251
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar (incl neg. Bijstellingen) 151.002.012 +/+
172.001.263
Tot betaling gekomen in 2021 146.868.000 -/-
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit voorgaande jaren 1.272.012 -/-
Totaal 23.861.251

In verband met het thuiswerkadvies is er door medewerkers van de Raad van State in 2020 minder gereist dan in 2019 was begroot. Daarom zijn in 2021 verplichtingen voor woon-werkverkeer van medewerkers over 2020 negatief bijgesteld. Daarnaast zijn verplichtingen uit 2020 voor het bedrijfsrestaurant negatief bijgesteld in verband met het thuiswerkadvies. Tot slot zijn dertien overeenkomsten voor externe inhuur bijgesteld omdat er geen rekening was gehouden met verlof en uitval.

8. WNT-verantwoording 2021 overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad

De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT-instelling geen - al dan niet fictieve - dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het wettelijk bezoldigingsmaximum te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstverband vallen echter buiten de reikwijdte van de wet.

Voor dit departement heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande functionarissen. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het algemeen bezoldigings­maximum bedraagt in 2021 € 209.000.

Algemene Rekenkamer Dhr. C. van der Werf Secretaris 1 (1) nee 148.635 (152.856) 22.331 (20.921) 170.966 (173.777) 209.000
Kanselarij der Nederlandse Orden Mevr. M.A.K. van Grieken Directeur 0,94 (0,94) nee 122.293 (127.363) 20.634 (19.115) 142.927 (146.477) 197.389
Kiesraad Mw. P.J. Young Secretaris-directeur 1 (1) nee 111.062 (110.879) 19.835 (18.271) 130.897 (129.150) 209.000
Kiesraad Dhr. W.J. Kuijken Voorzitter 1-1-2021 0,3 (0) nee 37.344 (0) 37.344 (0) 62.700
Kiesraad Dhr. R.B. Andeweg Lid 0,10 (0,10) nee 9.481 (8.841) 9.481 (8.841) 20.490
Kiesraad Mw. J.E. van den Brink Lid 0,07 (0,02) nee 6.717 (1.891) 6.717 (1.891) 13.660
Kiesraad Dhr. P. Castenmiller Lid 31-5-2021 0,07 (0,06) nee 6.815 (4.789) 6.815 (4.789) 13.660
Kiesraad Dhr. A.B.L. de Jonge Lid 0,11 (0,09) nee 11.130 (7.206) 11.130 (7.206) 23.222
Kiesraad Mw. J.M.A. Kemna Lid 22-7-2021 (0,01) (0) nee 1.371 (0) 1.371 (0) 3.074
Kiesraad Dhr. J.R. Prins Lid 0,09 (0,08) nee 8.829 (7.264) 8.829 (7.264) 19.124
Kiesraad Mw. H.E. Reukema-Gevers Lid 0,10 (0,10) nee 9.654 (7.914) 9.654 (7.914) 21.173
Nationale ombudsman Mevr. H. van Essen Directeur 1 (1) nee 122.703 (126.269) 21.556 (20.383) 144.259 (146.652) 209.000
Raad van State R.K. Visser Secretaris 11-3-2021 1,00 nee 34.009 (180.721) 4.501 (21.731) 38.510 (202.452) 39.510
Raad van State M.J. Horstman Secretaris 15-2-2021 1 nee 146.916 (0) 20.090 (0) 167.006 (0) 183.233

Voor 2021 zijn er geen functionarissen die een bezoldiging boven het toepasselijke bezoldigingsmaximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2021 geen functionarissen die hun werkzaamheden als topfunctionaris hebben neergelegd en die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar aangemerkt worden als topfunctionaris. Er zijn in 2021 geen ontslaguitkeringen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd. Er zijn geen functies als leidinggevend topfunctionaris bij andere instellingen(en) die op grond van de WNT gemeld en openbaar gemaakt moeten worden.

D. Bijlagen

Bijlage 1: Toezichtrelaties ZBO's en RWT's

Kiesraad 4.947 7.132 0 0 nee
  1. De gerealiseerde bijdragen zijn opgesteld op basis van de verstrekte informatie van de zbo’s.