Memorie van toelichting
Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2021
Memorie van toelichting
Nummer: 2022D17607, datum: 2022-05-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36100-IV-4).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36100 IV-4 Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2021.
Onderdeel van zaak 2022Z08659:
- Indiener: H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2022-05-19 13:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-05-25 14:00: Slotwet Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2021 (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2022-06-08 13:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2022-07-04 10:00: Jaarverslag en slotwet 2021 (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2022-07-07 22:30: EINDE VERGADERING: STEMMINGEN (over alle resterende onderwerpen) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021–2022 |
36 100IV | Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2021 |
Nr. 4 |
|
A Artikelgewijze toelichting bij het wetsvoorstel
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in:
- de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV);
- de begrotingsstaat van het BES-fonds (H).
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J.Bruins Slot
B Artikelgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen (slotverschillen)
1 Leeswijzer
De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter of gelijk aan de ondergrenzen zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn opgenomen, worden toegelicht. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat mutaties beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.
1. Versterken rechtsstaat | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
4. Bevorderen sociaaleconomische structuur | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
6. Apparaat | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
7. Nog onverdeeld | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
1. BES-fonds | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
2 Beleidsartikelen Koninkrijksrelaties
2.1 Artikel 1 Versterken rechtsstaat
Op dit artikel is circa € 6,7 mln. minder verplicht. Daarnaast is er circa € 6,9 mln. minder uitgegeven.
Toelichting
De onderschrijding van de verplichtingen van circa € 6,7 mln. en de onderuitputting van de uitgaven van circa € 6,9 mln. in 2021 worden met name veroorzaakt door lagere uitgaven vanuit de landspakketten aan de Koninklijke Marechaussee (KMar) en Douane.
2.2 Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur
Op dit artikel is circa € 22,6 mln. minder verplicht. Daarnaast is er circa € 20,2 mln. minder uitgegeven.
Toelichting
De onderuitputting van de uitgaven in 2021 wordt met name veroorzaakt door lagere uitgaven aan noodpakketten van circa € 15,9 mln., omdat het aantal hulpbehoevenden, meer dan aanvankelijk ingeschat, fors daalde.
De resterende lagere realisatie op de uitgaven van circa € 3 mln. is met name toe te schrijven aan het Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (COHO). Het COHO is minder projecten aangegaan dan eerder voorzien (circa € 1,5 mln.). Daarnaast is een betaling door de bank gestorneerd (circa € 1,5 mln.) die bestemd was voor ICT-capaciteit van de Belastingdienst Aruba in het kader van het landspakket.
2.3 Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen
Op dit artikel is circa € 173,3 mln. minder verplicht. Daarnaast is er circa € 164,3 mln. minder uitgegeven en circa € 9,6 mln. meer ontvangen.
Toelichting
Uitgaven
Conform het advies van de Colleges financieel toezicht (Cft) en het College Aruba financieel toezicht (CAft) zijn de middelen (circa € 146,5 mln.) die gereserveerd waren voor de zevende tranche liquiditeitssteun niet geheel besteed.
Aan Aruba is de zevende tranche geheel (€ 88,7 mln.) niet verstrekt. Curaçao en Sint Maarten hebben een lagere zevende tranche liquiditeitslening ontvangen waardoor er in totaal € 57,8 mln. minder is uitgegeven.
Het resterende bedrag aan onderuitputting (circa € 17,7 mln.) wordt veroorzaakt door een wisselkoers meevaller op de rentevoordeellening aan Aruba van circa € 10,7 mln. en circa € 7 mln. op de liquiditeitsleningen.
Verplichtingen
De onderschrijding van het verplichtingenbudget wordt veroorzaakt doordat in 2021 de gehele verplichting voor de rentevoordeellening aan Aruba is vastgelegd voor zowel 2021 als 2022. Dat de onderschrijding van de verplichtingen groter is dan de onderuitputting van uitgaven is het gevolg van een wisselkoerseffect dat samenhangt met de verplichting van de rentevoordeellening.
Ontvangsten
In 2021 is er op uitstaande leningen € 9,3 mln. aan niet geraamde aflossingen ontvangen. Daarnaast is er € 0,3 mln. meer rente ontvangen door een wisselkoersmeevaller. Per saldo komt dit neer op € 9,6 mln. meer ontvangsten.
Wisselkoersmee- en tegenvallers op aflossingen vloeien terug naar de schatkist. De wisselkoerseffecten op renteontvangsten worden verrekend met de wisselkoersreserve op artikel 7 van begrotingshoofdstuk 4, Koninkrijksrelaties.
2.4 Artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden
Op dit artikel is circa € 1,7 mln. minder verplicht. Daarnaast is er circa € 2,8 mln. minder uitgegeven en circa € 1 mln. minder ontvangen.
Toelichting
In 2021 werd een terugbetaling van € 1 mln. verwacht vanuit Korps Politie Sint Maarten (KPSM). De middelen uit de terugbetaling zouden na ontvangst opnieuw ingezet worden voor KPSM, derhalve is er in 2021 € 1 mln. aan uitgaven voor KPSM begroot in de tweede suppletoire begroting. De terugbetaling is echter niet ontvangen, waardoor de uitgaven aan KPSM ook € 1 mln. lager zijn uitgevallen.
De overige onderuitputting van de uitgaven (circa € 1,8 mln.) wordt met name veroorzaakt door het (gedeeltelijk) doorschuiven van projecten naar 2022. Hierdoor zijn de in 2021 gereserveerde middelen voor een aantal projecten niet uitgegeven.
3 Niet-Beleidsartikelen
3.1 Artikel 6 Apparaat
Op dit artikel is circa € 0,2 mln. meer verplicht. Daarnaast is er circa € 1,1 mln. minder uitgegeven en circa € 4,2 mln. meer ontvangen.
Toelichting
De verplichtingen van Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) worden extra comptabel geboekt. hierdoor is een kleine overschrijding van het verplichtingenbudget ontstaan. Er is circa € 1,1 mln. minder uitgegeven, doordat de prognose van RCN op de personele kosten te hoog was ingeschat.
In tegenstelling tot vermeld in de Kamerbrief van 13 december 2021 zijn de ontvangsten voor artikel 6 hoger uitgevallen (circa € 4,2 mln.) dan geraamd bij de tweede suppletoire begroting 2021(Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 35). De meerontvangsten worden voornamelijk veroorzaakt door wisselkoersmeevallers die bij RCN zijn behaald en de middelen die RCN heeft ontvangen van het Openbaar Lichaam Sint Eustatius.
3.2 Artikel 7 Nog onverdeeld
Op dit artikel is circa € 11,3 mln. minder verplicht en circa € 11,3 mln. minder uitgegeven.
Toelichting
Op artikel 7 wordt een reserve aangehouden vanwege wisselkoersrisico's. Bi jtweede suppletoire begroting 2021 en bij slotwet 2021 zijn aanpassingen gedaan in verband met te verwachten wisselkoersrisico's en daadwerkelijk gerealiseerde wisselkoerseffecten.
Bij slotwet 2021 is circa € 9,1 mln. toegevoegd aan de wisselkoersreserve, waarmee het saldo van de wisselkoersreserve toeneemt tot € 20,4 mln. Dit bedrag wordt per suppletoire begroting toegevoegd aan de begroting 2022.
4 Beleidsartikel BES-fonds
4.1 Artikel 1 BES-fonds
Op dit artikel is circa € 6,9 mln. minder verplicht, uitgegeven en ontvangen.
Toelichting
De lagere realisatie wordt veroorzaakt door wisselkoersverschillen. Per tweede suppletoire begroting is het BES-fonds aangevuld voor koersverschillen. De onderuitputting is toegevoegd aan de wisselkoersreserve op artikel 7 op de begroting Koninkrijksrelaties (IV).