[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” zoekmachine] [wat is dit?]

Vierde nota van wijziging

Voorstel van wet van de leden Kathmann en Maatoug houdende wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en enige andere wetten in verband met de invoering van een uniform wettelijk minimumuurloon en enige andere wijzigingen (Wet invoering minimumuurloon)

Nota van wijziging (initiatiefvoorstel)

Nummer: 2022D18146, datum: 2022-05-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-35335-18).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35335 -18 Voorstel van wet van de leden Kathmann en Maatoug houdende wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en enige andere wetten in verband met de invoering van een uniform wettelijk minimumuurloon en enige andere wijzigingen (Wet invoering minimumuurloon).

Onderdeel van zaak 2019Z22081:

Onderdeel van zaak 2022Z08981:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

35 335 Voorstel van wet van de leden Kathmann en Maatoug houdende wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en enige andere wetten in verband met de invoering van een uniform wettelijk minimumuurloon en enige andere wijzigingen (Wet invoering minimumuurloon)

Nr. 18 VIERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 10Ā mei 2022

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel XXXII komt te luiden:

ARTIKEL XXXII

De Wet tegemoetkomingen loondomein wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3.1, eerste lid, onderdeel a, wordt Ā«ā‚¬Ā 10,73Ā» vervangen door Ā«ā‚¬Ā 11,94Ā».

B

Artikel 3.3, eerste lid, onderdeel b, wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste subonderdeel wordt Ā«ten minste 50Ā procent bij een normale arbeidsduur van 40Ā uren per week maar minder dan 60Ā procent bij een normale arbeidsduur van 36Ā uren per weekĀ» vervangen door Ā«ten minste 50Ā procent maar minder dan 60Ā procentĀ».

2. In het tweede subonderdeel wordt Ā«ten minste 60Ā procent bij een normale arbeidsduur van 40Ā uren per week maar minder dan 80Ā procent bij een normale arbeidsduur van 36Ā uren per weekĀ» vervangen door Ā«ten minste 60Ā procent maar minder dan 80Ā procentĀ».

3. In het derde subonderdeel wordt Ā«ten minste 80Ā procent bij een normale arbeidsduur van 40Ā uren per week maar minder dan 100Ā procent bij een normale arbeidsduur van 40Ā uren per weekĀ» vervangen door Ā«ten minste 80Ā procent maar minder dan 100Ā procentĀ».

B

In artikel XXXXI, tweede lid, wordt Ā«van artikelĀ» vervangen door Ā«van de artikelenĀ» en wordt na Ā«onderdelenĀ a en b,Ā» ingevoegd Ā«en XXXII, onderdeelĀ A, artikelĀ 3.1, eerste lid, onderdeelĀ a,Ā».

Toelichting

Onderdeel A

In de derde nota van wijziging is de wijziging van de absolute bandbreedtebedragen die in het oorspronkelijke wetsvoorstel waren opgenomen, ongedaan gemaakt. Dit heeft tot gevolg dat de absolute bandbreedtebedragen voor de aanspraak op het lage inkomensvoordeel hetzelfde blijven als de thans geldende bedragen die zijn opgenomen in artikelĀ 3.1, eerste lid, onderdeelĀ a, van de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl), met dien verstande dat er bij de berekening van deze bedragen moet worden uitgegaan van een voltijds werkweek van 36Ā uren, in aansluiting op de invoering van het wettelijk minimumuurloon. Om tot deze absolute bedragen te komen, werd beoogd bij dezelfde nota van wijziging de relatieve bandbreedte aan te passen naar 100ā€“112% van het wettelijk minimumuurloon. Per abuis is daarbij niet het bedrag van de ondergrens van de absolute bandbreedtebedragen aangepast. Het thans in artikelĀ 3.1, eerste lid, onderdeelĀ a, opgenomen bedrag is gebaseerd op een 40-urige werkweek, terwijl dit na invoering van het wettelijk minimumuurloon dient dit te worden gebaseerd op een 36-urige werkweek. De nu voorliggende nota van wijziging herstelt deze omissie. In onderdeelĀ A wordt de in artikelĀ 3.1, eerste lid, onderdeelĀ a, genoemde absolute ondergrens vastgesteld op ā‚¬Ā 11,94 (2022). Dit bedrag is het op 1Ā januari 2022 geldende minimumuurloon op basis van een 36-urige werkweek vermeerderd met de vakantiebijslag van 8%. Dit bedrag komt in de plaats van het huidige bedrag van ā‚¬Ā 10,73 (2022). De in dit artikel genoemde absolute bovengrens van ā‚¬Ā 13,43 (2022) blijft ongewijzigd. Dit komt overeen met 112% van het wettelijk minimumuurloon.

Vanwege de overzichtelijkheid is artikel XXXII opnieuw vormgegeven. Feitelijk is alleen onderdeelĀ A nieuw.

Onderdeel B

Op grond van artikel 3.1, vierde lid, van de Wtl worden de absolute bandbreedtebedragen jaarlijks aan het begin van het kalenderjaar geĆÆndexeerd op basis van de verhoging van het reguliere wettelijk minimumloon per 1Ā januari van het betreffende jaar vermeerderd met de vakantiebijslag van 8%. In onderdeelĀ B wordt mogelijk gemaakt dat bij inwerkingtreding van de Wet invoering minimumuurloon bij ministeriĆ«le regeling de absolute ondergrens van de bandbreedtebedragen, genoemd in artikelĀ 3.1, eerste lid, onderdeelĀ a, wordt vastgesteld op het actuele minimumuurloon, bedoeld in artikelĀ 8, eerste lid, onderdeelĀ a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag vermeerderd met de vakantiebijslag van 8%. Daarmee wordt geregeld dat onafhankelijk van de doorlooptijd van het wetsvoorstel bij de vaststelling van de absolute ondergrens van de bandbreedtebedragen het actuele minimumuurloon na inwerkingtreding van het wetsvoorstel wordt aangehouden.


Kathmann

Maatoug