Toezegging in relatie tot de motie van de leden Thijssen en Bromet over de Nederlandse bijdrage aan het voorkomen van een mondiale voedselcrisis (Kamerstuk 21501-32-1411)
Landbouw- en Visserijraad
Brief regering
Nummer: 2022D18147, datum: 2022-05-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-32-1424).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 32-1424 Landbouw- en Visserijraad.
Onderdeel van zaak 2022Z08982:
- Indiener: H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2022-05-12 19:47: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-05-18 11:15: Procedurevergadering LNV (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2022-06-09 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
21 501-32 Landbouw- en Visserijraad
Nr. 1424 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 mei 2022
Naar aanleiding van de motie van de leden Thijssen en Bromet over een verkenning naar de mogelijkheden voor een grotere Nederlandse bijdrage aan mondiale voedselzekerheid in 2022 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1411) heb ik toegezegd om voor 10 mei met Wageningen University & Research (WUR) te overleggen op welke termijn er een verkenning uitgevoerd kan worden. Uit het overleg met de WUR is gebleken dat de vraagstelling nog niet helder genoeg is om tot een concrete onderzoeksvraag en daarna een planning met een termijn te komen. Ook merk ik op dat er in 2022 weinig tot geen mogelijkheden zijn voor ondernemers om nog substantiële aanpassingen te maken in de geplande agrarische productie, aangezien veel al is ingezaaid en bouwplannen vastliggen.
Daarom ga ik, als de ingediende motie wordt aangenomen, graag het gesprek aan met de indiener om de vraagstelling verder te concretiseren en om tot een duidelijke afbakening te komen. Daarna zal ik in samenwerking met de WUR werken aan een zo goed mogelijke invulling van deze motie.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
H. Staghouwer