Inzet kabinet met betrekking tot EU-arbeidsmigratie
Arbeidsmigratie en sociale zekerheid
Brief regering
Nummer: 2022D18459, datum: 2022-05-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29861-78).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29861 -78 Arbeidsmigratie en sociale zekerheid.
Onderdeel van zaak 2022Z09162:
- Indiener: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-05-17 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-05-17 16:30: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-05-19 10:00: Arbeidsmigratie (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-06-01 13:30: Arbeidsmigratie (voortzetting CD 19 mei 2022) (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-06-29 10:00: Jaarverslag en Slotwet ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en rapport resultaten verantwoordingsonderzoek van de Algemene Rekenkamer 2021 (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-09-06 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
29 861 Arbeidsmigratie en sociale zekerheid
Nr. 78 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 mei 2022
Arbeidsmigranten leveren een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse maatschappij. Zij vormen een belangrijk deel van de arbeidsmarkt in tal van sectoren. Ondanks dat is de positie van een deel van de arbeidsmigranten nog niet goed geregeld.
Arbeidsmigranten moeten behandeld worden als gelijkwaardige en volwaardige deelnemers aan onze samenleving en arbeidsmarkt. De overheid moet haar regelgeving daar beter op richten en een actievere rol spelen in de bescherming van arbeidsmigranten, op het gebied van werk, huisvesting en zorg en het verbeteren van het zicht op de arbeidsmigranten in Nederland. Zo luidde het advies «Geen tweederangsburgers» van het Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten (hierna: het Aanjaagteam) onder leiding van dhr. Roemer.1
Het kabinet gaat onverminderd door met de uitvoering van de aanbevelingen uit het rapport van het Aanjaagteam om misstanden bij arbeidsmigratie tegen te gaan. Ook bekijkt het kabinet waar de uitvoering mogelijk versneld kan worden, zonder daarbij de zorgvuldigheid uit het oog te verliezen. Dit om uitbuiting en slechte arbeidsomstandigheden van werknemers tegen te gaan, slechte huisvesting aan te pakken en oneerlijke concurrentie en verdringing op de arbeidsmarkt te voorkomen.
In de Jaarrapportage Arbeidsmigranten 2021 heeft u kunnen lezen wat de tussenstand van de uitvoering van de aanbevelingen in december 2021 was.2 Door middel van deze brief informeer ik u over de uitvoering van de aanbevelingen van het Aanjaagteam en de daarmee verbonden budgettaire investering. Tevens ga ik in op het Plan van Aanpak dakloze EU-arbeidsmigranten en de rapporten van Pharos3 en het Kenniscentrum Arbeidsmigranten4 over zorg en welzijn bij arbeidsmigranten. Daarnaast sta ik stil bij de maatregelen die getroffen worden om misstanden bij ontheemden uit Oekraïne te voorkomen.
Budgettaire investering
In het coalitieakkoord is geld vrijgemaakt voor de implementatie van de aanbevelingen van het Aanjaagteam. In de bijlage bij de Jaarrapportage Arbeidsmigranten 2021 is uw Kamer geïnformeerd over de budgettaire vraagstukken, als opvolging van de motie van het lid Van Kent c.s. (Kamerstuk 29 861, nr. 71).5 Middels de suppletoire begroting van SZW, die uw Kamer binnenkort zal ontvangen, worden de middelen die in het coalitieakkoord zijn vrijgemaakt overgeheveld van de aanvullende post naar de begroting van SZW. De middelen worden aangewend voor trajecten die in de uitwerking van de motie van het lid Van Kent c.s. zijn genoemd.
Uitvoering van de maatregelen
Certificering van uitzendbureaus
Eén van de belangrijkste aanbevelingen van het Aanjaagteam is om een verplicht certificeringsstelsel voor bestaande en startende uitleners op te zetten. Om een certificaat te verkrijgen en behouden, moeten uitleners aantonen dat zij de regels naleven, o.a. op het gebied van loonbetaling, fiscaliteit, en huisvesting. Uitleners die misbruik maken van de kwetsbare positie van arbeidsmigranten, bijvoorbeeld door hen onder te betalen of slecht te huisvesten, kunnen hun certificaat verliezen en zo uit de markt worden geweerd. Om de aanbevelingen van het Aanjaagteam uit te werken tot een wetsvoorstel voor een publiek-privaat stelsel, werkt de overheid nauw samen met sociale partners in de Stichting van de Arbeid (VNO-NCW, MKB Nederland, LTO Nederland, FNV, CNV, VCP) en de uitzendsector (ABU en NBBU). Ik streef ernaar om medio dit jaar een hoofdlijnenbrief naar uw Kamer te sturen en parallel daaraan een conceptwetsvoorstel in internetconsultatie te brengen. Zodoende worden zowel de politieke reacties uit de Tweede Kamer als reacties uit de internetconsultatie meegenomen in het definitieve wetsvoorstel. Ik streef naar zo vroeg mogelijke inwerkingtreding van het nieuwe stelsel. Dit is op zijn vroegst haalbaar per 2025, gezien hier sprake is van een complex wetgevingstraject, de implementatie waarvan om veel zorgvuldigheid vraagt.
Registratie
Door het verbeteren van de registratie van arbeidsmigranten krijgt de overheid beter zicht en kunnen arbeidsmigranten beter geholpen worden om hun rechten te effectueren. Op 26 mei 2021 is uw Kamer per brief geïnformeerd over het voornemen contactgegevens en tijdelijke verblijfsadressen van niet-ingezetenen te registreren om het zicht op arbeidsmigranten in Nederland te verbeteren.6 In deze brief is de stapsgewijze aanpak om de registratie van deze gegevens te realiseren toegelicht.
In de per 1 januari 2022 gewijzigde Wet Basisregistratie Personen (hierna: BRP) zijn middels het amendement van het lid Rajkowski c.s. grondslagen opgenomen voor de registratie van contactgegevens en een tijdelijk verblijfadres voor niet-ingezetenen.7 Deze artikelen treden in werking zodra de benodigde aanpassingen in de ICT-voorzieningen zijn gedaan om contactgegevens en tijdelijke verblijfsadressen te kunnen registreren. Hier wordt op dit moment door de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) aan gewerkt. Naar verwachting zijn de systemen deze zomer gereed en zal vanaf dat moment dan ook gestart kunnen worden met het registreren van deze gegevens in de BRP (Register voor Niet-Ingezetenen (hierna: RNI)). Tot die tijd gaat het experiment met registratie van contactgegevens op vrijwillige basis aan de 19 RNI-lokketen door. Deze gegevens worden nu buiten de BRP om geregistreerd en kunnen (beperkt) gebruikt worden voor contact met de geregistreerden. Sinds de start van het experiment in januari 2021 zijn van zo’n 150.000 niet-ingezetenen contactgegevens geregistreerd.
De registratie van contactgegevens en tijdelijke verblijfsadressen in de BRP vanaf de zomer zorgt ervoor dat gemeenten beter zicht krijgen op wie er in hun gemeente verblijft en geeft hen ook de mogelijkheid om contact op te nemen met niet-ingezetenen, bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat zij tijdig bij de gemeente worden geregistreerd als ingezetene indien zij toch langer dan vier maanden in Nederland verblijven.
Daarnaast werkt de RvIG ook aan het verbeteren van de toegang van arbeidsmigranten tot DigiD. Om het proces voor het aanvragen van DigiD te vergemakkelijken en versnellen worden er voorbereidingen getroffen om het mogelijk te maken om de aanvraag van DigiD tegelijkertijd te kunnen laten plaatsvinden met de registratie in de BRP als niet-ingezetene aan een van de 19 RNI-loketten. De technische aanpassingen die hiervoor nodig zijn worden op dit moment gerealiseerd en naar verwachting kan het gecombineerde proces vanaf de zomer met de eerste loketten worden beproefd.
Huisvesting
In het rapport van het Aanjaagteam was er veel aandacht voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Het probleem is tweeledig: er zijn te weinig huisvestingslocaties en er zijn veel locaties die kwalitatief onder de maat zijn. Daarnaast zijn arbeidsmigranten vaak erg afhankelijk van de werkgever voor hun huisvesting.
Begin april heeft de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (hierna: VRO) het advies van de Raad van State bij het wetsvoorstel Goed Verhuurderschap ontvangen. Het streven is het wetsvoorstel voor het zomerreces bij uw Kamer in te dienen. Met dit wetsvoorstel wordt een basisnorm voor goed verhuurderschap geïntroduceerd in de vorm van landelijke algemene beginselen die zien op het gedrag dat een goed verhuurder betaamt. Onderdeel van deze beginselen is de verplichting voor verhuurders om de huurovereenkomst op schrift te stellen. In het geval van verhuur aan arbeidsmigranten dient de huurovereenkomst bovendien separaat te zijn van de arbeidsovereenkomst. De gemeente krijgt de taak om de algemene beginselen te handhaven via het bestuursrechtelijke handhavingsinstrumentarium. In aanvulling op de landelijke algemene beginselen krijgen gemeenten de bevoegdheid om een verbod in te voeren voor de specifieke verhuur van verblijfsruimte aan arbeidsmigranten zonder verhuurvergunning. De gemeente kan een aantal in het wetsvoorstel genoemde voorwaarden aan de vergunning verbinden, zoals eisen aan het maximaal aantal personen per verblijfsruimte, alsmede eisen die zien op de kwaliteit van de huisvesting.
Begin mei 2022 heeft de Minister voor VRO ook het programma «Een thuis voor iedereen» naar uw Kamer gestuurd.8 Doel van het programma is ervoor te zorgen dat er voor mensen uit aandachtsgroepen, onder wie arbeidsmigranten, voldoende betaalbare woningen zijn, met een evenwichtige verdeling over gemeenten en met de juiste zorg, opvang, ondersteuning en begeleiding. Het programma legt het brede fundament voor het verbeteren van de huisvesting voor mensen uit aandachtsgroepen. Gezien de grote diversiteit aan omstandigheden waarin mensen zich bevinden, kan er naast een generieke aanpak ook een specifieke aanpak nodig zijn. Zo is er voor een aantal aandachtsgroepen ook een specifieke aanpak (waaronder de opvolging van het advies van het Aanjaagteam). In de Nationale Woon- en Bouwagenda zijn de contouren van de verschillende programma’s ook al te lezen.9 Daar worden ook de vier actielijnen van het programma geschetst.
De komende twee jaar wordt weer een regeling aandachtsgroepen opengesteld. In totaal is daar € 100 miljoen voor beschikbaar. Deze regeling zal voor de zomer van 2022 worden gepubliceerd en zal eind september worden opengesteld. Via deze regeling kunnen gemeenten een aanvraag doen voor een bijdrage om projecten voor de huisvesting van aandachtsgroepen te realiseren. Arbeidsmigranten zijn een van groepen waarvoor een aanvraag kan worden gedaan.
Zoals in de Jaarrapportage Arbeidsmigranten 2021 is aangegeven, volgt uit de evaluatie van de tijdelijke huurcontracten dat deze contracten niet voor de verhuur aan arbeidsmigranten worden gebruikt. Bovendien volgt uit de evaluatie van de tijdelijke huurcontracten dat niet eenduidig kan worden vastgesteld dat de doelen van de wet behaald zijn.10 Daarom verkent de Minister voor VRO op dit moment hoe de balans tussen het belang van huurders en verhuurders kan worden verbeterd. Uitgangspunt daarbij is dat huurcontracten voor onbepaalde tijd de norm blijven, zoals dat ook in het coalitieakkoord is opgenomen. Naast deze verkenning wordt specifiek voor arbeidsmigranten gekeken hoe hun huurpositie kan worden verbeterd, nu de tijdelijke huurcontracten hier geen oplossing voor bieden. Hierbij wordt gedacht aan een doelgroepencontract voor arbeidsmigranten, waarmee hun rechtspositie wordt verbeterd. In het programma Betaalbaar wonen zal de Minister voor VRO met een verdere duiding komen over de tijdelijke huurcontracten. Dit programma wordt in mei 2022 naar uw Kamer gestuurd.
Zorg en welzijn
De aanbevelingen van het Aanjaagteam met betrekking tot de gezondheid en het welzijn van arbeidsmigranten concentreren zich op toegang tot zorg zonder afhankelijkheid van de werkgever. Na het verschijnen van het rapport van het Aanjaagteam hebben zowel onderzoeksinstituut Pharos als het Kenniscentrum Arbeidsmigranten rapporten uitgebracht waarin helder naar voren komt dat er breder aandacht besteed moet worden aan de zorg voor en het welzijn van arbeidsmigranten.11 Het Interdepartementaal Projectteam Arbeidsmigranten (hierna: IPA) zal met deze aanvullende aanbevelingen gaan bekijken hoe deze tot uitvoering gebracht kunnen worden. Hierover wordt uw Kamer middels de Jaarrapportage Arbeidsmigranten 2022 in december 2022 geïnformeerd.
Dakloosheid kwetsbare EU-arbeidsmigranten
Uw Kamer heeft door middel van de motie-Segers/Marijnissen het kabinet opgeroepen om te komen met een plan voor de groep kwetsbare dakloze EU-arbeidsmigranten.12 Er is inmiddels een Plan van Aanpak dakloze EU-arbeidsmigranten gereed als aanvulling op de aanbevelingen van het Aanjaagteam. Uw Kamer is eerder geïnformeerd over de nieuwe beleidsvoornemens uit dit Plan van Aanpak.13
Ten eerste wordt voorgesteld om de groep dakloze EU-burgers in subgroepen uit te splitsen, zodat meer maatwerk geboden kan worden. Daarbij is het uitgangspunt dat EU-burgers die recent werk hebben gehad meer bescherming zouden moeten krijgen op basis van geldend EU-recht. Hiervoor is het belangrijk dat professionals goed zicht hebben op de rechtenopbouw van EU-burgers tijdens hun verblijf in Nederland. Het basisaanbod per (arbeidsmarkt)regio zal er ongeveer zo uit moeten gaan zien: een sobere kortdurende opvang in combinatie met werktoeleiding of repatriëring. Het betreft een gezamenlijke aanpak tussen Rijk en gemeenten, begeleid door onderzoek en monitoring de komende jaren. De aanpak dakloosheid EU-arbeidsmigranten zal onder de vlag van arbeidsmigratie worden opgepakt in nauwe samenwerking met het IPA.
De nieuwe vorm van opvang moet centraal gelegen zijn in arbeidsmarktregio’s met veel arbeidsmigranten, dus dat betekent dat de opvang zich zal concentreren in een aantal specifieke gemeenten. Op dit moment worden de laatste gesprekken gevoerd over de invulling van de noodzakelijke financiën door de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Nadat de suppletoire begroting aan uw Kamer is gestuurd, zal het Plan van Aanpak door de Staatssecretaris van VWS met uw Kamer worden gedeeld. Getracht wordt in de loop van 2022 reeds te starten met pilots in een aantal van die specifieke gemeenten.
Toezicht en handhaving
Om arbeidsmigranten beter te beschermen tegen misstanden en om malafide ondernemers aan te pakken, is handhaving als sluitstuk van een goed werkend stelsel een belangrijk instrument. Met de beschikbare middelen bij het Regeerakkoord kan ook aan de versterking van handhaving een verdere impuls gegeven worden. In de bijlage bij de brief van 1 april 2021 is uw Kamer geïnformeerd hoe deze impuls eruit kan komen te zien en hoe deze kan leiden tot resultaat.14
Daarin is ook aandacht voor het verder versterken van het slachtoffer. Zo moeten arbeidsmigranten bij slechte werk- en woonomstandigheden de mogelijkheid krijgen zich aan die slechte situatie te kunnen onttrekken. Daarom is het kabinet een pilot gestart om opvang te bieden aan ernstig benadeelde arbeidsmigranten. Zij kunnen vanaf 4 april 2022 voor een duur van maximaal 2 weken worden opgevangen in een crisisopvanglocatie. Dit is in aanvulling op de al bestaande noodopvang voor vermoedelijke slachtoffers van arbeidsuitbuiting.
De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft de beslissingsbevoegdheid of iemand geplaatst kan worden in de opvang, net als bij mogelijke slachtoffers van arbeidsuitbuiting het geval is. Tot nu toe was er geen alternatief voor deze zogenoemde «ernstig benadeelden» voorhanden. Daarom bleven vele van hen werken en wonen bij de malafide werkgever.
Zodra de ernstig benadeelde arbeidsmigrant naar de opvang is doorverwezen door de Nederlandse Arbeidsinspectie, zal na het eerste rustmoment de persoon door de zorgverlener van de opvang geïnformeerd worden over de mogelijke vervolgstappen en welke instanties hierin een rol kunnen spelen. De arbeidsmigrant bepaalt zelf over de gewenste vervolgstap na maximaal twee weken crisisopvang: mogelijkheden bekijken tot bemiddeling naar ander werk, terug naar land van herkomst of anderszins.
Ontheemden uit Oekraïne
Uw Kamer is op 30 maart jl. geïnformeerd over de vrijstelling van de tewerkstellingsvergunningsplicht voor ontheemden die onder de richtlijn tijdelijke bescherming vallen en arbeid in loondienst willen verrichten.15 Deze vrijstelling is op 1 april 2022 in werking getreden en geldt met terugwerkende kracht vanaf 4 maart 2022.
De mensen die Oekraïne zijn ontvlucht, zijn kwetsbare, soms door oorlogsgeweld getraumatiseerde mensen. Om het risico op misstanden te signaleren en te verkleinen, geldt er sinds 1 april 2022 een meldplicht voor werkgevers die een vreemdeling op grond van de vrijstelling in dienst willen nemen. De werkgever moet ten minste twee werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden bij het UWV melden dat er een vreemdeling op grond van de vrijstelling tewerk wordt gesteld. Het niet naleven van deze nieuwe meldplicht is een overtreding en beboetbaar op grond van de Wet arbeid vreemdelingen. De Nederlandse Arbeidsinspectie is belast met de handhaving hiervan. De Nederlandse Arbeidsinspectie zal bovendien inspecteren en handhaven indien zij constateert dat er sprake is van andere overtredingen van arbeidswetten, bijvoorbeeld van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag of de Arbeidstijdenwet.
Daarnaast beperkt de vrijstelling voor het aanvragen van een tewerkstellingsvergunning zich in eerste instantie tot het verrichten van arbeid in loondienst. Naar verwachting zijn de vreemdelingen daardoor beter beschermd tegen misstanden zoals onderbetaling.
Het kabinet doet bovendien extra inspanningen ten aanzien van informatievoorziening. Zo zal www.workinnl.nl naar het Oekraïens en Russisch vertaald worden. Het is wel belangrijk om aan te stippen dat de groep ontheemden een bijzondere verblijfsstatus op grond van de Richtlijn tijdelijke bescherming kent. Daarmee hebben zij op onderdelen andere rechten dan EU-burgers. Dat zal in de informatievoorziening ook terug te zien zijn.
Conclusie
We staan voor een belangrijke opgave om de aanwezige arbeidsmigranten in Nederland op een fatsoenlijke en waardige wijze te ontvangen en te behandelen. De heer Roemer heeft hiertoe een gedegen rapport geschreven met zijn Aanjaagteam en het kabinet rekent nu op de inzet van alle betrokkenen om de uitvoering te realiseren. Op 12 mei 2022 organiseert het IPA een congres waar al deze betrokkenen gezamenlijk spreken over de brede thematiek die beschreven is door het Aanjaagteam en om gezamenlijk verdere stappen te zetten. Dat veranderingen in de positie van de arbeidsmigrant niet van de ene op de andere dag geregeld zijn is duidelijk, maar ik vertrouw erop dat met de stappen en mijlpalen die het kabinet in deze brief uiteengezet heeft, de positie van arbeidsmigranten daadwerkelijk zal worden verbeterd.
Mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Minister
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de Minister voor
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, de Staatssecretaris van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Staatssecretaris van
Justitie en Veiligheid, en de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
Het advies «Geen tweederangsburgers. Aanbevelingen om misstanden bij arbeidsmigranten in Nederland tegen te gaan», Kamerstuk 29 861, nr. 53.↩︎
Kamerstuk 29 861, nr. 77, en bijlage «Jaarrapportage Arbeidsmigranten 2021».↩︎
https://www.pharos.nl/nieuws/nederlandse-zorg-niet-goed-toegankelijk-voor-arbeidsmigranten/.↩︎
https://hetkenniscentrumarbeidsmigranten.nl/nederlandse-zorg-niet-goed-toegankelijk-voor-arbeidsmigranten/.↩︎
Kamerstuk 29 861, nr. 77, bijlage 1.↩︎
Kamerstukken 27 859 en 29 861, nr. 153.↩︎
Amendement van het lid Rajkowski c.s. (Kamerstuk 21, 35 648, nr. 12).↩︎
Kamerstuk 32 847, nr. 88↩︎
Bijlage bij Kamerstuk 32 847, nr. 878.↩︎
Kamerstuk 29 861, nr.77; Kamerstuk 27 926, nr. 343.↩︎
https://www.pharos.nl/nieuws/nederlandse-zorg-niet-goed-toegankelijk-voor-arbeidsmigranten/ en https://hetkenniscentrumarbeidsmigranten.nl/nederlandse-zorg-niet-goed-toegankelijk-voor-arbeidsmigranten/↩︎
Kamerstuk 35 925, nr. 35.↩︎
Kamerstuk 29 325, nr. 130.↩︎
Kamerbrief stand van zaken implementatie aanbevelingen arbeidsmigratie maart 2021, Kamerstuk 29 861, nr. 69.↩︎
Kamerstukken 19 637 en 36 045, nr. 2839.↩︎