35892, bijgewerkt t/m nr. 14 (Tweede NvW d.d. 31 maart 2023)
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet dieren met het oog op de versterking en aanvulling van het instrumentarium ten behoeve van de opsporing, vervolging en bestuursrechtelijke sanctionering van dierenmishandeling, dierverwaarlozing en overtreding van bepalingen inzake dierenwelzijn, dierengezondheid en het aanhitsen van dieren (Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing)
Bijgewerkte tekst
Nummer: 2022D18836, datum: 2023-03-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2021Z13842:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Volgcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-09-07 15:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-09-15 14:30: Procedures en brieven (videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-09-30 14:00: Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing (35892) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-05-18 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-05-19 13:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-04-12 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-05-11 16:00: Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing (35892) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2023-05-16 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (đ origineel)
Bijgewerkt t/m nr. 14 (Tweede NvW d.d. 31 maart 2023) | |
35 892 | Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet dieren met het oog op de versterking en aanvulling van het instrumentarium ten behoeve van de opsporing, vervolging en bestuursrechtelijke sanctionering van dierenmishandeling, dierverwaarlozing en overtreding van bepalingen inzake dierenwelzijn, dierengezondheid en het aanhitsen van dieren (Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing) |
Nr. 2 | VOORSTEL VAN WET |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die dezen zullen zien of horen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is om het bestaande instrumentarium voor de opsporing, vervolging en bestuursrechtelijke sanctionering van dierenmishandeling,
dierverwaarlozing en bepalingen betreffende dierenwelzijn en dierengezondheid te versterken en aan te vullen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 14b, derde lid, vervalt.
B
Na artikel 306 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 306a
Hij die een dier op een mens of op een ander dier aanhitst, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
C
In artikel 425, onderdeel 1°, vervalt âeen dier op een mens aanhitst ofâ en wordt na âwanneer het een mensâ ingevoegd âof een dierâ.
ARTIKEL II
Artikel 509hh van het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt onder vervanging van de punt door een komma aan het slot van onderdeel c toegevoegd âdan welâ.
2. Aan het eerste lid wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. in verband waarmee vrees bestaat voor gedrag van de verdachte dat herhaald gevaar voor de gezondheid of het welzijn van een of meer dieren oplevert.
3. Aan het tweede lid wordt onder vervanging van de punt door een komma aan het slot van onderdeel d een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. geen of minder dieren te houden, dan wel bepaalde diersoorten niet te houden.
ARTIKEL III
De Wet dieren wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 2.15, vijfde en zesde lid, en 2.16, derde en vierde lid, wordt na âeen bij artikel 2.8 verbodenâ telkens ingevoegd âof bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezenâ.
B
Na artikel 5.10 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 5.10a. Houders van dieren
1. Onze Minister kan maatregelen treffen met betrekking tot houders van dieren ter bevordering van de kennis van de houder wanneer door die houder niet is voldaan aan het bepaalde bij of krachtens deze wet.
2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, kunnen een verplichting inhouden tot het volgen van een cursus of training.
C
In artikel 5.12, eerste lid, wordt âde gezondheid van mens of dierâ vervangen door âde gezondheid van mens of dier, of het welzijn van dierenâ.
D
In artikel 8.6, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, wordt na "2.10, tweede, derde en vierde lid,â ingevoegd â2.15, vijfde en zesde lid, 2.16, eerste, derde en vierde lid,â en wordt na â5.10,â ingevoegd â5.10a,â.
E
In artikel 8.11, eerste lid, vervalt â1.4,â en wordt na âartikel 7.5 derde lid,â ingevoegd âof met de maatregel, als bedoeld in artikel 8.11aâ.
F
Na artikel 8.11 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 8.11a. Strafrechtelijke vrijheidsbeperkende maatregel
1. Ter beveiliging van de maatschappij, ter bescherming van de goede zeden of ter voorkoming van strafbare feiten die de gezondheid of het welzijn van een of meer dieren benadelen, kan een maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid worden opgelegd bij de rechterlijke uitspraak:
a. waarbij iemand wegens een strafbaar feit wordt veroordeeld;
b. waarbij overeenkomstig artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht wordt bepaald dat geen straf zal worden opgelegd.
2. De maatregel kan inhouden dat de verdachte wordt bevolen:
a. geen of minder dieren, dan wel bepaalde diersoorten niet, te houden,
b. zich niet op te houden in een bepaald gebied.
3. De maatregel kan voor een periode van ten hoogste tien jaren worden opgelegd. In afwijking hiervan kan de maatregel voor een periode van ten hoogste twintig jaren worden opgelegd indien de verdachte bij rechterlijke uitspraak wordt veroordeeld wegens het in artikel 8.12, zevende lid, omschreven misdrijf of indien nog geen tien jaren zijn verstreken sedert de dag waarop de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld wegens een strafbaar feit dat de gezondheid of het welzijn van een of meer dieren benadeelt.
4. De rechter kan bij zijn uitspraak, ambtshalve of op vordering van de officier van justitie, bevelen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is indien er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een strafbaar feit zal begaan dat de gezondheid of het welzijn van een of meer dieren benadeelt.
5. Het bevel, bedoeld in het vierde lid, kan door de rechter die kennisneemt van het hoger beroep, ambtshalve, op verzoek van de veroordeelde of op vordering van het openbaar ministerie, worden opgeheven.
6. De maatregel kan tezamen met straffen en andere maatregelen worden opgelegd.
G
Artikel 8.12 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde en zesde lid vervalt â1.4,â.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Gedragingen in strijd met artikel 8.11a worden gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of een geldboete van de derde categorie.
ARTIKEL IV
In artikel 1, onderdelen 1° en 2°, van de Wet op de economische delicten vervalt in de zinsneden met betrekking tot de Wet dieren âwaar dieren van krachtens artikel 2.3, tweede lid, aangewezen soorten of categorieĂ«n, worden gehoudenâ.
ARTIKEL V
Deze wet wordt aangehaald als: Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing
ARTIKEL VI
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie en Veiligheid,
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,