Bijgewerkt t/m nr. 6 (Brief overname d.d. 13 mei 2022)
Voorstel van wet van de leden Kathmann en Maatoug tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van een klachtrecht voor de individuele werknemer
Bijgewerkte tekst
Nummer: 2022D19052, datum: 2022-05-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2007Z02003:
- Indiener: B.C. Kathmann, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S. Maatoug, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: Vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2021-01-26 16:30: Extra-procedurevergadering (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-05-31 16:30: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-09-05 16:30: Extra procedurevergadering commissie SZW (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Preview document (🔗 origineel)
Bijgewerkt t/m nr. 6 (Brief overname d.d. 13 mei 2022) 27 274 Voorstel van wet van de leden Kathmann en Maatoug tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van een klachtrecht voor de individuele werknemer Nr. 4 VOORSTEL VAN WET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een wettelijke regeling van het klachtrecht voor de individuele werknemer in te voeren; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: A Na artikel 656 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt: Artikel 657 1. De werknemer heeft het recht een schriftelijke klacht in te dienen bij de werkgever, mits de klacht verband houdt met zijn persoonlijke arbeidssituatie. 2. De werkgever bevestigt de ontvangst van de klacht schriftelijk. 3. De werkgever reageert binnen 6 weken schriftelijk en met redenen omkleed op een door de werknemer ingediende klacht als bedoeld in lid 1. 4. De werknemer kan zich bij de indiening en behandeling van zijn klacht door een derde laten bijstaan of vertegenwoordigen. 5. De werkgever zorgt er voor dat de klacht van de werknemer vertrouwelijk wordt behandeld. 6. Bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan kan van de in lid 3 genoemde termijn worden afgeweken. 7. De werkgever die krachtens de Wet op de ondernemingsraden een ondernemingsraad heeft ingesteld, stelt een regeling op voor de behandeling van klachten. 8. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de in artikel 655 lid 6 eerste zin bedoelde overeenkomsten. 9. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de verhouding tussen de werknemer en een derde als bedoeld in artikel 690. B In artikel 670 wordt, onder vernummering van het achtste lid tot negende lid, een nieuw achtste lid ingevoegd, luidende: 8. De werkgever kan de arbeidsovereenkomst van de werknemer niet beëindigen wegens de omstandigheid dat de werknemer een klacht heeft ingediend of een klager heeft bijgestaan dan wel heeft vertegenwoordigd. Ook anderszins zorgt de werkgever er voor dat de werknemer die een klacht heeft ingediend of die bijstand heeft verleend, niet deswege benadeeld wordt in zijn positie als werknemer. C In artikel 670b, tweede lid, wordt “De leden 1 tot en met 7 van artikel 670” vervangen door: De leden 1 tot en met 8 van artikel 670 D In artikel 677, vijfde lid, wordt “artikel 670 leden 1 tot en met 7” vervangen door: artikel 670 leden 1 tot en met 8. ARTIKEL II Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De Minister van Justitie, PAGE PAGE 1