Antwoord op vragen van het lid Stoffer over het bericht 'NAM zet Rijk onder druk om in Groningen minder huizen te versterken'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2022D19235, datum: 2022-05-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-2757).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Onderdeel van zaak 2022Z06450:
- Gericht aan: J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
- Indiener: C. Stoffer, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2757
Vragen van het lid Stoffer (SGP) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «NAM zet Rijk onder druk om in Groningen minder huizen te versterken» (ingezonden 4 april 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 16 mei 2022).
Vraag 1
Kent u het bericht «NAM zet Rijk onder druk om in Groningen minder huizen te versterken»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de zorgen van de getroffen inwoners van het aardbevingsgebied in Groningen die zich afvragen of hun woning ooit nog veilig bewoond kan worden?
Antwoord 2
Ik begrijp deze zorg van bewoners. Het is daarom van belang mensen zo snel als mogelijkheid zekerheid te geven over de veiligheid van hun woning.
Vraag 3
Heeft de druk van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) op het Rijk ervoor gezorgd dat de versterkingsoperatie in het aardbevingsgebied in Groningen vertraging heeft opgelopen? Zo ja, welke invloed heeft dit op de veiligheid van de woningen in het getroffen gebied?
Antwoord 3
De reactie van NAM op de versterkingsoperatie heeft geen gevolgen voor de uitvoering door de Nationaal Coördinator Groningen (NCG), laat staan de veiligheid van de woningen. De NCG en gemeenten voeren de versterking uit. NAM staat op afstand van de uitvoering. Het Rijk belast de kosten van de versterkingsopgave door aan NAM. Doorbelasting vindt achteraf plaats en staat nadrukkelijk los van de uitvoering van de versterkingsoperatie door de NCG en de gemeenten.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u het verweer van de NAM dat de overheid met verouderde normen werkt waardoor de NAM het geld niet uit zou hoeven keren?
Antwoord 4
Dit betoog van NAM is onjuist. De laatste inzichten worden gebruikt bij de versterkingsoperatie. NAM moet de volledige kosten voor de versterkingsoperatie betalen. Het Rijk en NAM verschillen hierover van mening. NAM is inmiddels een arbitrage gestart (Kamerstuk 33 529, nr. 947). De discussie zal in het kader van deze arbitrage verder worden gevoerd.
Vraag 5
Biedt de huidige constructie, waarbij de NAM via een joint venture voor de schades en versterking blijft betalen, maar waarbij de overheid bepaalt welke schade door aardbevingen wordt veroorzaakt, aanwijst welke huizen onveilig zijn en hoe die huizen moeten worden versterkt, nog wel voldoende grondslag om de NAM op te laten draaien voor alle versterkingskosten?
Antwoord 5
NAM betaalt de kosten voor schade op grond van een heffing die wordt opgelegd op grond van de Tijdelijke wet Groningen. De versterkingskosten worden nog gefactureerd op grond van de interim- betaalovereenkomst Groningen. Als de wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen, in werking is getreden worden ook de kosten voor versterken via een wettelijke heffing op NAM verhaald. Zoals eerder aan uw Kamer gemeld (Kamerstuk 33 529, nr. 916) voldoen de wettelijke heffing en juridisch bindende overeenkomsten met NAM om de kosten voor de versterking te verhalen.
Vraag 6
Hoe beoordeelt u de verhouding tussen de Staat en de NAM nu dit najaar naar buiten kwam dat beide partijen zich voorbereiden op een juridische strijd?2
Antwoord 6
NAM en de Staat verschillen van mening over de uitvoering van het schadeherstel en de versterking. Bij brief van 31 maart 2021 heeft de toenmalig Minister van Economische Zaken en Klimaat aangegeven dat de mogelijkheid dat de discussies met NAM uitmonden in juridische procedures reëel is en dat het kabinet zich daarop voorbereidt (Kamerstuk 33 529, nr. 866). In mijn brief van 4 februari jl. heb ik aangegeven teleurgesteld te zijn in de keuze van NAM de kosten juridisch te betwisten (Kamerstuk 33 529, nr. 947). Het staat NAM echter vrij dit te doen. Dit verandert niets aan de opstelling van de Staat dat alle kosten die in rekening kunnen worden gebracht bij NAM, in rekening worden gebracht.
Vraag 7
Deelt u de zorg van de getroffen inwoners dat een juridische strijd de versterkingsoperatie alleen maar langer laat duren? Hoe voorkomt u dat inwoners van het aardbevingsgebied de dupe worden van onduidelijke afspraken tussen de Staat en de NAM?
Antwoord 7
Veel bewoners wachten al lang op de versterking van hun huis. Bewoners voelen zich onveilig in hun eigen huis. Daarom wordt door de NCG alles op alles gezet om met de regionale overheden de versterking te versnellen.
De noodzakelijke versnelling is niet afhankelijk van NAM. Het standpunt van NAM over de versterkingsoperatie heeft geen gevolgen voor de uitvoering door de NCG. De NCG en gemeenten voeren de versterking uit, discussies over de kosten worden achteraf met NAM gevoerd door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Vraag 8
Kunt u zich voorstellen dat inwoners van het aardbevingsgebied in Groningen het vertrouwen in de overheid kwijtraken?
Antwoord 8
Het vertrouwen in Groningen kan alleen hersteld worden door uitvoering te geven aan de gemaakte afspraken. Daarom is het zo van belang dat NAM geen invloed meer heeft op de ingezette koers in Groningen. De discussie met NAM wordt met het ministerie gevoerd maar heeft geen gevolgen voor Groningers.
Vraag 9
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de getroffen inwoners van het aardbevingsgebied zo snel mogelijk weer in een veilige woning kunnen wonen?
Antwoord 9
Het meerjaren versterkingsplan (MJVP), waarover toenmalig Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uw Kamer eind vorig jaar heeft geïnformeerd, bevat de planning om de versterkingsoperatie in 2028 af te ronden (Kamerstuk 33 529, nr. 911). Op 29 maart 2022 heb ik uw Kamer tevens geïnformeerd over de aanpak van de NCG om te zorgen dat daarvoor voldoende uitvoeringscapaciteit beschikbaar is (kenmerk 2022Z06012).
Uw Kamer ontvangt voor het commissiedebat van 19 mei 2022 nog een brief met de meest recente stappen om vaart te brengen in de versterkingsoperatie.