Antwoord op vragen van de leden Wassenberg en Vestering over het nieuws dat kalverhouders in de afgelopen maanden veel meer kalfjes hebben geïmporteerd uit Ierland
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2022D19248, datum: 2022-05-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-2756).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Onderdeel van zaak 2022Z05225:
- Gericht aan: H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: F.P. Wassenberg, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: L. Vestering, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2756
Vragen van de leden Wassenberg en Vestering (beiden PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het nieuws dat kalverhouders in de afgelopen maanden veel meer kalfjes hebben geïmporteerd uit Ierland (ingezonden 18 maart 2022).
Antwoord van Minister Staghouwer (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 16 mei 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2299.
Vraag 1
Wat was uw reactie toen u zag dat de import van kalfjes uit Ierland in de afgelopen maanden weer sterk is toegenomen?1
Antwoord 1
Ik was hier onaangenaam door verrast. Ik zet mij in voor een Europees verbod op lange transporten van jonge kalveren en de transporten uit Ierland baren mij extra zorgen vanwege de overtocht met de veerboot. Uit een recent rapport van Eyes on Animals, Ethical Farming Ireland en Europarlementariër Anja Hazekamp bleek dat Ierse kalveren tijdens de 50 uur durende reis vanaf het melkveebedrijf in Ierland naar een controlepost in Frankrijk slechts één keer werden gevoerd2. Ik heb dit ook aangekaart in mijn kennismakingsgesprek met de kalversector op mijn departement op 23 maart jongstleden.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat het transport van kalfjes uit Ierland via boot en vrachtwagen wel veertig uur kan duren, waarbij de piepjonge dieren, die nog afhankelijk zijn van melk, alleen toegang hebben tot water via drinknippels die ze vaak niet kennen?
Antwoord 2
In het bovengenoemde gesprek met de kalversector is mij verteld dat de Ierse kalveren gemiddeld drie dagen onderweg zijn. Dit betreft de gehele reis: vanaf de Ierse melkveehouder, waar ze zijn geboren, naar de Nederlandse kalverhouder. De dieren zijn niet de gehele tijd onderweg. Zij worden in Ierland en in Frankrijk voor bepaalde periodes uitgeladen. In Frankrijk verblijven ze tenminste 12 uur in een controlepost. Daar worden de kalveren gevoerd met melk.
De kalveren krijgen tijdens het vervoer in de veewagen geen voeding. Dat geldt ook voor de overtocht met de veerboot van Ierland naar Frankrijk, waarbij de dieren in de veewagen blijven. Deze overtocht duurt 18 uur (van Rosslare naar Cherboug). De drenksystemen in veewagens, die de kalveren volgens de Europese voorschriften na een transporttijd van 9 uur van water moeten voorzien, zullen voor een groot deel van de kalveren onbekend zijn. Dit is zeker het geval als het metalen bijtnippels betreft. Deze worden nog veel gebruikt in de EU en zijn ongeschikt voor deze jonge kalveren omdat ze hier niet goed uit kunnen drinken. Mede vanwege deze beperkingen ten aanzien van het voeren en drenken van kalveren tijdens transport, pleit ik voor het beperken van de transportduur van jonge kalveren.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat Nederlandse kalverhouders uit kostenoverwegingen liever kalfjes uit Ierland halen dan uit de Nederlandse melkveehouderij?
Antwoord 3
Dit zou een ongewenste situatie zijn. Kalveren worden volgens de kalversector graag vanuit Ierland gehaald omdat deze sterker en gezonder zouden zijn ten opzichte van andere kalveren. Vanuit het oogpunt van dierenwelzijn en het streven naar kringlooplandbouw en korte ketens zouden de kalverhouders voorrang moeten geven aan kalveren uit de Nederlandse melkveehouderij. Langeafstandtransporten van deze jonge dieren moeten zoveel mogelijk worden vermeden, zeker als er kalveren uit de Nederlandse melkveehouderij beschikbaar zijn.
Vraag 4
Deelt u de mening dat dit laat zien dat de sector geen enkele stap zet als het gaat om het terugdringen van dit soort transporten met piepjonge dieren die per definitie gepaard gaan met enorm dierenleed?
Antwoord 4
De kalversector heeft zichzelf ten doel gesteld om lange transporten van kalveren af te bouwen. In het Sectorplan Versnelling Verduurzaming Kalverhouderij uit 20193 gaf de sector aan de import van kalveren te willen reduceren met 8% in 2024; 16% in 2028; tot 20% in 2030 ten opzichte van 2019. Deze reductie zou primair gerealiseerd worden op transporten van lange duur (>19 uur). Integratie VanDrie geeft in zijn MVO-jaarverslag 20204 aan voor 2026 te stoppen met de import van kalveren uit Oost-Europa en Ierland naar Nederland. Het is nog niet duidelijk hoe het staat met de realisatie van de genoemde doelen. De cijfers van de afgelopen jaren zijn lastig te interpreteren door de impact van de coronacrisis op de kalversector.
Vraag 5
Is uw inzet nog steeds om vervoer van jonge kalfjes en andere jonge dieren die nog afhankelijk zijn van melk alleen nog toe te staan over korte afstanden?5
Antwoord 5
Ja. Mijn inzet voor de aanstaande herziening van de Europese transportverordening is een verbod op langeafstandtransporten van ongespeende dieren, zoals jonge kalveren maar ook geiten- en schapenlammeren.
Vraag 6
Welke concrete stappen zijn er al gezet om dit waar te maken?
Antwoord 6
Ik heb uw Kamer op 14 april per brief geïnformeerd over mijn inzet op EU niveau en de acties die ik onderneem (zie de verzamelbrief Dierenwelzijn). Mijn inzet ten aanzien van het vervoer van jonge kalveren is schriftelijk ingebracht in een publieke consultatie van de Europese Commissie. Daarnaast is Nederland vertegenwoordigd in een expert subgroep van het Animal Welfare platform over diertransporten. Deze subgroep is door de Europese Commissie ingesteld in het kader van de herziening van de Europese transportverordening.
Ik zoek in dit Europese traject zoveel mogelijk de samenwerking op met gelijkgestemde lidstaten, zoals de Vughtgroep.
Vraag 7
Heeft u zich al verdiept in het beleidsvoornemen van Duitsland om de minimumleeftijd voor het transport van kalfjes te verhogen naar 28 dagen, zoals u heeft toegezegd naar aanleiding van de motie Vestering?6
Antwoord 7
Ik heb dit uitgezocht en ben uitgebreid op deze toezegging ingegaan in de eerdergenoemde brief van 14 april. Vanuit het oogpunt van dierenwelzijn en diergezondheid ben ik net als de Duitse Federale overheid voorstander van een hogere minimumleeftijd van het vervoer van kalveren. Aangezien de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) momenteel in opdracht van de Europese Commissie aan een advies werkt over dierenwelzijn en transport, waarin ook expliciet wordt ingegaan op het vervoer van jonge kalveren, zal ik mijn vervolgacties op basis van dit advies bepalen. Dit EFSA advies wordt komende zomer verwacht.
Vraag 8
Kunt u deze vragen één voor één en binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoorden?
Antwoord 8
Ik heb de vragen één voor één beantwoord maar helaas niet binnen de daarvoor gestelde termijn.
Boerderij, 15 maart 2022, Nederland weer grootste afnemer Ierse kalveren (https://www.boerderij.nl/nederland-weer-grootste-afnemer-ierse-kalveren).↩︎
https://www.eyesonanimals.com/nl/newly-released-eona-efi-report-show-2–4-week-old-irish-calves-in-transit-for-50-hours-and-only-fed-once/↩︎
https://www.kalversector.nl/wp-content/uploads/2019/09/Sectorplan-Versnelling-Verduurzaming-Kalverhouderij.pdf↩︎
https://jaarverslag.vandriegroup.nl/FbContent.ashx/pub_1000/downloads/v210705141238/VanDrie_Group_MVO_verslag_2020.pdf↩︎
Antwoorden op schriftelijke vragen van het lid Wassenberg over het Ierse plan om dit voorjaar tienduizenden kalfjes op het vliegtuig te zetten naar Nederland. Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, Aanhangsel van de Handelingen, nr. 2170.↩︎
Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 54.↩︎