Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het verdrag inzake luchtdiensten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili; Santiago, 24 mei 2021 (kamerstuk 36070-1)
Verdrag inzake luchtdiensten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili; Santiago, 24 mei 2021
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2022D19263, datum: 2022-05-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D19263).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T.C. (Tjeerd) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: L. van der Zande, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2022Z06311:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-04-05 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-04-06 10:15: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-04-20 10:15: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-05-16 12:00: Verdrag inzake luchtdiensten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-06-22 10:15: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-09-05 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2022D19263 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het verdrag inzake luchtdiensten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili (Kamerstuk 36 070, nr. 1).
De voorzitter van de commissie,
Tjeerd de Groot
Adjunct-griffier van de commissie,
Van der Zande
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
Inleiding
VVD-fractie
GroenLinks-fractie
Partij voor de Dieren-fractie
BBB-fractie
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het verdrag inzake luchtdiensten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het verdrag inzake luchtdiensten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili. Deze leden hebben geen verdere vragen en opmerkingen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben enkele algemene vragen die ook betrekking hebben op het voorliggende luchtvaartverdrag met Chili.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van het luchtvaartverdrag dat Nederland en Chili hebben gesloten. Het stimuleren van meer luchtvaart tijdens een volkomen geëscaleerde klimaatcrisis vinden zij een onverantwoorde en onwenselijke situatie en daarom hebben deze leden een aantal vragen over dit verdrag en de totstandkoming ervan.
Het lid van de BBB-fractie heeft met interesse kennisgenomen van het verdrag inzake luchtdiensten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili.
VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat het belangrijk is goede afspraken te maken over oneerlijke concurrentie. Deze leden stellen dat het belangrijk is een zo gelijk mogelijk speelveld te creëren, ook op het gebied van duurzaamheidseisen. Deze leden constateren dat Chili pas in 2027 op de planning staat om deelnemer te worden van CORSIA, het mondiale CO2-reductie en compensatiesysteem. Nederland is wel al deelnemer. Deze leden willen weten welke financiële gevolgen of anderszins beperkingen dit heeft voor Nederlandse luchtvaartmaatschappijen in vergelijking met Chileense luchtvaartmaatschappijen
De leden van de VVD-fractie constateren dat er geen artikel is over sociale aspecten. Deze leden willen weten op welke wijze oneerlijke concurrentie wordt tegengegaan, indien andere landen over lagere arbeidskosten beschikken of lagere sociale normen hebben. Deze leden willen ook weten op welke wijze de Nederlandse arbeidsmarkt hiervoor wordt beschermd.
GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich zorgen om de grote klimaatgevolgen van een groeiende luchtvaart. Technische mogelijkheden voor een klimaatneutrale luchtvaart zijn nog zeer ver weg en daarom zal de luchtvaart fors moeten krimpen. Initiatieven die mogelijk leiden tot een groei van de luchtvaart zijn om die reden vrijwel altijd onwenselijk. Deze leden vragen de Minister daarom hoe voorkomen wordt dat dit verdrag leidt tot een toename van het aantal verkeersbewegingen en een toename of uitblijvende afname van de CO2-emissies in de luchtvaart van en naar Nederland.
De leden van de GroenLinks-fractie zijn ook van mening dat Nederland veel meer sturingsmogelijkheden zou moeten hebben wat het netwerk betreft. De verdeling van zeer schaarse slots op basis van vooral oude rechten of open access leidt niet noodzakelijk tot het beste netwerk voor Nederland. Deze leden zijn ervan overtuigd dat dit systeem snel grondig moet worden herzien. In hoeverre werkt dit luchtvaartverdrag drempels op voor een toekomstige meer gereguleerde slotverdeling op basis van nationale behoefte? Dient dit verdrag primair commerciële luchtvaartpartijen of primair de Nederlandse behoefte voor goede bereikbaarheid en connectiviteit, bij een minimaal aantal vluchten?
Partij voor de Dieren-fractie
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen of de Minister kan aangeven waarom Nederland een verdrag opstelt waarin expliciet verwoord is dat men geleid is door de wens bij te dragen aan «the progress and expansion of international civil aviation». Acht de Minister het, gegeven de huidige klimaatcrisis, nog wenselijk het internationale luchtverkeer verder uit te breiden? Zo ja, waarom?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen of de Minister ervan op de hoogte is dat zijn voorganger (mevrouw Visser) in het debat op 4 november 2021 aangaf de groeibepaling niet uit het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (ICAO-verdrag) te willen halen, omdat dit met 190 leden en een veto (dat overigens niet bestaat) te ingewikkeld was. Was dit naar de mening van de Minister een waarachtige redenering, nu blijkt dat Nederland zelfs bij een nieuw bilateraal verdrag dit soort teksten over de groei van de luchtvaart opneemt in de verdragstekst? Is de Minister bereid in overleg te treden met Chili om het uitbreiden van de internationale luchtvaart als expliciete wens uit het verdrag te halen? Kan hij aangeven hoeveel bilaterale luchtvaartverdragen Nederland heeft afgesloten? Bevatten die allemaal soortgelijke teksten over groei? Moeten die verdragen allemaal herzien worden of denkt de Minister, net als deze leden, dat het makkelijker zou zijn om het ICAO-verdrag te wijzigen, zodat de groeidoelstelling daaruit verdwijnt? Zo nee, waarom niet?
De leden van Partij voor de Dieren-fractie merken op dat in de bijgevoegde beslisnota is verwoord dat dit verdrag tot stand is gekomen om meer commerciële mogelijkheden te creëren voor de aangewezen luchtvaartmaatschappijen. Zijn er al luchtvaartmaatschappijen aangewezen? Zo ja, welke? Zo nee, welke zullen naar verwachting aangewezen worden? Kan de Minister aangeven welke, en op welke wijze, luchtvaartmaatschappijen gelobbyd hebben voor dit verdrag? Kan hij aangeven in wiens belang dit verdrag is en welke belangen dat zijn? Is dit in het (financiële) belang van de luchtvaartsector of in het belang van de omwonende, het milieu, het klimaat, de veiligheid en de biodiversiteit?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen de Minister verder op wiens verzoek artikel 7 van het verdrag, dat de hubfunctie van Schiphol versterkt, is toegevoegd. Deze leden ontvangen graag een gedetailleerd relaas over de totstandkoming van dit artikel. Kan de Minister aangeven waarom hij, op het moment dat de KLM-staatsagent aandringt op het heroverwegen van een bedrijfsmodel gebaseerd op de hubfunctie, een verdrag afsluit dat die hubfunctie zou moeten versterken?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen verder waarom is besloten in artikel 11 vast te leggen dat inkomsten onbelast mogen worden uitgevoerd van het ene land naar het andere land. Loopt de Nederlandse overheid hier naar verwachting inkomsten mee mis? Zo ja, hoeveel? Deelt de Minister de mening van deze leden dat de luchtvaartsector al veel te veel financiële voordeeltjes heeft?
Tot slot vragen de leden van de Partij voor de Dieren-fractie wat de implicaties zijn van artikel 16 (milieu). Hierin erkennen de beide lidstaten dat a) er een noodzaak bestaat om maatregelen te nemen op het gebied van milieu en b) dit in lijn moet zijn met rechten en verplichtingen op basis van het internationale recht. Wat betreft deze leden kan hier niets anders uit volgen dan dat dit betekent dat de luchtvaart moet worden teruggebracht tot een sector wiens uitstoot, fair-share naar rato, in lijn is met de noodzakelijke inspanningen om de klimaatcrisis tot maximaal 1,5 graad opwarming te bedwingen! Kan de Minister, indien hij dit anders ziet, onderbouwen waarom dit niet het geval zou zijn? Als hij die mening wel deelt, kan hij dan aangeven hoe hij de krimp van de luchtvaart vorm gaat geven?
BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie vraagt waarom Bonaire (dat in het bezit is van een internationale luchthaven) niet geconsulteerd is over dit verdrag. Daarnaast heeft dit lid de vraag waarom de Caribische landen in ons Koninkrijk niet geconsulteerd zijn over dit verdrag. Als landen actief aanwezig in de Caribische en Zuid-Amerikaanse regio, zijn zij wellicht op de hoogte van zaken waar Nederland minder van op de hoogte is. Het lid van de BBB-fractie begrijpt dat zij geen deel uitmaken van de overeenkomst, maar had graag gezien dat in voorbereiding op dit verdrag partners van Nederland in het Caribisch gebied (Bonaire, Caribische landen in het Koninkrijk) werden geraadpleegd.