[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2022D20121, datum: 2022-05-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36120-XII-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36120 XII-2 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).

Onderdeel van zaak 2022Z09856:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021‒2022
36 120XII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in:

  1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;
  2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie.

Vanwege de spoedeisende maatregelen is op 17 februari 2022 de eerste incidentele suppletoire begroting naar de Tweede Kamer verzonden. De behandeling in de Staten-Generaal heeft nog niet plaatsgevonden. Om deze reden is de in de begrotingsstaat opgenomen stand nog niet door de beide Kamers bekrachtigd. Vanwege de snelle opeenvolging van begrotingswetsvoorstellen, om het budgetrecht van de Staten Generaal te waarborgen, bevat de kolom ‘vastgestelde begroting’ zowel de vastgestelde stand bij ontwerpbegroting als de mutaties die bij incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

M.G.J. Harbers

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

Algemeen

De opzet en structuur van de onderliggende suppletoire begroting voor Hoofdstuk XII is gebaseerd op de Rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën.

Naar aanleiding van de aanbevelingen van het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR) (Kamerstukken II, 2014–2015, 31 865, nr. 66) zijn in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2022 de onderstaande uniforme ondergrenzen opgenomen, welke worden gehanteerd bij het toelichten van de budgettaire gevolgen van beleid. De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter of gelijk aan onderstaande tabel worden op het niveau van de totale verplichtingen en de financiële instrumenten toegelicht. Dit houdt in dat financiële instrumenten, waarbij het verschil kleiner is dan de aangegeven norm niet worden toegelicht (tenzij deze beleidsmatig toch relevant zijn).

De onderstaande ondergrenzen gelden niet indien de begrotingswet -als wettelijke grondslag voor het betreffend subsidiebedrag gaat gelden op basis van artikel 4:23, derde lid, aanhef en onder c, van de Awb. In die gevallen worden de afzonderlijke subsidiebedragen in de toelichting van het betreffend begrotingsartikel en optioneel in de tabel vermeld.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1000 5 10
=> 1000 10 20

Opbouw

Dit wetsvoorstel kent een opbouw waarbij afhankelijk van de informatievraag- en behoefte verder kan worden ingezoomd. Dit wetsvoorstel is als volgt opgebouwd:

  1. In de begroting(wet)staat zijn de wijzigingen op de begrotingsstaat van het jaar 2022 voor de begroting van Infrastructuur en Waterstaat (XII) opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties die op artikelniveau in de verplichtingen, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld bij deze Eerste suppletoire begroting.
  2. In het overzicht in paragraaf 2.1 zijn de belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties opgenomen die leiden tot wijziging van d2 begroting 2022 (Kamerstukken II, 2020–2021, 35 570 XII, nr 1). Deze worden in deze paragraaf financieel en inhoudelijk toegelicht. Hiermee wordt de begroting op hoofdlijnen beschreven van dit wetsvoorstel.
  3. In de artikelgewijze toelichting (paragraaf 3 beleidsartikelen en paragraaf 4 niet-beleidsartikelen) wordt inzicht gegeven in de meerjarige mutaties op artikelonderdeelniveau die zijn opgenomen in de begrotingsstaat.
  4. In de paragraaf agentschappen (zie paragraaf 5) staan de aanpassingen in de exploitatie- en kasstroomoverzichten van de agentschappen.

Naamswijziging artikel 19

Met ingang van deze eerste suppletoire begroting wordt de naam van artikel 19 op HXII gewijzigd van «Uitvoering milieubeleid en internationaal» naar «Internationaal beleid». Dit naar aanleiding van een evaluatie afgelopen jaar waarbij is besloten om de opdrachten aan het RIVM en de RVO niet langer te verantwoorden op artikel 19, maar op de betreffende beleidsartikelen. Door de naamswijziging van artikel 19 wordt beter aangesloten op de resterende activiteiten op dit artikel.

Overzicht coronamaatregelen

In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van corona-gerelateerde uitgaven die door IenW in 2022 zijn genomen. Voor een uitgebreid overzicht wordt verwezen naar Overheidsfinancien in coronatijd op Rijksfinancien.nl.

22 Tegemoetkoming vuurwerkbranche 26.650 29.950 0 Kamerstuk II, 36 038, nr. 1
Kamerstuk II, 35 924, nr 14
16 Beschikbaarheidsvergoeding OV 0 610.298 0 Kamerstuk II, 35 925, nr 14
Kamerstuk II, 35 925, nr 71
97 + 98 Covid-testen 1.515 32.238 0 Kamerstuk II, 35 925, nr 71

Toelichting

Tegemoetkoming Vuurwerkbranche

Dit betreft de middelen in verband met de tijdelijke subsidieregelingen voor de detailhandel en importeurs/distributeurs, die als doel hebben om de vuurwerkbranche tegemoet te komen in de extra kosten die zij maakt vanwege het vuurwerkverbod en voor de extra opslag en transport voor het F2-vuurwerk dat voor de jaarwisseling 2021 ‒ 2022 niet verkocht mocht worden.

Beschikbaarheidsvergoeding OV

Dit betreft een beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer. De vergoeding is bestemd voor al het openbaar vervoer onder een concessie (gebiedsconcessie, lijnconcessie en lijnovereenkomst) in Nederland.

Covid-testen

De verwachte totale kosten voor het project COVID testen voor reizigers bedragen naar verwachting circa € 126 miljoen, dit is inclusief uitvoeringskosten. Daarvan zal circa € 32 miljoen in 2022 tot betaling komen. De reden hiervoor is dat de controle van de facturen van de testaanbieders meer tijd kost dan verwacht. Dit is nodig om er voor te zorgen dat de rechtmatigheid van de betaalde kosten gewaarborgd blijft.

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Vastgestelde begroting 2022 10.938.794
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Loon- en prijsbijstelling tranche 2022 99 492.758
2) Reguliere eindejaarsmarge 2021 99 20.801
3) Eindejaarsmarge 2021 regeringsvliegtuig 97 13.545
4) Eindejaarsmarge 2021 klimaatmiddelen 14 15.600
5) Eindejaarsmarge 2021 Retrofit 18 11.052
6) Kasschuif HXII Divers ‒ 45.599
7) Bijdrage fondsen 26 224.548
8) Coalitieakkoord-middelen 13, 21, 22, 24 24.700
9) Nationaal Groeifonds-middelen 17, 18 13.174
10) Aanvullende Post-middelen 17, 18, 22 16.394
11) Corona-middelen 16 38.040
Overige mutaties 140.815
Stand 1e suppletoire begroting 2022 11.866.582

Toelichting

  1. Bij de eerste suppletoire begroting wordt de loon- en prijsbijstelling tranche 2022 van zowel HXII als de fondsen toegevoegd aan de beleidsbegroting. De toegevoegde loon- en prijsbijstelling wordt bij de ontwerpbegroting 2023 toebedeeld aan de diverse artikelen binnen HXII, Mobiliteitsfonds en Deltafonds.
  2. Dit betreft de toevoeging van de reguliere eindejaarsmarge 2021 aan artikel 99. Bij ontwerpbegroting 2023 worden de toegevoegde middelen toebedeeld aan de diverse artikelen binnen HXII.
  3. Dit betreft de toevoeging van de eindejaarsmarge voor het regeringsvliegtuig. Voor het regeringsvliegtuig heeft in 2021 de inklaring plaatsgevonden, hierover moet in 2022 nog BTW betaald worden.
  4. Dit betreft de toevoeging van de eindejaarsmarge voor de Klimaatmiddelen veroorzaakt door een vertraagde planning. Dit komt o.a. door chiptekorten van bestelauto's en een hoog aantal leasecontracten bij nieuwe elektrische auto's.
  5. Dit betreft de toevoeging van de eindejaarmarge voor Retrofit. In 2021 bleef de belangstelling voor deze regeling achter. Het retrofitfilter bleek niet voldoende interessant voor de scheepvaarders waardoor de inschrijvingen achterbleven. De volledige motorvervangingen waren daarentegen veel succesvoller maar hadden minder stikstofwinst. Om toch de gewenste stikstofruimte te creëren, wordt gewerkt aan een tussenoplossing met voldoende stikstofwinst die wel interessant is voor scheepvaarders. Naar verwachting zal deze tussenoplossing (toevoegen roetfilter aan de SCR-katalysator) beter aanslaan.
  6. Dit betreft een kasschuif om met name middelen voor bestelauto's en Retrofit naar achteren te schuiven.
  7. Dit betreft de ophoging van de bijdrage aan de fondsen. Dit komt met name door de toevoeging van Coalitieakkoord-middelen.
  8. Dit betreft de toevoeging van Coalitieakkoord-middelen voor versterking omgevingsdiensten (€ 18 miljoen), versterking ILT (€ 2 miljoen), stimuleringsprogramma recycling (€ 0,2 miljoen) en Drinkwatervoorziening in Caribisch Nederland (€ 4,5 miljoen). Deze middelen zijn na toevoeging aan HXII, indien benodigd, direct in de juiste kasritmes gezet. Voor een nadere (en meerjarige) toelichting wordt verwezen naar paragraaf 2.2 Coalitieakkoordmiddelen Rutte IV.
  9. Dit betreft de toevoeging van de NGF-middelen aan HXII voor Digitale Infrastructuur en Logistiek (€ 0,7 miljoen), Luchtvaart in Transitie (€ 3 miljoen) en Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch (€ 9,5 miljoen). Deze middelen zijn na toevoeging aan HXII, indien benodigd, direct in de juiste kasritmes gezet. Voor een nadere (en meerjarige) toelichting wordt verwezen naar paragraaf 2.2 Coalitieakkoordmiddelen Rutte IV.
  10. Dit betreft de toevoeging van Aanvullende Post-middelen aan HXII voor Retrofit (€ 10 miljoen), Schiphol (€ 5,49 miljoen), Walstroom stikstof (€ 0,3 miljoen) en compensatie vuurwerkbranche (€ 0,6 miljoen). Retrofit betreft budget afkomstig uit de Aanvullende Post stikstof voor de Subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen. Voor wat betreft Schiphol betreft dit de uitvoeringskosten voor de Taskforce Schiphol (nieuwe programmaorganisatie Schiphol). Voor Walstroom wordt dit jaar € 0,3 miljoen overgeboekt vanuit de Aanvullende Post. Tot slot wordt er € 0,6 miljoen vanuit de aanvullende post overgeboekt voor de compensatie van de vuurwerkbranche. Deze middelen zijn na toevoeging aan HXII, indien nodig, direct in de juiste kasritmes gezet.
  11. Dit betreft de toevoeging van Corona-middelen voor BVOV ( € 37, 440 miljoen) en de vuurwerkbranche (€ 0,6 miljoen). Aanvragen voor de BVOV-regeling 2021 konden tot 1 november 2021 ingediend worden. maar de exacte hoogte en hoeveelheid van de aanvragen was moeilijk te voorspellen. Een deel van de middelen voor de compensatie van de vuurwerkbranche bleek toch nog benodigd te zijn in 2022.
Vastgestelde begroting 2022 45.011
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Desaldering Stormpolderdijk 13 3.500
2) Contactonderzoek PBL 97 1.000
Overige mutaties 2.645
Stand 1e suppletoire begroting 2022 52.156

Toelichting

  1. Dit betreft een desaldering als gevolg van een aangepaste geactualiseerde planning voor de bodemsanering van het EMK Stormpolderdijk terrein.
  2. PBL verwacht meer externe ontvangsten in 2022 uit contractonderzoek. De opdrachten komen voornamelijk vanuit de Europese Commissie.

2.2 Overzicht Coalitieakkoordmiddelen Rutte IV

Versterking omgevingsdiensten 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18
Versterking ILT 2 4 6 6 6 6 6 6 6 6 6
Circulaire ketenprojecten 0,30 2,30 2,30 3,10 2 2 2 2 2 2
Uitvoeringskosten MIA/VAMIL 1 1 1 1 1 1 1 1
Stimuleringsprogramma recycling 0,20 6,80 8,00 9,00 9,20 9,20 9,20 9,20 9,20 7 7
Drinkwater 4,50 2,25 2,25 2,25 2,25 2,25 2,25 2,25 2,25 2,25 2,25

Versterking omgevingsdiensten

Dit betreft een structurele overboeking van € 18,0 miljoen uit de Aanvullende Post naar artikel 22 in het kader van de versterking van het VTH-stelsel zoals afgesproken in het coalitieakkoord. De omgevingsdiensten zijn een belangrijk fundament in de fysieke leefomgeving onder het VTH-stelsel. Het is de taak van gemeenten, provincies en Rijk tezamen om er voor te zorgen dat dit fundament onder het VTH-stelsel versterkt wordt zodat de uitvoering van VTH hierop gebouwd kan worden. Vanuit het Rijk is de inzet om met deze maatregel bij te dragen aan de versterking van thema’s en activiteiten met een bovenregionaal of landelijk niveau die voor alle omgevingsdiensten van belang zijn en waarbij ook het Rijk een belang heeft. Om als Rijk stevig regie te kunnen voeren, de positie van omgevingsdiensten te verstevigen en om samen met alle betrokken partijen het VTH-stelsel te verbeteren is voor de opvolging van de aanbevelingen van de commissie Van Aartsen een structureel, majeur en geïntegreerd investeringsprogramma noodzakelijk.

Versterking ILT

Dit betreft een structurele overboeking van € 2 miljoen in 2022 oplopend naar € 6 miljoen in 2024 die volledig wordt ingezet voor extra capaciteit en inzet van de Inlichtingen en Opsporingsdienst van de ILT (ILT-IOD). In het coalitieakkoord is gekozen om de versterking van de opsporing door uitvoeringscapaciteit uit te breiden omdat uit verschillende rapporten is gebleken dat de opsporing van milieucriminaliteit niet goed is ingericht. Er wordt onvoldoende capaciteit ingezet om milieucriminaliteit te bestrijden en belangrijke factoren zijn onder andere het gebrek aan regie en capaciteit en de uitvoering van de opsporing die niet optimaal is.

Circulaire ketenprojecten

Dit betreft een structurele overboeking vanuit de Aanvullende Post naar artikel 21 in het kader van circulaire ketenprojecten zoals afgesproken in het coalitieakkoord. De subsidieregeling circulaire ketenprojecten stelt MKB bedrijven in staat om met andere bedrijven in hun keten samen te werken om de keten circulair te maken. Het betreft het ontwerpen van een ciculair product of dienst en het circulair organiseren van processen of businessmodel. Het circulaire ketenproject is gericht op realisatie van op de markt verhandelbare of toepasbare producten, processen, diensten of businessmodellen die bij toepassing leiden tot grondstoffenbesparing en reductie van CO2-uitstoot.

Uitvoeringskosten MIA/VAMIL

Dit betreft een structurele overboeking van € 1 miljoen per jaar vanaf 2025 vanuit de Aanvullende Post naar artikel 21 in het kader van de uitvoeringskosten voor de regeling MIA/VAMIL zoals afgesproken in het coalitieakkoord. De uitrol van duurzame en milieuvriendelijke technieken blijft achter, doordat deze veelal duurder zijn dan bestaande meer vervuilende technieken. Ondernemers kunnen fiscaal voordelig investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen en technieken door de Milieu-investeringsafstrekt (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). Met de middelen die opgevraagd worden, worden de uitvoeringskosten voor de MIA en de Vamil vanaf het jaar 2025 gedekt

Stimuleringsprogramma recycling

Dit betreft een structurele overboeking vanuit de Aanvullende Post naar artikel 21 in het kader van het stimuleringsprogramma recycling zoals afgesproken in het coalitieakkoord. Het betreft een integraal stimuleringspakket waar subsidie-instrumenten voor worden ingezet gericht op verschillende ‘technological readiness levels’ (TRLs) zodat recyclinginitiatieven ondersteund kunnen worden van ontwikkeling tot uitrolfase.

Drinkwater

Dit beteft een structurele overboeking vanuit de Aanvullende Post naar artikel 13 in het kader van de drinkwatervoorziening zoals afgesproken in het coalitieakkoord. Met deze middelen wordt een maatregel genomen om het leven betaalbaarder te maken op Caribisch Nederland. De middelen dienen om de drinkwatertarieven op de eilanden structureel te kunnen verlagen t.o.v. de kostprijs.

Digitale Infrastructuur en Logistiek

Dit betreft een overboeking vanuit de Aanvullende Post voor de toegekende NGF-middelen Digitale Infrastructuur en Logistiek (€ 51,1 miljoen). Deze middelen worden ingezet zodat bedrijven en organisaties actief in handel en logistiek kunnen gaan samenwerken om de grote verstoringen in de logistiek aan te kunnen gaan pakken.

Luchtvaart in Transitie

Dit betreft een overboeking vanuit de Aanvullende Post voor de toegekende NGF-middelen Luchtvaart in Transitie (€ 263,9 miljoen). Deze middelen worden gebruikt om uiterlijk in 2050 een klimaatneutrale luchtvaart te kunnen realiseren. Er wordt ingezet op een duurzame luchtvaartsector en de ambitie om daarbij nieuwe toekomstbestendige banen te creëren.

Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch

Dit betreft een overboeking vanuit de Aanvullende Post voor de toegekende NGF-middelen Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch zoals afgesproken in het coalitieakkoord ( € 50,2 miljoen). Deze middelen worden ingezet voor de versnelde invoer van innovatieve systeemoplossing voor de binnenvaart. De investering zal worden gebruikt voor de ontwikkeling van 75 batterijcontainers voor maritieme toepassing (ZESpacks), 14 docking stations waar de ZESpacks worden geladen en 45 geëlektrificeerde binnenvaartschepen.

3 Beleidsartikelen

3.1 Artikel 11 Integraal Waterbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Uitgaven 55.580 0 55.580 5.576 61.156 2.533 2.651 2.178 2.093
Waarvan juridisch verplicht 84% 58%
1 Algemeen waterbeleid 35.005 0 35.005 8.821 43.826 2.999 3.327 2.197 2.112
Opdrachten 9.017 0 9.017 ‒ 376 8.641 236 764 ‒ 230 18
Opdrachten CORA (HGIS) 1.129 0 1.129 202 1.331 ‒ 577 0 0 0
Klimaat Bestuur 1.432 0 1.432 ‒ 44 1.388 ‒ 104 ‒ 83 ‒ 78 ‒ 56
Regie Innovatie 867 0 867 ‒ 146 721 ‒ 26 90 ‒ 84 ‒ 116
Risico onvoorzien 4.262 0 4.262 ‒ 1.889 2.373 ‒ 529 ‒ 310 ‒ 135 123
Overige opdrachten 1.327 0 1.327 1.501 2.828 1.472 1.067 67 67
Subsidies 11.321 0 11.321 7.894 19.215 2.383 2.183 2.183 1.983
Incidentele subsidie WKB 0 1 2 3 4 5 6 7 8
Partners voor Water 5 (HGIS) 11.252 0 11.252 0 11.252 0 0 0 0
Blue Deal (HGIS) 0 0 0 2.230 2.230 2.000 2.000 2.000 2.000
Overige subsidies 69 0 69 1.108 1.177 383 183 183 ‒ 17
Bijdragen aan agentschappen 14.667 0 14.667 1.303 15.970 380 380 244 111
Waarvan bijdrage aan agentschap KNMI 394 0 394 215 609 0 0 0 0
Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 14.273 0 14.273 1.088 15.361 380 380 244 111
2 Waterveiligheid 3.118 0 3.118 ‒ 85 3.033 ‒ 20 ‒ 20 ‒ 20 ‒ 20
Opdrachten 3.118 0 3.118 ‒ 85 3.033 ‒ 20 ‒ 20 ‒ 20 ‒ 20
RWS waterveiligheid 2.456 0 2.456 0 2.456 0 0 0 0
Overige opdrachten 662 0 662 ‒ 85 577 ‒ 20 ‒ 20 ‒ 20 ‒ 20
3 Grote oppervlaktewateren 1.565 0 1.565 0 1.565 0 0 0 0
Opdrachten 1.465 0 1.465 0 1.465 0 0 0 0
RWS Zuid-Westelijke Delta 1.050 0 1.050 0 1.050 0 0 0 0
Overige opdrachten 415 0 415 0 415 0 0 0 0
Bijdragen aan medeoverheden 100 0 100 0 100 0 0 0 0
4 Waterkwaliteit 15.892 0 15.892 ‒ 3.160 12.732 ‒ 446 ‒ 656 1 1
Opdrachten 14.202 0 14.202 ‒ 3.047 11.155 ‒ 446 ‒ 656 1 1
MIW opdrachten 789 0 789 ‒ 34 755 ‒ 373 ‒ 353 ‒ 352 ‒ 352
Noordzee akkoord 9.456 0 9.456 ‒ 4.456 5.000 ‒ 426 ‒ 656 0 0
RWS WKK opdrachten 2.886 0 2.886 1.443 4.329 353 353 353 353
WKK opdrachten 1.071 0 1.071 0 1.071 0 0 0 0
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 1.690 0 1.690 ‒ 174 1.516 0 0 0 0
Ontvangsten 143 0 143 30 173 30 30 0 0

Toelichting

Verplichtingen

De verhoging van het verplichtingenbudget met € 52,3 miljoen is voornamelijk het gevolg van een verplichtingenschuif om het verplichtingenbudget voor Partners voor Water 5 direct beschikbaar te stellen voor de gehele periode conform besluit bij de Voorjaarsnotabehandeling van de HGIS-Brief (€ 56,3 miljoen).

Overige kleinere verplichtingenmutaties relaterend aan mutaties op het uitgavenbudget verklaren het resterende verschil.

Uitgaven

1 Algemeen Waterbeleid

Subsidies

De verhoging van het subsidiebudget met € 7,9 miljoen is voornamelijk het gevolg van de uitkering van de HGIS eindejaarsmarge (€ 4,6 miljoen) en een intensivering om tekorten op de subsidie HGIS Blue Deal op te vangen (€ 2,0 miljoen). Overige kleinere mutaties verklaren het resterende verschil. Er wordt een bijdrage van € 96 duizend verstrekt aan de provincie Friesland ten behoeve van het Omgevingsberaad Waddengebied (OBW). Het Omgevingsberaad Waddengebied is het adviesorgaan voor het Bestuurlijk Overleg Waddengebied (BOW). Het is tevens een platform waar gestructureerde discussies over het Waddengebied worden geïnitieerd en waar informatie over het Waddengebied wordt uitgewisseld. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht.

4 Waterkwaliteit

Opdrachten

De verlaging van het opdrachtenbudget met € 3,2 miljoen is voornamelijk het gevolg van een budgetoverheveling naar het Mobiliteitsfonds ten behoeve van de overdracht van taken inzake medegebruik en doorvaart windparken Noordzee (€ 4,5 miljoen). Daartegenover staat een budgetschuif ten behoeve van een opdrachtverstrekking aan Rijkswaterstaat voor de uitvoering van beleidsgerelateerde werkzaamheden (€ 1,3 miljoen). Overige kleinere mutaties verklaren het resterende verschil.

3.2 Artikel 13 Bodem en Ondergrond

Budgettaire gevolgen van beleid

Uitgaven 137.280 0 137.280 ‒ 12.929 124.351 ‒ 9.812 3.158 7.399 10.657
Waarvan juridisch verplicht 98% 63%
4 Ruimtegebruik Bodem 135.439 0 135.439 ‒ 12.929 122.510 ‒ 9.812 3.158 7.399 10.657
Opdrachten 14.831 0 14.831 ‒ 3.962 10.869 205 205 205 205
Bodem en STRONG 12.271 0 12.271 ‒ 3.979 8.292 ‒ 3 ‒ 3 ‒ 3 ‒ 3
RWS Leefomgeving 2.560 0 2.560 ‒ 450 2.110 0 0 0 0
Subsidies 20.102 0 20.102 2.666 22.768 ‒ 9.855 2.152 6.143 9.401
Bedrijvenregeling 14.991 0 14.991 ‒ 6.991 8.000 ‒ 12.105 ‒ 98 3.893 7.151
Subsidies Caribisch Nedederland 5.111 0 5.111 9.657 14.768 2.250 2.250 2.250 2.250
Bijdragen aan agentschappen 3.825 0 3.825 2.628 6.453 1.051 1.051 1.051 1.051
Waarvan bijdragen aan agentschap RWS 3.825 0 3.825 ‒ 167 3.658 ‒ 167 ‒ 167 ‒ 167 ‒ 167
Bijdragen aan medeoverheden 96.681 0 96.681 ‒ 14.261 82.420 ‒ 1.213 ‒ 250 0 0
Meerjarenprogramma Bodem 96.681 0 96.681 ‒ 14.261 82.420 ‒ 1.213 ‒ 250 0 0
5 Eenvoudig Beter 1.841 0 1.841 0 1.841 0 0 0 0
Bijdragen aan agentschappen 1.841 0 1.841 0 1.841 0 0 0 0
Waarvan bijdragen aan RWS 1.841 0 1.841 0 1.841 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 3.500 3.500 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

De verhoging van het verplichtingenbudget van € 9,8 miljoen wordt met name veroorzaakt door verplichtingenschuif vanuit latere jaren naar 2022 om voldoende verplichtingenruimte te borgen voor opdrachten ten aanzien van de sanering van het Exploitatie Maatschappij Krimpen (EMK) Stormpolderdijkterrein te Krimpen aan den Ijssel (€ 20,3 miljoen).

Overige verplichtingenmutaties relaterend aan mutaties op het uitgavenbudget verklaren het resterende verschil.

4 Ruimtegebruik Bodem

Opdrachten

De verlaging van het opdrachtenbudget van € 4 miljoen wordt met name veroorzaakt door een budgetoverheveling naar het subsidiebudget ten behoeve van Caribisch Nederland (€ 4,4 miljoen), een budgetoverheveling naar bijdrage aan agentschappen in verband met een hogere jaaropdracht aan het RIVM (€ 1,6 miljoen) en een desaldering als gevolg van een aangepaste geactualiseerde planning voor de bodemsanering van het EMK Stormpolderdijk terrein (€ 3,5 miljoen).

Subsidies

De verhoging van het subsidiebudget van € 2,7 miljoen wordt met name veroorzaakt door de hierboven benoemde budgetoverheveling vanuit het opdrachtenbudget. Daarnaast wordt het budget verhoogd door een structurele overboeking vanuit de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën naar artikel 13 in het kader van de drinkwatervoorziening zoals afgesproken in het coalitieakkoord (€ 4,5 miljoen in 2022, daarna € 2,25 miljoen structureel). Met deze middelen wordt een maatregel genomen om het leven betaalbaarder te maken op Caribisch Nederland. De middelen dienen om de drinkwatertarieven op de eilanden structureel te kunnen verlagen t.o.v. de kostprijs.

Bijdrage aan agentschappen

De verhoging van het budget bijdrage aan agentschappen van € 2,6 miljoen wordt met name veroorzaakt door de hierboven benoemde budgetoverheveling vanuit het opdrachtenbudget en een structurele budgetoverheveling in het kader opdrachten aan de agentschappen RVO en RIVM (€ 1,2 miljoen). Overige kleinere mutaties verklaren het resterende verschil.

Bijdrage aan medeoverheden

De verlaging van het budget bijdrage aan medeoverheden van € 14,3 miljoen wordt met name veroorzaakt door een budgetoverheveling naar het ministerie van BZK voor het Gemeentefonds ten behoeve van de kosten van het gemeentelijke apparaat in 2022 voor uitvoering van taken op grond van de Wet bodembescherming (€ 8,6 miljoen). Overige kleinere mutaties verklaren het resterende verschil.

Ontvangsten

De verhoging van het ontvangestenbudget van € 3,5 miljoen wordt veroorzaakt door een desaldering als gevolg van een geactualiseerde planning voor de bodemsanering van het EMK Stormpolderdijk terrein.

3.3 Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 181.069 77.100 258.169 221.803 479.972 ‒ 119.570 ‒ 100.285 ‒ 9.480 ‒ 6.873
Uitgaven 178.907 43.500 222.407 14.805 237.212 20.329 10.175 ‒ 760 ‒ 633
Waarvan juridisch verplicht 83% 100%
1 Netwerk 17.726 0 17.726 10.072 27.798 4.024 4.085 583 0
Opdrachten 5.995 0 5.995 6.524 12.519 4.010 4.085 583 0
Wegverkeersbeleid 1.424 0 1.424 7.272 8.696 3.352 3.366 ‒ 134 0
Overige opdrachten 4.571 0 4.571 ‒ 748 3.823 658 719 717 0
Subsidies 0 0 0 17 17 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschappen 4.904 0 4.904 558 5.462 0 0 0 0
Bijdrage aan Agentschap RWS 4.904 0 4.904 136 5.040 0 0 0 0
Overige bijdragen aan agentschappen 0 0 0 422 422 0 0 0 0
Bijdrage aan medeoverheden 6.827 0 6.827 2.933 9.760 14 0 0 0
Regionale bijdrage MIRT 6.827 0 6.827 ‒ 1.067 5.760 14 0 0 0
Overige bijdrage aan medeoverheden 0 0 0 4.000 4.000 0 0 0 0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 0 0 0 40 40 0 0 0 0
2 Veiligheid 17.578 0 17.578 2.726 20.304 ‒ 885 ‒ 685 ‒ 583 0
Opdrachten 6.193 0 6.193 1.602 7.795 ‒ 885 ‒ 685 ‒ 583 0
Verkeersveiligheid 6.193 0 6.193 1.602 7.795 ‒ 885 ‒ 685 ‒ 583 0
Subsidies 9.778 0 9.778 1.124 10.902 0 0 0 0
Veilig Vekeer Nederland (VVN) 3.944 0 3.944 38 3.982 0 0 0 0
Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) 4.131 0 4.131 112 4.243 0 0 0 0
Overige subsidies 1.703 0 1.703 974 2.677 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschappen 620 0 620 0 620 0 0 0 0
Bijdrage aan Agentschap RWS 620 0 620 0 620 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 30 0 30 0 30 0 0 0 0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 957 0 957 0 957 0 0 0 0
Bijdrage aan CBR 957 0 957 0 957 0 0 0 0
Overige bijdragen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
3 Slimme en duurzame mobiliteit 143.603 43.500 187.103 2.007 189.110 17.190 6.775 ‒ 760 ‒ 633
Opdrachten 83.112 11.500 94.612 ‒ 55.852 38.760 ‒ 7.395 ‒ 8.098 ‒ 9.535 ‒ 8.058
Innovatie en Intelligente Transportsystemen 8.539 0 8.539 ‒ 9 8.530 1.500 750 0 0
Duurzame Mobiliteit 6.754 0 6.754 ‒ 2.111 4.643 1.123 1.141 ‒ 854 ‒ 811
Reservering Klimaatakkoord 54.742 11.500 66.242 ‒ 61.631 4.611 ‒ 15.510 ‒ 14.718 ‒ 7.950 ‒ 6.600
Verkeersemissies 4.077 0 4.077 ‒ 1.270 2.807 0 0 0 0
Overige opdrachten 9.000 0 9.000 9.169 18.169 5.492 4.729 ‒ 731 ‒ 647
Subsidies 49.860 32.000 81.860 30.643 112.503 13.323 7.573 2.175 825
Duurzame Mobiliteit 18.224 0 18.224 350 18.574 4.480 2.248 1.350 0
Elektrisch vervoer 10.200 32.000 42.200 29.791 71.991 4.500 4.500 0 0
Bronmaatregelen stikstof 20.000 0 20.000 159 20.159 4.000 0 0 0
Overige subsidies 1.436 0 1.436 343 1.779 343 825 825 825
Bijdrage aan agentschappen 6.750 0 6.750 13.396 20.146 0 0 0 0
Bijdrage aan Agentschap RWS 1.679 0 1.679 817 2.496 0 0 0 0
Bijdrage aan Nea 4.705 0 4.705 0 4.705 0 0 0 0
Bijdrage aan Agentschap RVO 366 0 366 12.579 12.945 0 0 0 0
Bijdrage aan medeoverheden 3.881 0 3.881 13.820 17.701 11.262 7.300 6.600 6.600
Duurzame Mobiliteit 375 0 375 3.700 4.075 10.200 7.300 6.600 6.600
Mobiliteit en Gebieden 3.506 0 3.506 10.120 13.626 1.062 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 6.782 0 6.782 0 6.782 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

De verhoging van het verplichtingenbudget met € 219,6 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  1. Het aangaan van verplichtingen voor de subsidies elektrisch vervoer en zero emissie bussen (€ 318,2 miljoen) en;
  2. Een verplichtingenschuif voor de subsidie elektrisch vervoer (€ 93,5 miljoen). Conform het Bestuursakkoord Zero Emissie Busvervoer tussen Nederlandse ov-concessieverleners is een subsidieverplichting opgenomen van € 0,1 miljoen voor de jaren 2022 tot en met 2025 ten behoeve van de financiële administratie en het beheer van DOVA (Decentrale OV-Autoriteiten). Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

1 Netwerk

Opdrachten

Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2022 met € 6,5 miljoen verhoogd. Dit komt met name door:

  1. Een overboeking (+ € 8,5 miljoen in 2022) vanuit het opdrachtenbudget 14.03 Slimme en duurzame mobiliteit waarbij bij de nota van wijziging (Kamerstukken 35 925 nr. 14) op de Ontwerpbegroting 2022 middelen zijn toegevoegd voor gedrags- en communicatiemiddelen. Met deze overboeking binnen het beleidsartikel kunnen middelen worden ingezet voor onder andere campagnes in het kader van Kies de Band, elektrisch auto delen en het nieuwe rijden;
  2. Een overboeking (- € 1,1 miljoen in 2022) naar het opdrachtenbudget 14.02 Veiligheid plaatsgevonden ten behoeve van het aangaan en betalen van opdrachten uit het BOA-protocol 2022 waarmee medewerkers van Rijkswaterstaat worden ingehuurd voor beleidswerkzaamheden.

Bijdragen aan medeoverheden

Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2022 met € 2,9 miljoen verhoogd. Dit komt onder andere door:

  1. Een toevoeging vanuit het Mobiliteitsfonds ten behoeve van de bijzondere uitkering aan het openbaar lichaam Saba in één keer voor vier jaar (€ 4 miljoen in 2022). Het grootste deel betreft wegen (€ 3,2 miljoen). Het overige deel betreft investeringen in de zeehaven en luchthaven. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde bijzondere uitkering als bedoeld in artikel 92, tweede lid, onder c, van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Daarnaast heeft een afdracht aan het Btw-compensatiefonds plaatsgevonden voor de specifieke uitkering Smart Way Z (- € 1,2 miljoen).

3 Slimme en duurzame mobiliteit

Opdrachten

Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2022 met € 55,9 miljoen verlaagd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het overboeken van de klimaatakkoordmiddelen die gereserveerd stonden op het opdrachtenbudget naar het juiste financiële instrument. Het gaat hierbij om de volgende mutaties:

  1. Een overboeking (- € 11,9 miljoen) in 2022 vanuit het opdrachtenbudget naar subsidies binnen artikel 14.03 ten behoeve van de subsidieregeling SEBA en SEPP 2022 (Subsidie voor Elektrische auto's en Bestelauto's/Particulieren);
  2. Een overboeking (- € 11 miljoen) in 2022 vanuit het opdrachtenbudget naar bijdrage agentschappen binnen artikel 14.03 ten behoeve van afgesproken werkzaamheden van de RVO voor het jaar 2022 voor duurzame mobiliteit;
  3. Een overboeking (- € 4,5 miljoen) in 2022, 2023 en 2024 (driemaal € 4,5 miljoen) vanuit het opdrachtenbudget naar subsidies binnen artikel 14.03 ten behoeve van de subsidie AanZet (aantrekkelijk maken aanschaf emissieloze vrachtauto met batterij-elektrische of waterstof-elektrische aandrijving);
  4. Een overboeking (- € 3,7 miljoen) in 2022-2027 (cumulatief € 39,2 miljoen) vanuit het opdrachtenbudget naar bijdrage medeoverheden binnen artikel 14.03 ten behoeve van specifieke uitkeringen zero emissie-bussen;
  5. Een overboeking (- € 3,4 miljoen) in 2022 vanuit het opdrachtenbudget naar bijdrage medeoverheden binnen artikel 14.03 voor de specifieke uitkering Clean Energy Hubs in het kader van Veilig, Doelmatig en Duurzaam (VDD);
  1. Een overboeking (- € 2 miljoen) in 2022 en cumulatief € 9,3 miljoen in 2023, 2024 en 2025 vanuit het opdrachtenbudget naar subsidies binnen artikel 14.03 ter compensatie van de middelen voor DKTI3 (Demonstratie Klimaattechnologieën en Innovaties in Transport).

Daarnaast zorgen onderstaande mutaties voor een verdere verlaging van het kasbudget in 2022:

  1. Een kasschuif (- € 14 miljoen) waarbij kasbudget uit 2022 is doorgeschoven naar de jaren 2023 en 2024. Deze kasschuif is doorgevoerd doordat blijkt dat bedrijven nog steeds een afhoudende houding aannemen bij het aanschaffen van bestelauto’s. Daarnaast is er een chiptekort. Hierdoor blijft het aanbod van bestelauto’s achter. Beide elementen veroorzaken een vertraging. Deze kasschuif wordt voorgesteld door middelen over te boeken naar 2023 en 2024, zodat de budgetreeks beter past bij de verwachte subsidieaanvragen;
  2. Naast deze kasschuif is nog € 8,5 miljoen in 2022 en tweemaal € 3,5 miljoen in 2023 en 2024 overgeboekt vanuit het opdrachtenbudget 14.03 naar het opdrachtenbudget 14.01 Netwerk ten behoeve van gedrags- en communicatiemiddelen.

Subsidies

Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2022 met € 30,6 miljoen verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  1. Overboekingen die zijn beschreven bij de toelichting op het opdrachtenbudget. Het gaat hierbij om de subsidieregeling SEBA en SEPP 2022 (€ 11,9 miljoen) en de subsidie AanZet (€ 4,5 miljoen);
  2. Daarnaast is € 13,4 miljoen doorgeschoven van 2021 naar 2022 als gevolg van een overschot aan klimaatakkoordmiddelen veroorzaakt door een vertraagde planning (onder andere chiptekorten van bestelauto's en een hoog aantal leasecontracten bij nieuwe elektrische auto's) op de subsidieregelingen Elektrische auto's en bestelauto's.

Bijdrage aan agentschappen

Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2022 met € 13,4 miljoen verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  1. Een overboeking (€ 11 miljoen) die is beschreven bij de toelichting op het opdrachtenbudget. Het betreft de bijdrage voor afgesproken werkzaamheden van de RVO in 2022 in het kader van duurzame mobiliteit.

Bijdrage aan medeoverheden

Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2022 met € 13,8 miljoen verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  1. Een overboeking vanuit een reservering op het Mobiliteitsfonds ten behoeve specifieke uitkeringen ter stimulering van het nemen van maatregelen ten behoeve van doelmatiger en duurzamer gebruik van verkeersinfrastructuur (€ 6,7 miljoen);
  2. Enkele overboekingen die zijn beschreven bij de toelichting op het opdrachtenbudget. Het gaat hierbij om een overboeking ten behoeve van specifieke uitkeringen zero emmissie-bussen (€ 3,7 miljoen) en een overboeking ten behoeve van de specifieke uitkering Clean Energy Hubs (€ 3,4 miljoen).

3.4 Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor

Budgettaire gevolgen van beleid

Uitgaven 152.326 460.858 613.184 58.065 671.249 483 2.000 0 0
Waarvan juridisch verplicht 91% 78%
1 OV en Spoor 40.326 0 40.326 21.125 61.451 483 2.000 0 0
Opdrachten 7.519 0 7.519 638 8.157 137 ‒ 28 0 0
ACM 1.759 0 1.759 0 1.759 0 0 0 0
OV & Stations 1.434 0 1.434 470 1.904 0 ‒ 28 0 0
Aansturing NS en Prorail 1.930 0 1.930 175 2.105 137 0 0 0
Opdrachten SU 972 0 972 0 972 0 0 0 0
Overige opdrachten 1.424 0 1.424 ‒ 7 1.417 0 0 0 0
Subsidies 24.032 0 24.032 9.885 33.917 346 2.028 0 0
Maatregelenpakket Spoorgoederenvervoer 18.175 0 18.175 ‒ 199 17.976 ‒ 192 0 0 0
3e spoor Duitsland 2.697 0 2.697 ‒ 2.697 0 ‒ 1.517 0 0 0
NS IC Dordrecht - Breda 0 0 0 1.490 1.490 0 0 0 0
Consumentenorganisaties OV 931 0 931 164 1.095 84 48 0 0
Modal Shift 0 0 0 400 400 0 0 0 0
Overige subsidies 2.229 0 2.229 10.727 12.956 1.971 1.980 0 0
Bijdragen aan agentschappen 873 0 873 0 873 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschap KNMI 47 0 47 0 47 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschap RWS 826 0 826 0 826 0 0 0 0
Bijrdrage aan overige agentschappen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdrage aan medeoverheden 7.800 0 7.800 10.629 18.429 0 0 0 0
Bijdrage medeoverheden OVS 4.758 0 4.758 11.194 15.952 565 565 465 0
Bijdrage CLU Betuwe en HSL 3.042 0 3.042 ‒ 565 2.477 ‒ 565 ‒ 565 ‒ 465 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 102 0 102 ‒ 27 75 0 0 0 0
2 Maatregelen OVS 112.000 460.858 572.858 36.940 609.798 0 0 0 0
Subsidies 112.000 460.858 572.858 36.940 609.798 0 0 0 0
Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector 112.000 460.858 572.858 36.940 609.798 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

De verhoging van het verplichtingenbudget met € 19,2 miljoen is voornamelijk het gevolg van

  1. een verplichtingenschuif om het verplichtingentekort op de subsidie 3e spoor Duitsland te corrigeren (€ 2 miljoen);
  2. een overboeking naar HXII doordat de actualisatie lager uitpakte dan de raming op het beschikbaarheidsvergoeding budget (€ 10 miljoen);
  3. een overheveling van het mobiliteitsfonds voor de spuk OV ambassadeurs (€ 1,5 miljoen)
  4. een overheveling van het Mobiliteitsfonds naar HXII ten behoeve van de exploitatiebijdrage NS van de uitbreiding dienstregeling Zeeland, onderdeel van het compensatiepakket Zeeland (€ 3,8 miljoen).
  5. Overige kleinere verplichtingenmutaties van in totaal € 2 miljoen verklaren het resterende verschil.

Uitgaven

1 OV en Spoor

Subsidies

De verhoging van het subsidiebudget met € 9,9 miljoen is voornamelijk het gevolg van:

  1. Het corrigeren van de subsidie aan de NS omtrent de nachttrein op het 3de spoor Duitsland. Deze subsidie is reeds verstrekt in 2021 en derhalve niet meer nodig (€ 6 miljoen);
  1. een overheveling van het Mobiliteitsfonds naar HXII ten behoeve van de exploitatiebijdrage NS van de uitbreiding dienstregeling Zeeland (€ 3,8 miljoen);
  2. een exploitatiebijdrage aan de IC Dordrecht - Eindhoven (€ 1,5 miljoen).

Bijdrage aan medeoverheden

De verhoging van dit artikelonderdeel met € 10,6 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  1. een overboeking vanuit het Mobiliteitsfonds naar HXII van € 11,2 miljoen ten behoeve van de spuk Heerlen-Landgraaf (€ 5,8 miljoen);
  2. Heerlen-Oost (€ 2,7 miljoen) en OV ambassadeurs (€ 1,5 miljoen);
  3. Daarnaast worden de uitgaven voor de bijdrage CLU Betuwe en HSL verlaagd (€ 0,56 miljoen).

2 Maatregelen OV-sector

Subsidies

Het subsidiepakket voor de Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector wordt met € 36,9 miljoen verhoogd. Dit is voornamelijk het gevolg van een bedrag van € 37,4 miljoen dat niet tot betaling is gekomen in 2021 en via een plafondcorrectie is doorgeschoven naar 2021. Dit betreft het deel van de regeling waarvoor al verplichtingen zijn aangegaan en achteraf nog verrekend en uitgekeerd wordt.

Beschikbaarheidsvergoeding OV (BVOV)

U bent op 14 april geïnformeerd over het besluit van het kabinet om op basis van de raming van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) de beschikbaarheidsvergoeding OV door te trekken tot en met 31 december 2022. Zo maakt het Kabinet de dienstregeling voor de tweede helft van 2022 onder dezelfde voorwaarden mogelijk. Met het doortrekken van de BVOV wordt zekerheid geboden voor de reiziger, NS en de regionale vervoerders in de laatste maanden van 2022.

De hoogte van de beschikbaarheidsvergoeding «ademt mee» met de reizigersinkomsten. Bij de raming van het benodigde budget wordt uitgegaan van de prognose van het KiM over het herstel van het gebruik van het OV. Voor de laatste vier maanden van 2022 is € 25 miljoen budget nodig. Dit bedrag past binnen het budget dat reeds op de begroting van IenW staat (€ 140 miljoen voor de regeling 2022). Mocht het nodig zijn, zullen de middelen op een later moment aan de begroting van IenW worden toegevoegd.

3.5 Artikel 17 Luchtvaart

Budgettaire gevolgen van beleid

Uitgaven 27.366 0 27.366 10.725 38.091 35.671 48.286 54.670 56.890
Waarvan juridisch verplicht 74% 38%
1 Luchtvaart 27.366 0 27.366 10.725 38.091 35.671 48.286 54.670 56.890
Opdrachten 13.492 0 13.492 6.195 19.687 10.352 13.240 14.675 11.895
Opdrachten GIS 765 0 765 735 1.500 28 ‒ 763 0 0
Caribisch Nederland 599 0 599 0 599 0 0 0 0
Overige opdrachten 12.128 0 12.128 5.460 17.588 10.324 14.003 14.675 11.895
Subsidies 5.680 0 5.680 2.236 7.916 25.634 34.996 39.995 44.995
Subsidies klimaatbeleid 2.508 0 2.508 ‒ 570 1.938 570 0 0 0
Subsidies tarieven Bonaire 431 0 431 0 431 0 0 0 0
Subsidies omploegen graan 1.863 0 1.863 ‒ 200 1.663 0 0 0 0
Overige subsidies 878 0 878 3.006 3.884 25.064 34.996 39.995 44.995
Bijdragen aan agentschappen 5.434 0 5.434 599 6.033 50 50 0 0
Bijdrage aan KNMI 14 0 14 0 14 0 0 0 0
Bijdrage aan RWS 63 0 63 222 285 0 0 0 0
Bijdrage aan RWS ten behoeve van Caribisch Nederland 5.058 0 5.058 0 5.058 0 0 0 0
Overige bijdrage aan agentschappen 299 0 299 377 676 50 50 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 1.481 0 1.481 ‒ 5 1.476 0 0 0 0
Waarvan bijdrage International Civil Aviation Organization 1.311 0 1.311 0 1.311 0 0 0 0
Waarvan overige bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 170 0 170 ‒ 5 165 0 0 0 0
Bijdragen aan ZBO's/RWT's 100 0 100 0 100 0 0 0 0
Leningen 1.179 0 1.179 1.700 2.879 ‒ 365 0 0 0
Ontvangsten 4.257 4.257 530 4.787 1.335 0 0 0
waarvan garantieverplichtingen 59.600 59.600 1.287 60.887 48.000 51.000 52.000 35.000
waarvan overige verplichtingen 27.813 27.813 9.555 37.368 36.766 48.251 54.670 56.890

Toelichting

Verplichtingen

Voor de jaren 2023-2026 is het verplichtingenbudget opgehoogd voor Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL). LVNL moet investeren in nieuwe en innovatieve technologie, zodat LVNL niet alleen betrouwbare luchtverkeersleiding kan blijven geven, maar ook in de toekomst kan blijven voldoen aan de eisen en wensen die nationale en internationale partijen stellen aan de dienstverlening van LVNL. Hiervoor is een jaarlijks leningenplafond ingesteld. LVNL gaat bij het ministerie van Financiën leningen aan voor een bedrag van maximaal € 48 miljoen in 2023, maximaal € 51 miljoen in 2024, maximaal € 52 miljoen in 2025 en maximaal € 35 miljoen in 2026. IenW stelt zich garant voor deze leningen.

De verhoging van het verplichtingenbudget in 2022 met € 12,1 miljoen is met name het gevolg van de volgende mutaties:

  1. De toevoeging van middelen vanuit de Aanvullende Post bij Financiën ten behoeve van uitvoeringskosten voor de Taskforce Schiphol. Het doel van de Taskforce Schiphol is de oprichting van een volwaardige projectorganisatie om met een integrale aanpak de sterke hub functie van Schiphol te behouden, met aandacht voor het verminderen van de negatieve effecten van luchtvaart op mens, milieu en natuur. Voor het jaar 2022 is het benodigde budget € 5,5 miljoen. In totaal wordt er € 60 miljoen overgeboekt vanuit de aanvullende post, verspreid over 2022-2026. Dit is inclusief uitvoeringskosten die bij de miljoenenota naar artikel 98 worden overgeboekt.
  2. Vanuit het Nationaal Groeifonds is € 148 miljoen overgeboekt voor de jaren 2022-2026, ten behoeve van Luchtvaart in Transitie. Dit programma richt zich op de verduurzaming van de Luchtvaartsector. Voor 2022 is hiervan € 3 miljoen nodig. Het totale beschikbare budget vanuit het NGF voor dit programma bedraagt € 263,9 miljoen.
  1. Een ontvangst van door de Autoriteit Consument en Markt bij de sector in rekening gebrachte toezichtskosten (€ 0,4 miljoen).
  2. Diverse overboekingen naar andere artikelen (- € 1 miljoen), voornamelijk naar artikel 98 ten behoeve van externe inhuur. Verder zijn middels diverse schuiven verplichtingen in de goede jaren gezet.
  3. Ten behoeve van de subsidie voor de biokerosinefabriek zijn verplichtingen naar voren gehaald (€ 0,8 miljoen). Ook is er voor deze subsidie geld van 2021 naar 2022 geschoven, omdat goedkeuring van de Europese Commissie nodig is (€ 0,5 miljoen).
  4. De overige mutaties zorgen samen voor een verhoging van het verplichtingen budget met € 2,9 miljoen.

Uitgaven

1 Luchtvaart

Opdrachten

De verhoging van het opdrachtenbudget met € 6,2 miljoen is met name het gevolg van:

  1. De toevoeging van middelen vanuit de Aanvullende Post bij Financiën ten behoeve van uitvoeringskosten voor de Taskforce Schiphol. Het doel van de Taskforce Schiphol is de oprichting van een volwaardige projectorganisatie om met een integrale aanpak de sterke hub functie van Schiphol te behouden, met aandacht voor het verminderen van de negatieve effecten van luchtvaart op mens, milieu en natuur. Voor het jaar 2022 is het benodigde budget € 5,5 miljoen. In totaal wordt er € 60 miljoen overgeboekt vanuit de aanvullende post, verspreid over 2022-2026.
  2. Een ontvangst van door de Autoriteit Consument en Markt bij de sector in rekening gebrachte toezichtskosten (€ 0,4 miljoen).
  3. Overige mutaties (€ 0,3 miljoen)

Subsidies

De verhoging van het opdrachtenbudget met € 2,2 miljoen is met name het gevolg van:

  1. Vanuit het Nationaal Groeifonds is € 148 miljoen overgeboekt voor de jaren 2022-2026, ten behoeve van Luchtvaart in Transitie. Dit programma richt zich op de verduurzaming van de Luchtvaartsector. Voor 2022 is hiervan € 3 miljoen nodig. Het totale beschikbare budget vanuit het NGF voor dit programma bedraagt € 263,9 miljoen.
  2. Kasschuiven van 2022 naar 2023 (- € 0,6 miljoen) voor een subsidie klimaat.
  3. Overige mutaties (-€ 0,2 miljoen).

Lening

De verhoging van het opdrachtenbudget met € 1,7 miljoen is met name het gevolg van middelen schuiven van 2023 naar 2022

3.6 Artikel 18 Scheepvaart en Havens

Budgettaire gevolgen van beleid

Uitgaven 38.880 38.880 23.115 61.995 95.576 70.603 58.342 51.142
Waarvan juridisch verplicht 93% 81%
1 Scheepvaart en havens 38.880 0 38.880 23.115 61.995 95.576 70.603 58.342 51.142
Opdrachten 15.730 0 15.730 1.215 16.945 16.912 13.286 12.275 12.275
Caribisch Nederland 100 0 100 0 100 0 0 0 0
Topsector Logistiek 10.535 0 10.535 465 11.000 2.696 0 0 0
Overige Opdrachten 5.095 0 5.095 750 5.845 14.216 13.286 12.275 12.275
Subsidies 20.080 0 20.080 20.505 40.585 78.330 57.630 46.530 39.330
Topsector Logistiek 0 0 0 4.000 4.000 3.000 0 0 0
Verduurzaming binnenvaart 20.000 0 20.000 900 20.900 ‒ 4.670 ‒ 2.670 8.330 9.330
Stimulering elektrisch varen 0 0 0 15.545 15.545 80.000 60.300 38.200 30.000
Overige subsidies 80 0 80 60 140 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschappen 1.489 0 1.489 1.395 2.884 334 ‒ 313 ‒ 463 ‒ 463
Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 1.489 0 1.489 840 2.329 334 ‒ 313 ‒ 463 ‒ 463
Overige bijdragen aan agentschappen 0 0 0 555 555 0 0 0 0
Bijdrage aan medeoverheden 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Waarvan bijdrage Caribisch Nederland 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Waarvan overige bijdrage aan medeoverheden 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 1.581 0 1.581 0 1.581 0 0 0 0
Waarvan bijdrage aan CCR/IMO (HGIS) 1.081 0 1.081 0 1.081 0 0 0 0
Waarvan overige bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 500 0 500 0 500 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

De verhoging van het verplichtingenbudget met € 28,4 miljoen is met name het gevolg van

  1. De ophoging van de subsidieregeling walstroom zeehavens met een overboeking van het MF van € 10,4 miljoen;
  2. Een overboeking van € 10 miljoen vanuit de aanvullende post voor de subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen maatregel stage V motoren. Het besluit om de resterende € 16 miljoen (gelijk verdeeld over 2023 en 2024) aan motorvervanging toe te voegen, wordt op een later moment genomen.
  3. Overboeking vanuit de aanvullende post voor de maatregel walstroom zeehavens. Dit budget wordt gebruikt om walstroomvoorzieningen te treffen voor zeeschepen. Hier wordt in totaal € 182 miljoen overgeboekt naar artikel 18 op HXII, deels voor stikstofdepositiereductie (€ 32 miljoen voor de jaren 2022-2025) en deels voor CO2-reductie (€ 150 miljoen voor de jarten 2023-2028). Voor 2022 is € 0,3 miljoen nodig voor stikstofdepositiereductie.
  4. Een verplichtingenschuif van 2022 verspreid over de jaren 2023-2027 (- € 19,7 miljoen) vanwege vertraging in de SCR katalysator stikstofmaatregel door achterblijven belangstelling regeling.
  5. Middelen voor SCR katalysatoren die doorschuiven van 2021 naar 2022 (€ 11,1 miljoen), welke onderdeel zijn van de kasschuif van 2023-2027.
  6. Vanuit het NGF wordt budget overgeboekt (€ 9,5 miljoen in 2022) voor het bekostigen van activiteiten ten aanzien van Zero-Emissie binnenvaart batterij elektrisch. Het totale budget voor dit programma betreft € 50,2 miljoen.
  7. Een overboeking van het Ministerie van Landbouw Natuur en Veiligheid van € 1 miljoen. Dit betreft een bijdrage van LNV aan IenW voor stikstofvermindering via de subsidie walstroom zeehavens.
  8. Daarnaast is er sprake van een overboeking naar het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat ten behoeve van de validatie technieken zeevaart voortvloeiend uit afspraken in de Green Deal Zeevaart (- € 1 miljoen).
  9. Verder vinden er diverse overboekingen plaats van het MF artikel 15 voor het project digitale transport strategie (€ 1,1 miljoen) en voor de tijdelijke subsidieregeling onderzoek Topsector Logistiek (€ 4 miljoen).
  10. Overboeking van het Nationaal Groeifonds voor het bekostigen van activiteiten ten aanzien van Digitale infrastructuur en logistiek (€ 0,7 miljoen). Voor de jaren 2022-2026 betreft het € 51,1 miljoen.
  11. Diverse overboekingen met een saldo van € 1,1 miljoen.

Uitgaven

1 Scheepvaart en havens

Opdrachten

De verhoging van het subsidiebudget met € 1,2 miljoen is met name het gevolg van

  1. Een overboeking van het MF artikel 15 naar artikel 18 op HXII (€ 1,1 miljoen) voor Digitale Transport Strategie. Dekking voor het project Digitale Transport Strategie staat gereserveerd op het planstudieartikel vaarwegen. Uitvoering en realisatie vindt plaats op de beleidsbegroting HXII. Met deze mutatie wordt het benodigd budget voor een deelaanbesteding overgeboekt naar het opdrachtenbudget.
  2. Daarnaast is er sprake van een overboeking naar het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat ten behoeve van de validatie technieken zeevaart voortvloeiend uit afspraken in de Green Deal Zeevaart (- € 1 miljoen).
  3. Overboeking van het Nationaal Groeifonds voor het bekostigen van activiteiten ten aanzien van Digitale infrastructuur en logistiek (€ 0,7 miljoen). Voor de jaren 2022-2026 betreft het € 51,1 miljoen.
  4. Diverse mutaties met een saldo van € 0,4 miljoen.

Subsidies

De verhoging van het subsidiebudget met € 20,5 miljoen is met name het gevolg van

  1. Een overboeking van € 10 miljoen vanuit de aanvullende post voor de subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen maatregel stage V motoren. Het besluit om de resterende €16 miljoen (gelijk verdeeld over 2023 en 2024) aan motorvervanging toe te voegen, wordt op een later moment genomen.
  2. Overboeking vanuit de aanvullende post voor de maatregel walstroom zeehavens. Dit budget wordt gebruikt om walstroomvoorzieningen te treffen voor zeeschepen. Hier wordt in totaal € 182 miljoen overgeboekt naar artikel 18 op HXII, deels voor stikstofdepositiereductie (€ 32 miljoen voor de jaren 2022-2025) en deels voor CO2-reductie (€ 150 miljoen voor de jarten 2023-2028). Voor 2022 is € 0,3 miljoen nodig voor stikstofdepositiereductie.
  3. Een kasschuif van 2022 verspreid over de jaren 2023-2027 (- € 19,7 miljoen) vanwege vertraging in de SCR katalysator stikstofmaatregel door achterblijven belangstelling regeling.
  4. Middelen voor SCR katalysatoren die doorschuiven van 2021 naar 2022 (€ 11,1 miljoen), welke onderdeel zijn van de kasschuif van 2023-2027.
  5. Vanuit het NGF wordt budget overgeboekt (€ 9,5 miljoen in 2022) voor het bekostigen van activiteiten ten aanzien van Zero-Emissie binnenvaart batterij elektrisch. Het totale budget bedraagt € 50,2 miljoen.
  6. Twee overboekingen van het Mobiliteitsfonds (artikel 15) naar HXII, voor de bekostiging van de tijdelijke subsidieregeling onderzoek Topsector Logistiek (€ 4 miljoen) en de tijdelijke subsidieregeling walstroom zeeschepen 2022-2023 (€ 4,9 miljoen).
  7. Een overboeking van het Ministerie van Landbouw Natuur en Veiligheid van € 1 miljoen voor stikstofvermindering via subsidie walstroom zeehavens.
  8. Overige mutaties leiden tot een verlaging van het opdrachtenbudget (€ 0,6 miljoen).

Bijdrage aan agentschappen

De hogere bijdrage aan agentschappen (€ 1,4 miljoen) is het gevolg van:

  1. Een overboeking vanuit het Mobiliteitsfonds artikel 15 (€ 0,6 miljoen) voor medewerkers van Rijkswaterstaat die ingehuurd worden voor beleidswerkzaamheden.
  2. Daarnaast betreft het een opdracht aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor het uitvoeringsbudget 2022 voor de subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen (€ 0,4 miljoen)
  3. Een overboeking vanuit het MF voor de opdracht Green Deal binnenvaart (€ 0,2 miljoen).
  4. Ten slotte leiden diverse mutaties tot een hogere bijdrage aan agentschappen (€ 0,2 miljoen).

3.7 Artikel 19 Internationaal Beleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Uitgaven 46.411 0 46.411 ‒ 34.515 11.896 ‒ 35.433 ‒ 35.258 ‒ 34.272 ‒ 33.782
Waarvan juridisch verplicht 98% 59%
2 Internationaal beleid coördinatie en samenwerken 46.411 0 46.411 ‒ 34.515 11.896 ‒ 35.433 ‒ 35.258 ‒ 34.272 ‒ 33.782
Opdrachten 2.250 0 2.250 867 3.117 ‒ 766 ‒ 1.914 ‒ 52 ‒ 52
Uitvoering HGIS 1.083 0 1.083 ‒ 140 943 0 0 0 0
uitvoering niet-HGIS 860 0 212 42 902 ‒ 1.309 ‒ 1.914 ‒ 52 ‒ 52
Overige opdrachten 307 0 955 965 1.272 543 0 0 0
Subsidies 1.622 0 1.622 0 1.622 0 1.375 0 0
Interreg 1.622 0 1.622 0 1.622 0 1.375 0 0
Overige subsidies 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschappen 38.370 0 38.370 ‒ 34.040 4.330 ‒ 33.722 ‒ 33.719 ‒ 33.720 ‒ 33.730
Waarvan bijdrage aan RIVM 30.456 0 30.456 ‒ 28.456 2.000 ‒ 28.084 ‒ 28.081 ‒ 28.082 ‒ 28.092
Waarvan bijdrage aan RVO 7.402 0 7.402 ‒ 7.402 0 ‒ 7.403 ‒ 7.403 ‒ 7.403 ‒ 7.403
Waarvan bijdrage aan RWS 398 0 398 24 422 0 0 0 0
Overige bijdrage aan agentschappen 114 0 114 1.794 1.908 1.765 1.765 1.765 1.765
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 4.169 0 4.169 ‒ 1.742 2.427 ‒ 1.345 ‒ 1.000 ‒ 500 0
Waarvan bijdragen HGIS 3.969 0 3.969 ‒ 1.742 2.227 ‒ 1.345 ‒ 1.000 ‒ 500 0
Waarvan bijdragen niet-HGIS 200 0 200 0 200 0 0 0 0
Bekostiging 0 0 0 400 400 400 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 19 is per saldo met € 33,6 miljoen verlaagd. Dit komt hoofdzakelijk door de mutaties die hieronder vermeld staan onder het artikelonderdeel ‘bijdragen aan agentschappen’. Deze mutaties op de verplichtingen zijn structureel omdat de opdrachten niet meer verantwoordt worden op artikel 19, maar structureel op de betreffende beleidsartikelen. Tevens heeft dit geresulteerd in de naamswijziging van dit artikel (zie leeswijzer).

Uitgaven

2 Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking

Bijdragen aan agentschappen 

Per saldo is het budget voor bijdragen aan agentschappen met € 34,0 miljoen verlaagd. Dit naar aanleiding van een wijziging in de administratieve verwerking van de opdrachtverstrekking aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)

Waarbij de opdrachten niet meer verantwoordt worden op artikel 19, maar op de betreffende beleidsartikelen. Hiermee wordt per beleidsdirectie inzichtelijk welke zaken zijn uitbesteed aan RIVM/RVO en komt de beleidsverantwoordelijkheid zichtbaarder te liggen bij de betreffende directie.

Als gevolg van dit besluit worden de budgetten die jaren geleden waren ingelegd vanuit de diverse beleidsartikelen bij Voorjaarsnota 2022 teruggeboekt vanuit artikel 19 naar de beleidsartikelen waar de beleidsverantwoordelijkheid voor de uitgaven ligt en zijn de volgende mutaties structureel doorgevoerd:

  1. € 1,4 miljoen naar artikel 13 Bodem en Ondergrond.
  2. € 9,4 miljoen naar artikel 20 Lucht en Geluid.
  3. € 4,9 miljoen naar artikel 21 Duurzaamheid.
  4. € 18,4 miljoen naar artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieu.

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

Het budget voor de bijdrage aan (inter-)nationale organisaties is verlaagd met € 1,8 miljoen. Dit komt met name door onderstaande mutaties:

  1. Een herschikking van € 1,4 miljoen binnen de HGIS budgetten waarbij de middelen ten behoeve van de nieuwe programmadirectie Klimaat en Water Internationaal (KAWI) worden overgeboekt naar artikel 11 Integraal Waterbeleid.
  2. Een herschikking van € 0,4 miljoen binnen de HGIS budgetten op artikel 19 ten behoeve van de bekostiging van Stichting GCA waarbij de middelen worden overgeboekt naar het instrument ‘bekostiging’.

3.8 Artikel 20 Lucht en Geluid

Budgettaire gevolgen van beleid

Uitgaven 28.188 0 28.188 28.174 56.362 21.011 11.014 11.014 11.032
Waarvan juridisch verplicht 99% 100%
1 Gezonde lucht en tegengaan geluidshinder 28.188 0 28.188 28.174 56.362 21.011 11.014 11.014 11.032
Opdrachten 3.324 0 3.324 5.180 8.504 1.525 1.529 1.529 1.543
Waarvan uitvoering geluid- en luchtsanering 3.158 0 3.158 ‒ 1.385 1.773 0 0 0 0
Overige opdrachten 166 0 166 6.565 6.731 1.525 1.529 1.529 1.543
Bijdrage aan agentschappen 1.646 0 1.646 12.996 14.642 9.486 9.485 9.485 9.489
Waarvan bijdrage aan KNMI 10 0 10 0 10 0 0 0 0
Waarvan bijdrage aan RWS 1.636 0 1.636 1.045 2.681 0 0 0 0
Bijdrage aan medeoverheden 22.757 0 22.757 9.998 32.755 10.000 0 0 0
Programma NSL en SLA 0 0 0 10.000 10.000 10.000 0 0 0
Uitvoering geluidsanering 22.757 0 22.757 ‒ 2 22.755 0 0 0 0
Bekostiging 461 0 461 0 461 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 400 400 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

Per saldo is het verplichtingenbudget op artikel 20 met € 28,7 miljoen opgehoogd. Dit komt met name door de volgende mutaties:

  1. Twee overboekingen ter waarde van € 17,0 miljoen vanuit de reservering op artikel 11 van het Mobiliteitsfonds naar artikel 20 ten behoeve van de Specifieke uitkering Schone Lucht Akkoord (SPUK- SLA).
  2. Een structurele budgetoverheveling van € 9,4 miljoen van artikel 19 naar artikel 20 in het kader van een wijziging in de financiële vastlegging van de opdrachten aan RVO en RIVM. Deze opdrachten worden niet langer centraal verantwoord op artikel 19 maar op de betreffende beleidsartikelen.
  3. Een overboeking van € 1,0 miljoen van artikel 12 van het Mobiliteitsfonds naar dit artikel ten behoeve van de Specifieke uitkeringen oplossen fijnstofknelpunten rondom veehouderijen in het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).
  4. Een overboeking van € 0,9 miljoen van de artikelen 19 en 21 naar artikel 20 voor de financiering van de hogere kosten van RIVM in het kader van de Basisfinanciering Essentiële Infrastructuur (BEI) ten behoeve van het Landelijk Meetpunt Luchtkwaliteit (LML).
  5. Een ophoging ter waarde van € 0,4 miljoen met de verwachte ontvangsten van het Bureau Sanering Verkeerslawaai (BSV) in het kader van de afwikkeling van een aantal in voorgaande jaren verleende subsidies inzake de regeling sanering verkeerslawaai.

Uitgaven

1 Gezonde lucht en tegengaan geluidshinder

Opdrachten

Per saldo is het kasbudget op dit financieel instrument voor het jaar 2022 met € 5,2 miljoen opgehoogd. Dit komt met name door onderstaande mutaties.

  1. Een overboeking van € 7,0 miljoen van artikel 11 van het Mobiliteitsfonds naar dit artikel ten behoeve van de uitvoering van het Schone Lucht Akkoord (SLA).
  2. Een overboeking van € 1,7 miljoen binnen dit artikel naar het financiel instrument "bijdrage aan agentschappen" ten behoeve van de door RIVM uit te voeren werkzaamheden in het kader van het taakveld geluid en trillingen.

Bijdrage aan agentschappen

Per saldo is het kasbudget op dit financieel instrument voor het jaar 2022 met € 13,0 miljoen opgehoogd. Dit komt met name door onderstaande mutaties:

  1. Een budgetoverheveling van € 9,4 miljoen van artikel 19 naar artikel 20 in het kader van de wijziging in de financiële vastlegging van de opdrachten aan RVO en RIVM.
  2. Een herschikking van € 1,7 miljoen binnen artikel 20 ten behoeve van de door RIVM uit te voeren werkzaamheden in het kader van het programma geluid.
  3. Een herschikking van € 1,0 miljoen op artikel 20 ten behoeve van de door RWS uit te voeren werkzaamheden in het kader van het Schone Lucht Akkoord en Leefomgeving.
  4. Een herschikking van € 0,4 miljoen binnen artikel 20 ten behoeve van de door RIVM uit te voeren werkzaamheden in het kader van de monitoring en rapportage van de luchtkwaliteit.
  5. Een herschikking van € 0,3 miljoen binnen artikel 20 ten behoeve van de door RVO uit te voeren werkzaamheden in het kader van de Specifieke uitkering Schone Lucht Akkoord (SPUK-SLA).
  6. Een herschikking van € 0,2 miljoen ten behoeve van de door RIVM uit te voeren werkzaamheden inzake fijnstofknelpunten Schiphol.

Bijdrage aan medeoverheden

Per saldo is het kasbudget op dit financieel instrument voor het jaar 2022 met € 10,0 miljoen opgehoogd. Dit komt door een overheveling van € 10,0 miljoen vanuit de reservering SLA op artikel 11 van het Mobiliteitsfonds naar dit artikel ten behoeve van de Specifieke uitkering Schone Lucht Akkoord.

3.9 Artikel 21 Duurzaamheid

Budgettaire gevolgen van beleid

Uitgaven 55.770 7.000 62.770 4.172 66.942 12.169 15.013 15.979 16.256
Waarvan juridisch verplicht 97% 61%
4 Duurzaamheidsinstriumentarium 857 0 857 0 857 0 0 0 0
Opdrachten 857 0 857 0 857 0 0 0 0
5 Duurzame productieketens 51.554 7.000 58.554 4.306 62.860 12.169 15.013 15.979 16.256
Opdrachten 21.097 1.000 22.097 ‒ 1.637 20.460 5.509 6.053 7.894 8.129
Uitvoering duurzame productieketens 19.625 1.000 20.625 ‒ 5.134 15.491 6.199 8.118 9.959 10.200
Opdrachten Caribisch Nederland 0 0 0 0 0 ‒ 690 ‒ 2.065 ‒ 2.065 ‒ 2.071
Overige opdrachten 1.472 0 1.472 3.497 4.969 0 0 0 0
Subsidies 20.695 6.000 26.695 ‒ 1.018 25.677 1.756 3.051 3.181 3.223
Subsidies duurzame productieketens 20.695 6.000 26.695 ‒ 1.018 25.677 1.756 3.051 3.181 3.223
Overige subsidies 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschappen 7.671 0 7.671 8.161 15.832 4.904 4.904 4.904 4.904
Waarvan bijdrage aan RWS 7.671 0 7.671 2.914 10.585 0 0 0 0
Overige bijdrage aan agentschappen 5.247 5.247 4.904 4.904 4.904 4.904
Bijdrage aan medeoverheden 1.636 0 1.636 ‒ 1.200 436 0 1.005 0 0
Overige bijdragen aan medeoverheden 1.636 0 1.636 ‒ 1.200 436 0 1.005 0 0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 455 0 455 0 455 0 0 0 0
6 Natuurlijk kapitaal 3.359 0 3.359 ‒ 134 3.225 0 0 0 0
Opdrachten 3.359 0 3.359 ‒ 134 3.225 0 0 0 0
Uitvoering natuurlijk kapitaal 2.737 0 2.737 ‒ 8 2.729 0 0 0 0
Overige opdrachten 622 0 622 ‒ 126 496 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 21 is met € 4,4 miljoen toegenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door:

  1. Een structurele budgetoverheveling van € 4,9 miljoen van artikel 19 naar artikel 21 in het kader van een wijziging in de financiële administratie ten aanzien van de vastlegging van opdrachten aan de agentschappen RVO en RIVM.
  2. Een overboeking naar EZK van € 0,7 miljoen voor Microplastics, TKI chemie en CE doelentraject.
  3. Een ophoging van het budget vanwege een verplichtingenschuif binnen de beschikbaar gestelde CA middelen vanuit 2023 naar 2022 van € 0,2 miljoen voor het stimuleringsprogramma recycling. Het stimuleringsprogramma recycling betreft een integraal stimuleringspakket waar subsidie-instrumenten voor worden ingezet gericht op verschillende ‘technological readiness levels’ (TRLs) zodat recyclinginitiatieven ondersteund kunnen worden van ontwikkeling tot uitrolfase.

Uitgaven

5 Duurzame productieketens

Opdrachten

Het opdrachtenbudget op artikel 21 is met € 1,6 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door:

Opdracht uitvoering duurzame productieketens:

  1. Een herschikking van € 3,3 miljoen van de budgetten binnen artikel 21 in het kader van de opdrachtverlening aan RWS voor 2022. De opdrachtverlening aan RWS betreft de ondersteuning van de ontwikkeling van een strategische aanpak voor Circulaire Economie (CE) op regionale schaal, bevorderen van de kennisdeling CE en bijdragen aan de ontwikkeling van een gezamenlijke regio aanpak, het bevorderen van hoogwaardig hergebruik en recycling van afvalhout, de ondersteuning van maatschappelijk verantwoord en circulair inkopen, ondersteuning van het programma Nederland Circulair 2050 en ondersteuning van de uitvoering van het beleid met betrekking tot afvalinzameling, recycling en afvalregelgeving. Het voor die onderwerpen geraamd budget op de diverse budgetplaatsen van artikel 21 wordt overgeboekt naar de budgetplaatsen voor RWS.
  2. Een herschikking van € 1,7 miljoen binnen artikel 21 ten behoeve van de door RVO in 2022 uit te voeren werkzaamheden in het kader van de Regeling ammoniak en veehouderij, de regeling Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie Circulaire economie (DEI+ CE), ondersteuning bij de implementatie van het duurzaamheidskader biogrondstoffen, uitvoering van de regelingen Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) en Groenprojecten en ondersteuning van de Green Deals van IenW, ondersteuning van de programma's Maatschappelijk verantwoord inkopen en circulair inkopen, uitvoering van de subsidieregeling kennis en innovatie voor de circulaire economie, ondersteunen van uitvoering van het Versnellingshuis Nederland Circulair, uitvoeren van de subsidieregeling circulaire ketenprojecten, opzet en uitvoering van de nieuwe regeling doorbraak-ketenprojecten.
  3. De bijdragen van € 0,1 miljoen van het ministerie van IenW aan EZK voor Circulaire Economie Doelentraject en voor het Programma Overstijgende Activiteiten (POA) van de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI) Chemie. De bijdragen van de ministeries van SZW en LNV voor het programma Maatschappelijk Verantwoord Inkopen.

Overige opdrachten:

  1. Een overboeking van € 1,3 miljoen van opdrachten naar subsidies binnen artikel 21 in het kader van de subsidietender Kennis- en Innovatieagenda Circulaire Economie (KIA CE).
  2. Een overboeking van € 0,8 miljoen van de artikelen 19 en 21 naar artikel 20 voor de financiering van de hogere kosten van RIVM in het kader van de Basisfinanciering Essentiële Infrastructuur (BEI) ten behoeve van het Landelijk Meetpunt Luchtkwaliteit (LML).
  3. Een herschikking van € 0,8 miljoen binnen artikel 21 voor de financiering van de hogere kosten van de Basisfinanciering Essentiële Infrastructuur (BEI) van RIVM.
  4. Een bijdrage van € 0,4 miljoen van het ministerie van IenW aan EZK voor het Programma Overstijgende Activiteiten (POA) van de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI) Chemie.
  5. Diverse overige mutaties.

Daarnaast zijn er twee BVM-mutaties doorgevoerd:

  1. Een structurele overboeking van € 1 miljoen per jaar vanaf 2025 vanuit de Aanvullende Post van MinFin naar artikel 21 in het kader van de uitvoeringskosten voor de regeling MIA/VAMIL zoals afgesproken in het coalitieakkoord. De uitrol van duurzame en milieuvriendelijke technieken blijft achter, doordat deze veelal duurder zijn dan bestaande meer vervuilende technieken. Ondernemers kunnen fiscaal voordelig investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen en technieken door de Milieu-investeringsafstrekt (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). Met de middelen die opgevraagd worden, worden de uitvoeringskosten voor de MIA en de Vamil vanaf het jaar 2025 gedekt.
  2. Een structurele overboeking vanuit de Aanvullende Post van MinFin naar artikel 21 in het kader van het stimuleringsprogramma recycling zoals afgesproken in het coalitieakkoord. Het betreft een integraal stimuleringspakket waar subsidie-instrumenten voor worden ingezet gericht op verschillende ‘technological readiness levels’ (TRLs) zodat recyclinginitiatieven ondersteund kunnen worden van ontwikkeling tot uitrolfase.

Subsidies

In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel zijn de volgende subsidieverplichtingen opgenomen:

  1. Een bedrag van maximaal € 1,5 miljoen voor het jaar 2022. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie aan Milieu Centraal voor het uitvoeren van de basisactiviteiten gericht op de kerntaak van consumentenvoorlichting en het zijn van een onafhankelijke vraagbaak voor consumenten en media op verschillende duurzaamheidsthema’s, zoals milieukeurmerken, plaagdierbestrijding, minder afval, microplastics, duurzaam vervoer, klimaatadaptatie en circulaire economie. Milieu Centraal dient hiervoor een gefundeerde kennisbasis op te bouwen, deze te ontsluiten en te onderhouden. In de ontwerpbegroting 2022 is de grondslag reeds opgenomen voor een bedrag van € 1,0 miljoen. Deze grondslag wordt bij eerste suppletoire begroting opgehoogd naar € 1,5 miljoen.
  2. Een bedrag van maximaal € 0,8 miljoen voor het jaar 2022. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie aan Milieu Centraal voor nadere focusactiviteiten gericht op consumentenvoorlichting, zoals project- en/of campagnematige activiteiten gefocust op een beperkt aantal duurzaamheidsthema’s zoals de week zonder afval, duurzaam schoonmaken, elektrisch vervoer, asbestdaken en andere toepassingen. In de ontwerpbegroting 2022 is de grondslag reeds opgenomen voor een bedrag van € 0,7 miljoen. Deze grondslag wordt bij eerste suppletoire begroting 2022 opgehoogd naar € 0,8 miljoen.
  3. Een bedrag van maximaal € 0,07 miljoen voor het jaar 2022. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie aan Stichting Springtij Festival Terschelling voor de organisatie van het Springtij Forum 2022. In de ontwerpbegroting 2022 is de grondslag reeds opgenomen voor een bedrag van € 0,03 miljoen. Deze grondslag wordt bij eerste suppletoire begroting 2022 opgehoogd naar € 0,07 miljoen.

Deze begrotingsvermeldingen vormen de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Daarnaast is er een BVM-mutatie doorgevoerd:

  1. Dit betreft een structurele overboeking vanuit de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën naar artikel 21 in het kader van circulaire ketenprojecten zoals afgesproken in het coalitieakkoord. De subsidieregeling circulaire ketenprojecten stelt MKB bedrijven in staat om met andere bedrijven in hun keten samen te werken om de keten circulair te maken. Het betreft het ontwerpen van een ciculair product of dienst en het circulair organiseren van processen of businessmodel. Het circulaire ketenproject is gericht op realisatie van op de markt verhandelbare of toepasbare producten, processen, diensten of businessmodellen die bij toepassing leiden tot grondstoffenbesparing en reductie van CO2-uitstoot.

Bijdragen aan agentschappen

Per saldo is het budget voor bijdragen aan agentschappen met € 8,2 miljoen opgehoogd. Dit komt met name door de volgende mutaties:

  1. Meerdere overboekingen ter waarde van € 5,3 miljoen van artikel 19 naar artikel 21 in het kader van een wijziging in de financiële administratie ten aanzien van de vastlegging van opdrachten aan de agentschappen RVO en RIVM.
  2. Een herschikking van € 2,9 miljoen van de budgetten binnen artikel 21 in het kader van de opdrachtverlening aan RWS voor 2022 .

3.10 Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's

Budgettaire gevolgen van beleid

Uitgaven 41.658 29.350 71.008 39.120 110.128 35.728 35.726 36.245 36.577
Waarvan juridisch verplicht 88% 61%
1 Veiligheid chemische stoffen 8.140 0 8.140 11.207 19.347 10.541 10.539 10.540 10.864
Opdrachten 4.059 0 4.059 809 4.868 509 509 509 829
Subsidies 209 0 209 ‒ 100 109 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschappen 2.849 0 2.849 10.498 13.347 10.032 10.030 10.031 10.035
Waarvan bijdrage aan RWS 2.524 0 2.524 259 2.783 0 0 0 0
Overige bijdrage aan agentschappen 325 0 325 0 325 0 0 0 0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 1.023 0 1.023 0 1.023 0 0 0 0
Waarvan bijdrage aan CTGB 1.023 0 1.023 0 1.023 0 0 0 0
2 Veiligheid biotechnologie 2.802 0 2.802 3.387 6.189 2.717 2.717 2.717 2.718
Opdrachten 1.102 0 1.102 3 1.105 0 0 0 0
Uitvoering veiligheid GGO 1.102 0 1.102 0 1.102 0 0 0 0
Overige opdrachten 0 0 0 3 3
Bijdrage aan agentschappen 1.700 0 1.700 3.384 5.084 2.717 2.717 2.717 2.718
Waarvan bijdrage aan COGEM 1.700 0 1.700 0 1.700 0 0 0 0
Overige bijdrage aan agentschappen 0 0 0 3.384 3.384 2.717 2.717 2.717 2.718
3 Veiligheid bedrijven en transport 30.716 29.350 60.066 24.526 84.592 22.470 22.470 22.988 22.995
Opdrachten 11.163 0 11.163 17.737 28.900 17.322 17.162 18.001 18.804
Programma omgevingsveilig 6.667 0 6.667 ‒ 1.517 5.150 ‒ 1.058 ‒ 1.218 ‒ 897 ‒ 100
VTH-stelsel 0 0 0 18.000 18.000 18.000 18.000 18.000 18.000
Overige opdrachten 4.496 0 4.496 1.254 5.750 380 380 898 904
Subsidies 13.571 29.100 42.671 ‒ 254 42.417 958 1.118 797 0
Subsidies inrichtingen & transport 7.000 0 7.000 ‒ 484 6.516 958 1.118 797 0
Subsidies asbest 6.000 0 6.000 0 6.000 0 0 0 0
Subsidie vuurwerk 0 29.100 29.100 530 29.630 0 0 0 0
Overige subsidies 571 0 571 ‒ 300 271 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschappen 1.609 250 1.859 6.043 7.902 4.190 4.190 4.190 4.191
Waarvan bijdrage aan RWS 1.609 0 1.609 2.053 3.662 0 0 0 0
Overige bijdrage aan agentschappen 0 250 250 3.990 4.240 4.190 4.190 4.190 4.191
Bijdrage aan medeoverheden 300 0 300 1.000 1.300 0 0 0 0
Waarvan bijdrage aan Caribisch Nederland 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige bijdrage aan medeoverheden 300 0 300 1.000 1.300 0 0 0 0
Inkomensoverdrachten 4.073 0 4.073 0 4.073 0 0 0 0
Inkomensoverdrachten mesothelioom 4.073 0 4.073 0 4.073 0 0 0 0
Ontvangsten 250 0 250 765 1.015 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 22 is per saldo met € 40,6 miljoen verhoogd. Dit komt met name door onderstaande mutaties:

  1. Structurele budgetoverhevelingen ter waarde van € 18,4 miljoen van artikel 19 naar artikel 22 in het kader van een wijziging in de financiële administratie ten aanzien van de vastlegging van opdrachten aan de agentschappen RVO en RIVM.
  2. Structurele budgetoverheveling vanuit de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën in het kader van de VTH-middelen zoals opgenomen in het Coaltieakkoord ter waarde van € 18,0 miljoen.
  3. Een verplichtingenschuif ter waarde € 1,8 miljoen van 2023, 2024 en 2025 naar 2022 op artikel 22 om de meerjarige verplichting ten aanzien van versterking omgevingsveiligheid aan te kunnen gaan ten behoeve van de bekostiging van de subsidieaanvraag van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).
  4. Een overboeking ter waarde van € 1,0 miljoen van artikel 11 van het Mobiliteitsfonds naar artikel 22 ten behoeve van een bijzondere uitkering aan het openbaar lichaam Bonaire in het kader van de Showcase Hato.
  5. Een overboeking van € 0,4 miljoen van artikel 21 naar artikel 22 ten behoeve van de uitvoering van milieuprojecten en de lokale ondersteuning en coördinatie van de projecten op Bonaire.

Uitgaven

1 Veiligheid chemische stoffen

Bijdragen aan agentschappen

Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan agentschappen op het gebied van chemische stoffen met € 10,5 miljoen toegenomen. Dit komt met name door onderstaande mutaties:

  1. Een budgetoverheveling ter waarde van € 10,2 miljoen van artikel 19 naar artikel 22 in het kader van een wijziging in de financiële administratie ten aanzien van de vastlegging van opdrachten aan RIVM en enkele diverse kleinere overboekingen.
  2. Verder is er een herschikking van de budgetten binnen artikel 22 van € 0,3 miljoen in het kader van de opdrachtverlening aan RWS voor 2022. 

2 Veiligheid biotechnologie

Bijdragen aan agentschappen

Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan agentschappen op het gebied van veiligheid biotechnologie met € 3,4 miljoen toegenomen. Dat komt met name door een budgetoverheveling ter waarde van € 3,3 miljoen van artikel 19 naar artikel 22 in het kader van een wijziging in de financiële administratie ten aanzien van de vastlegging van opdrachten aan RIVM.

3 Veiligheid bedrijven en transport

Opdrachten

Per saldo is het kasbudget voor opdragen op het gebied van veiligheid bedrijven en transport met € 17,7 miljoen toegenomen. Dit komt met name door een structurele overboeking van € 18,0 miljoen uit de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën naar artikel 22 in het kader van de versterking van het VTH-stelsel zoals afgesproken in het coalitieakkoord. De omgevingsdiensten zijn een belangrijk fundament in de fysieke leefomgeving onder het VTH-stelsel. Het is de taak van gemeenten, provincies èn Rijk tezamen om er voor te zorgen dat dit fundament onder het VTH-stelsel versterkt wordt zodat de uitvoering van VTH hierop gebouwd kan worden. Vanuit het Rijk is de inzet om met deze maatregel bij te dragen aan de versterking van thema’s en activiteiten met een bovenregionaal of landelijk niveau die voor àlle omgevingsdiensten van belang zijn en waarbij ook het Rijk een belang heeft. Om als Rijk stevig regie te kunnen voeren, de positie van omgevingsdiensten te verstevigen en om samen met alle betrokken partijen het VTH-stelsel te verbeteren is voor de opvolging van de aanbevelingen van de commissie Van Aartsen een structureel, majeur en geïntegreerd investeringsprogramma noodzakelijk.

Bijdragen aan agentschappen

Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan agentschappen op het gebied van veiligheid bedrijven en transport met € 6,0 miljoen toegenomen. Dit komt met name door onderstaande mutaties:

  1. Dit betreft onder andere een structurele budgetoverheveling van € 4,0 miljoen van artikel 19 naar artikel 22 in het kader van een wijziging in de financiële administratie ten aanzien van de vastlegging van opdrachten aan de agentschappen RVO en RIVM.
  2. Verder is er een herschikking van de budgetten binnen artikel 22 van € 2,0 miljoen in het kader van de opdrachtverlening aan RWS voor 2022. 

Bijdragen aan medeoverheden

Per saldo is het kasbudget op dit financieel instrument voor het jaar 2022 met € 1,0 miljoen opgehoogd. Dit komt door een overboeking van € 1,0 miljoen van artikel 11 van het Mobiliteitsfonds naar artikel 22 ten behoeve van een bijzondere uitkering aan het openbaar lichaam Bonaire in het kader van de Showcase Hato.

3.11 Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie

Budgettaire gevolgen van beleid

Uitgaven 62.818 0 62.818 1.040 63.858 7.864 2.759 ‒ 48 ‒ 4.941
Waarvan juridisch verplicht 100% 99%
1 Metereologie en seismologie 42.095 0 42.095 1.040 43.135 864 759 ‒ 48 59
Bijdragen aan agentschappen 38.708 0 38.708 1.040 39.748 164 59 ‒ 748 59
Waarvan bijdragen aan agentschap KNMI 38.708 0 38.708 1.040 39.748 164 59 ‒ 748 59
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 3.387 0 3.387 0 3.387 700 700 700 0
Contributie ECMWF (HGIS) 2.447 0 2.447 0 2.447 700 700 700 0
Overige Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 940 0 940 0 940 0 0 0 0
2 Aardobservatie 20.723 0 20.723 0 20.723 7.000 2.000 0 ‒ 5.000
Bijdragen aan agentschappen 20.723 0 20.723 0 20.723 7.000 2.000 0 ‒ 5.000
Waarvan bijdrage aan agentschap KNMI 20.723 0 20.723 0 20.723 7.000 2.000 0 ‒ 5.000
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

De wijzigingen in de 1e suppletoire begroting 2022 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie de leeswijzer).

3.12 Artikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport

Budgettaire gevolgen van beleid

Uitgaven 182.359 0 182.359 2.000 184.359 12.500 14.500 14.500 14.500
Waarvan juridisch verplicht 100% 91%
1 Handhaving en toezicht 182.359 0 182.359 0 182.359 12.500 14.500 14.500 14.500
Personele uitgaven 128.944 0 128.944 0 128.944 12.500 14.500 14.500 14.500
waarvan eigen personeel 120.093 0 120.093 120.093 12.500 14.500 14.500 14.500
waarvan inhuur externen 8.832 0 8.832 0 8.832 0 0 0 0
waarvan overige personele uitgaven 19 0 19 0 19 0 0 0 0
Materiële uitgaven 53.415 0 53.415 0 53.415 0 0 0 0
waarvan ICT 23.388 0 23.388 0 23.388 0 0 0 0
waarvan bijdrage SSO's 10.619 0 10.619 0 10.619 0 0 0 0
waarvan overige materiële uitgaven 19.408 0 19.408 0 19.408 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschappen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdrage aan het agentschap ILT 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 24.700 0 24.700 0 24.700 0 0 0 0

Toelichting

Er zijn twee structurele mutaties doorgevoerd onder de post personele uitgaven – waarvan eigen personeel:

  1. Een structurele mutatie ter versterking van de ILT van € 2 miljoen in 2022 oplopend naar € 6 miljoen in 2024 die volledig wordt ingezet voor extra capaciteit en inzet van de Inlichtingen en Opsporingsdienst van de ILT (ILT-IOD). In het coalitieakkoord is gekozen voor de versterking van de opsporing door uitvoeringscapaciteit uit te breiden omdat uit verschillende rapporten is gebleken dat de opsporing van milieucriminaliteit niet goed is ingericht. Er wordt onvoldoende capaciteit ingezet om milieucriminaliteit te bestrijden en belangrijke factoren zijn onder andere het gebrek aan regie en capaciteit en de uitvoering van de opsporing die niet optimaal is.
  2. Een structurele mutatie ter versterking van de luchtvaartautoriteit in het kader van luchtvaartveiligheid van € 8,5 miljoen per jaar. De Nederlandse luchtvaartautoriteit moet worden verstrekt en er moet voldoende kennis, capaciteit en middelen beschikbaar zijn om als autoriteit voor de burgerluchtvaart op te kunnen treden. De in kaart gebrachte opgave beslaat het hele luchtvaartdomein en bestaat uit een versterking van regelgeving, vergunningverlening, toezicht op de luchtvaartsector en monitoring/evaluatie. Daarnaast is intensivering van toezicht noodzakelijk om de grootste veiligheids- en leefomgevingsrisico’s op te kunnen vangen. Goed toezicht hangt onlosmakelijk samen met het versterken van de vergunningverlening en goede (handhaafbare) regelgeving. Voor zowel toezicht als vergunningverlening wordt daarom de capaciteit substantieel uitgebreid.

3.13 Artikel 25 Brede Doeluitkering

Budgettaire gevolgen van beleid

Uitgaven 954.172 0 954.172 14.203 968.375 0 0 0 0
Waarvan juridisch verplicht 100% 100%
1 Brede doeluitkering 954.172 0 954.172 14.203 968.375 0 0 0 0
Brede doeluitkering 954.172 0 954.172 14.203 968.375 0 0 0 0
Bijdrage BDU 954.172 0 954.172 14.203 968.375 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

Uitgaven

1 Brede Doeluitkering

Het kasbudget op dit financiële instrument is in 2022 met € 14,2 miljoen verhoogd. Dit komt met name door een aantal overboekingen vanuit het Mobiliteitsfonds ten behoeve van:

  1. Dekking voor de onderdelen toegevoegd aan de BDU-beschikking 2022 (€ 16,4 miljoen). Dit is inclusief de afdrachten aan het Btw-compensatiefonds voor de BDU 2022 (- € 2,2 miljoen). In totaal is € 14,2 miljoen opgenomen in de BDU-beschikking 2022 die voornamelijk volgen uit gemaakte BO-MIRT afspraken uit voorgaande jaren. Het betreffen met name bijdragen aan MRDH voor de verkenning van de Oververbinding Rotterdam (€ 3 miljoen), no regret maatregelen in de Binckhorst te Den Haag die zich richten op op de realisatie van fietsinfrastructuur, versterking van de stationsgbieden em ruimte voor een ov-baan (€ 3,8 miljoen), exploitatiekosten 2022 Zuid-Holland bereikbaar (€ 2,5 miljoen) en ontwikkeling Entreegebied Zoetermeer (€ 2,3 miljoen).

3.14 Artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen

Budgettaire gevolgen van beleid

Uitgaven 15.299.281 ‒ 7.296.000 8.003.281 224.548 8.227.829 2.021.582 2.935.236 3.379.669 1.740.751
1 Bijdrage Investeringsfondsen 14.137.862 ‒ 7.296.000 6.841.862 316.190 7.158.052 1.926.680 2.696.144 2.977.617 1.637.699
Bijdrage aan het Mobiliteitsfonds 14.137.862 ‒ 7.296.000 6.841.862 316.190 7.158.052 1.926.680 2.696.144 2.977.617 1.637.699
2 Bijdrage Investeringsfondsen 1.161.419 0 1.161.419 ‒ 91.642 1.069.777 94.902 239.092 402.052 103.052
Bijdrage aan het Deltafonds 1.161.419 0 1.161.419 ‒ 91.642 1.069.777 94.902 239.092 402.052 103.052
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

1 Bijdrage aan het Mobiliteitsfonds

De bijdrage vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII aan het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2022 wordt met € 315 miljoen verhoogd. Voor de jaren 2023, 2024, 2025 en 2026 wordt de bijdrage met respectievelijk € 1,9 miljard, € 2,7 miljard, € 3 miljard en € 1,6 miljard verhoogd. Dit komt met name door de toevoeging van de CA-middelen aan het Mobiliteitsfonds. Voor meer detail wordt verwezen naar het Infrastructuurfonds.

2 Bijdrage aan het Deltafonds

De bijdrage vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII aan het Deltafonds voor het jaar 2022 wordt met € 92 miljoen verlaagd. In de daaropvolgende jaren wordt de bijdrage met respectievelijk € 94 miljoen, € 239 miljoen, € 402 miljoen en € 103 miljoen verhoogd. De verlaging wordt met name veroorzaakt door de kasschuif met het generale beeld voor de Afsluitdijk. De ophogingen komt met name door de toevoeging van CA-middelen. Voor meer detail wordt verwezen naar het Deltafonds.

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 97 Algemeen Kerndepartement

Verplichtingen 31.075 1.046 32.121 13.494 45.615 ‒ 386 ‒ 363 ‒ 363 ‒ 363
Uitgaven 44.908 30.789 75.697 9.055 84.752 4.135 ‒ 31 ‒ 213 ‒ 213
1 Algemeen departement 44.908 0 44.908 9.055 53.963 4.135 ‒ 31 ‒ 213 ‒ 213
Opdrachten 32.630 0 32.630 9.450 42.080 4.153 ‒ 31 ‒ 213 ‒ 213
van A naar Beter 1.848 0 1.848 0 1.848 0 0 0 0
Ext. juridische adv. 1.550 0 1.550 0 1.550 0 0 0 0
Onderzoeken PBL 2.488 0 2.488 735 3.223 0 0 0 0
Onderzoeken ANVS 4.369 0 4.369 0 4.369 0 0 0 0
DCC 7.415 0 7.415 0 7.415 0 0 0 0
Regeringsvliegtuig 9.584 0 9.584 8.974 18.558 4.389 182 0 0
Overige Opdrachten 5.376 0 5.376 ‒ 259 5.117 ‒ 236 ‒ 213 ‒ 213 ‒ 213
Subsidies 395 0 395 ‒ 395 0 ‒ 18 0 0 0
Overige Subsidies 395 0 395 ‒ 395 0 ‒ 18 0 0 0
Bijdragen aan agentschappen 11.883 0 11.883 0 11.883 0 0 0 0
Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 2.876 0 2.876 0 2.876 0 0 0 0
Waarvan bijdrage aan agentschap KNMI 223 0 223 0 223 0 0 0 0
Dienstverlening RIVM 8.784 0 8.784 0 8.784 0 0 0 0
3 Covid19 Testen reizen 0 30.789 30.789 0 30.789 0 0 0 0
Opdrachten COVID-19 0 30.789 30.789 0 30.789 0 0 0 0
Ontvangsten 1.101 0 1.101 1.000 2.101 0 0 0 0

Toelichting

1 IenW-brede programmamiddelen

De toegenomen uitgaven 2022 betreffen de eindafrekening exploitatie van de jaren 2019 en 2020 en de exploitatiekosten van het regeringsvliegtuig vanaf 2022. Voor de jaren 2023 ‒ 2024 is een (gedeeltelijke) reservering getroffen om de toegenomen exploitatiekosten op te vangen.

Ontvangsten

De verhoging betreft de extra opbrengst van de contractonderzoeksopdrachten van PBL. Hier staan ook uitgaven tegenover.

4.2 Artikel 98 Apparaatsuitgaven Kerndepartement

Verplichtingen 357.280 469 357.749 20.419 378.168 17.642 14.110 13.922 13.827
Uitgaven 351.305 1.449 352.754 22.076 374.830 19.256 15.199 14.547 13.827
1 Personele uitgaven 261.545 927 262.472 22.864 285.336 14.205 9.907 8.155 7.434
Waarvan eigen personeel 235.323 0 235.323 8.690 244.013 8.998 7.431 7.379 7.258
Waarvan inhuur externen 20.040 927 20.967 14.308 35.275 5.341 2.610 910 310
Waarvan overige personele uitgaven 6.182 0 6.182 ‒ 134 6.048 ‒ 134 ‒ 134 ‒ 134 ‒ 134
2 Materiële uitgaven 89.760 522 90.282 ‒ 788 89.494 5.051 5.292 6.392 6.393
Waarvan ICT 24.662 522 25.184 26 25.210 668 925 1.608 1.608
Waarvan bijdrage SSO's 35.561 0 35.561 1.131 36.692 666 666 790 790
Waarvan overige materiële uitgaven 29.537 0 29.537 ‒ 1.945 27.592 3.717 3.701 3.994 3.995
Ontvangsten 7.778 0 7.778 920 8.698 411 197 0 0

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties zijn het gevolg van onderstaande uitgavenmutaties. Het verschil is voornamelijk het gevolg van (eerdere) verplichtingenschuiven van 2022 naar 2021 met name ten behoeve van het aangaan van meerjarige inhuurcontracten. Daarnaast zijn in 2022 enkele meerjarige contracten aangegaan waarvan de kaseffecten in latere jaren liggen (Active attention SAP en opdracht aan Surf door PBL).

1 Personele uitgaven

De verhoging van de uitgaven eigen personeel betreft overwegend:

  1. Inzet van inhuur op vacatureruimte en in de plaats van detachering (-/- € 0,5 miljoen);
  2. Diverse herschikkingen vanuit de materiële budgetten in het kader van het invullen van arbeidsplaatsen voor arbeidsbeperkten, inzet vanuit projectraming (structureel) voor detacheringen, bijdrage ten behoeve van eigen personeel (structureel) en de inzet van voorzitters voor het project Noordzeeoverleg (totaal € 1,3 miljoen).
  3. Overboekingen vanuit het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds ten behoeve van de apparaatskosten opdrachtgevers in het kader van projecten Schoon Emissieloos bouwen, de Vrachtwagenheffing (2022 en 2023), Tijdelijke Tolheffing, Leren en Ontwikkelen (structureel) en de inzet capaciteit voor het Nationaal Groenfonds (NGF 2022- 2024) (€ 3,7 miljoen);
  4. Met de terugkeer van een aantal medewerkers van BZK na het einde van het project Omgevingswet, worden de kosten van salaris, personele exploitatie en overhead structureel teruggeboekt naar IenW, conform de gemaakte afspraken bij de herverkaveling (€ 0,9 miljoen structureel);
  5. Een interdepartementale overboeking vanuit LNV als structurele bijdrage aan PBL voor het onderzoek Stikstofreductie (€ 0,4 miljoen); Een overboeking vanuit het Meerjarenprogramma Bodem (art. 13) voor de inzet op de uitvoering van bodemsaneringsprojecten (€ 1,0 miljoen);
  6. Op het programmabudget van het Kennisinstituut Mobiliteitsbeleid (KIM) is meer behoefte aan opbouw van eigen expertise. Voor deze expertise wordt voor het aangaan van tijdelijke contracten en detacheringen structureel budget overgeheveld van art. 97 voor het aantrekken van nieuwe onderzoekers (€ 0,2 miljoen);
  7. Extra personele inzet (2022-2026) door de directie Maritieme zaken vanuit het programmabudget (art. 18) Scheepvaart en Maritieme zaken (€ 0,3 miljoen);
  8. Extra middelen voor Luchtvaartautoriteit van de Aanvullende post (€ 4 miljoen vanaf 2023);
  9. Extra inzet voor het project OLO waar ontvangsten vanuit RWS en BZK tegenover staan (€ 0,4 miljoen);
  10. Extra toegekende middelen t.b.v. de extra inzet voor het KAWI programmaplan (€ 0,5 miljoen);
  11. Een overboeking vanuit HGIS CORA-budget (art. 11) voor loon- en exploitatiekosten van de Watergezant (€ 0,5 miljoen).

De hogere inhuur is met name het gevolg van:

  1. Inzet van inhuur op vacatureruimte en in de plaats van detachering (€ 0,5 miljoen);
  2. Herschikking (2022-2024) vanuit ICT en Materieel voor inzet projectraming voor de migratie SAP en de Ontwikkeling Bedrijfsvoeringsysteem SAP (OBS) (€ 2 miljoen), Informatiehuishouding (€ 0,7 miljoen), inzet van consignatiediensten en digitale ondersteuning IenW organisatie (€ 0,4 miljoen) en inhuur t.b.v. programma Open Overheid (€ 0,8 miljoen);
  3. Overboekingen van gereserveerde gelden vanuit het Mobiliteitfonds en Deltafonds voor inhuur op programma’s Digitale Transport Strategie (€ 0,7 miljoen), Verkenning A50 (€ 0,4 miljoen), Tijdelijke Tolheffing (€ 0,9 miljoen), Vrachtwagenheffing (€ 2,2 miljoen 2022 en 2023), Beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater (€ 0,7 miljoen) inhuur projectleider Buisleidingen (€ 0,2 miljoen);
  4. Een bijdrage van Defensie aan IenW voor 2022 t.b.v. de algemene kosten voor het gezamenlijke programma Luchtruimherziening (€ 1 miljoen);
  5. Inhuur t.b.v. innovatieprojecten vanuit DUMO (art. 14 € 0,6 miljoen structureel), het Nederlands luchtvaartveiligheidsprogramma (NLVP), Schiphol, Onbemande Luchtvaart (art. 17) (€ 3,2 miljoen, deels meerjarig);

Lagere Overige personele uitgaven:

Herschikking naar Bijdrage Rijksbrede SSO omdat de uitgaven m.b.t. Rijksloket Advies en Bemiddeling Arbeidzaken door RSSO UBR worden gedaan (-/- € 0,1 miljoen).

2 Materiële uitgaven

De toename van uitgaven aan ICT betreft voornamelijk het saldo van de volgende herschikkingen:

  1. Herschikking naar externe inhuur uit projectraming (structureel), voor de migratie SAP en de Ontwikkeling Bedrijfsvoeringssysteem SAP (OBS) (-/- € 2 miljoen), Informatiehuishouding (-/- € 0,7 miljoen), inzet van consignatiediensten en digitale ondersteuning IenW organisatie (-/- € 0,4 miljoen) en inhuur t.b.v. programma Open Overheid (-/- € 0,4 miljoen);
  2. Aandeel voor Vernieuwing SAP waarvoor ontvangsten zijn opgenomen (€ 0,4 miljoen);
  3. Noodzakelijke herschikking vanuit Materieel t.b.v. het Programma Open Overheid (€ 1,6 miljoen structureel) en ter dekking van de meerkosten a.g.v. transitie naar SSC Campus bij PBL (€ 0,6 miljoen) en Digitalisering (€ 0,4 miljoen);
  4. Bijdragen voor interne ICT- dienstverlening (€ 0,4 miljoen);
  5. Diversen (€ 0,1 miljoen).

Hogere bijdragen Rijksbrede SSO zijn overwegend het gevolg van:

  1. Structurele overdracht uit het MF en DF voor het aandeel van RWS vanuit in de eerdere centralisatie van budgetten voor de Basisplusdiensten bij FM Haaglanden (€ 0,6 miljoen) en afgesloten interne dienstverleningscontracten voor huisvesting en facilitaire dienstverlening met de Staf Delta-Commissaris (€ 0,2 miljoen);
  2. Herschikking vanuit Overige personele kosten omdat de uitgaven m.b.t. Rijksloket Advies en Bemiddeling Arbeidzaken door RSSO UBR worden gedaan (€ 0,1 miljoen);
  3. ICT dienstverlening (€ 0,2 miljoen).

Lagere uitgaven Materieel overwegend als gevolg van:

  1. Diverse herschikkingen naar de personele budgetten in het kader van het invullen van arbeidsplaatsen voor arbeidsbeperkten, inzet vanuit projectraming (structureel) voor detacheringen, bijdrage ten behoeve van eigen personeel (structureel) en de bijdrage voor de inzet van voorzitters voor het project Noordzeeoverleg (-/- € 1,3 miljoen);
  2. Herschikking naar Inhuur t.b.v. Programma Open Overheid (-/- € 0,4);
  3. Bijdragen aan ILT (art 24) en KNMI (art. 23) voor het invullen van arbeidsplaatsen voor arbeidsbeperkten en RWS (Mobiliteitfonds) (-/- € 3,5 miljoen)
  4. Noodzakelijke herschikking naar ICT t.b.v. het Programma Open Overheid (-/- € 1,6 miljoen structureel) en ter dekking van de meerkosten t.g.v. transitie naar SSC Campus bij PBL (-/- € 0,6 miljoen) en Digitalisering (-/- € 0,4 miljoen);
  5. Diverse interdepartementale overboekingen BZK HR ICT Rijksdienst en project Doe Denk Duurzaam (-/- € 0,4 miljoen), LNV Natuur Inclusief (€ 0,3 miljoen) en SZW-bijdrage programma Werken aan Uitvoering (WAU) (-/- € 0,2 miljoen tm 2024);
  6. Diverse interne verrekeningen (€ 0,2 miljoen);
  7. Structurele overboeking vanuit min BZK beschikbaar gestelde gelden voor het op orde brengen van de Informatiehuishouding n.a.v. de kabinetsreactie POK (€ 6 miljoen).

Ontvangsten

De hogere ontvangsten zijn het gevolg van:

  1. Bijdragen van BZK voor uitgaven aan projecten Omgevingsloket Online (OLO) en ArcGis. Bijdrage voor vernieuwing SAP (tm 2024) en bijdrage RWS voor project OLO.

4.3 Artikel 99 Nog onverdeeld

Uitgaven 4.639 0 4.639 518.558 523.197 532.403 482.933 491.048 488.545
Nominaal en onvoorzien 4.639 0 4.639 518.558 523.197 532.403 482.933 491.048 488.545
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

Per saldo is het budget op nominaal en onvoorzien in 2022 met € 519 miljoen toegenomen. In de daaropvolgende jaren wordt het budget met respectievelijk € 532 miljoen, 483 miljoen, 491 miljoen en 489 miljoen opgehoogd. Dit komt met name door onderstaande mutaties:

  1. Bij de eerste suppletoire begroting wordt de loon- en prijsbijstelling tranche 2022 van zowel HXII als de fondsen toegevoegd aan de beleidsbegroting. De toegevoegde loon- en prijsbijstelling wordt bij de ontwerpbegroting 2023 toebedeeld aan de diverse artikelen binnen HXII, Mobiliteitsfonds en Deltafonds.
  2. Tevens wordt ook de reguliere eindejaarmarge 2021 (€ 20,8 miloen) toegevoegd aan artikel 99. Bij ontwerpbegroting 2023 worden de middelen toebedeeld aan de diverse artikelen binnen HXII.

5 Agentschappen

5.1 Agentschap Rijkswaterstaat

Baten
Omzet 3.381.355 218.613 3.599.968
waarvan omzet moederdepartement 2.949.658 204.708 3.154.366
waarvan omzet overige departementen 76.581 8.496 85.077
waarvan omzet derden 198.412 5.409 203.821
waarvan omzet nog uit te voeren werkzaamheden 156.704 0 156.704
Rentebaten 0 0 0
Vrijval voorzieningen 0 0 0
Bijzondere baten 3.000 ‒ 1.500 1.500
Totaal baten 3.384.355 217.113 3.601.468
Lasten
Apparaatskosten 1.283.292 24.925 1.308.217
- Personele kosten 1.025.540 11.664 1.037.204
waarvan eigen personeel 940.862 11.289 952.151
waarvan inhuur externen 84.678 375 85.053
waarvan overige personele kosten 0 0 0
- Materiele kosten 257.752 13.261 271.013
waarvan apparaat ICT 35.645 3.056 38.701
waarvan bijdrage aan SSO's 68.171 ‒ 65 68.106
waarvan overige materiele kosten 153.936 10.271 164.207
Externe Productkosten 2.071.619 192.831 2.264.450
Rentelasten 846 ‒ 149 697
Afschrijvingskosten 19.692 ‒ 743 18.949
- Materieel 18.499 78 18.577
waarvan apparaat ICT 5.252 ‒ 108 5.144
waarvan overige materiele afschrijvingskosten 13.247 186 13.433
- Immaterieel 1.193 ‒ 821 372
Overige lasten 3.800 0 3.800
waarvan dotaties voorzieningen 3.800 0 3.800
waarvan bijzondere lasten 0 0 0
Totaal lasten 3.379.249 216.864 3.596.113
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening 5.106 249 5.355
Agentschapsdeel Vpb-lasten 130 0 130
Saldo van baten en lasten 4.976 249 5.225
Dotatie aan reserve Rijksrederij 4.976 249 5.225
Te verdelen resultaat 0 0 0

Toelichting

Baten

Omzet moederdepartement

De hogere omzet moederdepartement ten opzichte van de begroting 2022 (€ 204,7 miljoen) is met name veroorzaakt door:

  1. Kasschuif van € 100 miljoen van 2023 naar 2022. Om de tekorten op beheer en onderhoud t/m 2023 op te lossen, is er in de begroting 2022 € 300 miljoen van de jaren 2031-2033 naar 2023 geschoven. Van de € 300 miljoen in 2023 is reeds € 100 miljoen in 2022 benodigd;
  2. Middelen voor stikstofmaatregelen om te komen tot een onherroepelijk Tracébesluit in de planuitwerkingsfase (€ 27,8 miljoen), onder andere ten behoeve van aankoop stikstofrechten en berekeningen van de mitigerende maatregelen voor stikstof;
  3. Middelen voor de kosten door het hoogwater in Limburg in juli 2021 (€ 24,9 miljoen)
  4. Bijdrage van het ministerie van EZK ten behoeve van het Maritiem Informatievoorziening Servicepunt II (MIVSP II). RWS verzamelt data over water, wind, neerslag en fauna bij diverse windparken op zee, zogenoemde Maritieme IV-Servicepunten. MIVSP II is het vervolg en betreft de uitrol voor de windparken uit de routekaart Windenergie op zee 2030 en omvat zowel nautische sensoren als sensoren ten behoeve van het functioneren van het windpark (€ 10,2 miljoen);
  5. Middelen voor de extra capaciteit die RWS in 2022 levert in het kader van beleidsondersteuning en advisering (€ 8,6 miljoen);
  6. Verlenging van de Search and Rescue (SAR) contract op de Noordzee (€ 6,0 miljoen). Voor het uitvoeren van de SAR-functie op de Noordzee huurt IenW een helikopter. De administratieve verantwoordelijkheid voor het contract ligt bij het ministerie van IenW (RWS). Het benodigde budget voor de verlenging is door het ministerie van Defensie overgemaakt aan IenW;
  7. Budget voor de planfase voor de vervanging van de Industriële Automatisering (IA) op de Vaarweg Lemmer Delfzijl (€ 6,0 miljoen);
  8. Het restant betreft verschillende mutaties kleiner dan € 5 miljoen.

Omzet overige departementen

De hogere omzet overige departementen ten opzichte van de begroting 2022 (€ 8,5 miljoen) is met name veroorzaakt door een toename van de omzet door de levering van extra Noodsleephulpdiensten aan de Kustwacht bij de nieuwe windmolenparken in de Noordzee (€ 2,5 miljoen) en een hogere vergoeding voor het gebruik van de vaartuigen van de Rijksrederij (€ 1,7 miljoen). Daarnaast is er ook een hogere omzet op de apparaats- en programmakosten die RWS bij het ministerie van BZK in rekening brengt voor de werkzaamheden in het kader van de Omgevingswet (€ 2,3 miljoen).

Bijzondere baten

De bijzondere baten betreffen de laatste jaren met name de boekwinsten op afgestoten vaste activa welke niet meer dienstbaar zijn aan de bedrijfsvoering van Rijkswaterstaat. Ten opzichte van de begroting 2022 is de raming naar beneden bijgesteld (- € 1,5 miljoen) en daarmee in lijn gebracht met de realisatie over de jaren 2020 en 2021.

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten

De personele kosten bestaan uit de kosten van het eigen personeel en de kosten van de ingehuurde capaciteit voor de uitvoering van kerntaken. Dat de personele kosten zijn toegenomen ten opzichte van de begroting 2022 komt met name door extra capaciteit in het kader van beleidsondersteuning en advisering (BOA), financieel management in eigen beheer en het programma vrachtwagenheffing. Daarnaast vindt instroom plaats in het kader van de banenafspraak arbeidsbeperkten.

Materiële kosten

Materiële kosten betreft een optelling van de kosten voor apparaat gebonden ICT-middelen, de bijdrage aan SSO’s die bedrijfsvoeringsdiensten leveren en overige materiële kosten. Deze kosten laten een toename zien in vergelijking met de begroting 2022. Dit is met name te verklaren door de extra capaciteit van RWS, hogere exploitatiekosten voor de inzet van vaartuigen van de Rijksrederij, ICT-middelen als gevolg van het thuiswerken en verbetertrajecten voor de interne RWS organisatie.

Externe Productkosten

De hogere externe productkosten ten opzichte van de begroting 2022 (€ 192,8 miljoen) worden met name veroorzaakt doordat in 2022 meer aan beheer en onderhoud besteed kan worden als gevolg van de kasschuif van € 100 miljoen van 2023 naar 2022. Daarnaast stijgen de kosten door de uitvoering van MIVSP-II, stikstofmaatregelen, hoogwater Limburg, de verlenging van het SAR contract op de Noordzee en de planfase voor de vervanging van de IA op de vaarweg Lemmer Delfzijl. Voor meer informatie bij deze posten wordt verwezen naar de toelichting onder «Omzet Moederdepartement».

Rentelasten

De rentelasten zijn met € 0,2 miljoen naar beneden bijgesteld omdat zowel de investeringen in het lopende jaar als de afgelopen jaren lager zijn dan van tevoren gepland.

Dotatie aan reserve Rijksrederij

Het verschil tussen de doorbelaste rente en afschrijvingskosten voor de vaartuigen van de Rijksrederij op basis van vervangingswaarde (waarop de tarieven worden gebaseerd) en de afschrijvings- en rentekosten op basis van de historische kostprijs (waarop de vaartuigen worden gewaardeerd) is met € 0,2 miljoen naar boven bijgesteld. Van het totaal ad. € 9,0 miljoen wordt naar verwachting € 5,2 miljoen gedoteerd aan de reserve Rijksrederij, bestemd voor de aanschaf van nieuw vaartuigen en € 3,8 miljoen aan de voorziening groot onderhoud vaartuigen, bestemd voor groot, levensduur verlengend, onderhoud.

1. Rekening courant RHB 1 januari 2022 394.798 340.944 735.742
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 3.227.651 217.113 3.444.764
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) ‒ 3.355.887 ‒ 217.607 ‒ 3.573.494
2 Totaal operationele kasstroom ‒ 128.236 ‒ 494 ‒ 128.730
Totaal investeringen (-/-) ‒ 50.473 8.692 ‒ 41.781
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) 0
3. Totaal investeringskasstroom ‒ 50.473 8.692 ‒ 41.781
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) ‒ 4.306 ‒ 4.306
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) 8.500 8.500
Aflossingen op leningen (-/-) ‒ 16.773 1.173 ‒ 15.587
Beroep op leenfaciliteit (+) 47.950 ‒ 8.258 39.692
4. Totaal financieringskasstroom 39.677 ‒ 11.391 28.286
5. Rekening courant RHB 31 december 2022 (=1+2+3+4) 255.766 337.751 593.517

Toelichting

Rekening courant RHB 1 januari 2022

Dit is de mutatie naar de werkelijke stand per 1-1-2022. Voor een uitgebreide toelichting zie het jaarverslag 2021.

Operationele kasstroom

Hieronder vallen de ontvangsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.

De hogere ontvangsten operationele kasstroom ten opzichte van de begroting 2022 (€ 217,1 miljoen) worden met name veroorzaakt door de hogere ontvangsten van het moederdepartement. De hogere uitgaven operationele kasstroom ten opzichte van de begroting 2022 (€ 217,6 miljoen) worden met name veroorzaakt door de hogere externe productkosten. Zie hiervoor ook de toelichting onder «Omzet Moederdepartement».

Investeringskasstroom

Hieronder vallen de investeringen in nieuwe en bestaande activa en de boekwaarden, boekwinsten en boekverliezen van de verschrootte en verkochte vaste activa.

Ten opzichte van de begroting 2022 zijn de investeringen naar beneden bijgesteld (- € 8.7 miljoen). Voor diverse droge en natte steunpunten is met name het proces van besluitvorming over de optimale investering nog niet afgerond.

Financieringskasstroom

Hieronder vallen alle geldstromen die te relateren zijn aan de financiering van RWS.

De eenmalige uitkering aan het moederdepartement van € 4,3 miljoen betreft het uitkeren van het over 2021 gerealiseerde surplus op de grens van het Eigen Vermogen aan de eigenaar, op basis van de Regeling agentschappen. Het lagere beroep op de leenfaciliteit ten opzichte van de begroting (- € 8,3 miljoen) is het gevolg van de hierboven genoemde lagere investeringen.

5.2 Agentschap Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

Baten
- Omzet 94.761 6.089 100.850
waarvan omzet moederdepartement 63.499 4.822 68.321
waarvan omzet overige departementen 2.935 308 3.243
waarvan omzet derden 28.327 959 29.286
Rentebaten
Vrijval voorzieningen
Bijzondere baten
Totaal baten 94.761 6.089 100.850
Lasten
Apparaatskosten 71.461 5.906 77.367
- Personele kosten 43.609 2.202 45.811
waarvan eigen personeel 39.051 2.194 41.245
waarvan inhuur externen 4.374 8 4.382
waarvan overige personele kosten 184 184
- Materiële kosten 27.852 3.704 31.556
waarvan apparaat ICT 9.237 2.762 11.999
waarvan bijdrage aan SSO's 4.554 918 5.472
waarvan overige materiële kosten 14.061 25 14.086
Rentelasten
Afschrijvingskosten 2.550 184 2.734
- Materieel 2.165 355 2.520
waarvan apparaat ICT 871 ‒ 166 705
waarvan overige materiële afschrijvingskosten 1.294 521 1.815
- Immaterieel 385 ‒ 170 215
Overige lasten 20.724 20.724
waarvan aardobservatie 20.724 20.724
waarvan dotaties voorzieningen
waarvan bijzondere lasten
Totaal lasten 94.736 6.090 100.826
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening 25 25
Agentschapsdeel Vpb-lasten 25 25
Saldo van baten en lasten

Toelichting

Baten

Omzet moederdepartement

Een groot deel van de stijging is te verklaren door het doorschuiven van niet bestede ontvangsten 2021 (€ 3,4 miljoen). Dit betreffen strategische projecten EWC (€ 1,5 miljoen), I-Strategie (€ 1,0 miljoen), Masterplan de Bilt (€ 0,5 miljoen) en een aantal kleinere posten (€ 0,4 miljoen). Verder is vooruitgelopen op nog te ontvangen middelen voor een aantal additionele kosten (€ 1,4 miljoen). Dit betreft het programma hybride werken (€ 0,7 miljoen), Masterplan de Bilt (€ 0,4 miljoen) en vulkaanmonitoring op de BES-eilanden (€ 0,3 miljoen).

Omzet overige departementen

Extra omzet vooral door hogere inzet door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor de seismische dienstverlening (€ 0,3 miljoen).

Omzet derden

De omzetstijging komt vooral door de extra omzet luchtvaart (€ 0,7 miljoen) en door hogere omzet voor subsidieprojecten (€ 0,3 miljoen).

Lasten

Personele kosten 

Ten opzichte van de vastgestelde begroting wordt er meer personeel aangenomen om invulling te geven aan de strategische projecten Implementatie I-Strategie, EWC, Masterplan de Bilt en Hybride werken (€ 1,6 miljoen). Daarnaast stijgen de kosten door een aantal kleinere posten (€ 0,6 miljoen).

Materiële kosten - apparaat ICT

De toename van de apparaat ICT kosten wordt voornamelijk veroorzaakt door meer begrote kosten voor Cloud Services (€ 0,7 miljoen), Hybride werken (€ 0,3 miljoen), Verplaatsing rekenserver naar IJsland (€ 0,3 miljoen), beheer en onderhoud extranetten (€ 0,2 miljoen) en I-strategie (€ 0,2 miljoen). Het restant (€ 1,3 miljoen) is toe te wijzen aan diverse kleinere projecten.

Materiële kosten – bijdrage aan SSO’s

Ten opzichte van de vastgestelde begroting is de huur vanuit het Rijksvastgoedbedrijf (RvB) hoger (€ 0,6 miljoen). Verder wordt Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) ingezet voor het verder ontwikkelen van de dienstverlening (€ 0,3 miljoen).

Materiële kosten - overige materiële kosten

De overige materiële kosten stijgen licht (€ 0,3 miljoen) door diverse oorzaken.

Afschrijvingskosten

De aanschaf van nieuwe meetapparatuur in het kader van de modernisering van de waarneeminfrastructuur (MWI) begint op gang te komen waardoor de afschrijvingskosten die hieruit voortvloeien stijgen met € 0,2 miljoen.

1. Rekening-courant RHB 1 januari 2022 6.143 807 6.950
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 5.226 ‒ 1.792 3.434
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) ‒ 2.104 ‒ 5.746 ‒ 7.850
2. Totaal operationele kasstroom 3.122 ‒ 7.538 ‒ 4.417
Totaal investeringen (-/-) ‒ 1.450 ‒ 5.100 ‒ 6.550
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
3. Totaal investeringkasstroom ‒ 1.450 ‒ 5.100 ‒ 6.550
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) 300 300
Aflossingen op leningen (-/-) ‒ 2.254 867 ‒ 1.387
Beroep op leenfaciliteit (+) 1.450 5.100 6.550
4. Totaal financieringskasstroom ‒ 504 5.967 5.463
5. Rekening-courant RHB 31 december 2022 (=1+2+3) 7.310 ‒ 5.864 1.446

Toelichting

Rekening-courant RHB 1 januari 2022

De stand is aangepast conform de jaarrekening 2021. Voornaamste oorzaak van de daling komt voort uit minder uitgaven in 2021.

Operationele kasstroom

De afschrijvingskosten zijn circa € 0,2 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. Daarnaast zijn de mutaties met betrekking tot luchtvaart gesaldeerd onder de ontvangsten. Daardoor dalen de ontvangsten met € 2,0 miljoen.

De uitgaven operationele kasstroom betreffen enerzijds doorgeschoven bestedingen van 2021. Dit betreffen vooral strategische projecten EWC (€ 1,5 miljoen), I-Strategie (€ 1,0 miljoen) en Masterplan de Bilt (€ 0,5 miljoen) en enkele kleinere posten (€ 0,2 miljoen). Daarnaast een inhaalslag met betrekking tot de betalingen voor de ICT dienstverlening (€ 2,5 miljoen).

Investeringskasstroom

De investeringen zijn aangepast conform de leenaanvraag 2022.

Financieringskasstroom

Het beroep op de leenfaciliteit is aangepast aan de leenaanvraag 2022. De post «Aflossingen op leningen» is aangepast aan de daadwerkelijk af te lossen leningen in 2022. Deze is lager omdat er in 2021 minder is geïnvesteerd dan begroot. De investeringen vinden voornamelijk plaats in diverse meetapparatuur (€ 5,1 miljoen) zoals windlidars (€ 1,3 miljoen) en UV-lidars (€ 0,5 miljoen).