Memorie van toelichting
Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Memorie van toelichting
Nummer: 2022D20138, datum: 2022-05-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36120-V-2).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36120 V-2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).
Onderdeel van zaak 2022Z09861:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2022-05-31 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-06-02 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2022-06-14 14:00: Suppletoire begrotingen samenhangende met de Voorjaarsnota 2022 (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2022-07-07 22:30: EINDE VERGADERING: STEMMINGEN (over alle resterende onderwerpen) (Stemmingen), TK
Preview document (đ origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021â2022 |
36 120V | Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) |
Nr. 2 |
|
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1Â tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Vanwege de spoedeisende maatregelen is op 12Â mei 2022 de eerste incidentele suppletoire begroting naar de Tweede Kamer verzonden. De behandeling in de Staten-Generaal heeft nog niet plaatsgevonden. Om deze reden is de in de begrotingsstaat opgenomen stand nog niet door de beide Kamers bekrachtigd. Vanwege de snelle opeenvolging van begrotingswetsvoorstellen, om het budgetrecht van de Staten Generaal te waarborgen, bevat de kolom âvastgestelde begrotingâ zowel de vastgestelde stand bij ontwerpbegroting als de mutaties die bij incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2022 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.
In de toelichting worden de wijzigingen welke zijn opgetreden in de omvang van de HGIS, alsook de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht. Ten slotte volgt per artikel de nieuwe stand en een toelichting op de opmerkelijke verschillen.
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de extra maatregelen die genomen zijn als gevolg van de impact van het coronavirus (COVID 19). Voor het uitgebreide overzicht wordt verwezen naar de pagina Overheidsfinanciën in coronatijd op Rijksfinancien.nl
4.4 | Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid | 1.000 | VJN 2022 |
Conform de regeling Rijksbegrotingsvoorschriften en de Comptabili-teitswet dienen de opmerkelijke verschillen tussen de oorspronkelijke en huidige raming te worden toegelicht. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het financiële instrument. Ook is omschreven welke ondergrens gehan-teerd moet worden, waarboven een uitgavenmutatie moet worden toegelicht. Zie hiervoor onderstaande tabel. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen beleidsmatige en technische mutaties. Op verplichtingenniveau worden mutaties groter dan 10% ten opzichte van de vorige stand, op artikelniveau toegelicht.
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
In onderdeel 6Â staan de tabellen van de niet-beleidsmatige artikelen.
2 Wijzigingen in de omvang van de HGIS
In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de HGIS-nota 2022. Zoals uit de hiernavolgende tabel blijkt, neemt de totale omvang van de HGIS voor 2022 toe met EURÂ 1.275,8Â miljoen.
HGIS-uitgaven | 6.286,8 | 7.564,8 | 1.278,0 |
HGIS-ontvangsten | 152,1 | 154,3 | 2,3 |
Omvang HGIS (uitgaven min ontvangsten) | 6.134,7 | 7.410,5 | 1.275,8 |
- De tabel bevat afrondingsverschillen.
De per saldo toename van het budget kent een aantal oorzaken. Enerzijds stijgt het budget vanwege de doorwerking van de bijgestelde macro-cijfers ten opzichte van eerdere raming zoals deze is opgesteld op Prinsjesdag 2021. Het beschikbare budget voor de HGIS beweegt mee met de economische ontwikkeling. Het non-ODA-deel met het prijsniveau van het Bruto Binnenlands Product (BBP) en de omvang van de Official Development Aid (ODA) met de ontwikkeling van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI). De meest recente CPB-cijfers laten een hoger dan eerder verwachte raming zien van zowel BBP alsook BNI. Daarnaast heeft het kabinet de HGIS uitgaven verhoogd door een extra impuls voor het ODA-budget en versterking van het postennet. Tot slot zijn ook extra uitgaven gedaan in het kader van de oorlog in Oekraïne. In de hiernavolgende tabellen is een aantal categorieën opgenomen die per onderdeel beknopt worden toegelicht. Een meer uitgebreide toelichting is daarnaast ook in de verticale toelichting van de Voorjaarsnota 2022 opgenomen en op de respectievelijke departementale begrotingen weergegeven.
Stand HGIS-nota 2022 | 6.286,8 |
1) Aanpassing BNI/BBP raming | 198,4 |
2) Eindejaarsmarge | 169,5 |
3) Overboekingen van/naar HGIS | 697,9 |
4) Kasschuif | 210 |
5) Desalderingen | 2,3 |
Stand Voorjaarsnota 2022 | 7.564,8 |
- De tabel bevat afrondingsverschillen.
Toelichting uitgavenmutaties
Het uitgavenkader van de HGIS neemt per saldo toe met EURÂ 1.275,8Â miljoen ten opzichte van de stand die in de HGIS nota 2022 is gepresenteerd. Dit kent de volgende oorzaken:
- Op basis van wijzigingen in de CPB-ramingen voor het BNI (ODA) en de prijscomponent van het BBP (non-ODA) is de omvang van de HGIS op dit onderdeel gestegen met EUR 198,4 miljoen. Dit betreft met name de ODA-middelen die hoofdzakelijk op de BHOS-begroting staan.
- De eindejaarsmarge, die over 2021 is aangevraagd, is in 2022 toegevoegd aan de HGIS en verdeeld over voornamelijk de begrotingen van Buitenlandse Zaken, Defensie en Infrastructuur en Waterstaat.
- Er vinden meerdere overboekingen van en naar de HGIS plaats. Per saldo kent de HGIS op dit onderdeel daardoor een stijging van ruim EUR 697,9 miljoen. Een aantal in het oog springende mutaties betreft onder meer de toevoeging van budget aan de HGIS ten gevolge van het coalitieakkoord. Dit betreft een hogere ODA-toerekening aan de EU-afdrachten (EUR 469,6 miljoen), hogere asieltoerekening (EUR 153,5 miljoen) en een hoger ODA budget (EUR 146,5 miljoen). Verder is op non-ODA gebied EUR 21 miljoen toegevoegd ter versterking van het postennet. De HGIS is in het kader van de oorlog in OekraĂŻne en de gevolgen daarvan zowel verhoogd als verlaagd. Het HGIS-budget is verhoogd met EUR 75,4 miljoen op de begrotingen van Defensie en Buitenlandse Zaken. Dit heeft onder meer te maken met wapenleveranties en een extra bijdrage aan het mensenrechtenfonds. Daarnaast wordt naast de reguliere asieltoerekening eenmalig EUR 150 miljoen uit het ODA-budget van BHOS voor de opvang van OekraĂŻense vluchtelingen in Nederland gefinancierd. De HGIS neemt af met dit bedrag.
- Om de eenmalige bijdrage van BHOS (EUR 150 miljoen) vanuit het ODA-budget aan de opvang van OekraĂŻense vluchtelingen in Nederland te dekken, wordt uitgavenbudget ter hoogte van EUR 75 miljoen uit 2023 en 2024 naar 2022 gehaald. Daarnaast wordt middels een kasschuif EUR 60 miljoen naar 2022 gehaald om de aankoop van een nieuwe kanselarij in Brussel te financieren.
- Het saldo van de desalderingen bestaat voornamelijk uit drie mutaties. Enerzijds neemt het budget toe door een positieve desaldering van consulaire ontvangsten op de begroting van Buitenlandse Zaken (EUR 5,3 miljoen) en hogere diverse ontvangsten op de BHOS begroting (EUR 1,7 miljoen). Anderzijds neemt het budget af door een negatieve desaldering vanwege minder ontvangsten op het apparaatsartikel (EUR 4,8 miljoen) van Buitenlandse Zaken.
Stand HGIS-nota 2021 | 152.1 |
Mutaties | 2,3 |
Stand Voorjaarsnota 2021 | 154.3 |
- De tabel bevat afrondingsverschillen.
Toelichting ontvangstenmutaties
Het ontvangstenkader van de HGIS neemt per saldo toe met EURÂ 2,3Â miljoen ten opzichte van de stand die in de HGIS nota 2022 is gepresenteerd. Het saldo van de desalderingen bestaat voornamelijk uit drie mutaties. Enerzijds neemt het budget toe door een positieve desaldering van consulaire ontvangsten op de begroting van Buitenlandse Zaken (EURÂ 5,3Â miljoen) en hogere diverse ontvangsten op de BHOS begroting (EURÂ 1,7Â miljoen). Anderzijds neemt het budget af door een negatieve desaldering vanwege minder ontvangsten op het apparaatsartikel (EURÂ 4,8Â miljoen) van Buitenlandse Zaken.
3 Beleid
3.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen die per saldo leiden tot een verhoging van de geraamde uitgaven op de begroting van Buitenlandse Zaken (V) met EURÂ 683,0Â miljoen en stijging van de ontvangsten met EURÂ 166,9Â miljoen.
De belangrijkste uitgavenmutaties bij de eerste suppletoire begroting worden in onderstaande tabel weergegeven en toegelicht. De uitgebreide toelichtingen zijn per beleidsartikel opgenomen in hoofdstuk 4.
Uitgaven
Vastgestelde begroting 2022 | 11 807 800 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Bescherming en bevordering van mensenrechten | 1.2 | 6 000 |
2) Wapenbeheersing | 2.3 | 5 900 |
3) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband | 2.4 | â 25 200 |
4) Afdrachten aan de Europese Unie | 3.1 | 1 016 000 |
5) Europese Vredesfaciliteit | 3.5 | 6 152 |
6) Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland | 4.1 | 5 700 |
7) Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren | 4.2 | 8 000 |
8) Apparaat; personeel | 7.1.1 | 22 380 |
9) Apparaat; materieel | 7.1.2 | 60 700 |
10) Overige mutaties | div. | 25 380 |
Stand 1e suppletoire begroting 2022 | 12 938 812 |
Toelichting
1) Bescherming en bevordering van mensenrechten
De positieve bijstelling van het budget voor Bescherming en bevordering van mensenrechten betreft de intensiveringsmiddelen voor het mensenrechtenfonds (EURÂ 4Â miljoen) uit het coalitieakkoord Rutte IV en EURÂ 2Â miljoen OekraĂŻne-gerelateerde uitgaven.
2) Wapenbeheersing
Het budget voor wapenbeheersing stijgt in 2022, met name als gevolg van de organisatie van een conferentie over wapenbeheersing en nieuwe technologieën naar aanleiding van motie Koopmans c.s. (Kamerstuk 33694 nr. 43)
3) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband
De negatieve bijstelling van het budget voor de Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband betreft de jaarlijkse overheveling (EURÂ 25,2Â miljoen) naar het ministerie van Defensie voor inzet van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) op hoog-risicoposten voor de beveiliging van personeel.
4) Afdrachten aan de Europese Unie
De positieve bijstelling van het budget voor Afdrachten aan de Europese Unie is het saldo van enerzijds een hogere uitgave dan verwacht voor invoerrechten (EURÂ 1,1Â miljard) en anderzijds een lagere BNI-afdracht (EURÂ 101Â miljoen).
5) Europese Vredesfaciliteit
Dit budget stijgt door de toevoeging van eindejaarsmarge uit 2021. Het kasritme van de betalingen aan de EVF kan fluctueren, daarom wordt het niet bestede budget uit 2021 toegevoegd aan het budget voor 2022.
6) Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland
De positieve bijstelling van het budget voor Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland betreft een hogere uitgave dan verwacht (EURÂ 4,4Â miljoen) voor het Loket buitenland door toevoeging van eindejaarsmarge 2021. Ook stijgen de uitgaven voor het consulaire informatiesysteem door toevoeging van eindejaarsmarge 2021 (EURÂ 1,3Â miljoen).
7) Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren
De positieve bijstelling van het budget voor Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren betreft een hogere uitgave dan verwacht (EURÂ 8Â miljoen) voor consulaire informatiesystemen door toevoeging van eindejaarsmarge 2021.
8) Personele uitgaven
De positieve bijstelling van het budget voor personele uitgaven betreft de toegekende intensiveringsmiddelen voor het postennet (EURÂ 8Â miljoen) uit het coalitieakkoord Rutte IV en de loon- en prijsontwikkeling (EURÂ 14Â miljoen), waardoor het budget zowel voor het personeel in Nederland als op de posten stijgt.
9) Materiële uitgaven
De positieve bijstelling van het budget voor materiële uitgaven betreft de toegekende intensiveringsmiddelen voor het postennet (EUR 9 miljoen) uit het coalitieakkoord Rutte IV, het toevoegen van eindejaarsmarge voor de veiligheid op hoog-risico posten (EUR 18 miljoen) en de realisatie van de huisvestingsstrategie (EUR 33,7 miljoen) middels de middelenafspraak uitgavenbudget.
Ontvangsten
Vastgestelde begroting 2022 | 965 770 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Diverse ontvangsten EU | 3.10 | 275 000 |
2) Consulaire dienstverlening | 4.20 | 14 300 |
3) Diverse ontvangsten apparaat | 7.10 | â 9 200 |
4) Overige mutaties | div. | â 1 113 |
Stand 1e suppletoire begroting 2022 | 1 244 757 |
Toelichting
1) Diverse ontvangsten EU
De actualisatie van de perceptiekostenvergoeding leidt tot een verwachte stijging van de ontvangsten van EURÂ 275Â miljoen.
2) Consulaire dienstverlening
De ontvangsten van de consulaire dienstverlening stijgen door een ontvangst van een BMVI-subsidie (EURÂ 5,3Â miljoen) en de vergoeding van MVV-leges (EURÂ 9Â miljoen).
3) Diverse ontvangsten apparaat
De ontvangsten op apparaat dalen in 2022 voornamelijk vanwege lagere verwachte inkomsten uit de verkoop van vastgoed in het buitenland.
4 Beleidsartikelen
4.1 Artikel 1: Versterkte internationale rechtsorde
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 113 612 | 500 | 114 112 | 56 745 | 170 857 | â 1 373 | â 2 675 | 1 447 | â 53 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 123 322 | 500 | 123 822 | 11 010 | 134 832 | 8 090 | 5 828 | 4 850 | 4 850 | |
waarvan juridisch verplicht | 55% | 71% | ||||||||
1.1 | Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak | 48 495 | 0 | 48 495 | 770 | 49 265 | 810 | 770 | 850 | 850 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Internationaal recht | 2 835 | 0 | 2 835 | â 2 085 | 750 | â 2 085 | â 2 085 | â 2 085 | â 2 085 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
Verenigde Naties | 34 525 | 0 | 34 525 | â 1 000 | 33 525 | â 1 000 | â 1 000 | â 1 000 | â 1 000 | |
OESO | 7 535 | 0 | 7 535 | 0 | 7 535 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Internationaal Strafhof | 3 600 | 0 | 3 600 | 270 | 3 870 | 310 | 270 | 350 | 350 | |
Internationaal recht | 0 | 0 | 0 | 3 585 | 3 585 | 3 585 | 3 585 | 3 585 | 3 585 | |
1.2 | Bescherming en bevordering van mensenrechten | 63 402 | 500 | 63 902 | 6 000 | 69 902 | 4 000 | 4 000 | 4 000 | 4 000 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Mensenrechtenfonds | 25 695 | 500 | 26 195 | â 2 634 | 23 561 | â 4914 | â 5.639 | â 5639 | â 5639 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
Mensenrechtenfonds | 30 057 | 0 | 30 057 | 6 634 | 36 691 | 6914 | 7.639 | 7639 | 7639 | |
Mensenrechten multilateraal | 7 650 | 0 | 7 650 | 2 000 | 9 650 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | |
1.3 | Gastlandbeleid internationale organisaties | 11 425 | 0 | 11 425 | 4 240 | 15 665 | 3 280 | 1 058 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Carnegiestichting | 4 400 | 0 | 4 400 | 380 | 4 780 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Vredespaleis | 4 550 | 0 | 4 550 | 2 200 | 6 750 | 2 200 | 898 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
Internationaal Strafhof | 925 | 0 | 925 | 0 | 925 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Speciaal Tribunaal Libanon | 1 000 | 0 | 1 000 | 1 000 | 2 000 | 1 000 | 0 | 0 | 0 | |
Nederland Gastland | 550 | 0 | 550 | 660 | 1 210 | 80 | 160 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget stijgt in 2022 aanzienlijk ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. De stijging vindt met name plaats binnen het Mensenrechtenfonds waar in 2022 diverse nieuwe meerjarige verplichtingen worden aangegaan. Daarnaast is sprake van mutaties op artikel 1.3 Gastlandbeleid internationale organisaties vanwege vertraging in de uithuizing van de huurders van het Vredespaleis en door verlenging van het VN-mandaat voor het Speciaal Tribunaal Libanon.Â
Uitgaven
Artikelonderdeel 1.1
De mutaties worden met name veroorzaakt door administratieve interne overhevelingen.
Artikelonderdeel 1.2
Vanuit de coalitieakkoordmiddelen is structureel EURÂ 4Â miljoen beschikbaar gesteld voor het thema mensenrechten. Het uitgavenbudget op het artikelonderdeel Bescherming en bevordering van mensenrechten stijgt derhalve met ditzelfde bedrag. Daarnaast wordt in 2022 EURÂ 2Â miljoen aan OekraĂŻne-gerelateerde uitgaven generaal gecompenseerd. De mutaties binnen het artikelonderdeel zijn het gevolg van extra uitgaven aan multilaterale organisaties via bijdragen en doordat, door verdere decentralisatie van het mensenrechtenfonds, meer uitgaven als bijdrage zullen worden verstrekt.
Artikelonderdeel 1.3
Doordat de uithuizing van de huurders van het Vredespaleis vertraging heeft opgelopen konden de middelen in 2021 niet meer worden uitgegeven en zijn deze als eindejaarsmarge doorgeschoven naar 2022, 2023 en 2024.Daarnaast leidt de verlenging van het VN-mandaat van het Speciaal Tribunaal Libanon tot extra uitgaven in de jaren 2022 en 2023.
4.2 Artikel 2: Veiligheid en stabiliteit
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 278 487 | â 1 500 | 276 987 | â 23 823 | 253 164 | 11 071 | 3 401 | â 3 132 | â 2 553 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 283 996 | â 1 500 | 282 496 | â 14 072 | 268 424 | 518 | 975 | â 2 130 | â 2 006 | |
waarvan juridisch verplicht | 76% | 86% | ||||||||
2.1 | Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid | 14 085 | 0 | 14 085 | 1 770 | 15 855 | 1 370 | 1 370 | 1 490 | 1 400 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Atlantische Commissie | 595 | 0 | 595 | â 30 | 565 | â 30 | â 30 | 90 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
NAVO | 8 350 | 0 | 8 350 | 1 300 | 9 650 | 1 300 | 1 300 | 1 300 | 1 300 | |
WEU | 590 | 0 | 590 | 100 | 690 | 100 | 100 | 100 | 100 | |
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid | 2 700 | â 500 | 2 200 | 400 | 2 600 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Veiligheidsfonds | 1 850 | 500 | 2 350 | 0 | 2 350 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
2.2 | Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme | 14 670 | 500 | 15 170 | 230 | 15 400 | 780 | 480 | 350 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Anti-terrorisme instituut | 720 | 0 | 720 | â 20 | 700 | â 20 | â 20 | â 150 | 0 | |
Contra-terrorisme | 7 420 | 0 | 7 420 | â 1 620 | 5 800 | 300 | 0 | 0 | 0 | |
Cyber security | 3 080 | 500 | 3 580 | â 50 | 3 530 | 500 | 500 | 500 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||||
Global Forum on Cyber Expertise | 1 250 | 0 | 1 250 | 0 | 1 250 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
Contra-terrorisme | 880 | 0 | 880 | 1 920 | 2 800 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Cyber security | 1 320 | 0 | 1 320 | 0 | 1 320 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
2.3 | Wapenbeheersing | 10 794 | 0 | 10 794 | 7 677 | 18 471 | 228 | 188 | 0 | 0 |
Opdrachten | ||||||||||
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties | 0 | 0 | 0 | 368 | 368 | 465 | 465 | 197 | 197 | |
Conferentie New Tech 2022 | 0 | 0 | 0 | 5 900 | 5 900 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
IAEA | 7 317 | 0 | 7 317 | 0 | 7 317 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties | 1 557 | 0 | 1 557 | â 180 | 1 377 | â 237 | â 277 | â 197 | â 197 | |
CTBTO | 1 920 | 0 | 1 920 | 1 589 | 3 509 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
2.4 | Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband | 214 625 | â 2 000 | 212 625 | â 23 981 | 188 644 | â 1 860 | â 1 063 | â 3 970 | â 3 406 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Nederland Helsinki Comité | 28 | 0 | 28 | 0 | 28 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Stabiliteitsfonds | 25 000 | 0 | 25 000 | 0 | 25 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Training buitenlandse diplomaten | 2 500 | 0 | 2 500 | 1 350 | 3 850 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||||
Makandra | 1 698 | 0 | 1 698 | â 133 | 1 565 | â 328 | 467 | 685 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Makandra | 232 | 0 | 232 | â 68 | 164 | â 62 | â 60 | 80 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
OVSE | 6 000 | 0 | 6 000 | 3 880 | 9 880 | 3 880 | 3 880 | 3 880 | 0 | |
Stabiliteitsfonds | 57 150 | â 500 | 56 650 | â 3 810 | 52 840 | â 4 380 | â 4 380 | â 4 380 | 0 | |
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties | 96 817 | â 1 500 | 95 317 | 0 | 95 317 | â 1 000 | â 1 000 | â 4 615 | â 3 786 | |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 350 | 350 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | ||||||||||
Inzet hoog-risico posten | 25 200 | 0 | 25 200 | â 25 200 | 0 | 30 | 30 | 30 | 30 | |
2.5 | Bevordering van transitie in prioritaire gebieden | 29 822 | 0 | 29 822 | 232 | 30 054 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA | 11 822 | 0 | 11 822 | 800 | 12 622 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka | 4 244 | 0 | 4 244 | â 1 697 | 2 547 | â 254 | â 50 | â 50 | â 50 | |
Opdrachten | ||||||||||
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka | 5 452 | 0 | 5 452 | 0 | 5 452 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka | 600 | 0 | 600 | 0 | 600 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka | 7 704 | 0 | 7 704 | 1 129 | 8 833 | 254 | 50 | 50 | 50 | |
Ontvangsten | 1 000 | 0 | 1 000 | 0 | 1 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
2.10 | Doorberekening Defensie diversen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2.40 | Restituties programma's | 1 000 | 0 | 1 000 | 0 | 1 000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget neemt in 2022 af met EURÂ 23,8Â miljoen. Dit is met name het gevolg van een overheveling naar het ministerie van Defensie voor de beveiliging van hoog-risicoposten.
Uitgaven
Artikelonderdeel 2.1
De uitgaven voor goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid zijn toegenomen omdat de NAVO-contributie meerjarig is verhoogd op basis van de meerjarige NAVO-begroting.
Artikelonderdeel 2.3
Het budget voor wapenbeheersing stijgt in 2022, met name als gevolg van de organisatie van een conferentie over wapenbeheersing en nieuwe technologieën, naar aanleiding van motie Koopmans c.s. (Kamerstuk 33694 nr. 43).
Artikelonderdeel 2.4
Conform geldende systematiek wordt het budget voor de inzet op hoog-risicoposten overgeheveld naar het ministerie van Defensie voor de BSB-beveiliging van personeel van een aantal hoog-risicoposten.
Daarnaast wordt een bedrag van EURÂ 3,88Â miljoen overgeheveld van het Stabiliteitsfonds naar DVB voor een verplichte en een vrijwillige bijdrage aan de OVSE, die voorheen vanuit het Stabiliteitsfonds werd betaald.
4.3 Artikel 3: Effectieve Europese samenwerking
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 10 265 666 | 0 | 10 265 666 | 1 022 551 | 11 288 217 | 1 223 989 | 1 387 618 | 1 479 031 | 1 559 426 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 10 402 889 | 0 | 10 402 889 | 1 020 753 | 11 423 642 | 1 223 989 | 1 356 601 | 1 464 452 | 1 559 426 | |
waarvan juridisch verplicht | 100% | 100% | ||||||||
3.1 | Afdrachten aan de Europese Unie | 10 229 845 | 0 | 10 229 845 | 1 015 869 | 11 245 714 | 1 223 455 | 1 369 704 | 1 495 531 | 1 558 926 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
BNI-afdrachten | 5 426 868 | 0 | 5 426 868 | â 100 604 | 5 326 264 | 6 483 | 6 617 | 6 753 | 6 892 | |
BTW-afdrachten | 1 115 024 | 0 | 1 115 024 | 0 | 1 115 024 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Invoerrechten | 3 474 666 | 0 | 3 474 666 | 1 117 498 | 4 592 164 | 1 216 841 | 1 362 957 | 1 488 656 | 1 551 909 | |
Plastic-grondslag | 213 287 | 0 | 213 287 | â 1 025 | 212 262 | 131 | 130 | 122 | 125 | |
3.2 | Europees Ontwikkelingsfonds | 133 750 | 0 | 133 750 | â 2 244 | 131 506 | 0 | â 14 017 | â 31 579 | 0 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
Europees Ontwikkelingsfonds | 133 750 | 0 | 133 750 | â 2 244 | 131 506 | 0 | â 14 017 | â 31 579 | 0 | |
3.3 | Een hechtere Europese waardengemeenschap | 10 500 | 0 | 10 500 | 500 | 11 000 | 500 | 500 | 500 | 500 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
Raad van Europa | 10 500 | 0 | 10 500 | 500 | 11 000 | 500 | 500 | 500 | 500 | |
3.4 | Versterkte Nederlandse positie in de Unie | 4 517 | 0 | 4 517 | 476 | 4 993 | 0 | 380 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
EIPA | 348 | 0 | 348 | 0 | 348 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||||
Europa College beurzenprogamma | 190 | 0 | 190 | 0 | 190 | 0 | 380 | 0 | 0 | |
Programmatische ondersteuning: Taskforce Verenigd Koninkrijk | 0 | 0 | 0 | 205 | 205 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
Benelux bijdrage | 3 979 | 0 | 3 979 | 271 | 4 250 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3.5 | Europese Vredesfaciliteit | 24 277 | 0 | 24 277 | 6 152 | 30 429 | 34 | 34 | 0 | 0 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Europese Vredesfaciliteit | 24 277 | 0 | 24 277 | 6 152 | 30 429 | 34 | 34 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 868 916 | 0 | 868 916 | 278 467 | 1 147 383 | 1 804 210 | 1 690 739 | 1 122 164 | 1 487 977 | |
3.10 | Diverse ontvangsten EU | 868 666 | 0 | 868 666 | 278 467 | 1 147 133 | 304 210 | 340 739 | 372 164 | 387 977 |
Invoerrechten | 868 666 | 0 | 868 666 | 278 467 | 1 147 133 | 304 210 | 340 739 | 372 164 | 387 977 | |
Overige ontvangsten EU | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3.11 | Europees herstelfonds | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 500 000 | 1 350 000 | 750 000 | 1 100 000 |
3.30 | Restitutie Raad van Europa | 250 | 0 | 250 | 0 | 250 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen muteren mee met de uitgaven, zoals hieronder toegelicht.
Uitgaven
Artikelonderdeel 3.1
De afdrachten van lidstaten aan de EU-begroting worden jaarlijks bijgesteld op basis van realisaties van het BNI en de BTW. Het resultaat van de nacalculatie over de periode 2017-2020 is verwerkt, wat voor Nederland leidt tot een nabetaling van circa EURÂ 87Â miljoen in 2022. Deze nacalculatie is een herverdeling van afdrachten tussen lidstaten, het gaat dus niet om extra EU-uitgaven. Tot slot heeft de Europese Commissie DAB2 gepubliceerd, met daarin de verwerking van het overgebleven surplus over het begrotingsjaar 2021. Het totale surplus op EU-niveau betreft EURÂ 3,2Â miljard. Voor Nederland betekent dit een meevaller op de EU-afdrachten van EURÂ 189,9Â miljoen. Dit bedrag is als negatieve uitgave verwerkt op de BNI-afdrachten.
In het aangepaste voorstel voor de EU-begroting 2022 wordt de bijdrage die het Verenigd Koninkrijk aan de EU-begroting moet leveren uit hoofde van het Terugtrekkingsakkoord opwaarts bijgesteld. Deze stijging leidt voor Nederland tot een daling van de BNI-afdracht van circa EURÂ 3,7Â miljoen in 2022. Daarnaast wordt de jaarlijkse lumpsumkorting die Nederland, Zweden, Denemarken, Oostenrijk en Duitsland ontvangen op hun afdrachten geactualiseerd aan de hand van de meest recente inflatiecijfers. Dit leidt tot een stijging van de raming van de Nederlandse BNI-afdrachten met circa EURÂ 6Â miljoen in 2022, oplopend tot EURÂ 7Â miljoen in 2027 aangezien de korting lager uitvalt dan eerder verwacht.
De betalingen uit DAB6 2021 zijn over de jaargrens heen geschoven waardoor het budgettaire kaseffect niet in 2021 maar in 2022 is neergeslagen. In DAB6 van 2021 is de raming van de plasticafdracht van een aantal EU-lidstaten geactualiseerd. DAB6 leidt op EU-niveau tot een opwaartse bijstelling van de totale raming van de plastic-afdracht van circa EURÂ 20Â miljoen in 2021 en een neerwaartse bijstelling van circa EURÂ 3Â miljoen in 2022. Dit heeft respectievelijk een verlaging en een verhoging van de benodigde BNI-afdracht op EU-niveau als gevolg; het BNI is het sluitstuk van de financiering van de Europese begroting. De Nederlandse BNI-afdracht daalt hierdoor in 2021 met EURÂ 1,2Â miljoen en stijgt meerjarig met EURÂ 0,1Â miljoen.
Bij de invoerrechten treedt er gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op, omdat aan de inkomsten- en uitgavenkant een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk AFEP-ramingen en de raming van de Europese Commissie. Er is overeengekomen om drie keer per jaar een actualisatie te boeken op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect. De actualisatie voor de invoerrechten bedraagt EURÂ 1,1Â miljard in 2022. Tot slot zijn er twee nabetalingen (in totaal EURÂ 18,2Â miljoen) geweest voor de Traditionele Eigen Middelen (TEM). Dit betreffen nabetalingen vanuit de B-boekhouding, waarvan Nederland de aansprakelijkheid accepteert.
Zoals opgenomen in de budgettaire bijlage bij het coalitieakkoord, wordt de toerekening van de EU-afdrachten aan ODA, de EU-toerekening, geactualiseerd. Vanaf 2022 zal er een vast bedrag van EUR 863 miljoen van de EU-afdrachten per jaar onderdeel uitmaken van ODA. Dit heeft geen budgettair effect op de begroting van Buitenlandse Zaken. Wel stijgt hierdoor de ODA-prestatie.
Artikelonderdeel 3.2
De Nederlandse afdrachten aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor 2024 en 2025 zijn neerwaarts bijgesteld, op basis van een geactualiseerde raming van de Europese Commissie. Daarnaast vindt in 2022 een verrekening plaats met een teruggave van resterende middelen uit het 8e en 9e EOF.
Artikelonderdeel 3.5
Het budget voor de Europese Vredesfaciliteit stijgt in 2022. Reden hiervoor is dat in 2021 een deel van de middelen voor de Europese Vredesfaciliteit niet kon worden uitgegeven en als eindejaarsmarge is doorgeschoven naar het jaar 2022.
Ontvangsten
Artikelonderdeel 3.10
Nederland ontvangt EURÂ 3,6Â miljoen aan perceptiekostenvergoeding die gepaard gaat met de eerdergenoemde nabetalingen van douanerechten. Nederland mag 25% houden van de afdracht van invoerrechten aan de EU, ter dekking van de kosten die de Douane maakt; dit heet de perceptiekostenvergoeding, en deze geldt ook voor eventuele nabetalingen.
Ook de perceptiekostenvergoeding wordt geactualiseerd om het onbedoelde saldo-effect tegen te gaan. De actualisatie voor de perceptiekostenvergoeding bedraagt EURÂ 275Â miljoen.
Artikelonderdeel 3.11
De te verwachten ontvangsten voor Nederland uit het Europees herstelfonds (Recovery and Resilience Facility, RRF) worden, conform het coalitieakkoord, verwerkt in de begroting. Het gaat om EURÂ 4,7Â miljard in de periode 2023 tot en met 2026. De middelen uit het Europees herstelfonds worden ingezet om reeds begrote en nieuwe uitgaven uit het coalitieakkoord te financieren. Op basis van een eerste inventarisatie is het waarschijnlijk dat de reeks een zwaartepunt in 2023 en 2024 heeft. De reeks is nog veranderlijk, omdat het herstelplan nog niet definitief is vastgesteld.Â
4.4 Artikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 54 974 | 0 | 54 974 | 8 129 | 63 103 | 2 073 | 8 273 | 473 | 473 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 53 484 | 0 | 53 484 | 17 987 | 71 471 | 2 016 | 2 316 | 566 | 566 | |
waarvan juridisch verplicht | 53% | 66% | ||||||||
4.1 | Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland | 9 031 | 0 | 9 031 | 5 709 | 14 740 | 192 | 192 | 192 | 192 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Gedetineerdenbegeleiding | 1 560 | 0 | 1 560 | 0 | 1 560 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Inkomensoverdrachten | ||||||||||
Gedetineerdenbegeleiding | 540 | 0 | 540 | 0 | 540 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||||
Consulaire bijstand | 409 | 0 | 409 | 0 | 409 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Reisdocumenten en verkiezingen | 2 550 | 0 | 2 550 | 0 | 2 550 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Consulaire opleidingen | 400 | 0 | 400 | 0 | 400 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Consulaire informatiesystemen | 3 298 | 0 | 3 298 | 1 300 | 4 598 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Loket buitenland | 274 | 0 | 274 | 4 409 | 4 683 | 192 | 192 | 192 | 192 | |
4.2 | Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren | 18 467 | 0 | 18 467 | 7 925 | 26 392 | 225 | 225 | 225 | 225 |
Opdrachten | ||||||||||
Ambtsberichtenonderzoek | 150 | 0 | 150 | 0 | 150 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Visumverlening | 3 058 | 0 | 3 058 | 0 | 3 058 | â 200 | â 200 | â 200 | â 200 | |
Legalisatie en verificatie | 80 | 0 | 80 | 0 | 80 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Consulaire informatiesystemen | 14 151 | 0 | 14 151 | 7 925 | 22 076 | 425 | 425 | 425 | 425 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
Asiel en migratie | 1 028 | 0 | 1 028 | 0 | 1 028 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4.3 | Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur | 7 475 | 0 | 7 475 | 0 | 7 475 | 26 | 26 | 26 | 26 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Internationaal cultuurbeleid | 4 980 | 0 | 4 980 | â 368 | 4 612 | â 186 | â 25 | 26 | 26 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
Internationaal cultuurbeleid | 2 495 | 0 | 2 495 | 368 | 2 863 | 212 | 51 | 0 | 0 | |
4.4 | Uitdragen Nederlandse waarden en belangen | 18 511 | 0 | 18 511 | 4 353 | 22 864 | 1 573 | 1 873 | 123 | 123 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Instituut Clingendael | 800 | 0 | 800 | 13 | 813 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Programma ondersteuning buitenlands beleid | 3 058 | 0 | 3 058 | 1 187 | 4 245 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Internationale manifestaties en diverse bijdragen | 99 | 0 | 99 | â 50 | 49 | â 50 | â 50 | â 50 | â 50 | |
Publieksdiplomatie | 2 229 | 0 | 2 229 | 0 | 2 229 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Onderzoeksprogramma | 50 | 0 | 50 | 25 | 75 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Academische Leerstoel Anton de Kom | 0 | 0 | 0 | 143 | 143 | 143 | 143 | 143 | 143 | |
Opdrachten | ||||||||||
Adviesraad Internationale vraagstukken | 525 | 0 | 525 | 0 | 525 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Instituut Clingendael | 2 724 | 0 | 2 724 | 235 | 2 959 | â 150 | 150 | 0 | 0 | |
Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties | 1 000 | 0 | 1 000 | 0 | 1 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Algemene voorlichting | 2 790 | 0 | 2 790 | â 1 200 | 1 590 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Koninklijk Huis - inkom. en uitg. bezoeken, off. ontvangsten | 2 000 | 0 | 2 000 | 0 | 2 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
China-strategie | 26 | 0 | 26 | 100 | 126 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Onderzoeksprogramma | 220 | 0 | 220 | 1 700 | 1 920 | 1 600 | 1 600 | 0 | 0 | |
Programma ondersteuning buitenlands beleid | 0 | 0 | 0 | 1 000 | 1 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Algemene voorlichting | 0 | 0 | 0 | 1 200 | 1 200 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Verkeersnotificaties | 400 | 0 | 400 | 0 | 400 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||||
Europese bewustwording | 250 | 0 | 250 | 0 | 250 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Publieksdiplomatie | 2 340 | 0 | 2 340 | 0 | 2 340 | 30 | 30 | 30 | 30 | |
Ontvangsten | 32 674 | 0 | 32 674 | 14 300 | 46 974 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4.10 | Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland | 9 200 | 9 200 | 0 | 9 200 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4.20 | Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen | 23 200 | 0 | 23 200 | 14 300 | 37 500 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4.40 | Doorberekening Defensie diversen | 74 | 74 | 0 | 74 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4.41 | Ontvangsten verkeersnotificaties | 200 | 200 | 0 | 200 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor het onderdeel Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden stijgt omdat aanvullende middelen voor het Loket Buitenland zijn opgenomen in de begroting. De verplichting voor subsidie van gedetineerden is van 2022 verschoven naar 2024. Verder stijgt het verplichtingenbudget ten behoeve van kwaliteitsbehoud van de consulaire IT-systemen.
Daarnaast zijn er verplichtingen opgenomen voor een onderzoek naar de Nederlandse inzet in Afghanistan. Ten slotte is er een stijging voor programmaâs voor ondersteuning buitenlands beleid (POBB Algemeen en POBB COVID).
Uitgaven
Artikelonderdeel 4.1
Het budget voor consulaire dienstverlening neemt toe. Een reden hiervoor is dat vertraagde uitgaven uit 2021 voor het loket buitenland en uitgaven voor consulaire informatiesystemen doorschuiven naar 2022.
Verder wordt EURÂ 2,4Â miljoen overgeheveld van apparaat (artikel 7.1.1) voor het Loket Buitenland.
Artikelonderdeel 4.2
De stijging voor consulaire informatiesystemen is deels het gevolg van een verschuiving van uitgaven van 2021 naar 2022. Er worden uitgaven gedaan om te kunnen voldoen aan de voorwaarden voor de BMVI-subsidie (het instrument voor grensbeheer en visa). De uitgaven worden gedesaldeerd met ontvangstenartikel 4.20.
Artikelonderdeel 4.4
De budgetten voor het Programma Ondersteuning Buitenland Beleid COVID en POBB Algemeen nemen in 2022 toe door de toevoeging van de eindejaarsmarge uit 2021. Daarmee wordt de mogelijkheid gegarandeerd om een groot aantal eenmalige katalyserende activiteiten te kunnen financieren ter ondersteuning van de doelstellingen van het Nederlandse buitenlandbeleid en landen te blijven ondersteunen in de strijd tegen de wereldwijde COVID-19 crisis, met name door het leveren van vaccins.
Na 20Â jaar inzet in Afghanistan zal het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (NIOD) van de KNAW in samenwerking met het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) een onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek verrichten. Dit onderzoek zal zich richten op achtergronden, intenties en uitwerkingen van de Nederlandse inzet in Afghanistan in de jaren 2001-2021.
Ontvangsten
Artikelonderdeel 4.20
De opbrengsten voor consulaire dienstverlening aan vreemdelingen stijgen door de ontvangsten van een BMVI-subsidie. Voor 2022 is een bedrag van EURÂ 5,3Â miljoen begroot. Deze ontvangsten worden gedesaldeerd met artikel 4.2.
De vergoeding van MVV-leges (Machtiging Voorlopig Verblijf) zal met terugwerkende kracht worden betaald door de IND. Hiervoor is een bedrag van EURÂ 9Â miljoen opgenomen. Het saldo (minus de BMVI-gelden) van artikel 4.10 en 4.20 wordt gedesaldeerd met artikel 7.1.2.
5 Niet-beleidsartikelen
5.1 Artikel 5: Geheim
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
5.10 | Geheim | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5.2 Artikel 6: HGIS onverdeeld
Verplichtingen | 2 868 | 0 | 2 868 | â 1 544 | 1 324 | â 10 122 | â 17 007 | â 15 723 | â 20 671 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Uitgaven totaal | 2 868 | 0 | 2 868 | â 1 544 | 1 324 | â 10 122 | â 17 007 | â 15 723 | â 20 671 | |
6.1 | Nog onverdeeld (HGIS) | 2 868 | 0 | 2 868 | â 1 544 | 1 324 | â 10 122 | â 17 007 | â 15 723 | â 20 671 |
Toelichting
Het budget voor het artikel -Nog onverdeeld- heeft betrekking op de HGIS en dit neemt structureel af. De reeks binnen dit artikel is met name bedoeld om jaarlijks de loon- en prijsbijstelling te kunnen uitkeren en incidentele initiatieven of tegenvallers mee te dekken. De mutatie betreft het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing van Bbp-ramingen door het CPB, verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2021, het verwerken van de loon- en prijsbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar diverse begrotingen zoals binnen de HGIS is overeengekomen. Binnen de HGIS is budget vrijgemaakt voor het oplossen van een aantal knelpunten, waaronder het NIOD-onderzoek naar 20Â jaar inzet in Afghanistan, het organiseren van het World Local Production Forum, de Wereldtentoonstelling Dubai en worden er middelen vrijgemaakt om continuering van bestaand beleid te waarborgen.
5.3 Artikel 7: Apparaat
Verplichtingen | 881 241 | 96 000 | 977 241 | 96 878 | 1 074 119 | 78 672 | 72 468 | 84 067 | 78 967 | |
Uitgaven | 881 241 | 61 000 | 942 241 | 96 878 | 1 039 119 | 78 672 | 107 468 | 84 067 | 78 967 | |
7.1.1 | Personele uitgaven | 581 357 | 700 | 582 057 | 26 435 | 608 492 | 35 135 | 42 931 | 50 857 | 50 857 |
Eigen personeel | 569 357 | 700 | 570 057 | 26 435 | 596 492 | 35 135 | 42 931 | 50 857 | 50 857 | |
Inhuur extern | 12 000 | 0 | 12 000 | 0 | 12 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige personele uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
7.1.2 | Materiele uitgaven | 299 884 | 60 300 | 360 184 | 70 443 | 430 627 | 43 537 | 64 537 | 33 210 | 28 110 |
ICT | 62 443 | 0 | 62 443 | 4 111 | 66 554 | 4 111 | 4 111 | 4 111 | 4 111 | |
Bijdragen aan SSO's | 49 461 | 0 | 49 461 | â 355 | 49 106 | â 355 | â 355 | â 355 | â 355 | |
Overige materieel | 187 980 | 60 300 | 248 280 | 66 687 | 314 967 | 39 781 | 60 781 | 29 454 | 24 354 | |
7.2 | Koersverschillen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 63 180 | 0 | 63 180 | â 13 780 | 49 400 | â 680 | 92 320 | 1 320 | â 3 780 | |
7.10 | Diverse ontvangsten | 63 180 | 0 | 63 180 | â 13 780 | 49 400 | â 680 | 92 320 | 1 320 | â 3 780 |
7.11 | Koersverschillen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen
Binnen het apparaatsartikel zijn de verplichtingen gelijk aan de uitgaven. Het verplichtingenbudget wordt daarmee gelijkgetrokken. Voor de aanschaf van een kantoorpand voor de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Europese Unie (PV EU) en de bilaterale ambassade in Brussel wordt hier een uitzondering op gemaakt. Deze mutatie is verwerkt in de eerste incidentele suppletoire begroting 2022 waarbij het verplichtingenbudget in 2022 wordt opgehoogd met EURÂ 95Â miljoen terwijl de uitgaven staan geraamd op EURÂ 60Â miljoen in 2022 en EURÂ 35Â miljoen in 2024.
Uitgaven
Artikelonderdeel 7.1.1
De uitgaven voor personeel nemen meerjarig toe. De belangrijkste meerjarige mutaties zijn:
- In het coalitieakkoord zijn middelen vrijgemaakt ter versterking van het postennet. Hierdoor nemen de personele budgetten toe door de toevoeging van de intensiveringsmiddelen met EUR 8 miljoen in 2022, EUR 18 miljoen in 2023, EUR 26 miljoen in 2024 en EUR 34 miljoen vanaf 2025.
- De budgetten stijgen door de loon- en prijsontwikkeling, waardoor het budget zowel voor het personeel in Nederland als op de posten stijgt. Deze uitgaven worden vanuit de voorziening binnen de HGIS gefinancierd. In totaal stijgen de budgetten hierdoor met ongeveer EUR 14 miljoen.
- Naar aanleiding van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslagen (POK) zijn middelen beschikbaar gesteld. Dit resulteert in een stijging van de budgetten vanaf 2023.
- Voor MH17 zijn middelen vanuit het Ministerie van Justitie en Veiligheid overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Ook wordt voor MH17 eindejaarsmarge 2021 in 2022 en 2023 ingezet.
- De budgetten stijgen structureel door de verwerking van een door Sjoerdsma c.s. ingediend amendement ter vergroting van de sanctiecapaciteit.
Aanvullend hierop stijgen de budgetten in 2022 ook vanwege toevoeging aan de budgetten van eindejaarsmarge 2021 voor de Onderzoekscommissie Evacuatie Afghanistan. Verder wordt EURÂ 2,4Â miljoen overgeheveld naar artikel 4.1 voor het Loket Buitenland. Tot slot worden loonkosten voor lokaal personeel RVO IA overgeheveld van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Artikelonderdeel 7.1.2
De uitgaven op materieel gebied nemen meerjarig toe. De belangrijkste meerjarige mutaties zijn:
- In het coalitieakkoord zijn middelen vrijgemaakt ter versterking van het postennet. Hierdoor nemen de personele budgetten toe door de toevoeging van de intensiveringsmiddelen met EUR 9 miljoen in 2022, EUR 11 miljoen in 2023, EUR 14 miljoen in 2024 en EUR 18 miljoen vanaf 2025.
- De budgetten stijgen door de loon- en prijsontwikkeling, waardoor het budget ten aanzien van ICT en overige materiële uitgaven toeneemt. Deze uitgaven worden vanuit de voorziening binnen de HGIS gefinancierd. In totaal stijgen de budgetten hierdoor met ongeveer EUR 14 miljoen.
- De eindejaarsmarge 2021 wordt in 2022, 2023 en 2024 weer opnieuw ingezet. Het grootste deel hiervan betreft de uitgaven ten aanzien van de veiligheid op hoog-risico posten (EUR 18 miljoen totaal).
- Tot slot wordt er middels de middelenafspraak uitgavenbudget ten aanzien van de realisatie van de huisvestingsstrategie EUR 33,7 miljoen toegevoegd in 2022. Dit budget is nodig om opvolging te geven aan de huisvestingsstrategie van het ministerie om de huisvestingsportefeuille doelmatig, duurzaam, veilig en toekomstbestendig te maken.
- Met de eerste incidentele suppletoire begroting is het uitgavenbudget in 2022 met EUR 60 miljoen verhoogd voor de aankoop van de kanselarij voor de PV EU en de post in Brussel.
Ontvangsten
Ten opzichte van de begroting nemen de ontvangsten in 2022, 2023 en 2026 af en in 2024 en 2025 toe. Dit komt voornamelijk door verwachte inkomsten uit de verkoop van vastgoed in het buitenland. Deze ontvangsten worden gebruikt om investeringen te realiseren binnen de kaders van de huisvestingsstrategie.