Motie van de leden Helder en Van Nispen over het formuleren van een concrete aanpak van verkeershufters
Politie
Motie
Nummer: 2022D20336, datum: 2022-05-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29628-1080).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: L.M.J.S. Helder, Tweede Kamerlid (BBB)
- Mede ondertekenaar: M. van Nispen, Tweede Kamerlid (SP)
Onderdeel van kamerstukdossier 29628 -1080 Politie.
Onderdeel van zaak 2022Z09985:
- Indiener: L.M.J.S. Helder, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2022-05-19 16:50: Tweeminutendebat Politie (CD d.d. 17/02) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2022-05-24 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
29 628 Politie
Nr. 1080 MOTIE VAN DE LEDEN HELDER EN VAN NISPEN
Voorgesteld 19 mei 2022
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de commissie-Spee in haar rapport over de gevolgde werkwijze bij de politie voorafgaand aan de dodelijke aanrijding van een motoragent heeft geconcludeerd dat zich in de periode 2015–2021 meerdere voorvallen met betrekking tot de vrachtwagenchauffeur hebben voorgedaan welke door de politie als incidenten werden gezien, waardoor geen sprake was van een gecoördineerde aanpak, en dat zelfs werd afgezien van het controleren en verbaliseren van de vrachtwagenchauffeur;
constaterende dat de politie heeft bevestigd de conclusies en aanbevelingen van de commissie-Spee geheel over te nemen, maar zonder concrete en afrekenbare acties daartoe te formuleren;
van mening dat de houding van de betreffende leidinggevenden moet veranderen zodat een dergelijke situatie, met alle mogelijke gevaren voor politiemensen in het bijzonder en burgers in het algemeen in het verkeer, zich niet meer kan voordoen;
verzoekt de regering om te bevorderen dat er een concrete aanpak van verkeershufters wordt geformuleerd, er voldoende kennis daartoe bij de eenheden aanwezig is en er daadwerkelijk wordt gecontroleerd, en de Kamer over de voortgang hiervan op de hoogte te houden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Helder
Van Nispen