Meerjarenagenda Slachtofferbeleid 2022-2025
Slachtofferbeleid
Brief regering
Nummer: 2022D20859, datum: 2022-05-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33552-91).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Onderdeel van kamerstukdossier 33552 -91 Slachtofferbeleid.
Onderdeel van zaak 2022Z10200:
- Indiener: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-05-31 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-06-01 10:00: Slachtofferbeleid (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-06-01 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-09-06 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
33 552 Slachtofferbeleid
Nr. 91 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 mei 2022
Slachtoffers van criminaliteit hebben niet gevraagd om slachtoffer te worden. Slachtofferschap heeft vaak een grote en soms een blijvende impact op hun leven. Erkenning van slachtofferschap en ondersteuning van slachtoffers bij het te boven komen van de gevolgen vormt dan ook de basis van mijn beleid. Die erkenning geef ik door slachtoffers een stevige positie in het recht te geven, door hen waar nodig te beschermen en hen te ondersteunen op de weg naar herstel.
In het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) heeft het kabinet de doelstelling opgenomen om de positie van het slachtoffer te borgen. In lijn met dat uitgangspunt is mijn ambitie de komende jaren gericht op het zo goed mogelijk tot uitvoering brengen van de slachtofferrechten en -voorzieningen die het afgelopen decennium zijn geïntroduceerd. Waar rechten nog niet of niet volledig zijn geïmplementeerd moet dat zo snel mogelijk, maar altijd in goed overleg met de uitvoeringspraktijk, gebeuren. Waar voorzieningen nog niet naar behoren werken of beter kunnen worden uitgevoerd, moet dat op het juiste niveau worden gebracht. Aan het eind van de kabinetsperiode die deze Meerjarenagenda beslaat moeten slachtoffers dit ook echt merken in de praktijk. Ter afsluiting van deze brief geef ik aan waar slachtoffers die concrete verbetering in 2025, of zoveel eerder als mogelijk, moeten gaan merken.
Deze agenda is in nauwe samenwerking met betrokken ketenpartners opgesteld en zal ook in nauwe samenwerking met hen worden uitgevoerd. Vanzelfsprekend onderdeel van die samenwerking is dat bij ontwikkeling en implementatie van beleid steeds acht wordt geslagen op beschikbare capaciteit bij ketenpartners en rekening wordt gehouden met het absorptievermogen van organisaties.
In het onderstaande werk ik mijn ambitie voor het slachtofferbeleid van dit kabinet op de volgende vier hoofdthema’s nader uit:
1) Versterken rechtspositie slachtoffers
2) Verbeteren bescherming slachtoffers
3) Herijken schadeverhaal slachtoffers
4) Uitbreiden ondersteuning slachtoffers
Daarnaast zijn twee bijlagen bijgevoegd: bijlage 1 waarin de randvoorwaarden voor een goede uitvoering van de Meerjarenagenda worden uiteengezet en bijlage 2 waarin de verschillende acties en maatregelen in een tijdlijn zijn uiteengezet1.
In deze Meerjarenagenda staan ook maatregelen voor verbetering van de ondersteuning van slachtoffers van zedendelicten. Een breder pakket aan maatregelen wordt na de zomer door het kabinet gepresenteerd in de vorm van het Nationaal Actieplan tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld.
1) Versterken rechtspositie slachtoffers
De overheid is ervoor verantwoordelijk dat slachtoffers gebruik kunnen maken van hun rechten. Versterking van de positie van slachtoffers in het strafproces blijft de komende jaren daarom een belangrijk aandachtspunt.
|
a) Implementatie Wet uitbreiding slachtofferrechten
De Wet Uitbreiding Slachtofferrechten (hierna: WUS) is op 20 april 2021 door de Eerste Kamer aangenomen. Op dit moment wordt gewerkt aan de implementatie en worden de uitvoeringsconsequenties nader in kaart gebracht. Ik verwacht dat de verschillende onderdelen van de WUS op de volgende momenten in werking kunnen treden:
• per 1 juli 2022: de schriftelijke motiveringsplicht bij het niet verstrekken van een kopie van de aangifte bij zedenzaken (hierbij wordt voortaan een individuele afweging gemaakt of een kopie wordt verstrekt), de uitbreiding van de informatierechten en uniformering van het moment van het uitoefenen van het spreekrecht;
• per 1 januari 2023: de uitbreiding van het spreekrecht naar stieffamilie en het beperkte spreekrecht bij verlengingszittingen over terbeschikkingstelling (tbs) met dwangverpleging of plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (pij);
• per 1 juli 2023: de verschijningsplicht van verdachten bij zittingen.
b) Actieve benadering van slachtoffers door Slachtofferhulp Nederland voor juridische ondersteuning
In de huidige werkwijze van Slachtofferhulp Nederland (SHN) worden slachtoffers van misdrijven direct nadat zij aangifte hebben gedaan actief benaderd om praktische en emotionele ondersteuning aan te bieden. Ik wil deze aanpak ook inzetten voor een meer actieve benadering van slachtoffers van high impactzaken door juridische dienstverleners van SHN. Hierdoor kan SHN deze slachtoffers niet alleen tijdig de juiste informatie over de procedure in het strafproces verschaffen, maar bijvoorbeeld ook beter ondersteunen bij het uitoefenen van het spreekrecht tijdens de zitting.
c) Uitbreiding slachtofferrechten Caribisch Nederland
Voor de Caribische delen van het Koninkrijk is een nieuw gemeenschappelijk Caribisch Wetboek van Strafvordering in de maak. Zodra de Staten van de andere landen van ons Koninkrijk hiermee hebben ingestemd, wordt het traject gestart om het huidige Wetboek van Strafvordering voor Caribisch Nederland te vervangen. Zo worden er rechten toegekend aan alle slachtoffers en niet alleen aan degenen die zich gevoegd hebben als benadeelde partij. Daarnaast worden bestaande rechten uitgebreid, zoals het recht op informatie en worden nieuwe rechten zoals het spreekrecht geïntroduceerd. Daarmee worden ook de slachtofferrechten in het Caribisch wetboek op vergelijkbaar niveau gebracht als in Europees Nederland.
2) Verbeteren bescherming slachtoffers
Slachtoffers hebben recht op bescherming; van hun persoonsgegevens in het strafdossier maar ook van hun fysieke integriteit tegen een verdachte of dader.
|
a) Beter beschermen van slachtoffergegevens in het strafdossier
Implementeren landelijke werkwijze domiciliekeuze
Domicilie-keuze is een belangrijk instrument waarmee voorkomen kan worden dat verdachten via het proces-verbaal van aangifte kennis kunnen nemen van de adresgegevens van een slachtoffer. Bij domicilie-keuze worden deze gegevens van het slachtoffer in het proces-verbaal vervangen door een alternatief adres. Het instrument werkt echter nu nog niet afdoende, zoals ook gesignaleerd door SHN in het witboek «Privacy van het slachtoffer, feit of fictie?».2 De afgelopen maanden is daarom door de politie en het OM gewerkt aan het opstellen en vaststellen van een landelijk uniforme werkwijze, zodat dit voor slachtoffers in heel Nederland op dezelfde wijze toegepast kan worden. Domicilie-keuze is beschikbaar voor alle slachtoffers die hier gebruik van willen maken. Wanneer het slachtoffer niet zelf een alternatief adres kan opgeven, wordt vanuit de overheid een adres beschikbaar gesteld. Met de inzet van dit instrument kan in ieder geval voor een deel al in de praktijk tegemoet worden gekomen aan hetgeen met het amendement Van Wijngaarden (zie onder) is beoogd.
Impactanalyse ten behoeve van implementatie amendement Van Wijngaarden
In overleg met het OM, de politie en de Rechtspraak is het afgelopen half jaar gewerkt aan het bepalen van de reikwijdte en vervolgens de (financiële) impact van het amendement.3 Daarbij is gekeken naar de groep slachtoffers waarvoor de met het amendement beoogde privacybescherming van toepassing zou kunnen zijn en tevens naar het type persoonsgegevens dat zou moeten worden afgeschermd. De vertaling van het amendement naar concrete werkprocessen is complex. Gedurende de impactanalyse die is uitgevoerd is dan ook gebleken dat de werkprocessen nog niet kunnen worden opgesteld, zodat de impact van het amendement nog niet kan worden bepaald. Het ontbreekt op dit moment onder andere aan helderheid over de (juridische) verdeling van verantwoordelijkheden op basis waarvan deze werkprocessen zullen moeten worden ingericht. De hierover gerezen vragen zullen eerst beantwoord worden in samenwerking met betrokken ketenpartners alvorens over de inrichting van het werkproces zal kunnen worden gesproken.
Tegelijkertijd verwacht ik in juni de uitkomsten van een onderzoek van de Raad voor de rechtspraak waaruit moet blijken in hoeveel gevallen persoonsgegevens van het slachtoffer, zoals adres en woonplaats, voor de rechter strafvorderlijk relevant zijn. Ook de uitkomst van dit onderzoek is relevant voor de uitvoering van het amendement. Ik zal uw Kamer in de volgende voortgangsbrief over het vervolg kunnen informeren.
b) Verbeteren en uitbreiden werking Individuele Beoordeling
De politie heeft het recht op bescherming van slachtoffers vertaald in de werkwijze van de Individuele Beoordeling (hierna: IB) die per 1 juni 2018 landelijk is ingevoerd. Met deze werkwijze heeft de politie systematisch en structureel aandacht voor eventuele kwetsbaarheid van slachtoffers, het voorkomen van herhaald slachtofferschap, secundaire victimisatie, intimidatie en/of vergelding, zodat beschermingsmaatregelen kunnen worden getroffen als dat nodig is. In het rapport «Een kwetsbaar recht» van de Inspectie Justitie en Veiligheid is in kaart gebracht hoe de politie de IB in de praktijk sinds 1 juni 2018 uitvoert.4 De Inspectie heeft geconcludeerd dat dit nog onvoldoende is. De politie zal op korte termijn een plan van aanpak opleveren, waarin wordt uiteengezet hoe deze werkwijze kan worden verbeterd. De focus zal hierbij liggen op het verbeteren van de opleiding voor politiemedewerkers, het verbeteren van de tekortkomingen in de taakuitvoering en een betere informatie-uitwisseling tussen de politie, SHN en het OM. Deze verbeteringen worden geïmplementeerd bij de politiemedewerkers van fase 1 (basisteams) en in de implementatie van fase 2, waarbij de werkwijze ook zal worden geïmplementeerd bij de medewerkers van de regionale servicecentra en de recherche.
c) Informeren en raadplegen tijdens de tenuitvoerlegging van sancties.
Ook in de tenuitvoerleggingsfase van sancties moet er oog zijn voor de behoefte van slachtoffers. Als een slachtoffer behoefte heeft aan bescherming kan worden ingezet op een contact- of locatieverbod op het moment dat een dader uit detentie komt. In het huidige wettelijke systeem is het OM verantwoordelijk voor het informeren van slachtoffers in de tenuitvoerleggingsfase. Momenteel wordt samen met het OM gewerkt aan de overdracht van deze verantwoordelijkheid aan het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). Het CJIB en het OM streven ernaar deze overdracht per 1 januari 2023 in de praktijk te brengen. Ik grijp deze overdracht van verantwoordelijkheid aan om het informeren van slachtoffers en het betrekken van hun belangen in de tenuitvoerleggingsfase waar nodig te verstevigen. In overleg met het CJIB wordt momenteel bekeken hoe de kennis en kunde van SHN hierbij kan worden benut. In het coalitieakkoord zijn voor het informeren en raadplegen van slachtoffers in de tenuitvoerleggingsfase middelen beschikbaar gesteld.
3) Schadeverhaal slachtoffers
Het vergoed krijgen van de door een strafbaar feit geleden schade is belangrijk voor de erkenning van slachtoffers, hun herstel en hun vertrouwen in de maatschappij.
|
a) Inhoudelijke beleidsreactie op het advies van de commissie Onderzoek stelsel schadevergoeding voor slachtoffers van strafbare feiten
Op 16 april 2021 heeft mijn ambtsvoorganger het adviesrapport van deze commissie, die onder leiding stond van dhr. mr. J.P.H. Donner, aan uw Kamer gezonden.5 In dit rapport worden aanbevelingen gedaan om te komen tot een afgewogen, consistent en betaalbaar schadevergoedingsstelsel voor slachtoffers van strafbare feiten. Op dit moment worden de voorstellen binnen het «Programma Compensatie Slachtoffers van een strafbaar feit» verder uitgewerkt. Samen met de betrokken ketenpartners wordt gekeken naar de impact van de verschillende voorstellen en met welke kosten deze gepaard gaan. Ik streef ernaar uw Kamer eind 2022 over de uitkomst hiervan te kunnen informeren en met een integraal voorstel te komen inzake de opvolging van de aanbevelingen.
b) Schadevergoeding voor minderjarigen
Uitbetaling van schadevergoeding door het CJIB gebeurt nu niet altijd op een rekening met een zogenoemde BEM-clausule, zodat er geen garantie bestaat dat de schadevergoeding daadwerkelijk bij het minderjarige slachtoffer terecht komt. Een bankrekening met een BEM-clausule is een geblokkeerde bankrekening op naam van een kind jonger dan 18 jaar, waarvan de wettelijk vertegenwoordiger alleen met toestemming van de kantonrechter geld kan opnemen. Wanneer daar in een concreet geval aanleiding voor bestaat, kan hier al in worden voorzien. Op dit moment ben ik met de betrokken partijen in gesprek om te kijken of het nodig en wenselijk is om deze werkwijze meer gestandaardiseerd toe te passen. Ik verwacht uw Kamer hierover in de volgende voortgangsbrief nader te kunnen berichten.
4) Uitbreiden ondersteuning slachtoffers
De overheid heeft een zorgplicht om hulp en ondersteuning te bieden aan slachtoffers die daar behoefte aan hebben. Verdere professionalisering van deze hulp aan slachtoffers blijft een speerpunt.
|
a) Optimalisering MijnSlachtofferzaak.nl
MijnSlachtofferzaak.nl is een ketenbreed portaal dat de informatiepositie van slachtoffers verbetert. Door raadpleging van het portaal kunnen slachtoffers (derden, naasten en nabestaanden kunnen vanaf Q3 van 2022 het portaal raadplegen) in het portaal op elk moment en via één ingang informatie vinden over de voortgang in hun zaak van vijf samenwerkende ketenpartners: de politie, het OM, het CJIB, SHN en het SGM. Naast het optimaliseren en notificeren van de huidige functionaliteiten, is de komende jaren het streven om informatie aan slachtoffers uit te breiden en te zorgen voor nieuwe functionaliteiten (zoals het tweeweg-verkeer, interactie met slachtoffers en het notificeren waarbij slachtoffers worden geattendeerd op een nieuw bericht).
b) Verbeteren ondersteuning van zedenslachtoffers
Er is het afgelopen decennium geïnvesteerd in een betere zorg voor slachtoffers van zedendelicten. Zo is met behulp van o.a. initiële financiering vanuit het Ministerie van VWS en JenV een landelijk netwerk van Centra Seksueel Geweld (CSG) tot stand gekomen waar slachtoffers van seksueel geweld zich kunnen melden voor medische en psychologische hulp, terwijl SHN ook in alle gevallen psychosociale en juridische hulp kan bieden aan zedenslachtoffers. Over de bestuurlijke en financiële borging van de CSG’s zal ik uw Kamer voor de zomer van 2022 informeren.
Verbeteren ondersteuning slachtoffers van zedendelicten
Uw Kamer heeft gevraagd naar de mogelijkheden voor het inrichten van één loket voor slachtoffers van seksueel geweld. Momenteel wordt onderzocht hoe laagdrempelige hulp is ingericht en waar de verschillende slachtoffergroepen behoefte aan hebben. Deze resultaten, die ik in het najaar van 2022 verwacht, zullen worden gebruikt om de hulp en zorg voor slachtoffers van seksueel geweld de komende jaren zo optimaal mogelijk in te richten.
Daarnaast wordt gewerkt aan de voorbereiding van een landelijke implementatie van een nieuwe werkwijze, waarbij zedenslachtoffers nog voor de aangifte kunnen worden bijgestaan door een slachtofferadvocaat. Ik verwacht dat hierover eind dit jaar een besluit kan worden genomen. Ik zal uw Kamer daar in de daaropvolgende voortgangsrapportage slachtofferbeleid nader over informeren.
Ondersteuning door SHN
In het recent opgeleverde WODC-onderzoek «What Works. Psychosociale dienstverlening Slachtofferhulp Nederland» komt naar voren dat de psychosociale ondersteuning die SHN biedt aan slachtoffers van ernstige gewelds- en zedendelicten aansluit bij zowel Europese als Nederlandse richtlijnen. Daarnaast worden drie aanbevelingen gedaan. Deze zien op het verlenen van nazorg, het gebruik van het huidige registratiesysteem ten behoeve van evaluatie en het beter in beeld krijgen van de «slachtofferreis» na een doorverwijzing door SHN naar meer specialistische hulp.6 De komende periode wordt bekeken op welke wijze opvolging kan worden gegeven aan deze aanbevelingen. Ik verwacht uw Kamer in de volgende voortgangsrapportage nader te kunnen informeren.
c) Goede ondersteuning slachtoffers van hate crime
Het WODC heeft onderzoek gedaan naar de behoeften van slachtoffers van hate crime in het strafproces en de hulp die hen wordt geboden.7 Door de onderzoekers is aanbevolen om meer helderheid te scheppen over de doorverwijzing van aangevers/melders van hate crimes. In de beleidsreactie van 16 maart 2020 heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd hierover in gesprek te gaan met de politie, SHN en Antidiscriminatievoorzieningen om te onderzoeken of er knelpunten worden ervaren in de doorverwijzing. Deze gesprekken hebben inmiddels plaatsgevonden. Naast de standaarddoorverwijzing door de politie naar SHN, zoals de onderzoekers ook al aanbevelen, wordt door genoemde partijen ingezet op een sterke samenwerking en een eenduidig landelijk werkproces dat door de gehele keten wordt gedragen.
d) Reinigen plaats delict
Situaties waarbij nabestaanden na een geweldsmisdrijf met dodelijke afloop worden geconfronteerd met een ernstig vervuilde woning waar hun dierbare is omgebracht en waarbij zij zelf verantwoordelijk zijn voor de reiniging, zijn zeer schrijnend. Op dit moment ben ik met de politie en SHN in gesprek of tot een landelijk uniforme werkwijze kan worden gekomen, zodat nabestaanden in dit soort situaties emotioneel, financieel en praktisch zo goed mogelijk worden ondersteund.8 Ik zal uw Kamer hierover in de volgende voortgangsrapportage nader informeren.
e) Slachtoffergericht werken in detentie
In detentie wordt ingezet op herstel- en slachtoffergericht werken. Naast de positieve werking die dit kan hebben op het delictsbesef bij daders, kan dit ook bijdragen aan het herstel van slachtoffers. Als onderdeel van de JenV-brede inzet op herstelrecht als vorm van geschillenbeslechting zal herstelgericht werken in detentie ook de komende periode mijn aandacht hebben.
Tot slot
Ontwikkelingen in de Europese Unie
Onlangs heeft de Europese Commissie haar eerste meerjarenstrategie op het terrein van slachtoffers gepubliceerd. Daarin kondigt zij aan de Europese regelgeving op dit terrein te gaan evalueren en tegen het eind van het jaar met aanpassingsvoorstellen te zullen komen. Vanuit de focus op goede uitvoering van bestaande rechten zal mijn inzet voor Nederland hierbij zijn om vooral aandacht voor de uitvoeringspraktijk te bepleiten, zonder ingrijpende aanpassing van de regelgeving.
Financiële dekking
Vanuit het coalitieakkoord wordt voor de uitvoering van de activiteiten bij de trajecten onder 1a (Implementatie WUS), 1b (Actieve benadering door SHN voor juridische ondersteuning), 2a (amendement Van Wijngaarden) en 2c (informeren en raadplegen tijdens tenuitvoerlegging) structureel circa 30 miljoen euro vrijgemaakt. Uw Kamer wordt voor het zomerreces in een aparte incidentele suppletoire begrotingswet (ISB) geïnformeerd over de overheveling van deze middelen naar de JenV-begroting.
Vooruitblik naar 2025
Zoals ik in deze brief heb toegelicht wil ik in deze kabinetsperiode primair focussen op het borgen van de slachtofferrechten en -voorzieningen die de afgelopen jaren zijn geïntroduceerd. Door in te zetten op bovenstaande maatregelen zullen slachtoffers die gebruik maken van hun spreekrecht dit in het bijzijn van de verdachte doen, als gevolg van de in 2023 geïmplementeerde verschijningsplicht. Slachtoffers zullen in 2025, of zoveel eerder als mogelijk, standaard een individuele beoordeling krijgen bij de politie op basis waarvan zij bescherming kunnen krijgen. Nog dit jaar zullen slachtoffers gaan merken dat zij betere juridische ondersteuning kunnen krijgen van Slachtofferhulp Nederland. Het zal veel inspanning vragen van alle betrokken ketenpartners om deze concrete resultaten in de praktijk ook voelbaar te maken voor slachtoffers. Niettemin zal ik mij daar, samen met deze ketenpartners, 100% voor gaan inzetten.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
BIJLAGE I RANDVOORWAARDEN VOOR EEN GOEDE UITVOERING
Om op een goede manier uitvoering te kunnen geven aan de hiervoor beschreven doelen en activiteiten, moet aan een aantal randvoorwaarden zijn voldaan.
a) Informatie-uitwisseling in de keten
Een goede informatie-uitwisseling is essentieel voor een sterke ketensamenwerking en een goede uitvoering van slachtofferrechten. Worden slachtoffers niet goed doorverwezen vanwege technische moeilijkheden, dan kunnen zij hun recht niet halen. Uitgangspunt moet steeds zijn dat de organisatie die een taak heeft voor slachtoffers ook beschikt over de informatie om die taak uit te kunnen voeren. Knelpunten bij informatie-uitwisseling tussen de verschillende ketenpartners en andere betrokken partijen moeten waar mogelijk worden weggenomen. Zo verwacht ik nog dit jaar een concrete verbetering in de informatie-uitwisseling tussen politie en SHN te kunnen bewerkstelligen, waardoor meer slachtoffers van de politie naar SHN kunnen worden doorgeleid. Ook zal waar relevant de verbinding worden gemaakt met andere trajecten gericht op de digitalisering van de strafrechtketen. In dit kader moet wel steeds de geldende privacywetgeving in acht worden genomen. Ook de impact van eventuele wijzigingen in de informatie-uitwisseling tussen organisaties zal goed in kaart moeten zijn gebracht voordat hierover besluiten kunnen worden genomen.
b) Onderzoeken, monitoren en evalueren
Beleid moet zoveel mogelijk gebaseerd zijn op de laatste wetenschappelijke inzichten. Daarnaast vind ik het van belang om te toetsen of het ingezette beleid ook leidt tot het daarmee beoogde resultaten en effecten voor slachtoffers. Ik zal hiervoor enerzijds aan de hand van (evaluatie)onderzoek een vinger aan de pols houden, door in alle onderzoeken die worden uitgevoerd meer focus te leggen op de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde slachtofferbeleid. Dit doe ik conform de beleidsreactie op de beleidsdoorlichting van artikel 34.4 slachtofferzorg die u op 24 september 2021 van mijn ambtsvoorganger heeft ontvangen.9 Anderzijds ga ik de aankomende periode met de verschillende ketenpartners in gesprek om te kijken op welke manier we kunnen komen tot monitoring en meetbaarheid van de ondersteuning van slachtoffers. Ik houd uw Kamer op de hoogte van de voortgang hiervan.
Een belangrijke stap bij het verbeteren van de uitvoering wordt de komende tijd gezet door het OM. In lijn met mijn ambitie om bestaande slachtofferrechten beter tot uitvoering te brengen heeft het OM aangegeven de komende jaren te willen inzetten op het verbeteren van de slachtoffertaken van het OM. Het OM zal hierbij onder andere richting slachtoffers meer structureel aandacht besteden aan een goede uitleg en motivering van sepotbeslissingen.
Op dit moment worden voorbereidingen getroffen voor de uitvoering door het WODC van de Slachtoffermonitor. In deze monitor wordt de kwaliteit van justitiële slachtofferzorg gemeten op basis van ervaringen van slachtoffers met verscheidene organisaties in de strafrechtketen. Het rapport wordt uiterlijk in Q1 van 2023 aan uw Kamer aangeboden.
Daarnaast wordt op dit moment in opdracht van het WODC onderzoek gedaan naar de praktijk van het onbelemmerd spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden in strafzaken. Dit betekent dat er geen beperkingen worden opgelegd over hetgeen zij in het kader van de strafzaak aan de orde willen stellen. Naar verwachting is het rapport eind van dit jaar gereed, waarna ik uw Kamer hierover zal informeren.
c) Input op relevante wetstrajecten, vinger aan de pols bij relevante maatschappelijke en internationale ontwikkelingen
Het is van groot belang om oog te blijven houden voor de wereld om ons heen, voor zover die van invloed is op het slachtofferbeleid. Daarmee doel ik allereerst op maatschappelijke ontwikkelingen, zoals Metoo, waardoor een verschuiving plaatsvindt in het soort misdrijven dat wordt gepleegd of ter kennis komen van de overheid. Een ander voorbeeld is de verschuiving van traditionele criminaliteit naar online criminaliteit. 10 Waar nodig moet de bescherming van en hulpverlening aan slachtoffers daarop worden aangepast.
Daarnaast moet de verbinding gemaakt worden met aanpalende uitvoeringstrajecten of beleidsterreinen die van belang zijn voor slachtoffers van criminaliteit. De modernisering van het Wetboek van Strafvordering is in dit kader zeer belangrijk.
Slachtoffers kunnen ook baat hebben bij de inzet van herstelrecht en mediation. In de eerstvolgende voortgangsbrief herstelrecht, die ik half juni naar uw Kamer zal sturen wordt hier aandacht aan besteed. In dat kader zal ook expliciet de positie van het slachtoffer worden belicht.
Zie bijlage.↩︎
https://www.slachtofferhulp.nl/globalassets/media/corporate-downloads/shn-witboek-europese-dag-van-het-slachtoffer.pdf.↩︎
Kamerstuk 35 349, nr. 7.↩︎
Politie moet meer aandacht geven aan bescherming slachtoffers | Nieuwsbericht | Inspectie Justitie en Veiligheid (inspectie-jenv.nl).↩︎
Adviesrapport commissie-Donner stevige basis voor toekomstig schadestelsel | Nieuwsbericht | Rijksoverheid.nl.↩︎
Kamerstuk 33 552, nr. 90.↩︎
Kamerstuk 33 552, nr. 63.↩︎
Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 3768.↩︎
Kamerstuk 33 199, nr. 47.↩︎
Kamerstuk 28 684, nr. 692.↩︎