Eindtekst
Intrekking van vijf wetten en aanpassing van diverse wetten in verband met de Rijkswet nationaliteit zeeschepen, alsmede goedkeuring van de Regeling vergoeding schade door olieverontreiniging BES (Aanpassingswet Rijkswet nationaliteit zeeschepen)
Eindtekst
Nummer: 2022D20968, datum: 2022-05-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2017Z15993:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2017-11-28 15:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2017-12-06 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2018-01-16 12:00: Aanpassingswet Rijkswet nationaliteit zeeschepen (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-12-04 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-12-02 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-12-03 15:20: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-01-25 11:00: Extra-procedurevergadering (groslijst controversieel verklaren)(via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-02-02 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2022-02-02 12:15: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (hybride) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-05-19 10:15: Hamerstuk: Intrekking van vijf wetten en aanpassing van diverse wetten in verband met de Rijkswet nationaliteit zeeschepen, alsmede goedkeuring van de Regeling vergoeding schade door olieverontreiniging BES (Aanpassingswet Rijkswet nationaliteit zeeschepen) (34836) (Hamerstukken), TK
Preview document (đ origineel)
De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE Generaal zendt bijgaand door haar aangenomen wetsvoorstel aan de Eerste Kamer. De Voorzitter, 19 mei 2022 Intrekking van vijf wetten en aanpassing van diverse wetten in verband met de Rijkswet nationaliteit zeeschepen, alsmede goedkeuring van de Regeling vergoeding schade door olieverontreiniging BES (Aanpassingswet Rijkswet nationaliteit zeeschepen) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het nodig is in verband met de Rijkswet nationaliteit zeeschepen vijf wetten in te trekken en verschillende wetten aan te passen, en om op grond van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba de Regeling vergoeding schade door olieverontreiniging BES goed te keuren; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I De Zeebrievenwet, de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting, de Wet van 22 juni 1994, tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het Wetboek van Koophandel en de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting (wijziging voorwaarden nationaliteitsverlening en registratie zeeschepen) (Stb. 1994, 507), de Wet van 22 mei 2003 tot wijziging van de Zeevaartbemanningswet (Versoepeling nationaliteitseis kapitein op Nederlandse zeeschepen) (Stb. 2003, 259) en de Wet van 5 juli 2006 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Koophandel, de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting, de Zeebrievenwet en enkele andere wetten in verband met het Europese recht op vrije vestiging (Stb. 2006, 325) worden ingetrokken. ARTIKEL II Paragraaf B. Nationale regelgeving van de Bijlage bij de artikelen 1:1 en 1:3 van de Algemene douanewet wordt als volgt gewijzigd: 1. De zinsneden met betrekking tot de volgende wetten vervallen: - Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting; - Zeebrievenwet. 2. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd: - Rijkswet nationaliteit zeeschepen ARTIKEL III Artikel 4 van bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd: 1. De zinsneden met betrekking tot de volgende wetten vervallen: - Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting; - Wet van 22 juni 1994 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het Wetboek van Koophandel en de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting (wijziging voorwaarden nationaliteitsverlening en registratie zeeschepen) (Stb. 1994, 507); - Wetboek van Koophandel. 2. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd: Rijkswet nationaliteit zeeschepen ARTIKEL IV In artikel 2, onderdeel c, van de Arbeidsomstandighedenwet wordt âzeeschepen die op grond van Nederlandse rechtsregels gerechtigd zijn de Nederlandse vlag te voerenâ vervangen door: zeeschepen die op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren. ARTIKEL V De Arbeidstijdenwet wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 2:8, onderdeel b, wordt âzeeschepen die op grond van Nederlandse rechtsregels gerechtigd zijn de Nederlandse vlag te voerenâ vervangen door: zeeschepen die op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren. B In artikel 2:9, eerste lid, wordt âeen zeeschip, dat niet op grond van Nederlandse rechtsregels gerechtigd is de Nederlandse vlag te voerenâ vervangen door: een zeeschip, dat niet op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk te voeren. ARTIKEL VI In artikel 695, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt âop grond van Nederlandse rechtsregelsâ vervangen door: op grond van voor Nederland geldende rechtsregels. ARTIKEL VII Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 194 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid komt het tweede onderdeel te luiden: - van een afgebouwd zeeschip: indien het schip voldoet aan de vereisten van artikel 194a;. 2. In het derde lid wordt âeen Nederlands schip in de zin van artikel 311 van het Wetboek van Koophandel zal zijnâ vervangen door: voldoet aan de vereisten van artikel 194a. 3. In het vierde lid vervalt: Indien het een verzoek tot teboekstelling als zeeschip, niet zijnde een zeeschip in aanbouw of een zeevissersschip, betreft, gaat deze verklaring vergezeld van een door of namens Onze Minister van Verkeer en Waterstaat afgegeven verklaring als bedoeld in artikel 311a, eerste lid, van het Wetboek van Koophandel. B Na artikel 194 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 194a Teboekstelling van een afgebouwd zeeschip, niet zijnde een zeevissersschip, kan slechts plaatsvinden indien voldaan wordt aan de volgende vereisten: a. het zeeschip is eigendom van een of meer: 1°. natuurlijke personen die de nationaliteit bezitten van een lidstaat van de Europese Unie, van een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, van Zwitserland of die worden gelijkgesteld met Europese onderdanen ingevolge het van het Unierecht afgeleide recht; 2°. vennootschappen waarop het recht van een lidstaat van de Europese Unie, van een van de landen, eilanden of gebieden, bedoeld in artikel 355, eerste lid, tweede lid, eerste volzin, derde en vierde lid, alsmede vijfde lid, onderdeel c, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, van een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of van Zwitserland toepasselijk is; 3°. rechtspersonen, niet zijnde een vennootschap als bedoeld in subonderdeel 2, waarop het recht van een lidstaat van de Europese Unie, van een van de landen, eilanden of gebieden, bedoeld in artikel 355, eerste lid, tweede lid, eerste volzin, derde en vierde lid, alsmede vijfde lid, onderdeel c, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, van een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of van Zwitserland toepasselijk is; 4°. natuurlijke personen, vennootschappen of rechtspersonen niet bedoeld in subonderdelen 1, 2, onderscheidenlijk 3, die aanspraak kunnen maken op het Europese recht van vrije vestiging ingevolge een overeenkomst tussen de Europese Unie en een derde staat; b. de eigenaar heeft in Nederland een hoofdvestiging of nevenvestiging in de zin van de Handelsregisterwet 2007; c. een of meer natuurlijke personen die in Nederland kantoor houden zijn namens de eigenaar verantwoordelijk voor het schip, de kapitein en de overige leden van de bemanning, alsmede voor de daarmee verband houdende aangelegenheden en zijn dienaangaande alleen of tezamen beslissingsbevoegd en beschikken over vertegenwoordigingsbevoegdheid, en d. een of meer van deze natuurlijke personen of, bij verhindering, een plaatsvervanger is bij voortduring bereikbaar en beschikt over bevoegdheden om onverwijld te kunnen handelen in situaties waarin dat geboden is. 2. Ingeval een schip eigendom is van een natuurlijke persoon die tevens kapitein is van dat schip kan teboekstelling van een afgebouwd zeeschip slechts plaatsvinden indien wordt voldaan aan het eerste lid, onderdeel a, subonderdelen 1 of 4, en onderdeel b, en er in Nederland aan de wal een vertegenwoordiger van die eigenaar is die bij voortduring bereikbaar is en beschikt over bevoegdheden om onverwijld te kunnen handelen in situaties waarin dat geboden is. 3. Ingeval de eigenaar de verantwoordelijkheid voor het beheer van zijn schip overdraagt aan een vennootschap als bedoeld in het eerste lid, deel a, subonderdelen 2 of 4, en het beheer van dat schip voor rekening van de eigenaar geschiedt, kan teboekstelling van een afgebouwd zeeschip slechts plaatsvinden indien die vennootschap voldoet aan de vereisten, bedoeld in het eerste lid, onderdelen b tot en met d. De eigenaar behoeft in dat geval niet te voldoen aan het eerste lid, onderdelen b tot en met d. Indien de eigenaar niet voldoet aan het eerste lid, onderdeel b, kiest hij woonplaats ten kantore van de vestiging in Nederland van de vennootschap waaraan het beheer is overgedragen. 4. Een afgebouwd zeeschip dat uitsluitend anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf wordt gebruikt, kan te boek worden gesteld indien wordt voldaan aan het eerste lid, onderdeel a, subonderdelen 1, 3 of 4, en er in Nederland aan de wal een natuurlijk persoon is met voldoende volmacht van de eigenaar om onverwijld te kunnen handelen in situaties waarin dat geboden is. C Artikel 195 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, aanhef, wordt na âteboekstellingâ ingevoegd: van een zeeschip als bedoeld in artikel 194. 2. Het eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 5, komt te luiden: 5(. als het schip niet of niet meer voldoet aan artikel 194a dan wel niet of niet meer is ingeschreven in een krachtens artikel 3 van de Visserijwet 1963 aangehouden register. Doorhaling vindt in dat geval slechts plaats wanneer hetzij de reder, degenen van wier recht uit een inschrijving blijkt en de beslagleggers gelegenheid hebben gehad hun rechten op de opbrengst geldend te maken en hun daartoe ook feitelijk de gelegenheid is gegeven, hetzij deze personen hun toestemming tot de doorhaling verlenen of hun vorderingen zijn voldaan. D In artikel 529, derde en vierde lid, wordt âeen andere dan de Nederlandse vlag voertâ vervangen door âeen andere vlag voert dan de vlag van het Koninkrijk op grond van voor Nederland geldende rechtsregelsâ. E In artikel 645, tweede lid, wordt âeen andere dan de Nederlandse vlag voertâ vervangen door âeen andere vlag voert dan de vlag van het Koninkrijk op grond van voor Nederland geldende rechtsregelsâ. ARTIKEL VIII Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES wordt als volgt gewijzigd: A Aan artikel 1 wordt een lid toegevoegd, luidende: 7. Onder Nederlands schip wordt verstaan een schip dat op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk te voeren. B In artikelen 175 en 194, eerste lid, onderdeel b, en derde lid, vervalt telkens: in de zin van de Rijksregelgeving ter zake van de nationaliteit van schepen. ARTIKEL IX In artikel 1, tweede lid, van de Kadasterwet vervalt: , artikel 312 van het Wetboek van Koophandel. ARTIKEL X Artikel 1, onderdeel f, subonderdeel 1, van de Meetbrievenwet 1981 komt te luiden: 1°. een zeeschip dat op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk te voeren, dan wel. ARTIKEL XI Artikel 1, eerste lid, onderdeel n, van de Scheepvaartverkeerswet komt te luiden: n. Nederlandse zeeschepen: zeeschepen die op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren;. ARTIKEL XII In artikel 10.15, tweede lid, onderdeel c, van de Telecommunicatiewet wordt âandere dan Nederlandse schepen of luchtvaartuigenâ vervangen door: andere schepen dan schepen die op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren of andere dan Nederlandse luchtvaartuigen. ARTIKEL XIII In artikel 3 van de Uitvoeringswet Visserijverdrag 1967 wordt âNederlandse vlagâ vervangen door: vlag van het Koninkrijk. ARTIKEL XIV Artikel 1 van de Vaarplichtwet wordt als volgt gewijzigd: 1. Onderdeel c, subonderdeel 1, komt te luiden: 1. een zeeschip dat op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk te voeren, hetzij. 2. In onderdeel e wordt âzeeschepen die op grond van rechtsregels van Aruba, Curaçao of Sint Maarten gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voerenâ vervangen door: zeeschepen die op grond van voor Aruba, Curaçao of Sint Maarten geldende rechtsregels gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren. ARTIKEL XV In artikel 1 van de Wedervergeldingswet zeescheepvaart komt de begripsomschrijving van âNederlands schipâ als volgt te luiden: een zeeschip dat op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk te voeren. Artikel XVI In artikel 12 van de Wet aansprakelijkheid olietankschepen wordt âeen andere dan de Nederlandse vlag voertâ vervangen door âeen andere vlag voert dan de vlag van het Koninkrijk op grond van voor Nederland geldende rechtsregelsâ. ARTIKEL XVII In artikel 1a van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs wordt âop grond van Nederlandse rechtsregelsâ vervangen door: op grond van voor Nederland geldende rechtsregels. Artikel XVIIa In artikel 1, onderdeel l, van de Wet bestrijding maritieme ongevallen wordt âop grond van Nederlandse rechtsregelsâ vervangen door âop grond van voor Nederland geldende rechtsregelsâ. ARTIKEL XVIII In artikel 1, tweede lid, van de Wet buitenlandse schepen wordt âop grond van Arubaanse, Curaçaose of Sint Maartense rechtsregelsâ vervangen door: op grond van voor Aruba, Curaçao of Sint Maarten geldende rechtsregels. ARTIKEL XIX In de artikelen 2, eerste en tweede lid, en 14j, eerste lid, van de Wet havenstaatcontrole wordt âop grond van Nederlandse rechtsregelsâ vervangen door: op grond van voor Nederland geldende rechtsregels. ARTIKEL XX In artikel 49, eerste lid, van de Wet maritiem beheer BES wordt âNederlandse schepenâ vervangen door: schepen die op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren of waarop de Vaartuigenwet BES 1930 van toepassing is. ARTIKEL XXI Artikel 3.35 van de Wet natuurbescherming komt te luiden: Artikel 3.35 Het is het verboden vanuit een schip, dat op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk te voeren, walvissen te vangen of te doden, dan wel aan boord van een zodanig schip walvissen te verwerken. ARTIKEL XXII Artikel 70 van de Wet op de lijkbezorging komt te luiden: Artikel 70 Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de wijze waarop wordt omgegaan met lijken van personen of van doodgeborenen die zijn overleden onderscheidenlijk ter wereld gekomen aan boord van een schip op zee dat op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk te voeren. ARTIKEL XXIII De Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. In de onderdelen h en hb, wordt âdat is voorzien van een zeebrief als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Zeebrievenwetâ vervangen door: dat op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk te voeren. 2. In onderdeel i wordt âeen zeeschip dat in Nederland is geregistreerd en de Nederlandse vlag voertâ vervangen door: een zeeschip dat op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk te voeren. B In artikel 18, tweede lid, onderdeel b, wordt âals bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Zeebrievenwetâ vervangen door: als bedoeld in artikel 17 van de Rijkswet nationaliteit zeeschepen. ARTIKEL XXIV In artikel 1, onderdeel e, van de Wet verzekering zeeschepen wordt âop grond van Nederlandse rechtsregels gerechtigd is de Nederlandse vlag te voerenâ vervangen door: op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk te voeren. ARTIKEL XXV In artikel 1, tweede lid, onderdeel g, van de Wet voorkoming van verontreiniging door schepen BES wordt âop grond van Nederlandse rechtsregelsâ vervangen door: op grond van voor Nederland geldende rechtsregels. ARTIKEL XXVI In artikel 1, onderdeel l, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen wordt âop grond van Nederlandse rechtsregelsâ vervangen door: op grond van voor Nederland geldende rechtsregels. ARTIKEL XXVII De Wet wettelijke aansprakelijkheid exploitanten nucleaire schepen wordt als volgt gewijzigd: A In de artikelen 5, eerste lid, 16, eerste lid, aanhef, 17, eerste lid, 23, eerste lid, en 28, eerste lid, wordt âeen onder Nederlandse vlag varend nucleair schipâ telkens vervangen door: een nucleair schip dat op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk te voeren. B In artikel 19, eerste lid, wordt âeen onder Nederlandse vlag varend nuclear schipâ vervangen door: een nucleair schip dat op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk te voeren. C In artikel 27 wordt âgeacht de Nederlandse vlag te voerenâ vervangen door: geacht op grond van voor Nederland geldende rechtsregels de vlag van het Koninkrijk te voeren. ARTIKEL XXVIII Artikel 1, eerste lid, van de Wet zeevarenden wordt als volgt gewijzigd: A In onderdeel b wordt âop grond van Nederlandse rechtsregelsâ vervangen door: op grond van voor Nederland geldende rechtsregels. B In onderdeel l wordt âvennootschap als bedoeld in artikel 311, derde lid, van het Wetboek van Koophandelâ vervangen door: vennootschap als bedoeld in artikel 194a, derde lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek. ARTIKEL XXIX In het Wetboek van Koophandel vervallen de artikelen 311, 311a, 311b, 312, 319, 319b en 340. ARTIKEL XXX Het Wetboek van Koophandel BES wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 375, derde lid, komt te luiden: 3. In dit Boek wordt met Nederlandse schepen en schepen die varen onder de Nederlandse vlag gedoeld op schepen die op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren. B In artikel 457, eerste lid, wordt âDe kapitein van een Nederlands naar de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bestemd en in een haven buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba vertoevend schip is verplichtâ vervangen door: De kapitein van een Nederlands schip, bestemd naar de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en vertoevend in een haven buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, is verplicht. ARTIKEL XXXI Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 86 komt te luiden: Artikel 86 Onder Nederlandse schepen worden alleen verstaan die vaartuigen die op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren. B In artikel 409 wordt âde Nederlandse vlagâ vervangen door: op grond van voor Nederland geldende rechtsregels de vlag van het Koninkrijk. C Artikel 471, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. Na subonderdeel 2 wordt een subonderdeel ingevoegd, luidende: 3(. de reder, rompbevrachter of eigenaar van een Nederlands schip die handelt in strijd met artikel 19 van de Rijkswet nationaliteit zeeschepen; 2. Onder vernummering van subonderdeel 4 tot subonderdeel 5 wordt een subonderdeel ingevoegd, luidende: 4(. de kapitein van een Nederlands schip die handelt in strijd met artikel 20 van de Rijkswet nationaliteit zeeschepen;. ARTIKEL XXXII Het Wetboek van Strafrecht BES wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 89 komt te luiden: Artikel 89 Onder Nederlandse schepen worden alleen verstaan die schepen die op grond van voor Nederland geldende rechtsregels gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren en schepen waarop de Vaartuigenwet 1930 BES op van toepassing is. B Artikel 415 wordt als volgt gewijzigd: 1. In de aanhef wordt âNederlandsch schipâ vervangen door: Nederlands schip. 2. In onderdeel 4 wordt âNederlands vaartuigâ vervangen door: Nederlands schip. C In artikelen 400, 401, 410, aanhef, 412, 417, 418, 421, 422, 426 en 428 wordt âNederlandsch schipâ telkens vervangen door: Nederlands schip. D In artikel 424 wordt âNederlandse vlagâ vervangen door: vlag van het Koninkrijk. ARTIKEL XXXIII In de omschrijving van Nederlands schip in artikel 1 van het Wetboek van Strafvordering BES wordt âartikel 88â vervangen door: artikel 89. ARTIKEL XXXIV De Regeling vergoeding schade door olieverontreiniging BES wordt goedgekeurd. ARTIKEL XXXV Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden gesteld. ARTIKEL XXXXVI Deze wet wordt aangehaald als: Aanpassingswet Rijkswet nationaliteit zeeschepen. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, PAGE PAGE 1