Nahang Besluit Participatiefonds 2022
Primair Onderwijs
Brief regering
Nummer: 2022D21359, datum: 2022-05-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31293-621).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs (Ooit VVD kamerlid)
- Besluit van 3 mei 2022, houdende vaststelling van de voorwaarden voor de ministeriële instemming met de statuten van het participatiefonds en de gevolgen van intrekking van de aanwijzing van het participatiefonds als gevolg van de modernisering van het participatiefonds en beëindiging van het vervangingsfonds (Besluit participatiefonds 2022)
- Beslisnota
Onderdeel van kamerstukdossier 31293 -621 Primair Onderwijs.
Onderdeel van zaak 2022Z10439:
- Indiener: A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2022-06-01 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-06-02 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2022-09-06 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
31 293 Primair Onderwijs
Nr. 621 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 mei 2022
Hierbij bied ik u aan, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, het Besluit van 3 mei 2022 houdende vaststelling van de voorwaarden voor de ministeriële instemming met de statuten van het participatiefonds en de gevolgen van intrekking van de aanwijzing van het participatiefonds als gevolg van de modernisering van het participatiefonds en beëindiging van het vervangingsfonds (Besluit participatiefonds 2022)1. Voor de inhoud van het besluit verwijs ik u naar de nota van toelichting.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven procedure, bedoeld in artikel 194, zevende lid, van de Wet op het Primair Onderwijs. De nahangprocedure ziet op artikel 4 van het besluit.
Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de inwerkingtreding van het besluit niet dan nadat vier weken zijn verstreken na de overlegging van het besluit aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van het besluit met ingang van 1 augustus 2022. Gelijktijdig met de Wet van 11 oktober 2021 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met beëindiging van de verplichte aansluiting bij een rechtspersoon in verband met kosten van vervanging en in verband met wijziging van de wijze waarop de werkloosheidsuitkeringen worden verevend (beëindiging vervangingsfonds en modernisering participatiefonds), voor zover het de onderdelen betreft die zien op de modernisering van het participatiefonds.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,
A.D. Wiersma
Zie bijlage.↩︎