[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken Handel van 3 juni 2022 en van 12 juni 2022

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Brief regering

Nummer: 2022D21538, datum: 2022-05-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2503).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2503 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .

Onderdeel van zaak 2022Z10509:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2503 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 mei 2022

Hierbij bied ik u aan de gecombineerde geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 3 juni 2022 en de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 12 juni 2022.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN HANDEL VAN 3 JUNI 2022 EN DE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN HANDEL VAN 12 JUNI 2022

Op 3 juni 2022 zal in Luxemburg de Raad Buitenlandse Zaken Handel onder Frans voorzitterschap plaatsvinden. Tijdens de Raad zal worden gesproken over de WTO, de handelsrelatie tussen de EU en de VS, in het bijzonder de handels- en investering gerelateerde onderwerpen van de EU-VS Trade and Technology Council (TTC), en de handelsbetrekkingen met China. Daarnaast zal de Commissie tijdens de lunch de Raad informeren over de implementatie van EU-handelsakkoorden en over een aantal lopende onderhandelingen.

Op 12 juni 2022 zal de Raad kort in Genève samenkomen ter coördinatie en bespreking van de laatste stand van zaken voor de Ministeriele Conferentie van de WTO (MC12), die zal plaatsvinden van 12–15 juni 20221. Afhankelijk van het verloop van MC12 zal de Raad opnieuw samen komen op 15 of 16 juni 2022 om stil te staan bij de uitkomsten van de conferentie.

Inzet WTO MC12

De Raad zal op 3 juni 2022 de Europese inzet voor de 12e Ministeriële Conferentie van de WTO (WTO MC12) bespreken, die van 12 tot en met 15 juni 2022 in Genève plaats zal vinden.

Het krachtenveld binnen de WTO leent zich helaas slecht voor grote doorbraken tijdens MC12. Al voorafgaand aan de uitgestelde Conferentie in november–december 2021 was het maar zeer de vraag of de beoogde resultaten bereikt konden worden. De Russische invasie heeft deze situatie verder gecompliceerd. Nederland zal in de Raad desalniettemin inzetten op een zo ambitieus mogelijke inzet voor MC12.

Een nieuw thema voor MC12 is voedselzekerheid. De economische gevolgen van de Russische agressie in Oekraïne maken opnieuw het belang duidelijk van open handel in landbouwgoederen ten behoeve van de mondiale voedselzekerheid. Recentelijk is hier al een plurilaterale verklaring over uitgegaan in de WTO, met steun van Nederland en de EU. Nederland zal in de Raad steun uitspreken voor de inzet van de EU om te streven naar open handel en het zo veel mogelijk voorkomen van exportrestricties op landbouwgoederen. Relevant hiervoor zijn een inspanningsverplichting ter voorkoming van exportbeperkingen op voedsel en een voorstel om humanitaire aankopen door het World Food Program in alle gevallen uit te zonderen van handelsbelemmeringen. Verder steunt het kabinet de inzet van de EU om binnen de WTO tot een werkprogramma te komen om afspraken te maken over landbouwonderwerpen, zoals binnenlandse landbouwsteun en public stockholding.

Het kabinet hecht veel waarde aan het bereiken van een akkoord tijdens MC12 om visserijsubsidies in te perken die bijdragen aan overcapaciteit, overbevissing en illegale, niet gerapporteerde en ongereguleerde visserij. Een dergelijk akkoord zou tot een gelijker speelveld op de mondiale vismarkt leiden, waaronder voor Nederlandse vissers en vaartuigen. Minstens zo belangrijk is dat een dergelijk akkoord kan bijdragen aan het beschermen van visbestanden en biodiversiteit in de zeeën en oceanen. Nederland zal tijdens de Raad inzetten op een zo constructief mogelijke opstelling van de EU binnen deze onderhandelingen. Uiteraard is het bereiken van het gewenste akkoord niet alleen afhankelijk van de EU.

Nederland zal zich binnen de Raad ook inzetten voor een omvattende verklaring op het gebied van Trade & Health, met daarin alle essentiële aspecten, zoals exportbeperkingen, intellectuele eigendomsrechten en handelsfacilitatie.

Tenslotte zal Nederland zich ten volste uitspreken voor een ambitieuze inzet van de EU op WTO-hervormingen. Hierbij zal Nederland inzetten op nieuwe regels voor een gelijk speelveld – in het bijzonder op het gebied van industriële subsidies en staatsgeleide bedrijven. Ook hervorming en herstel van het geschillenbeslechtingssysteem van de WTO is hierbij een cruciaal element. Tevens wil Nederland de milieuagenda in de WTO verder brengen. Het kabinet hecht daarbij aan spoedige opvolging van de drie plurilaterale verklaringen inzake handel en milieu die in december jl. zijn aangenomen2.

Handelsbetrekkingen met de VS

Op 15 en 16 mei jl. vond op de Universiteit van Paris-Saclay de tweede bijeenkomst op ministerieel niveau plaats van de EU-VS Trade and Technology Council (TTC). De vaste EU-deelnemers aan de TTC zijn Commissarissen Dombrovskis (Handel) en Vestager (Mededinging). Deze keer namen ook Commissaris Breton (Interne Markt) en Hoge Vertegenwoordiger Borrell deel. De Amerikaanse deelnemers zijn Secretary of State Blinken, Secretary of Commerce Raimondo, en United States Trade Representative Tai. Vanwege de oorlog in Oekraïne stond de TTC voor een belangrijk deel in het teken van trans-Atlantische samenwerking vis-à-vis Rusland en Belarus.

Net als na de eerste TTC bijeenkomst (29 september 2021 in Pittsburgh) werd na afloop van de bijeenkomst een gezamenlijke verklaring gepubliceerd, het Paris-Saclay Joint Statement3. Hierin wordt o.a. de stand van zaken beschreven van de trans-Atlantische samenwerking voor de tien thematische TTC werkgroepen en worden concrete uitkomsten gemarkeerd. Voorbeelden hiervan zijn onder meer het opzetten van het Strategic Standardisation Information (SSI) mechanisme, een taakgroep om financiering te vinden voor veilige ICT waardeketens in derde landen, en een Trade & Labor Dialogue met het maatschappelijk middenveld.

Nederland steunt de TTC als platform om trans-Atlantische samenwerking te verbreden en te verdiepen. Binnen de TTC is sprake van een regelmatige dialoog tussen de EU en de VS, zowel op politiek niveau als op werkniveau. Recent is het belang van deze samenwerking bijvoorbeeld gebleken uit het instellen van sancties tegen Rusland. Verder benoemt het Paris-Saclay Joint Statement onder meer het belang van de WTO (en een succesvolle MC12) voor het wereldwijde handelssysteem, het verdiepen van de samenwerking op sensitieve technologie, samenwerking op klimaat, en het belang van het betrekken van het bedrijfsleven bij het oplossen van verstoringen van waardeketens4. Het kabinet is dan ook voornemens tevredenheid uit te spreken over de inhoud van de verklaring en de Commissie op te roepen de samenwerking met de VS binnen de TTC voort te zetten.

De volgende (derde) TTC bijeenkomst op politiek niveau zal waarschijnlijk aan het einde van het jaar in de VS plaatsvinden.

Handelsbetrekkingen met China

Vervolgens zal de Raad de EU-China handelsbetrekkingen bespreken. De EU-China handelsrelatie staat onder druk, zowel door onevenwichtigheden in de economische relatie als door geopolitieke ontwikkelingen.

Binnen de EU bestaan grote zorgen over mensenrechtenschendingen in Xinjiang en het gebruik van dwangarbeid in China. EU-maatregelen hiertegen werden in maart 2021 beantwoord met Chinese sancties tegen EU-politici. Dit heeft geleid tot het tot stilstand komen van de werkzaamheden gericht op het opstarten van de goedkeuringsprocedure van het China-EU investeringsakkoord (CAI). In de context van de handelsrelatie met China staat ook de discussie over de open strategische autonomie van de EU onverminderd hoog op de Europese agenda.

Voor Nederland is er een aantal prioriteiten in de EU-China relatie. Het is van groot belang dat de EU gezamenlijk optreedt en zich niet uit elkaar laat spelen bij handelsgeschillen met China. Een goed voorbeeld hiervan is de eendrachtige EU-reactie op de Chinese handelsmaatregelen tegen Litouwen. Deze casus toont het belang aan van een breed EU-instrumentarium om soortgelijke situaties in de toekomst effectief het hoofd te kunnen bieden. Het door de Commissie voorgestelde anti-dwang instrument vormt een belangrijke aanvulling op de bestaande mogelijkheden. Het kabinet zet dan ook in op spoedige totstandkoming van dit instrument. Daarnaast moet de EU China blijven aanspreken op het verslechterende zakenklimaat voor buitenlandse bedrijven en het veelvuldige gebruik van industriële subsidies. Ook is het voor de voortgang in de WTO belangrijk dat China geen aanspraak meer maakt op de voordelen die gepaard gaan met de status van ontwikkelingsland in de WTO.

Tegelijkertijd is het belangrijk om met China te blijven samenwerken waar mogelijk. Met name op het gebied van klimaatverandering is China een cruciale partner. Nederland zal na de zomer een Joint Economic Dialogue (JED) met China houden en steunt het zoeken van een nieuwe datum voor de EU-China high-level economic dialogue.

Lunchbijeenkomst: onderhandelingen en implementatie bilaterale handelsverdragen

Tijdens de lunch en marge van de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 3 juni a.s. zal Commissaris Dombrovskis de Raad informeren over de stand van zaken van lopende onderhandelingen over een aantal handelsakkoorden en over de implementatie van bestaande EU-handelsakkoorden. De Russische agressie en invasie van Oekraïne, alsook de COVID-pandemie maken eens te meer duidelijk dat weerbare waardeketens, strategische partnerschappen, kennisuitwisseling en open handel van groot belang zijn. Juist in deze context moet de EU beter gebruik maken van haar potentieel om de mondiale handelsagenda en haar regels vorm te geven. Dit vraagt om een proactief, open en eerlijk handelsbeleid, conform de inzet van het kabinet. Handelsakkoorden zijn een belangrijk instrument in het kader van actief EU-handelsbeleid.

Wetsvoorstel voor tijdelijk opschorten importheffingen voor producten uit Oekraïne

In tegenstelling tot de eerder aangekondigde agendering ter besluitvorming over het wetsvoorstel voor de tijdelijke opheffing van resterende importheffingen voor producten uit Oekraïne tijdens de Raad van 3 juni a.s., is het wetsvoorstel vanwege de hoge mate van urgentie reeds op 24 mei jl. geagendeerd en aangenomen tijdens de Raad Economische en Financiële Zaken (Ecofin). Uw Kamer is hierover op 23 mei 2022 geïnformeerd middels een separate kamerbrief.5

Uw Kamer is eerder, op 13 mei jl., per brief geïnformeerd over de kabinetspositie ten aanzien van het wetsvoorstel voor de tijdelijke opschorting van resterende importheffingen over Oekraïense producten alsook over de agendering van het voorstel.6

BIJLAGE 1: VOORTGANGSRAPPORTAGE HANDELSAKKOORDEN – JUNI 2022

Deze bijlage bevat informatie omtrent EU-handelsakkoorden die nog niet definitief in werking zijn getreden en EU-handelsakkoorden waarbij de betrokken partijen al wel de intentie kenbaar hebben gemaakt om een handelsakkoord te verkennen. Deze rapportage wordt ieder kwartaal aan de Kamer toegezonden.

A. Multilaterale handelsakkoorden

Onderhandelingen over afschaffen van visserijsubsidies:

Het mandaat om binnen de WTO over visserijsubsidies te onderhandelen is onderdeel van de Doha Ontwikkelingsagenda (Doha Development Agenda, DDA). Doel is om bepaalde vormen van subsidie af te schaffen die bijdragen aan overcapaciteit en overbevissing, een einde te maken aan illegale, niet gerapporteerde en ongereguleerde (IUU) visserij, en daarbij rekening te houden met een speciale gedifferentieerde behandeling van ontwikkelingslanden conform SDG 14.6. Het streven van WTO-leden was om december jl. tijdens de twaalfde ministeriële bijeenkomst een akkoord af te sluiten. Ondanks de uitgestelde ministeriele conferentie heeft DG WTO Ngozi Okonjo-Iweala de WTO-leden opgeroepen om onverminderd in te zetten op het bereiken van een akkoord in 2022 en onderhandelingen daartoe in Geneve voort te zetten. Deze onderhandelingen zijn gaande. Op verschillende onderwerpen liggen de standpunten van WTO-leden nog ver uit elkaar.

B. Plurilaterale handelsakkoorden

Milieugoederenakkoord (Environmental Goods Agreement (EGA)):

Sinds juli 2014 onderhandelen achttien partijen, waaronder de EU, over een milieugoederenakkoord. Dit beoogde akkoord richt zich op de vrijmaking van de handel in goederen die bijdragen aan milieu en klimaatdoelstellingen. Hiertoe onderhandelen deelnemende partijen over een lijst van «groene goederen». Eveneens wordt getracht de aan deze producten gekoppelde diensten op termijn te liberaliseren. De Europese Commissie onderhandelt op basis van het mandaat vastgesteld door de Raad in 2014. Inmiddels hebben 18 onderhandelingsrondes plaatsgevonden en zijn mogelijke hoofdlijnen van een akkoord (zogenoemde «landing zones») geïdentificeerd. Partijen hebben gepoogd de onderhandelingen in 2016 af te ronden, maar zijn daar niet in geslaagd. Hierop zijn de onderhandelingen stilgelegd. Het is onduidelijk wanneer deze onderhandelingen worden hervat, ook gezien het veranderde internationale krachtenveld sinds 2016. In december 2021 heeft de EU samen met andere WTO-leden een verklaring inzake handel en milieu ondertekend7. In lijn met deze verklaring zal de Europese Commissie namens de EU inzetten op het verder brengen van de discussie over handel in groene klimaatgoederen, en -diensten. Ondertekenaars van de verklaring werken aan de opvolging hiervan in informele werkgroepen.

Verdrag over de handel in diensten (Trade in Services Agreement (TiSA):

Het Trade in Services Agreement (TiSA) is een plurilateraal handelsakkoord over de handel in diensten waarover de EU tot december 2016 met 22 WTO-leden onderhandelde, op basis van een mandaat van de Raad uit maart 2013.8 Het doel van het akkoord is onder meer om afspraken te maken over internationale e-commerce, datastromen, telecommunicatie, transport, kennismigratie en betere regelgeving. Van 2 tot en met 10 november 2016 heeft de 21e onderhandelingsronde plaatsgevonden. De Europese Commissie heeft een verslag van deze ronde op haar website gepubliceerd.9 Sindsdien zijn er in verband met het veranderde internationaal krachtenveld geen onderhandelingen meer geweest. Het is onbekend wanneer deze onderhandelingen worden hervat.

Onderhandelingen over elektronische handel (e-commerce):

In december 2017 hebben 71 WTO-leden, waaronder de EU, de VS, Japan en China, en marge van de 11eMinisteriële Conferentie van de WTO een gezamenlijke verklaring gepubliceerd die als startschot diende voor verkennende gesprekken ten behoeve van toekomstige onderhandelingen over e-commerce. Het doel van het akkoord is afspraken maken over onderwerpen die e-commerce betreffen, zoals erkenning van elektronische handtekeningen, consumentenbescherming, bescherming van persoonsgegevens en privacy en grensoverschrijdende datastromen. In januari 2019 hebben 76 leden van de WTO, waaronder de eerdergenoemde leden, in een gezamenlijk Joint Statement Initiative (JSI) te Davos besloten onderhandelingen te starten over de aan handel gerelateerde aspecten van e-commerce. Ondertussen is het aantal deelnemers gestegen tot 86.

De onderhandelingen vinden voor de EU plaats op basis van het mandaat voor de Doha Ontwikkelingsagenda, aangevuld met de onderhandelingsrichtsnoeren die in mei 2019 door de Raad zijn vastgelegd.10 Door COVID-19 is een aantal rondes geannuleerd, maar vanaf juni 2020 zijn deze weer aangevangen in hybride vorm. Naast de plenaire vergaderingen vinden op een tiental onderwerpen bijeenkomsten in kleiner verband plaats om de teksten verder te stroomlijnen. Inmiddels is op technisch niveau overeenstemming bereikt over een tekst over spam (ongewenste elektronische post), e-signature (elektronische handtekening), e-contracts (elektronische contracten), consumentenbescherming, open government data en paperless trade. Op 14 december 2021 hebben de Ministers van de landen die de onderhandelingen voorzitten, te weten Japan, Australië en Singapore, een verklaring uitgebracht waarin ze aangeven te streven naar afronding van zoveel mogelijk onderwerpen voor het eind van 2022.

C. Bilaterale handelsakkoorden

C.1 Afrika:

In 2002 zijn onderhandelingen gestart met landen in Afrika, de Cariben en de Stille Oceaan (ACS-landen) over een Economisch Partnerschapsakkoord (EPA). De landen zijn verdeeld in zeven regio’s, waarvan er vijf in Afrika liggen, één in de Cariben en één in de Stille Oceaan. Nog niet alle EPA’s zijn volledig in werking; in de tussentijd heeft de EU (interim-)EPA’s gesloten met afzonderlijke landen (Kameroen, Ivoorkust, Ghana)11.

Economisch Partnerschap Centraal Afrika (Centraal Afrika-EU EPA):

In deze regio is de EPA alleen getekend door Kameroen. Met dat land vindt overleg plaats over een mogelijke verdieping van de overeenkomst. De laatste onderhandelingsronde vond in april 2021 plaats en ging o.a. over oorsprongsregels. Verwachting is dit jaar een akkoord wordt bereikt met kameroen over de oorsprongsregels. Onderhandelingen met andere landen in Centraal-Afrika verlopen moeizaam. Congo komt in aanmerking voor preferenties onder het Algemeen Preferentieel Stelsel. Sinds 1 januari 2014 komt Gabon daar niet meer voor in aanmerking. De overige landen van deze regio vallen onder de «minst ontwikkelde landen» en genieten daarom rechten- en quota-vrije toegang tot de EU-markt onder het zogenoemde «Everything but Arms» schema.

Economisch Partnerschap Westelijk Afrika (ECOWAS-EU EPA):

Eind 2014 is een akkoord bereikt over een EPA met de zestien landen in de Westelijk Afrikaanse regio (verenigd in de Economic Community of West African States, ECOWAS). Van hen hebben dertien landen het akkoord direct getekend. In 2018 hebben ook Gambia en Mauritanië getekend, waarmee Nigeria het enige land in West-Afrika is dat de EPA nog niet ondertekend heeft. Het akkoord komt in aanmerking voor voorlopige toepassing wanneer alle ECOWAS-lidstaten het akkoord ondertekend hebben en minimaal twee derde van de ECOWAS-lidstaten het akkoord hebben geratificeerd. In de tussentijd zijn in 2016 interim-EPA’s met Ghana en Ivoorkust tot stand gekomen. Beide worden voorlopig toegepast. Vorig jaar is een dialoog gestart met beide landen voor duurzame cacao; het Sustainable Cocoa Initiative. Het Initiative heeft drie doelen; het inkomen van cacaoboeren op duurzame wijze verbeteren, kinderarbeid in de cacaosector elimineren en ontbossing tegen gaan.

Economisch Partnerschap Oostelijk Afrika (EAC-EU EPA):

Eind 2014 is een akkoord bereikt met de vijf landen in de Oostelijk Afrikaanse regio (de East African Community, EAC) over een EPA. Op 1 september 2016 tekenden Kenia en Rwanda de overeenkomst. Ook alle EU-lidstaten en de EU hebben de overeenkomst getekend. De EAC-EPA treedt pas in werking als alle EAC-landen het verdrag hebben ondertekend en geratificeerd. Op de EAC-Top van 20 mei 2017 is de EU ingegaan op zorgpunten van enkele EAC-leden. Op de EAC-Top van 1 februari 2019 werd afgesproken om binnen vier maanden meer helderheid te krijgen over deze zorgpunten en de EU bood ook technische assistentie aan, maar voortgang is sindsdien uitgebleven.12 Tijdens de AU-top van 28 februari 2021 riep Kenia op individuele onderhandelingen met de EU te beginnen in afwachting van de inwerkingtreding van de regionale overeenkomst. De EU bevestigde overleg te kunnen starten met de landen die daartoe bereid zijn. De Europese Commissie en Kenia onderzoeken de mogelijkheden voor het sluiten van een interim EU-Kenia EPA.

Economisch Partnerschap Oostelijk en Zuidelijk Afrika (ESA-EU EPA):

Sinds 2012 is voor Madagaskar, Mauritius, de Seychellen en Zimbabwe een EPA van kracht. In januari 2019 kwamen partijen overeen om de overeenkomst te verdiepen. De eerste onderhandelingen hierover gingen van start in oktober 2019. Inmiddels hebben zes onderhandelingsrondes plaatsgevonden, de zevende onderhandelingsronde staat gepland voor 30 mei–3 juni 2022. Er is met name voortgang geboekt op oorsprongsregels, technische handelsbarrières, douane, handelsfacilitatie, voedselveiligheid en landbouw en verkennend gesproken over diensten, investeringen. De afspraken over duurzame ontwikkeling zijn uitgesteld tot na Trade Policy Review van de Europese Commissie. De ambitie is te komen tot een veelomvattend modern akkoord met betrokkenheid van de «civil society» en de parlementen.

Economisch Partnerschap Zuidelijk Afrika (SADC-EU EPA):

In juni 2016 kwam een akkoord tot stand met zes landen in de Zuidelijk Afrikaanse regio: Botswana, Lesotho, Mozambique, Namibië, Zuid-Afrika en Eswatini (voorheen Swaziland). Angola heeft formeel haar «accession negotiation letter» ingediend en de toetredingsprocedure is in gang gezet. De SADC-EPA (Southern African Development Community) wordt sinds 10 oktober 2016 voorlopig toegepast. Toen ook Mozambique vanaf februari 2018 de EPA toepaste, werd dit de eerste volledig operationele regionale EPA in Afrika. De zes andere landen in de SADC-regio (te weten: de Democratische Republiek Congo, Madagaskar, Malawi, Mauritius, Zambia en Zimbabwe), maken deel uit van andere regionale groepen waarmee de EU samenwerkt, te weten Centraal Afrika, respectievelijk Oostelijk en Zuidelijk Afrika. Zeven onderhandelingsrondes hebben inmiddels plaatsgevonden. De onderhandelingen verlopen moeizaam. De voorbereidingen voor de review van de EPA zijn in oktober gestart. De betrokkenheid van maatschappelijk middenveld in het monitoren van de EPA stuit op weerstand van de zijde van SADC. Verder houdt Zuid Afrika toetreding van Angola tot de EPA tegen.

Egypte (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

In 2004 trad een associatieakkoord tussen de EU en Egypte in werking. Dit heeft vrijhandel van goederen bewerkstelligd door de afschaffing van invoerrechten voor industriële producten en omvat diverse concessies voor landbouwproducten. In 2010 trad additioneel een akkoord in werking met betrekking tot landbouw en visserij. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. Een dialoog daarover is gestart in juni 2013, maar er is nog geen zicht op opening van de onderhandelingen.

Marokko (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

Het associatieakkoord tussen de EU en Marokko is in werking getreden in maart 2000. Het akkoord heeft geleid tot de geleidelijke afbouw van invoerrechten voor industriële producten en liberalisatie voor landbouw- en visserijproducten. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. De onderhandelingen daarover zijn in april 2013 van start gegaan. Sinds de vierde ronde in april 2014 liggen de onderhandelingen stil. Marokko wenste meer tijd voor interne afstemming. Tijdens de EU-Marokko Associatieraad in juni 2019 is nog gesproken over hervatting van de onderhandelingen.13 Deze hervatting is nog niet gepland of verder besproken.

Tunesië (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

Het associatieakkoord tussen de EU en Tunesië is in 1998 in werking getreden. In 2008 zijn de douanerechten voor industrieproducten volledig afgeschaft. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. De EU-tekstvoorstellen en verslagen van de onderhandelingsrondes zijn online beschikbaar.14 De vierde onderhandelingsronde vond plaats van 29 april tot en met 3 mei 2019 in Tunis. Het verslag van deze onderhandelingsronde is ook online beschikbaar.15 Er is nog geen datum bekend voor de vijfde onderhandelingsronde.

C.2 Azië:
ASEAN (Association of Southeast Asian Nations):

In 2007 zijn de onderhandelingen gestart tussen de EU en de Association of Southeast Asian Nations (ASEAN)16 om tot een regionaal handelsakkoord te komen. De basis hiervoor is het ASEAN-mandaat uit 2007. Na zeven onderhandelingsrondes hebben de EU-lidstaten in 2009 besloten om de onderhandelingen te vervolgen op het niveau van bilaterale handelsakkoorden met ASEAN-landen. Deze handelsakkoorden kunnen als bouwstenen dienen om later alsnog tot een regionaal handelsakkoord te komen. Op 1 december 2020 vond de 23e ASEAN-EU ministeriële ontmoeting (virtueel) plaats, waar ASEAN en de EU hun betrekkingen verdiepten door een strategisch partnerschap te sluiten. Ook op de Joint Cooperation Comité virtuele vergadering van 28 maart 2021 herbevestigden ASEAN en de EU hun intenties om uiteindelijk tot een regionaal handelsakkoord te komen. Tijdens deze vergadering werd ook de samenwerking besproken op het gebied van klimaat en duurzaamheid, zoals met betrekking tot bosbehoud, duurzame landbouw en visserij. ASEAN-lidstaten (AMS) en de Commissaris van Handel van de Europese Unie (EU) vergaderden virtueel op 14 september 2021. Er werd afgesproken verder te werken aan de ontwikkeling van parameters voor een toekomstig ASEAN-EU-handelsakkoord.

China (EU-China Investment Agreement):

Op 30 december 2020 kondigden de EU en China aan een principeovereenkomst te hebben bereikt over het EU-China Comprehensive Agreement on Investment (CAI). De Kamer is hierover geïnformeerd per brief17. De onderhandelingen over het CAI waren gaande sinds 2013. De conceptteksten evenals de conceptversies van annexen zijn online gepubliceerd18. Deze teksten moeten nog juridisch opgeschoond en vertaald worden. Op basis van de tekst van de principeovereenkomst lijkt er sprake van een EU-only overeenkomst. Zoals vermeld in de beantwoording op Kamervragen over het CAI (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2269), kan het kabinet pas een volledige analyse van het akkoord maken als een definitieve tekst beschikbaar komt inclusief alle bijlagen19.

In mei 2021 heeft de Commissie bij monde van EVP Dombrovskis aangegeven dat de goedkeuringsprocedure van het EU-China Comprehensive Agreement on Investment (CAI) wordt stilgelegd. Dit was in reactie op de Chinese sancties op Europese politici. Tevens heeft het EP uitgesloten het CAI te bespreken zolang de sancties van kracht zijn. De grote zorgen die NL al eerder had over de link tussen handel en mensenrechten in de EU-China relatie lijken daarmee binnen de EU meer tractie te hebben gekregen. Een formele kabinetspositie over het CAI zal pas aan de orde zijn als alle definitieve teksten zijn ontvangen. Voor Nederland geldt daarbij dat de mensenrechtensituatie in China zwaar weegt, waarbij in het bijzonder verbetering van de situatie t.a.v. dwangarbeid noodzakelijk is. NL zal aandacht blijven vragen voor de wisselwerking tussen handel en mensenrechten in de EU-China relatie.

Filipijnen (EU-Philippines Free Trade Agreement):

In december 2015 zijn de onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en de Filipijnen aangekondigd. De Raad heeft eind 2015 ingestemd met een voorzitterschapsnotitie voor de start van de onderhandelingen. Deze notitie vormt een aanvulling op het mandaat van de Raad aan de Europese Commissie voor de onderhandelingen over een regionaal handelsakkoord met de ASEAN- regio uit 2007. De tweede onderhandelingsronde vond plaats van 13 tot en met 17 februari 2017. De Europese Commissie heeft het verslag van deze ronde op haar website gepubliceerd.20 Op dit moment is geen volgende onderhandelingsronde gepland.

India (India-EU Free Trade Agreement):

De EU en India onderhandelen sinds 2007 over een handels- en investeringsakkoord. Sinds de zomer van 2013 lagen de onderhandelingen stil. Na verschillende pogingen om de EU-India Free Trade Agreement onderhandelingen te heropenen, is in juni 2018 besloten de onderhandelingen voorlopig niet te herstarten wegens een blijvend gebrek aan een gelijk ambitieniveau. Sindsdien heeft de Commissie de strategische dialoog met India voortgezet om de onderhandelingen in de toekomst te kunnen heropenen en de mogelijkheden bekeken om te komen tot een separaat investeringsakkoord. Tijdens de EU-India Top op 8 mei 2021 is besloten de onderhandelingen over een gebalanceerd, ambitieus, alomvattend en wederzijds voordelig handelsakkoord te hervatten. Tevens is afgesproken om de onderhandelingen over een separaat investeringsakkoord op te starten alsook over een separaat akkoord inzake de bescherming van geografische indicaties. Zowel India als de Europese Commissie hebben inmiddels een hoofdonderhandelaar aangesteld en een eerste ronde ter hervatting van de onderhandelingen is voorzien in juni 2022. Op 25 april 2022 kondigden de voorzitter van de Europese Commissie Von der Leyen en de Indiase premier Modi aan om een Trade en Technology Council te starten om de nexus tussen handel, technologie en veiligheid te bespreken. Over de invulling hiervan heeft de Commissie nog geen voorstel gedaan.

Indonesië (Indonesia-EU Comprehensive Economic Partnership Agreement (CEPA):

De Raad heeft op 18 juli 2016 ingestemd met een voorzitterschapsnotitie voor de start van de onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en Indonesië. Deze notitie vormt een aanvulling op het bestaande ASEAN-mandaat uit 2007. Van 15 tot 26 juni 2020 vond de onderhandelingsronde via videoconferentie plaats. Het verslag van deze digitale ronde is te vinden op de website van de Europese Commissie.21 Tijdens deze ronde hebben de EU en Indonesië onder andere voortgang geboekt op het gebied van regels van oorsprong en technische handelsbelemmeringen. Op andere onderwerpen, zoals handel in goederen en handel en duurzame ontwikkeling is weinig voortgang geboekt. Ook is nog geen markttoegangsaanbod op het gebied van overheidsopdrachten uitgewisseld. In de digitale ronde van 22–26 februari 2021 zijn er, zoals verwacht door de CIE, geen doorbraken geboekt. Op traditionele handelsonderdelen is 80% afgerond, maar er is weinig voortgang ten aanzien van meer moderne handelshoofdstukken zoals TSD, subsidies en overheidsaanbestedingen.22 De laatste ronde heeft plaatsgevonden van 8 tot 12 november 2021. Er zijn geen grote doorbraken geweest in essentiële openstaande punten. Het SPS hoofdstuk is overeengekomen en technische gezien afgesloten. De volgende ronde is nog niet gepland.

Jordanië (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

In 2002 is een associatieakkoord tussen de EU en Jordanië in werking getreden. Afschaffing van de invoertarieven is na een transitieperiode van twaalf jaar gerealiseerd. In 2007 trad een aanvullend akkoord in werking voor liberalisatie van handel in landbouwproducten. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. Er is voorlopig geen eerste onderhandelingsronde gepland.

Kirgizië (Enhanced Partnership and Cooperation Agreement (ECPA)):

De samenwerking tussen de EU en Kirgizië is vastgelegd in een Partnership and Cooperation Agreement (PCA), die in 1999 in werking is getreden. Deze samenwerking omvat drie pilaren: een politieke dialoog, economische samenwerking (inclusief ontwikkelingshulp vanuit de EU) en samenwerking op een aantal concrete beleidsterreinen, zoals technologie en cultuur. Daarnaast heeft Kirgizië preferentiële markttoegang tot de EU op grond van het «APS+»-stelsel (Algemeen Preferentieel Stelsel). Op 2 juni 2017 heeft de Commissie een aanbeveling aan de Raad gedaan voor het openen van de onderhandelingen voor het moderniseren van het PCA, inclusief een voorstel voor een mandaat. Hierin stelt de Commissie voor om de samenwerking op alle drie de pijlers te verdiepen. De Raad heeft het onderhandelingsmandaat op 9 oktober 2017 goedgekeurd. Onderhandelingen over het handelsdeel zijn op 28 februari 2018 van start gegaan. Ten aanzien van handel zijn de onderhandelingsteksten gemodelleerd op het recent aangepaste akkoord met Kazachstan.23 Er is geen sprake van tariefliberalisatie, omdat daarover alleen met de Euraziatische douane-unie als geheel onderhandeld kan worden. De zevende en laatste onderhandelingsronde vond plaats van 6 tot en met 8 juni 2019. Tijdens de EU-Centraal-Azië Ministeriële bijeenkomst hebben de EU en Kirgizië het politieke akkoord geparafeerd. Momenteel wordt het akkoord juridisch opgeschoond en vertaald.

Maleisië (Malaysia-EU FTA (MEUFTA)):

Onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en Maleisië zijn in oktober 2010 begonnen. Het ASEAN-mandaat uit 2007 lag hieraan ten grondslag. De zevende, en tot nu toe laatste ronde, vond plaats in april 2012. Op dit moment is nog geen zicht op hervatting van de onderhandelingen.

Myanmar (EU-Myanmar Investment Protection Agreement):

In maart 2014 heeft de Raad een mandaat aan de Europese Commissie verleend en zijn de onderhandelingen tussen de EU en Myanmar over een investeringsbeschermingsakkoord begonnen. Het doel van de bilaterale investeringsovereenkomst met de EU is om investeringen te bevorderen ten behoeve van de sociaaleconomische ontwikkeling van Myanmar. Het akkoord zal hoofdstukken bevatten over transparantie, duurzame ontwikkeling, investeringsbescherming en geschillenbeslechting. Op 26 en 27 april 2017 hebben technische besprekingen plaatsgevonden.24 Er staat geen nadere onderhandelingsronde gepland.

Oezbekistan (Enhanced Partnership Cooperation Agreement):

De samenwerking tussen de EU en Oezbekistan is vastgelegd in een Partnership and Cooperation Agreement (PCA), dat in 1999 in werking is getreden. Daarnaast heeft Oezbekistan sinds 10 april 2021 preferentiële markttoegang tot de EU op grond van het «APS+»-stelsel (Algemeen Preferentieel Stelsel). De EU en Oezbekistan onderhandelen over een overeenkomst ter modernisering en vervanging van het Partnership and Cooperation Agreement (PCA) op basis van het mandaat dat de Raad op 16 juli 2018 heeft aangenomen. Op 23 november 2018 lanceerden de EU en Oezbekistan de onderhandelingen van het Enhanced Partnership Cooperation Agreement formeel en marge van de EU-Centraal-Azië Ministeriële bijeenkomst. De meest recente en negende onderhandelingsronde van het handelsgedeelte vond plaats van 27 september – 1 oktober 2021.

Singapore (European Union-Singapore Free Trade Agreement (EUSFTA)):

De EU-Singapore akkoorden zijn op 19 oktober 2018 ondertekend. Het gaat om een handelsakkoord en een investeringsakkoord. De akkoorden vormen een belangrijke kans voor het bedrijfsleven en zullen tevens een positieve impuls geven aan de bilaterale relatie tussen de EU en Singapore. Singapore heeft, net als Nederland, een bijzonder open economie. Singapore behoort tot de twintig belangrijkste exportmarkten van Nederland. Het handelsakkoord is op 21 november 2019 in werking getreden. Bij de viering van het 1-jarig bestaan van het verdrag tekenden de EU en Singapore een samenwerkingsovereenkomst «Administrative arrangement on cluster cooperation», een instrument voor het benutten van de voordelen van EUSFTA door middel van regelmatige uitwisselingen en business matchmaking voor Singaporese en Europese bedrijven. Het investeringsakkoord bevat alle vernieuwende elementen van de EU-inzet voor investeringsbescherming. Het EU-investeringsakkoord met Singapore zal het bestaande investeringsakkoord tussen Nederland en Singapore vervangen. Het Europees Parlement heeft het EU-handelsakkoord en het EU-investeringsakkoord op 13 februari 2019 goedgekeurd. Het investeringsakkoord is een gemengd akkoord en kan pas in werking treden nadat het is geratificeerd door alle EU-lidstaten. In Nederland is de goedkeuring van het investeringsakkoord in voorbereiding.

Syrië (Euro-Mediterranean Agreement Establishing an Association):

De bilaterale relatie is geregeld in een Samenwerkingsovereenkomst uit 1977, die in 1978 in werking trad. Onderhandelingen over een associatieakkoord zijn afgerond in 2004, maar ondertekening is uitgebleven als gevolg van de interne politieke situatie in Syrië. Tevens heeft de EU in 2011 besloten handelsrestricties in te stellen in reactie op de gewelddadige onderdrukking door het Syrische regime van vreedzame demonstraties. Deze sancties zijn sindsdien regelmatig aangepast en uitgebreid.

Thailand (EU-Thailand Free Trade Agreement):

In februari 2013 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Thailand gestart. Het ASEAN-mandaat uit 2007 vormt hiervoor de basis. De vierde onderhandelingsronde vond plaats van 8 tot en met 10 april 2014. Na de militaire coup in mei 2014 zijn de onderhandelingen stilgelegd. Conform de Raadsconclusies van 2017 zouden de onderhandelingen slechts worden heropend op het moment dat er een democratisch gekozen regering aan de macht is. Op 24 maart 2019 zijn er in Thailand democratische verkiezingen gehouden. Naar aanleiding hiervan stelde de Raad in haar conclusies van 14 oktober 201925 dat de nodige stappen moeten worden gezet om de onderhandelingen over een ambitieus en alomvattend handelsakkoord te hervatten. Nederland heeft tijdens de RBZ/Handel in november 2019 gesteld dat de EU zou moeten overwegen opnieuw naar de onderhandelingsinzet te kijken. Het is nog niet bekend of en wanneer de onderhandelingen met Thailand daadwerkelijk hervat zullen worden.

Vietnam (EU-Vietnam Investment Protection Agreement):

Per 1 augustus 2020 is het EU-Vietnam handelsakkoord in werking getreden. Daarnaast is op 30 juni 2019 een investeringsakkoord tussen de EU en Vietnam ondertekend. Dit verdrag is op 12 februari 2020 door het Europees Parlement goedgekeurd. Alvorens het investeringsakkoord in werking kan treden, dient het door de nationale parlementen van de EU-lidstaten te worden goedgekeurd. In Nederland is de goedkeuring van het investeringsakkoord in voorbereiding. Het investeringsakkoord lijkt sterk op het investeringsakkoord van het EU-Singapore akkoord. Dit betekent dat het investeringsakkoord de gemoderniseerde EU-inzet voor investeringsbescherming bevat, zoals het Investment Court System.

C.3 Europa:
Andorra, Monaco en San Marino (gezamenlijk Association Agreement):

De huidige relatie tussen de EU en de drie micro-staten Andorra, Monaco en San Marino is gebaseerd op een groot aantal afzonderlijke akkoorden. Sinds 8 maart 2015 wordt er onderhandeld om deze afzonderlijke akkoorden te integreren in één associatieakkoord. De Raad heeft hiervoor op 4 december 2014 het mandaat verleend. Het doel is een significante verlaging van de handelsbarrières voor ondernemers uit Andorra, Monaco en San Marino, vergelijkbaar met de markttoegang voor EER-staten Noorwegen, IJsland en Liechtenstein. De onderhandelingen bevinden zich momenteel in de finale fase. Nederland is voorstander van een zo goed mogelijke integratie van Andorra, Monaco en San Marino in de Europese interne markt door middel van één gezamenlijk associatieakkoord voor de drie micro-staten. Nederland wenst dat het aantal uitzonderingsbepalingen voor het vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal zo veel als mogelijk wordt beperkt, en door de micro-staten grondig wordt onderbouwd.

Armenië (Comprehensive and Enhanced Partnership Agreement (CEPA)):

Per 1 juni 2018 is de Comprehensive and Enhanced Partnership Agreement (CEPA) voorlopig in werking getreden. Op 26 februari 2017 bereikten de Europese Commissie en Armenië overeenstemming over dit akkoord. Op 24 november 2017 is het akkoord door beide partijen ondertekend. Per 1 maart 2021 is het CEPA volledig in werking getreden na ratificatie door alle partijen. Deze CEPA vervangt het in 1999 in werking getreden Partnership and Cooperation Agreement. Armenië en de EU hadden als onderdeel van een associatieakkoord in 2013 reeds de onderhandelingen over een Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA) afgerond. Dit akkoord is nooit in werking getreden, vanwege het feit dat Armenië lid werd van de Euraziatische Economische Unie (de douane-unie van Rusland, Kazachstan, Armenië, Kirgizië en Wit-Rusland). Deze afspraken zijn onverenigbaar met de preferentiële markttoegang voor goederen tot de Europese markt die volgt uit het DCFTA. In de Kaderovereenkomst hebben de EU en Armenië geprobeerd op de overige terreinen zo veel mogelijk afspraken uit het DCFTA in stand te houden.

Azerbeidzjan (Comprehensive Agreement):

De huidige relatie tussen de EU en Azerbeidzjan is gebaseerd op een Partnership and Cooperation Agreement (PCA) uit 1996. Dit akkoord is in 1999 in werking getreden. Op 14 november 2016 heeft de Raad de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger het mandaat gegeven voor het voeren van de onderhandelingen voor een breed akkoord, ter vervanging van het PCA. De onderhandelingen zijn gestart op 7 februari 2017. De zevende onderhandelingsronde over het handelsgedeelte van een nieuw akkoord vond plaats van 23 tot en met 25 april 2019 in Baku. De onderhandelingen vertraging opgelopen en sinds juli 2021 wordt gepoogd een nieuwe onderhandelingsronde te organiseren. Streven is dat de volgende ronde zal plaatsvinden wanneer voortgang is geboekt in technische discussies.

Gibraltar (uitvloeisel Handels- en Samenwerkingsovereenkomst EU-VK)

In het akkoord met het VK is slechts opgenomen dat over de verhouding EU-Gibraltar nadere afspraken dienden te worden gemaakt. Deze beoogde EU-VK-overeenkomst inzake Gibraltar heeft als doel fysieke grensinfrastructuur en controles voor personen- en goederencontroles op de grens tussen Spanje en Gibraltar overbodig te maken, aangevuld met afspraken o.g.v. transport, milieu & klimaat, sociale zekerheidscoördinatie en burgerrechten die noodzakelijk zijn om bij te dragen aan gedeelde welvaart in de regio. Ook voorziet het mandaat in het opnemen van vrijwaringsmaatregelen om de veiligheid van het Schengengebied te waarborgen. Deze maatregelen zien onder meer op migratie- en veiligheidsvlak.Uw Kamer heeft een BNC fiche26 ontvangen, de onderhandelingen lopen momenteel.

Rusland (verdieping van het Partnership and Cooperation Agreement (PCA)):

In 1997 is het Partnership and Cooperation Agreement (PCA) tussen de EU en Rusland in werking getreden. In 2008 waren onderhandelingen begonnen over modernisering en uitbreiding van het PCA op basis van een mandaat van de Raad. Per besluit van de Raad zijn deze onderhandelingen sinds 2014 opgeschort. De reden hiervoor was de annexatie van de Krim door Rusland, alsook het conflict in Oost-Oekraïne. In reactie op de Russische invasie van Oekraïne heeft de EU aanvullende sancties ingevoerd die de handel met Rusland verder beperken.

Turkije (Modernised Customs Union):

Sinds 1995 vormen de EU en Turkije gezamenlijk een douane-unie. Op 23 december 2016 heeft de Europese Commissie een aanbeveling voor een mandaat gedaan aan de Raad om de douane-unie te moderniseren. Tevens wenst de Commissie de douane-unie uit te breiden met afspraken op het gebied van landbouw, handel in diensten en overheidsaanbestedingen.

De ER herhaalde in juni 2021, in lijn met zijn conclusies van maart, dat indien Turkije zich constructief blijft opstellen, de Europese Unie bereid is om op een gefaseerde, proportionele en omkeerbare wijze de samenwerking met Turkije op een aantal gebieden te intensiveren. In dat verband constateerde de ER dat op technisch niveau een begin was gemaakt met het werk aan een mandaat voor de eventuele modernisering van de douane-unie. De ER onderstreepte dat aanvullende guidance van de Europese Raad nodig is voordat de Raad een dergelijk mandaat mag aannemen. De ER benadrukte eveneens dat Turkije de implementatie van de douane-unie moet verbeteren.

Mede op Nederlands aandringen herhaalde de ER dat een dialoog over mensenrechten en de rechtsstaat een integraal onderdeel van de betrekkingen tussen de EU en Turkije blijft.

Zwitserland (Institutional Framework Agreement):

Het kader voor de betrekkingen tussen de EU en Zwitserland wordt momenteel gevormd door meer dan 130 afzonderlijke bilaterale akkoorden die over de afgelopen decennia zijn afgesloten. De EU en ZWI hebben de afgelopen zeven jaar onderhandeld over een Institutional Framework Agreement (IFA) ter modernisering cq. vervanging van deze akkoorden. Zwitserland heeft op 26 mei 2021 unilateraal het besluit genomen tot beëindiging van deze onderhandelingen. Deze beslissing heeft het Zwitserse binnenlandse debat over de betrekkingen tussen de EU en Zwitserland verdiept. Door het afbreken van de onderhandelingen door ZWI wordt momenteel niet over nieuwe bilaterale akkoorden onderhandeld, en zullen lopende akkoorden niet verlengd worden. De EU en Zwitserland zijn belangrijke partners, zowel politiek als economisch. De EU blijft vastbesloten om de betrekkingen tussen de EU en Zwitserland goed te laten werken, deze te consolideren en verder te ontwikkelen. Zo zijn gesprekken met ZWI inmiddels weer gestart. De posities m.b.t. gevoeligheden zoals het vrije verkeer van personen, zijn onveranderd.

C.4 Noord- en Midden-Amerika:
Canada (Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA)):

Nederland heeft net als Canada, de EU en de andere EU-lidstaten het EU-handelsakkoord met Canada (CETA) in 2016 ondertekend. Op 15 februari 2017 heeft het Europees Parlement het akkoord goedgekeurd. De handelsafspraken in het akkoord worden sinds 21 september 2017 voorlopig toegepast. Daarnaast zijn de goedkeuringsprocessen in de EU-lidstaten opgestart. De Nederlandse CETA-goedkeuringswet is op 5 maart 2019 naar de Tweede Kamer gestuurd. In de loop van 2019 hebben een schriftelijke vragenronde, twee technische briefings en een rondetafelgesprek over CETA plaatsgevonden. De Tweede Kamer heeft vervolgens op 12 en 13 februari 2020 over CETA gedebatteerd en voor dit verdrag gestemd. De Eerste Kamer behandelt momenteel de goedkeuringswet. In de loop van 2020 hebben twee schriftelijke vragenrondes en twee expertbijeenkomsten plaatsgevonden. Op 17 mei 2022 heeft de Eerste Kamer aangegeven nog een schriftelijke vragenronde plaats te laten vinden alvorens het debat gepland wordt. CETA treedt volledig in werking na ratificatie door Canada, de EU en de EU-lidstaten.

Economisch Partnerschap met de landen in de Cariben (CARIFORUM-EU EPA):

In 2008 zijn de onderhandelingen over de CARIFORUM-EU EPA afgerond, waarna de goedkeuringsprocedures zijn gestart en de EPA voorlopig wordt toegepast. Nederland heeft het akkoord in 2013 geratificeerd. De EPA treedt definitief in werking wanneer alle partijen hebben geratificeerd. Aan implementatie van het akkoord wordt gestaag gewerkt. Op 27 en 28 november 2019 vond de negende bijeenkomst plaats van het Comité Handel en Ontwikkeling. De volgende bijeenkomst van de gezamenlijke CARIFORUM-EU Raad was voorzien in de eerste helft van 2020, maar heeft nog niet plaatsgevonden. Het evaluatie rapport van CARIFORUM werd 21 januari jl. gepubliceerd en beslaat de periode 2008–201827. Om de voordelen van de EPA beter te benutten beveelt het rapport o.a. aan de transparantie en de bewustwording te verbeteren, een gunstiger ondernemingsklimaat te bevorderen en de capaciteit van de overheid te versterken in de CARIFORUM-landen.

Mexico (modernisering EU-Mexico Global Agreement):

Op 23 mei 2016 heeft de Raad het onderhandelingsmandaat ten behoeve van de modernisering van het bestaande EU-Mexico Global Agreement uit 1997, dat sinds 2000 in werking is, goedgekeurd. Op 28 april 2020 is er een politiek akkoord bereikt tussen de Europese Commissie en Mexico. Naar verwachting zal de Commissie dit jaar het akkoord ter besluitvorming voorleggen aan de Raad. Het kabinet zal dan een standpunt innemen over de vorm en inhoud van het akkoord zoals aangeboden door de Europese Commissie aan de Raad. Het handels- en investeringsdeel van de Global Agreement zet in op 97% liberalisering van de handel in goederen. Voor Nederland is van belang het wegnemen van onnodige belemmeringen, zoals niet-tarifaire obstakels, het openstellen van aanbestedings-procedures op subfederaal niveau en de afspraken voor vergrote markttoegang voor landbouw-producten, zoals zuivel, pluimvee, varkens, eierproducten, aardappelen, bloembollen en granen.

Voor geschillenbeslechting is Mexico akkoord gegaan met het voorstel van de EU voor de oprichting van het Investment Court System. Ten opzichte van de bestaande EU-Mexico overeenkomst zijn nu ook anti-corruptiebepalingen en een hoofdstuk over duurzame ontwikkeling opgenomen. Ook zal voor het eerst het maatschappelijk middenveld een rol krijgen in de monitoring van het akkoord.

Verenigde Staten:

Op 15 april 2019 is een Raadsbesluit aangenomen waarmee twee mandaten aan de Europese Commissie zijn verleend voor onderhandelingen met de Verenigde Staten. Het gaat om (1) een mandaat voor onderhandelingen over een handelsakkoord beperkt tot tariefverlaging voor industriële goederen, inclusief visserij, en (2) een mandaat voor onderhandelingen over een akkoord met betrekking tot erkenning van elkaars conformiteitsbeoordeling.28 Er zijn geen ontwikkelingen geweest met betrekking tot de nieuwe twee mandaten. In het Raadsbesluit van 15 april 2019 is tevens het onderhandelingsmandaat voor de Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) als verouderd en niet meer relevant verklaard.

C.5 Oceanië:
Australië (EU-Australia Free Trade Agreement):

Het mandaat om te onderhandelen over een handelsakkoord tussen de EU en Australië is op 22 mei 2018 door de Raad vastgesteld.29 Er wordt onderhandeld over een handelsakkoord binnen de exclusieve competentie van de EU. Er is geen sprake van onderhandelingen over investeringsbescherming. Op 18 juni 2018 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Australië officieel begonnen. Meest recente en twaalfde onderhandelingsronde van een EU – AUS handelsakkoord vond plaats van 7–18 februari jl.30 . Dit was de eerste onderhandelings-ronde nadat deze ronde die in eerste instantie voorzien was voor oktober, was uitgesteld.

Nieuw-Zeeland (EU-New Zealand Free Trade Agreement):

Het mandaat om te onderhandelen over een handelsakkoord tussen de EU en Nieuw-Zeeland is op 22 mei 2018 door de Raad vastgesteld.31 Op 21 juni 2018 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Nieuw-Zeeland officieel begonnen. Er wordt onderhandeld over een handelsakkoord binnen de exclusieve competentie van de EU. Er is geen sprake van onderhandelingen over investeringsbescherming. De 12e ronde heeft van 14–25 maart plaatsgevonden32 . De onderhandelingen zijn in een vergevorderd stadium en eind mei zal een bijeenkomst op hoog niveau plaatsvinden.

Economisch Partnerschap met de landen in de Stille Oceaan (Pacific-EU EPA):

De onderhandelingen met de gehele Stille Oceaan regio over een regionale EPA zijn nog altijd gaande. Voor Papoea-Nieuw-Guinea, Fiji en Samoa is een interim-EPA van kracht. In oktober 2019 vond de zevende en laatste EU-Pacific EPA Trade Committee bijeenkomst plaats. Samoa, dat eind 2018 de status «minst ontwikkeld land» kwijtraakte, trad per 1 januari 2019 tot het akkoord toe, de Solomon-eilanden op 7 mei 2020. Inmiddels is ook de procedure gestart voor de toetreding van Tonga en Timor Leste tot deze interim-EPA.

C.6 Zuid-Amerika:
Chili (modernisering associatieakkoord):

Het associatieakkoord tussen de EU en Chili kwam in 2002 tot stand en is in 2005 in werking getreden. De EU en Chili besloten in 2013 de mogelijkheden te verkennen om onder andere het handelsgedeelte van het bestaande associatieakkoord te moderniseren. Om de toegevoegde waarde, de omvang en de ambitie te verkennen, werd in 2014 een gezamenlijke werkgroep opgericht. De Europese Commissie heeft in 2016 de stakeholders consultatie en het scoping paper afgerond. Op 13 november 2017 werd het onderhandelingsmandaat door de Raad goedgekeurd. Het mandaat is openbaar.33 De tiende onderhandelingsronde vond plaats van 15–29 mei 202134. November 2021 vonden besprekingen plaats op technisch niveau. De onderhandelaars zijn zeer ver gevorderd in het bereiken van overeenstemming over de teksten voor een gemoderniseerd handelsakkoord. Het is nog onbekend wanneer de Commissie de vertaalde en opgeschoonde teksten aan de Raad zal voorleggen ter besluitvorming.

Colombia, Peru en Ecuador (EU-Colombia/Peru/Ecuador Free Trade Agreement):

De onderhandelingen tussen de EU en de Andesgemeenschap (Bolivia, Colombia, Ecuador en Peru) over een associatieovereenkomst zijn in juni 2007 van start gegaan op basis van een mandaat uit april 2007. Deze onderhandelingen zijn in juni 2008 stilgelegd. In januari 2009 werden, op basis van een nieuw mandaat, onderhandelingen over een meerpartijen-overeenkomst hervat met Colombia, Ecuador en Peru. Bolivia bleef buiten deze onderhandelingen. Na vier rondes schorste Ecuador zijn deelname aan de besprekingen. De onderhandelingen werden met Colombia en Peru in mei 2010 succesvol afgesloten. Voorlopige toepassing geldt met Peru per maart 2013 en met Colombia per augustus 2013. Vanaf 2014 vonden tussen de EU en Ecuador onderhandelingen plaats over een protocol van toetreding. De onderhandelingen zijn op 17 juli 2014 afgerond. Per 1 januari 2017 wordt dit akkoord met Ecuador voorlopig toegepast. Het Koninkrijk der Nederlanden heeft het toetredingsprotocol op 27 juli 2019 (voor het Europese deel van het Koninkrijk) geratificeerd na afronding van de benodigde parlementaire goedkeuringsprocedure. Het protocol treedt in werking als alle partijen geratificeerd hebben. In oktober 2021 werd het ontwerpeindbericht van de ex-post evaluatie over de implementatie van het handelsverdrag gepubliceerd.35

Mercosur (Comprehensive Free Trade Agreement als onderdeel van Association Agreement):

In 2000 zijn de EU en Mercosur gestart met onderhandelingen over een associatieakkoord met als onderdeel daarvan een handelsakkoord.36 In 2004 werden de onderhandelingen stilgelegd en in 2010 zijn deze hervat. Tussen 2012 en 2015 lagen de onderhandelingen wederom stil. Op 11 mei 2016 hebben de EU en Mercosur markttoegangsaanbiedingen uitgewisseld en sindsdien hebben meerdere onderhandelingsrondes plaatsgevonden, waaronder in juni, juli en september 2018. Op 28 juni 2019 zijn de onderhandelaars tot een akkoord gekomen, waarbij een aantal voorlopige teksten door de Europese Commissie is gepubliceerd.37 De Commissie werkt momenteel aan de juridische opschoning en vertaling van de teksten. Wageningen Universiteit voerde een studie uit om de mogelijke effecten van het handelsakkoord voor Nederland, in het bijzonder op agrarische huishoudens, te evalueren. In januari 2021 werd het eindrapport aan de Tweede Kamer aangeboden (bijlage bij Kamerstuk 31 985, nr. 68). De Commissie heeft het Sustainability Impact Assessment, waarover ook het maatschappelijk middenveld in 2020 is geraadpleegd, in maart 2021 samen met een eigen positie paper gepubliceerd.38 Vanwege zorgen over de toename van ontbossing in met name Brazilië, heeft Handelscommissaris Dombrovskis met Mercosur-landen gesproken over mogelijke aanvullende bindende afspraken die EU-zorgen over het akkoord moeten wegnemen. De Commissie werkt aan sporen op milieu, klimaat en andere duurzaamheidsgebieden. Mercosur-landen staan hier in beginsel positief tegenover. De Kamer is hierover geïnformeerd (Kamerstuk 21 501–02, nr. 2328). Op 11 maart jl. verzocht de Commissie de lidstaten om inbreng aangaande de zorgen over ontbossing en mensenrechtenschendingen in Mercosur. Een document over de NL inbreng is op 28 oktober 2021 aan de Europese Commissie gestuurd en gedeeld met de Kamer.39 Kern van de voorstellen is dat effectief gebleken bestaand beleid t.a.v. het tegengaan van ontbossing in de regio onmiddellijk wordt uitgevoerd, veranderingen hierop worden teruggedraaid en dat de EU met Mercosur samen de problemen definieert en samen de oplossingen ervan meet, verifieert en bespreekt. NL benadrukt d.m.v. deze inbreng dat het meedenkt over mogelijke verbeteringen, zonder daarmee vooruit te lopen op een (standpunt over een) mogelijk EU-Mercosur handelsakkoord. NL heeft aangegeven daarover pas een standpunt in te nemen na aanbieding van alle documenten aan de Raad voor besluitvorming.

D. Bilaterale investeringsakkoorden

Ecuador:

Ecuador heeft de IBO (tot stand gekomen op 27-6-1999, in werking getreden op 1-7-2001) opgezegd in 2017. De IBO is op 1-7-2021 buiten werking vanaf. NL Op 29 en 30 april 2019 zijn de eerste gesprekken gevoerd met Ecuador. De gesprekken verliepen in een positieve en constructieve sfeer. Nederland heeft daarbij de nieuwe Nederlandse inzet gepresenteerd en toegelicht. Ecuador gaf aan open te staan voor een heronderhandeling van het bestaande investeringsakkoord op basis van de Nederlandse modeltekst. Sindsdien zijn er geen verdere stappen ondernomen.

Argentinië:

Op 2 en 3 mei 2019 zijn de eerste gesprekken gevoerd met Argentinië. De gesprekken verliepen in positieve en constructieve sfeer. Argentinië gaf aan open te staan voor een heronderhandeling van het bestaande investeringsakkoord op basis van de Nederlandse modeltekst. Sindsdien zijn er geen verdere stappen ondernomen.

Burkina Faso:

Het oude investeringsakkoord met Burkina Faso is beëindigd per 1 januari 2019. Burkina Faso en Nederland hebben de wens uitgesproken om een nieuw modern investeringsakkoord te sluiten. Op 2 en 3 mei 2019 zijn de eerste gesprekken daartoe gevoerd. Nederland heeft daarbij de nieuwe Nederlandse inzet gepresenteerd en toegelicht. Burkina Faso heeft in december 2019 een eigen inzet gedeeld. Sindsdien zijn er geen verdere stappen ondernomen.

Irak:

Op 21 november 2019 is een voorstel van Irak binnengekomen om te onderhandelen over een investeringsakkoord, nadat eerder de Nederlandse modeltekst met de Iraakse autoriteiten was gedeeld. Er is nog geen datum voor een eerste gesprek bekend en er zijn sindsdien geen verdere stappen ondernomen.

Verenigde Arabische Emiraten (VAE):

NL en de VAE hebben in 2013 een IBO ondertekend. Deze IBO is door VAE geratificeerd. NL heeft deze IBO niet geratificeerd maar een wijzigingsprotocol geformuleerd op basis van de nieuwe modeltekst dat is voorgelegd aan het VAE. Het VAE heeft nog niet op het wijzigingsprotocol gereageerd.

Verdrag tot beëindiging van de intra-EU investeringsakkoorden:

In 2018 begonnen de onderhandelingen over het beëindigen, middels een plurilateraal verdrag, van alle intra-EU investeringsakkoorden. De aanleiding voor het beëindigen van alle investeringsakkoorden tussen EU-lidstaten is te vinden in de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 6 maart 2018 in de zaak C-284/16 (het Achmea-arrest). In zijn uitspraak oordeelt het Hof dat een arbitrageregeling, zoals opgenomen in het investeringsakkoord, tussen het Koninkrijk en Slowakije in strijd is met het Unierecht. De uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie raakt niet enkel het investeringsakkoord tussen het Koninkrijk en Slowakije maar heeft tot gevolg dat alle bilaterale investeringsakkoorden tussen de EU-lidstaten beëindigd moeten worden. De onderhandelingen over het beëindigingsverdrag zijn afgerond.

Op 12 december 2019 heeft de Rijksministerraad ingestemd met de ondertekening van het verdrag. De ondertekening heeft op 5 mei 2020 plaatsgevonden. Conform de gebruikelijke procedure heeft de regering het beëindigingsverdrag en de toelichtende nota ter advies voorgelegd aan de Raad van State. Het beëindigingsverdrag is vervolgens op 26 december 2020 stilzwijgend door uw Kamer goedgekeurd. Het is op 31 maart 2021 voor Nederland in werking getreden.


  1. Zie ook brief d.d. 17 mei 2022, met daarin een uitnodiging voor vertegenwoordigers van de Tweede Kamer voor de Koninkrijksdelegatie naar MC12.↩︎

  2. Zie ook de Geannoteerde Agenda RBZ Handel van 11 november 2021, Kamerstuk 21 501-02, nr. 2427↩︎

  3. https://circabc.europa.eu/ui/group/09242a36-a438–40fd-a7af-fe32e36cbd0e/library/14bf0332–62ee-411b-8c74-bea38cd79efb/details↩︎

  4. Zie bijlage↩︎

  5. Kamerstukken 36 045 en 22 112, nr. 74, d.d. 23 mei 2022↩︎

  6. Kamerstukken 36 045 en 22 112, nr. 73↩︎

  7. https://docs.wto.org/dol2fe/Pages/SS/directdoc.aspx?filename=q:/WT/MIN21/6R2.pdf&Open=True↩︎

  8. http://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-6891–2013-ADD-1-DCL-1/en/pdf↩︎

  9. http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2016/november/tradoc_155095.pdf↩︎

  10. http://trade.ec.europa.eu/doclib/press/index.cfm?id=2016↩︎

  11. https://ec.europa.eu/trade/policy/countries-and-regions/development/economic-partnerships/↩︎

  12. https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2009/september/tradoc_144912.pdf↩︎

  13. https://www.consilium.europa.eu/en/press/press-releases/2019/06/27/joint-declaration-by-the-european-union-and-the-kingdom-of-morocco-for-the-fourteenth-meeting-of-the-association-council↩︎

  14. http://trade.ec.europa.eu/doclib/press/index.cfm?id=1490↩︎

  15. https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2019/june/tradoc_157912.pdf↩︎

  16. De volgende landen zijn lid van de ASEAN: Brunei Darussalam, Cambodja, Indonesië, Laos, Maleisië, Myanmar/Birma, de Filipijnen, Singapore, Thailand en Vietnam.↩︎

  17. Kamerstuk 21 501-02, nr. 2255↩︎

  18. https://trade.ec.europa.eu/doclib/press/index.cfm?id=2237↩︎

  19. Kamerstuk 21 501-02, nr. 2269↩︎

  20. http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2017/march/tradoc_155435.pdf↩︎

  21. https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2020/july/tradoc_158900.07.10%20public%20report%20virtual%20round.doc.pdf↩︎

  22. https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2021/march/tradoc_159484.pdf↩︎

  23. https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX:32016D0123↩︎

  24. http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2017/april/tradoc_155507.pdf↩︎

  25. https://www.consilium.europa.eu/media/41182/st13066-en19.pdf, p. 8↩︎

  26. Kamerstuk 22 112, nr. 3206.↩︎

  27. https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2021/january/tradoc_159354.pdf↩︎

  28. https://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2019/04/15/trade-with-the-united-states-council-authorises-negotiations-on-elimination-of-tariffs-for-industrial-goods-and-on-conformity-assessment/↩︎

  29. http://ec.europa.eu/transparency/regdoc/?fuseaction=list&n=10&adv=0&coteId=1&year=2017&number=472↩︎

  30. https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2022/march/tradoc_160072.pdf↩︎

  31. http://ec.europa.eu/transparency/regdoc/?fuseaction=list&n=10&adv=0&coteId=1&year=2017&number=469↩︎

  32. https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2022/april/tradoc_160094.pdf↩︎

  33. http://ec.europa.eu/trade/policy/countries-and-regions/countries/chile/↩︎

  34. https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2021/may/tradoc_159588.pdf↩︎

  35. https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2021/november/tradoc_159896.pdf↩︎

  36. De volgende landen zijn lid van Mercosur: Argentinië, Brazilië, Paraguay, Uruguay en Venezuela. Het lidmaatschap van Venezuela is op 1 december 2016 geschorst (eerst tijdelijk, in augustus 2017 bevestigd). Het land is niet betrokken bij de onderhandelingen.↩︎

  37. https://ec.europa.eu/trade/policy/countries-and-regions/regions/mercosur/↩︎

  38. https://trade.ec.europa.eu/doclib/press/index.cfm?id=2260↩︎

  39. Kamerstuk 31 985, nr. 78↩︎