Verslag van de Raad Algemene Zaken van 23 mei 2022
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Brief regering
Nummer: 2022D21605, datum: 2022-05-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2495).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2495 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .
Onderdeel van zaak 2022Z10518:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2022-06-02 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2022-06-09 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-06-14 16:30: Raad Algemene Zaken d.d. 21 juni 2022 (Commissiedebat), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2022-09-06 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2495 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 mei 2022
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Algemene Zaken van 23 mei 2022.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
VERSLAG RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 23 MEI 2022
Op maandag 23 mei jl. vond in Brussel de Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats. Op de agenda van de Raad stonden de volgende onderwerpen: voorbereiding van de buitengewone Europese Raad (ER) van 30 en 31 mei 2022, de bespreking van de geannoteerde agenda van ER van 23 en 24 juni 2022, hoorzitting in het kader van de artikel-7-procedure tegen Hongarije en de Conferentie over de Toekomst van Europa. De Permanente Vertegenwoordiger bij de EU heeft Nederland vertegenwoordigd tijdens deze RAZ.
Voorbereiding van de buitengewone Europese Raad van 30 en 31 mei 2022
Oekraïne
Veel lidstaten, waaronder Nederland, noemden de noodzaak om snel overeenstemming te bereiken over het zesde sanctiepakket, waarover de onderhandelingen op het moment van schrijven in Brussel nog gaande zijn. Ook riep een lidstaat op om zo snel mogelijk te beginnen met het voorbereiden van een zevende sanctiepakket.
Daarnaast stond de Raad stil bij het idee om de activa van Russische personen die op de EU-sanctielijst staan te confisqueren en in te zetten voor de wederopbouw van Oekraïne. De Europese Commissie en veel lidstaten, waaronder Nederland, toonden zich zeer bereid om dit idee goed te verkennen, maar benoemden ook de grote juridische hordes die op dit moment bestaan gelet op de verankering van het eigendomsrecht in de rechtsordes van de lidstaten en de EU. Het is daarbij belangrijk niet op voorhand grote verwachtingen te wekken over de mogelijkheden zolang deze juridische hordes verkend worden. Zoals toegelicht in het verslag van het schriftelijk overleg (VSO) over de RAZ van 23 mei 20221 is het op dit moment niet mogelijk om op basis van sancties tegoeden te confisqueren. Tegoeden van personen en entiteiten kunnen enkel op strafvorderlijke titel in beslag worden genomen. Enkel het feit dat een persoon of entiteit op een sanctielijst staat is hiervoor niet voldoende.
De Commissie sprak over de toekomstige steun aan Oekraïne vanuit de EU, zowel op de korte termijn als in het kader van de wederopbouw van een democratisch Oekraïne. Naar verwachting zal de Europese Raad op 30 en 31 mei2 hier ook bij stilstaan. Veel lidstaten, waaronder Nederland, erkennen de urgentie van de liquiditeitsnoden in Oekraïne en waardeerden in dit kader het voorstel van de Europese Commissie uit de mededeling van 18 mei3 jl. Wat betreft de geschetste kaders rondom de toekomstige Europese bijdrage aan de wederopbouw van Oekraïne in deze zelfde mededeling, gaven verschillende lidstaten, waaronder Nederland, aan dat er op dit moment nog veel onzekerheden zijn ten aanzien van dit onderwerp waardoor het te vroeg is voor een gedetailleerde bespreking tijdens de aankomende Europese Raad. Het is van belang een «needs assessment» uit te voeren alvorens besloten kan worden over de vormgeving en de financiering van de Europese bijdrage aan de wederopbouw.
Defensie
In aanloop naar de Europese Raad van 30 en 31 mei, bespraken lidstaten het recente rapport van de Europese Commissie en het Europese Defensieagentschap over de tekortkomingen op het gebied van defensie-investeringen en het versterken van de Europese technologische en industriële defensiebasis. De Commissie onderstreepte de urgentie van de onderlinge samenwerking ten aanzien van gezamenlijke aanschaf van defensiecapaciteiten, mede in het licht van de oorlog in Oekraïne. Diverse lidstaten onderstreepten het belang van samenhang met en complementariteit aan bestaande initiatieven, waaronder in NAVO-verband. Een uitgebreide kabinetsappreciatie van de voorstellen wordt op reguliere wijze met uw Kamer gedeeld.
Energie
Ook spraken lidstaten over het thema energie ter voorbereiding van de Europese Raad van mei. Lidstaten benadrukten het belang van het afbouwen van de afhankelijkheid van Rusland. Tegelijkertijd gaven veel lidstaten aan op de komende Europese Raad niet vooruit te willen lopen op behandeling in de Raad van het op 18 mei gepresenteerde Commissievoorstel «RepowerEU» en de voorstellen om dit plan te financieren. Nederland stelde dat het kritisch zal kijken naar het Commissievoorstel om de ETS-rechten uit het Marktstabiliteitsmechanisme (MSR) te veilen en kreeg hiervoor bijval.
Voedselzekerheid
Dit onderwerp kwam kort aan de orde. Een aantal lidstaten wees daarbij op de export van Oekraïense goederen via Moldavië. Een andere lidstaat gaf aan zelf via het nationale spoorwegnetwerk Oekraïens graan te exporteren. Tot slot wees een groep lidstaten op het gevaar van handelsbelemmeringen voor voedselzekerheid. Het kabinet ziet dit gevaar ook en vindt het van belang dat de markt voor voedsel zoveel mogelijk open blijft en handelsbelemmeringen moeten worden voorkomen.
Bespreking geannoteerde van de agenda Europese Raad van 23 en 24 juni 2022
Op de geannoteerde agenda van de Europese Raad van 23 en 24 juni4 a.s. staan Oekraïne, economie, de Conferentie over de Toekomst van Europa en samenwerking met onze buren in Europa. Op 23 juni a.s. zal tevens een conferentie met landen in de Westelijke Balkan plaatsvinden.
De discussie spitste zich met name toe op de EU-lidmaatschapsaanvragen van Oekraïne, Georgië en Moldavië. De Europese Commissie heeft aangegeven ernaar te streven om in juni de opinies te publiceren. Bij deze bespreking benadrukte een aantal lidstaten het belang van een spoedige reactie op de lidmaatschapsaanvragen. Andere lidstaten legden de nadruk op een gelijke behandeling van (potentiële) kandidaat-lidstaten; de landen in de Westelijke Balkan moesten niet achter blijven. Nederland benadrukte het belang van een EU-uitbreidingsproces gebaseerd op merites waarbij voortgang op rechtsstaathervormingen leidend is. Bij de beoordeling van de lidmaatschapsaanvragen door de Commissie verdienen de Kopenhagencriteria zoals rechtsstaat, democratie, mensenrechten en corruptie bijzondere aandacht. Ook onderstreepte Nederland dat duidelijk is dat Oekraïne (en Moldavië en Georgië) onderdeel uitmaken van de grotere Europese familie. Nederland benadrukt daarbij dat de focus moet liggen op het bieden van concrete steun aan Oekraïne, Georgië en Moldavië en het vergroten van de weerbaarheid van deze landen.
Ten aanzien van de Conferentie over de Toekomst van Europa werd gevraagd om de discussie tijdens de ER van juni goed in te kaderen, zodat deze productief kan zijn. Een lidstaat onderstreepte dat door agendering tijdens de Europese Raad van 23–24 juni het signaal wordt afgegeven dat de input van de burgers opvolging zal krijgen.
Waarden van de Unie en Hongarije: artikel 7, paragraaf 1, Verdrag van de Europese Unie
Voor de vierde maal sinds het Europese parlement in 2018 de artikel 7-procedure tegen Hongarije startte, vond een hoorzitting plaats met de Hongaarse regering. In haar inleiding liet Hongarije zich zeer kritisch uit over de procedure en benadrukte onder andere de verschillende hervormingen die de afgelopen jaren zijn doorgevoerd om opvolging te aan de uitspraken van het Europese Hof van Justitie (het Hof) en organen van de Raad van Europa. De Commissie gaf vervolgens een overzicht van recente ontwikkelingen, waaronder de disproportionele uitzendtijd voor de oppositie in de aanloop naar de recente parlementsverkiezingen, het gebrek aan onafhankelijkheid van de Mediaraad en de positie van de Hongaarse Hoge Raad (Kúria) in het Hongaarse rechtsstelsel.
Achttien lidstaten stelden vragen aan de Hongaarse regering. Het is positief dat de groep lidstaten die actief intervenieerde significant groter was dan tijdens eerdere hoorzittingen. De meeste aandacht ging uit naar de onderwerpen mediavrijheid en -pluralisme, corruptie, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de anti-lhbtiq+ wetgeving en de naleving van uitspraken van het Hof. België vroeg namens de Benelux aandacht voor bovengenoemde thema’s en benadrukte daarnaast onder andere het belang van de voortzetting van de artikel 7-procedure jegens Hongarije, zolang de zorgen die ten grondslag liggen aan de procedure niet adequaat zijn geadresseerd. Ook riepen de Benelux-landen Hongarije in lijn met motie Sjoerdsma op om ter ondersteuning van de strijd tegen corruptie lid te worden van het Europees Openbaar Ministerie.5 Aanvullend stelde België namens Nederland een vraag over de onafhankelijkheid van de rechter binnen de administratieve rechtspraak. In reactie op de interventies wees Hongarije de kritiek van de hand en verweet onder andere dat er met dubbele standaarden werd gemeten. Ter afsluiting concludeerde het voorzitterschap dat de Raad zich met de zaak zal blijven bezighouden.
Conferentie over de toekomst van Europa
Het Franse voorzitterschap blikte terug op de laatste plenaire vergadering van de Conferentie over de Toekomst van Europa van 29–30 april. Het eindverslag6 werd afgelopen 9 mei gepresenteerd. Het voorzitterschap informeerde dat het Raadssecretariaat een samenvattend rapport op zal stellen van de eindaanbevelingen voor de Raad Algemene Zaken van 21 juni en in de Europese Raad van 23 en 24 juni 2022. Daarbij werd voorgesteld om effectieve opvolging te geven aan de burgeraanbevelingen en te bewerkstelligen dat de burgers blijvend betrokken zijn. Het voorzitterschap ontving steun van de lidstaten voor dit voorstel.
De Europese Commissie kondigde aan binnenkort met een inventarisatie te komen wat er nodig is om de burgeraanbevelingen op te volgen. Daarbij zal de Commissie in haar «State of the Union» van september, voorstellen uit de Conferentie uitlichten als voorbode voor haar nieuwe werkprogramma. Verder zal de Commissie in het najaar een evenement organiseren voor de betrokken burgers van de Europese burgerpanels om hen zo geïnformeerd te houden over de voortgang van de implementatie van de aanbevelingen. Ook is zij voornemens om in de toekomst Europese burgerpanels te blijven organiseren voor belangrijke wetgevingsinitiatieven.
Alle lidstaten onderschreven het belang van effectieve opvolging van burgeraanbevelingen. De onderlinge verschillen tussen de lidstaten bleken klein met betrekking tot de opvolging van de aanbevelingen. Onder de lidstaten bestaat eensgezindheid om realistisch te zijn, zorgvuldig te werk te gaan en eerst de aanbevelingen te analyseren alvorens over te gaan tot een besluit over het al dan niet wijzigen van de verdragen. Ook leeft bij de lidstaten de indruk dat het overgrote deel van de aanbevelingen binnen de huidige kaders van het Verdrag kan worden uitgevoerd.
Nederland benadrukte de prioriteit van de opvolging van de burgeraanbevelingen. Daarbij staat het kabinet open voor verdragswijziging naar aanleiding van de Conferentie als dit in het Nederlands en Europees belang is. Nederland heeft aangegeven dat het van belang is nu eerst te kijken naar de opvolging van de concrete aanbevelingen die burgers vragen en die nu al kunnen worden geadresseerd en later te kijken naar de grotere vragen die spelen en ook verband houden met het effectief functioneren van de EU. Een appreciatie van het eindverslag van de Conferentie over de Toekomst van Europa zal naar uw Kamer worden verstuurd voorafgaand aan de Europese Raad van juni.