[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Brief houdende intrekking van het wetsvoorstel

Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet medezeggenschap op scholen in verband met de versterking van de positie van personeel dat is belast met het geven van onderwijs

Brief regering

Nummer: 2022D21704, datum: 2022-05-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32396-14).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32396 -14 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet medezeggenschap op scholen in verband met de versterking van de positie van personeel dat is belast met het geven van onderwijs .

Onderdeel van zaak 2010Z08929:

Onderdeel van zaak 2022Z10561:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

32 396 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet medezeggenschap op scholen in verband met de versterking van de positie van personeel dat is belast met het geven van onderwijs

Nr. 14 BRIEF HOUDENDE INTREKKING VAN HET WETSVOORSTEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 mei 2022

Bij koninklijke boodschap van 28 mei 2010 is het voorstel van een wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet medezeggenschap op scholen in verband met de versterking van de positie van personeel dat is belast met het geven van onderwijs aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangeboden (Kamerstuk 32 396).

Het voorstel beoogde in de genoemde onderwijswetten de deskundigheid en de verantwoordelijkheid van de onderwijsgevenden te regelen.

De behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer is al sinds 2012 stil komen te liggen.

Bij de aanvang van het kabinet Rutte-IV is geïnventariseerd van welke bij de Tweede of Eerste Kamer aanhangige wetsvoorstellen het kabinet voornemens is om de behandeling daarvan, mede gezien het coalitieakkoord, niet voort te zetten. Genoemd wetsvoorstel maakt van die inventarisatie deel uit. De Minister-President heeft de Tweede Kamer bij brief van 17 januari 2022 over dit voornemen geïnformeerd.1

Het wetsvoorstel is ondertussen achterhaald door de Wet van 22 februari 2017 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de invoering van het lerarenregister en het registervoorportaal (Stb. 2017, nr. 85), dat deels in werking is getreden op 1 augustus 2017 (Stb. 2017, nr. 293). Door de Wet van 22 februari 2017, voor zover in werking getreden op 1 augustus 2017, zijn de deskundigheid en de verantwoordelijkheid van de onderwijsgevenden in de onderwijswetten inmiddels tot regeling gekomen.

Gelet op het voorgaande is voortzetting van wetsvoorstel 32 396 niet langer opportuun. Daartoe gemachtigd door de Koning trek ik het voorstel van wet hierbij in.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,
A.D. Wiersma


  1. Kamerstuk 35 788, nr. 109.↩︎