Vierlandenoverleg OCW & Studieschulden Caribische Studenten
Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2022
Brief regering
Nummer: 2022D21805, datum: 2022-05-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-35925-IV-65).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Mede ondertekenaar: G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Onderdeel van kamerstukdossier 35925 IV-65 Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2022.
Onderdeel van zaak 2022Z10620:
- Indiener: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Medeindiener: G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2022-06-02 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2022-06-07 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-09-08 14:35: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
35 925 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2022
Nr. 65 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30Ā mei 2022
Sinds 2019 ontmoeten de Ministers van onderwijs, cultuur en wetenschap van Aruba, CuraƧao, Sint Maarten en Nederland elkaar tijdens het jaarlijkse ministeriĆ«le Vierlandenoverleg. Tijdens dit overleg maken de Ministers van het Koninkrijk afspraken over de samenwerking op hun beleidsterreinen en bespreken zij de ontwikkelingen van het afgelopen jaar. Wij geven u graag meer informatie over het verloop van het Vierlandenoverleg en enkele besproken onderwerpen. Gezien de vraag van het lid Wuite tijdens het tweeminutendebat van 17Ā februari (Handelingen II 2021/22, nr. 52, item 4) over de studieschulden van Caribische studenten zullen wij dit onderwerp uitvoeriger toelichten.
Onder voorzitterschap van Nederland vond het overleg dit jaar plaats op 10 en 11Ā maart in Den Haag. Voor Aruba waren de Minister van Onderwijs en Sport, de heer Endy Croes, en de Minister van FinanciĆ«n en Cultuur, mevrouw Xiomara Maduro, aanwezig. Voor CuraƧao en Sint Maarten waren respectievelijk de Minister van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport, de heer Sithree van Heydoorn, en de Minister van Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport, de heer Rodolphe Samuel, aanwezig. Voorafgaand aan het Vierlandenoverleg hebben de Ministers tijdens een ontmoeting bij het ROC Mondriaan kennis gemaakt met Caribische studenten en vertegenwoordigers van onderwijsinstellingen uit het mbo, hbo & wo en van culturele instellingen als het Nationaal Archief en de Nederlandse Taalunie.
Vierlandenoverleg OCW
In het kader van het ministerieel Vierlandenoverleg vindt regelmatig op ambtelijk niveau, onder andere in multilaterale werkgroepen, overleg plaats om op de verschillende beleidsterreinen samen te werken. In het Vierlandenoverleg zijn dit jaar onderwerpen aan de hand van voorbereidende memoās geagendeerd die voor alle vier landen actueel zijn en urgentie hebben.
Door de coronapandemie is op enkele terreinen beperkte voortgang geboekt, aangezien de inzet van de betrokken medewerkers in de vier landen vaak op andere terreinen nodig was. Op deze terreinen hebben de Ministers kennis genomen van de stand van zaken en de werkgroepen gevraagd hun werk voort te zetten om bij het volgende Vierlandenoverleg te presenteren. De samenwerkingsafspraken die voortkomen uit deze werkgroepen worden door de Ministers bekrachtigd met het ondertekenen van de slotconclusies. Deze zijn bijgevoegd in de bijlage. Een aantal van deze conclusies en nieuwe werkgroepen willen wij u graag nader toelichten.
Civiel effect
Tijden het Vierlandenoverleg van februari 2019 zijn de eerste afspraken gemaakt over het verbinden van civiel effect aan de juridische opleidingen van de Caribische landen in het Koninkrijk, waardoor de diplomaās van studenten die met succes een dergelijke rechtenstudie hebben afgerond gelijk worden behandeld als de Nederlandse diplomaās bij de toelating tot juridische beroepsopleidingen. Hiervoor was het noodzakelijk om tot overeenstemming te komen met de betrokken partijen in Nederland. Daarnaast was een positieve beoordeling door de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) nodig voor de opleidingen wo-bachelor en wo-master Recht (University of CuraƧao; locaties: Willemstad CuraƧao, Philipsburg Sint Maarten) en de opleidingen wo-bachelor en wo-master Arubaans recht (University of Aruba). Inmiddels is aan deze voorwaarden voldaan en is het Ministerie van Justitie en Veiligheid gestart met een wetgevingstraject waarin de verwijzing naar de juridische opleidingen van de Caribische landen in onder meer de Advocatenwet wordt opgenomen. Het resultaat van deze werkgroep is een goed voorbeeld van de effectieve samenwerking die voortkomt uit het Vierlandenoverleg.
Samen Gezond
De nieuwe werkgroep Samen Gezond heeft als doel om samenwerking tussen de landen voor de mbo-opleidingen verpleegkunde te bewerkstelligen, zodat de opleidingen op de Caribische eilanden kunnen worden versterkt. De coronapandemie heeft ons allen ervan doordrongen hoe kwetsbaar ons zorgstelsel kan zijn en hoe belangrijk het is om over voldoende kwalitatief goed opgeleid zorgpersoneel te beschikken. Samenwerking is daarbij, zeker gelet op de kleinschaligheid van de eilanden, een sleutelwoord. Met de oprichting van de Dutch Caribbean Hospital Alliance (DCHA) is al een mooie stap gezet op het pad van samenwerking in de zorg. Vanuit beroepsonderwijs sluiten de onderwijsministers daar graag bij aan. Voor dit onderwerp wordt een verkenner aangesteld die samen met de betrokken partijen een concreet plan ontwikkelt, zodat de Benedenwindse eilanden met ondersteuning van onderwijsinstellingen in Europees Nederland tot vergaande samenwerking kunnen komen. Sint Maarten is als observer nauw aangehaakt bij dit traject.
Regiegroep Studiesucces Caribische Studenten
In december 2020 heeft de Nationale ombudsman in het rapport Ā«Kopzorgen van Caribische studentenĀ» gewezen op een aantal belemmeringen die Caribische studenten ervaren in de voorbereiding op de eilanden op een vervolgstudie in Nederland, tijdens de studie in Nederland en na afloop van hun studie. Onlangs heeft de Nationale ombudsman een reconstructie van deze problematiek
gepubliceerd.1 Om deze doorstroom te verbeteren hebben de Ministers van de vier landen een regiegroep in het leven geroepen waarin zowel de onderwijspartijen als de overheden van de zes eilanden en Nederland participeren. 2 De voorzitter en projectleider van deze regiegroep waren op 10Ā maart aanwezig om de Ministers te informeren over de voortgang en de eerste verbetervoorstellen te presenteren waarvan Caribische studenten, die in september van dit jaar starten, al profijt kunnen hebben.
De regiegroep heeft aan verbetervoorstellen gewerkt aan de hand van vijf themaās: studiekeuze en studieloopbaanontwikkeling, studiecultuur en taal, ontvangst en begeleiding, integrale informatievoorziening en mobiliteit binnen het Koninkrijk. Hierbij is voor een gefaseerde aanpak gekozen, waarvan fase 1 is gepresenteerd tijdens het Vierlandenoverleg. Dit zijn voorstellen en aanpassingen waar instellingen binnen de eigen organisatie invulling aan kunnen geven, gebaseerd op 28 initiatieven die binnen Ć©Ć©n of meerdere onderwijsinstellingen al worden toegepast of met beperkte inzet kunnen worden ontwikkeld, waaronder online studiekeuzegesprekken, het aanbieden van een module Ā«studeren in NederlandĀ», een taalspreekuur en een buddyproject. Deze verbetervoorstellen kunnen vanaf studiejaar 2022ā2023 worden ingezet, waardoor studenten een verbeterde overgang naar het hoger onderwijs in Nederland ervaren.
De samenwerking en uitwisseling van kennis die nu ontstaat op het gebied van ondersteuning van Caribische studenten zal de aanloop naar fase 2 vergemakkelijken. Deze is gericht op complexere oplossingen waarbij ketenpartners in alle vier landen elkaar nodig hebben en elkaar moeten vinden en is voorzien vanaf studiejaar 2023ā2024. Fase 3 focust op de eventuele aanpassingen van stelsels en optimalisatie binnen de huidige wet- en regelgeving, waarbij de start van implementatie gericht wordt op studiejaar 2024ā2025.
De Ministers hebben de regiegroep gevraagd om haar taakinvulling te verbreden en met voorstellen te komen die niet alleen de overgang van studenten van de eilanden naar Nederland en de opvang en begeleiding alhier verbeteren, maar ook met voorstellen te komen die er zorg voor dragen dat aspirant-studenten een bewustere keuze kunnen maken voor een vervolgopleiding in Europees Nederland, op de eilanden zelf of elders. Het belang van de individuele studenten staat hierin voorop.
Cultuureducatie
Tijdens het Vierlandenoverleg van 2019 hebben de Ministers al aangegeven dat cultuuroverdracht, cultuureducatie en erfgoedbehoud van groot belang zijn voor ieders betrokkenheid bij de samenleving. Het doel van de werkgroep Cultuureducatie is om specifieke aandacht te schenken aan cultuureducatieontwikkelingen op elk eiland. In het Caribische deel van het koninkrijk zal het accent gericht zijn op de lokale cultuur en geschiedenis in de lesmaterialen die aangeboden worden in het onderwijs. Het aandachtsgebied is zowel cultuureducatie binnen als buiten het reguliere onderwijs.
Stage-uitwisseling
De opdracht aan de werkgroep stage-uitwisseling was om inzicht te bieden in de randvoorwaarden voor het bevorderen van stage-uitwisseling tussen de eilanden. Van alle vier de landen heeft de werkgroep input gekregen omtrent onder andere het onderwijssysteem, het stage-verloop en de knelpunten in verband met stage-uitwisseling. Deze bevindingen zijn in een rapport aan de Ministers aangeboden. De onderwijssystemen in de verschillende landen komen grotendeels met elkaar overeen. In het Caribisch deel van het Koninkrijk wordt (gedeeltelijk) gebruik van gemaakt van een onderwijssysteem dat geƫxtraheerd is uit het Europees Nederlandse onderwijssysteem. Ook gaat het rapport in op de mogelijkheden voor stage-uitwisseling per sector. In het rapport wordt aanbevolen om in de volgende fase het realiseren van stage-uitwisseling door middel van bilaterale samenwerking verder vorm te geven, met de inhoud van het rapport als uitgangspunt.
Nederlands als vreemde taal
De werkgroep Nederlands als Vreemde Taal (NVT) is ontstaan vanuit de gedachte dat in het Caribisch deel van het Koninkrijk een vreemdetaalbenadering in het onderwijs om de Nederlandse taal te leren beheersen, effectiever is dan een moedertaal- of tweedetaalbenadering en de onderwijskansen van de kinderen vergroot. De afgelopen jaren zijn grote stappen gezet in de transitie van moedertaalonderwijs Nederlands (NT1) naar onderwijs NVT binnen de context van meertaligheid in het Caribisch gebied. In januari 2021 hebben de Ministers kennisgenomen van het memo van het Kernnetwerk Nederlands als Vreemde Taal in het Caribisch gebied (Kernnetwerk NVT-Carib) en het netwerk verzocht om aan hen een concreet voorstel te doen ter bestendiging van het NVT-netwerk. Dit plan van aanpak voor de doorontwikkeling van het netwerk en het activiteitenplan op hoofdlijnen zijn dit jaar door de Ministers besproken. Er wordt gestreefd naar een samenwerkingsverband dat de netwerkfunctie tussen de eilanden verder brengt. Deze samenwerking krijgt de voorlopige naam Ā«Pluricentrisch consortium voor expertise NVTĀ». Ā«PluricentrischĀ» vanuit de gedachte dat het Nederlands een pluricentrische taal is en rekening wordt houden met de variĆ«teiten van het Nederlands in het Caribisch gebied. De Ministers hebben hun commitment voor dit initiatief uitgesproken en hun bijdrage eraan toegezegd.
Doorlichting
De doorlichting van het onderwijs op Aruba, CuraƧao en Sint Maarten in het kader van de landspakketten, uitgevoerd door de inspecties van de Caribische landen in samenwerking met de Nederlandse Inspectie van het Onderwijs stond ter bespreking op de agenda. Aangezien de doorlichtingen nog niet zijn afgerond is gesproken over het verdere proces met het oog op de onderlinge samenwerking. Het bepalen van de prioritering bij het uitwerken van de hervormingen vormt daarbij een belangrijke stap in het proces. De Ministers hebben gesproken over hoe de landen elkaar tot steun kunnen zijn tijdens dit proces en hebben toegezegd dit tijdens het volgende Vierlandenoverleg te bespreken.
DUCARP
Sinds 2012 zorgt de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) voor maatwerk voor de Caribische eilanden van het Koninkrijk in de uitvoering van het beleid voor onderzoek en wetenschap. Met het einde van de huidige periode van het Programma Caribisch Onderzoek is in opdracht van NWO het adviesrapport Ā«Dutch Caribbean Research Platform (DUCARP); Naar een duurzame versterking van het kennissysteem in het Caribisch deel van het Koninkrijk der NederlandenĀ»3 opgesteld. Om het kennis- en onderzoeksysteem in de Caribische delen van het Koninkrijk structureel te versterken en de uitvoering van het Nederlandse onderzoeks- en wetenschapsbeleid in het Caribisch deel van het Koninkrijk in de toekomst verder te ontwikkelen adviseert het rapport om het Dutch Caribbean Research Platform (DUCARP) op te zetten, een netwerkorganisatie met ankerpunten op alle zes de eilanden, waarvan er Ć©Ć©n als coƶrdinerend centrum opereert.
Tijdens het Vierlandenoverleg hebben de Ministers het belang van samenwerking op het gebied van wetenschappelijk onderzoek erkend en hun commitment toegezegd voor de verdere implementatie van DUCARP. NWO zal verder in gesprek gaan met stakeholders op de verschillende eilanden om te verkennen hoe DUCARP daar het beste vorm zou kunnen krijgen. De begeleidende brief aan Uw Kamer voorzag een inhoudelijke reactie op het adviesrapport voor eind 2021, na afstemming tussen de Ministers tijdens het Vierlandenoverleg dat aanvankelijk in december 2021 zou plaatsvinden. Nu de Ministers tijdens het Vierlandenoverleg afspraken hebben gemaakt over het rapport, zal de aankomende periode worden benut om met het uitgesproken commitment de mogelijke vormgeving van DUCARP te verkennen. Hiervoor is meer afstemming nodig, ook met de Caribische eilanden. Uw Kamer zal daarom in het najaar een uitgebreidere inhoudelijke reactie ontvangen, waarin de vervolgstappen worden geschetst om onderzoek voor, op en met het Caribisch deel van het Koninkrijk te stimuleren.
Studiefinanciering
Tijdens het tweeminutendebat over de voortgang van onderwijs, cultuur en wetenschap in het Caribisch deel van het Koninkrijk op 17Ā februari jl. heeft het lid Wuite (D66) van uw Kamer gevraagd om te reflecteren op de studieschulden van Caribische studenten en de mogelijkheden om deze te verlagen. Met deze brief doe ik die reflectie aan uw Kamer toekomen.
Studenten uit het Caribisch deel van het Koninkrijk kunnen in Europees Nederland gaan studeren en hebben dan recht op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000. Daarmee krijgen zij dezelfde studiefinancieringsrechten als studenten afkomstig uit Europees Nederland en ontvangen zij deze tegen dezelfde voorwaarden. Wanneer gekeken wordt naar de studieschulden van deze studenten valt op dat deze studenten over het algemeen niet alleen een hogere studieschuld hebben, maar ook vaker een hogere betalingsachterstand wanneer de situatie wordt vergeleken met andere studenten. Dit wordt ook zichtbaar in onderstaande tabel (peildatum april 2022). Zo laat deze zien dat 64% van de debiteuren die woonachtig is op Aruba een betalingsachterstand heeft van gemiddeld ā¬Ā 11.860.
Aruba | 4.200 | 2.700 | 64% | 29.000 | 11.860 |
CuraƧao | 7.150 | 5.000 | 70% | 29.000 | 11.640 |
Sint Maarten | 1.250 | 950 | 75% | 30.900 | 13.630 |
BES | 1.300 | 810 | 62% | 23.900 | 8.700 |
Nederland | 16% | 16.200 | 2.300 | ||
Buitenland (excl. Caribisch gebied) | 40% | 17.100 | 5.000 |
Wat echter ook opvalt is dat debiteuren die woonachtig zijn in het Caribisch deel van het Koninkrijk maar weinig een draagkrachtberekening aanvragen, voor Aruba, CuraƧao en Sint Maarten gaat het om respectievelijk 25,3%, 31,9% en 13,2% en voor Caribisch Nederland gaat dit om 28,6%. Deze draagkrachtberekening houdt in dat DUO op basis van het inkomen van de debiteur bepaalt hoe veel hij of zij kan aflossen. In Europees Nederland gebeurt dit automatisch, doordat er een gegevensuitwisseling plaatsvindt met de Belastingdienst. Debiteuren buiten Europees Nederland moeten dit zelf aanvragen.
De verwachting is dat veel debiteuren die woonachtig zijn in Aruba, CuraƧao, Sint Maarten en Caribisch Nederland een lagere aflossingstermijn bij DUO zouden krijgen of zelfs helemaal niet zouden hoeven terug te betalen op basis van hun inkomen. Daarom zet DUO er ook vol op in om mensen te informeren en te stimuleren om de draagkrachtberekening aan te vragen. Zo stuurt DUO brieven en e-mails met informatie naar de bekende adressen en zijn er speciale paginaās op internet (zoals duo.nl/antillen of campagnepagina duo.nl/bezoekantillen) en sociale media ingericht om in contact te komen met deze Caribische oud-studenten.
Ook bezoekt DUO geregeld het Caribisch gebied om in contact te komen met debiteuren, maar ook om voorlichting te geven aan aankomende studenten. Zo worden er lokaal voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd en wordt er een tijdelijk Servicekantoor geopend op de eilanden. De bezoeken van DUO worden uitgebreid aangekondigd in de lokale media, op sociale media en waar mogelijk persoonlijk middels mail of brief. Bovendien worden er jaarlijks webinars georganiseerd voor aankomende en oud-studenten in het Caribisch gebied. Deze webinars zijn in het Nederlands en ondertiteld in het Engels.
Caribische klanten kunnen daarnaast op bepaalde momenten per week videobellen met DUO. Ook is chatten mogelijk, waarbij rekening wordt gehouden met het tijdsverschil. Ook kunnen deze klanten aangeven graag gebeld te worden, waardoor zij een medewerker van DUO kunnen spreken, zonder hoge belkosten te maken. Uiteraard is het ook mogelijk om per e-mail contact op te nemen met DUO, waarvoor een speciaal e-mailadres in het leven is geroepen.
Gedurende de coronapandemie hebben de overdrachten van achterstallige studieschulden aan deurwaarders een periode stil gelegen. Dat gold ook voor het Caribisch deel van het Koninkrijk. Toen deze overdrachten weer werden opgestart in het najaar van 2021 heeft DUO alle debiteuren in CuraƧao, Aruba en Sint Maarten met een betalingsachterstand aangeschreven met het aanbod voor een gesprek en/of een betalingsregeling. Slechts 24,3% is op dit aanbod ingegaan. Onlangs zijn deze uitnodigingen ook verstuurd naar debiteuren in Caribisch Nederland.
Het lid Wuite van uw Kamer vroeg tevens om te reflecteren op mogelijkheden om de studieschulden te verlagen. DUO is reeds actief in de voorlichting aan studenten en richt zich daarbij ook specifiek op het informeren van (oud-)studenten uit het Caribisch gebied, zoals eerder in deze brief ook is aangegeven. De debiteur kan de studieschuld ook lokaal aflossen op een van de Caribische bankrekeningen van DUO, zodat de bankkosten die de lokale banken in rekening brengen voor de oud-studenten zo laag mogelijk blijven.
Studenten die gebruik maken van studiefinancieringsrechten krijgen daar ook de bijbehorende plichten bij. Dat geldt voor alle studenten die daar gebruik van maken ā of ze nu uit Europees Nederland, CuraƧao of Frankrijk komen. Ik vind het dan ook niet fair om de schulden van een specifieke groep (oud-)studenten te verlagen, mede gelet op het feit dat er (nog) niet volledig gebruik wordt gemaakt van de sociale voorzieningen die het studiefinancieringsstelsel kent.
Zo kan een debiteur door gebruik te maken van de draagkrachtberekening zorgen dat het maandelijks termijnbedrag in afstemming is met zijn of haar inkomen. Mocht er aan het einde van de aflosperiode nog een bedrag openstaan, wordt dit bovendien kwijtgescholden.
Naast alle inspanningen van DUO om debiteuren te bewegen zelf een aanvraag te doen voor een draagkrachtberekening, wordt nu middels een vierlandenwerkgroep ook gekeken naar de mogelijkheden om de gegevensuitwisseling tussen de lokale Belastingdiensten en DUO te automatiseren, zodat ook voor debiteuren in het Caribisch deel van het Koninkrijk de draagkracht automatisch vastgesteld kan worden. Hierbij wordt uiteraard zorgvuldig gekeken naar de regels die gelden in het kader van de AVG en ook naar grondslagen voor gegevensuitwisseling in de lokale wet- en regelgeving.
Vervolg
Na afloop van het Vierlandenoverleg is het voorzitterschap overgedragen aan CuraƧao. De ambtelijke regiegroep, waarin alle vier landen zijn vertegenwoordigd, zal de uitvoering van de slotconclusies monitoren. Het Vierlandenoverleg laat zien dat de vier landen binnen het Koninkrijk elkaar kunnen versterken op het gebied van onderwijs, cultuur en wetenschap. Wij kijken uit naar de verdere samenwerking en zullen uw Kamer op de hoogte houden van de voortgang.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
G. Uslu