Uitstel beantwoording vragen van het lid Bisschop over de opvolging van het advies van de commissie-Hordijk over AERIUS
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2022D22059, datum: 2022-05-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-2915).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
Onderdeel van zaak 2022Z09329:
- Gericht aan: Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
- Gericht aan: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Indiener: R. Bisschop, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2915
Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Ministers voor Natuur en Stikstof en van Infrastructuur en Waterstaat over de opvolging van het advies van de commissie-Hordijk over AERIUS (ingezonden 13 mei 2022).
Mededeling van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) (ontvangen 31 mei 2022).
Vraag 1
Waarom is niet gekozen voor beoordeling van de stikstofdepositie (bij toestemmingsverlening) op areaalniveau in plaats van op hexagoonniveau, ondanks het ambtelijke oordeel (vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) dat beoordeling op areaalniveau in lijn is met hoe de Europese Commissie dit ziet? Wordt dit alsnog overwogen?1
Vraag 2
Deelt u de redenering dat de grote onzekerheden bij gedetailleerde projectspecifieke depositieberekeningen alleen bezien vanuit het aspect verspreiding, los van terreinruwheid en turbulentie, pleiten voor berekeningen op een hoger abstractieniveau?
Vraag 3
Waarom is zo lang volgehouden om de redenering dat berekende deposities op meer dan vijf kilometer afstand van de bron niet meer betekenisvol te herleiden zijn tot individuele projecten wel toe te passen bij wegverkeer, maar niet bij andere bronnen?
Vraag 4
Herkent u «de tendens dat door sommige bevoegde gezagen bij de beoordeling van vergunningaanvragen te eenzijdig afgegaan wordt op berekende depositiebijdragen op microniveau (hectareniveau en twee cijfers achter de komma), waarbij de ecologische relevantie en juridische ruimte die er wel is, uit het oog dreigt te worden verloren»? Hoe gaat u dergelijke eenzijdigheid voorkomen?2
Vraag 5
Wordt onderzoek gedaan naar een hogere rekenkundige drempelwaarde dan 0,005 mol/ha/jaar bij projectspecifieke berekeningen? Zo ja, wat is de stand van zaken?
Vraag 6
Waarom is tot nu toe niets gedaan met de suggestie om te kiezen voor bepaling van de projectspecifieke depositie in kg stikstof/ha/jaar in plaats van mol/ha/jaar, zodat op een minder groot detailniveau gerekend hoeft te worden? Gaat u hier alsnog naar kijken?3
Vraag 7
Hoe wordt ervoor gezorgd dat de beheerder van AERIUS zich voldoende kritisch en onafhankelijk opstelt ten aanzien van meer beleidsmatig en juridisch gemotiveerde dan wetenschappelijk gemotiveerde keuzes in AERIUS, zoals de verschillen in afkapgrenzen, de vaststelling van de rekenkundige drempel op 0,005 mol en het detailniveau van de berekeningen, en zich rekenschap geeft van andere wetenschappelijke inzichten?
Vraag 8
Waarom zijn verschillende validatierapporten bij het OPS-model niet gedeeld met de commissie-Hordijk, inclusief de recent genoemde kanttekeningen, en ook niet openbaar gemaakt ten behoeve van meer transparantie?4
Vraag 9
Hoe waardeert u de analyse van professor Lindeboom inzake de berekening van de stikstofdepositie in kustgebieden en het toepassen van een meetcorrectie, die niet langer verklaard kan worden door vermeende ammoniak uit zee?5
Vraag 10
Deelt u de analyse dat in het model ontbrekende emissies van lokale vogelkolonies maar een zeer klein percentage van de meetcorrectie kunnen verklaren?
Vraag 11
Deelt u de analyse dat er verschillende mogelijke oorzaken zijn die het weglaten van de meetcorrectie zouden rechtvaardigen?
Vraag 12
Waarom kiest u er niet voor de meetcorrectie weg te laten, zolang nader onderzoek niet concludeert dat de meetcorrectie gerechtvaardigd is?
Vraag 13
Is de veronderstelling juist dat bij het weglaten van de meetcorrectie in kustgebieden op verschillende plekken geen sprake meer is van overschrijding van de kritische depositiewaarde, terwijl dat bij toepassing van de meetcorrectie wel het geval zou zijn, en dat bij toepassing van de meetcorrectie vergunningverlening voor bouwactiviteiten dan onnodig belemmerd wordt?
Mededeling
Op 13 mei jongstleden heeft het lid Bisschop (SGP) vragen gesteld over de opvolging van het advies van de commissie-Hordijk over AERIUS.
Vanwege de benodigde afstemming betreffende de beantwoording kunnen deze vragen niet binnen de gebruikelijke termijn van drie weken beantwoord worden.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Website rijksoverheid, geraadpleegd 12 mei 2022, 2e deelbeslissing op bezwaar Wob-verzoek rekenmodel SRM2 (Openbaar gemaakte documenten, p. 32)↩︎
Website rijksoverheid, geraadpleegd 12 mei 2022, 2e deelbeslissing op bezwaar Wob-verzoek rekenmodel SRM2 (Openbaar gemaakte documenten, p. 32)↩︎
Website rijksoverheid, geraadpleegd 12 mei 2022, 2e deelbeslissing op bezwaar Wob-verzoek rekenmodel SRM2 (Openbaar gemaakte documenten, p. 39)↩︎
Melkvee.nl, 2 mei 2022, «Aerius nog onnauwkeuriger dan gedacht» (https://www.melkvee.nl/artikel/468559-aerius-nog-onnauwkeuriger-dan-gedacht/)↩︎
Professor Han Lindeboom, 2022, «Grote onjuistheid in stikstofmodel van het RIVM: bouw, boeren en vissers in het kustgebied de dupe», onderhands meegezonden↩︎