[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van der Plas over het 'New Crisis Response Mechanism'

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2022D22065, datum: 2022-05-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-2925).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z08127:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2925

Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het «New Crisis Response Mechanism» (ingezonden 21 april 2022).

Antwoord van Minister Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 31 mei 2022).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het statement «ON NEW CRISIS RESPONSE MECHANISM AND OTHER LAST MINUTE ADDITIONS TO THE DSA» van het European Digital Rights netwerk (EDRi)?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u op de hoogte van het nieuwe artikel 27a van de Digital Services Act (DSA), wat gaat over het «crisis response mechanism»?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Vindt u het wenselijk dat de Europese Commissie middels artikel 27a van de DSA de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid serieuze beperkingen kan opleggen zonder controle van het Europees Parlement en de lidstaten?

Antwoord 3

Artikel 27a van het voorlopig politiek akkoord tussen het Franse EU-voorzitterschap, het Europees Parlement (hierna: het EP) en de Europese Commissie (hierna: Commissie) over de Digital Services Act (hierna: DSA), geeft de Commissie de bevoegdheid om een besluit te nemen waarin bepaalde zeer grote online platforms (hierna: VLOP’s) en/of zeer grote zoekmachines (hierna: VLOSE’s) worden opgelegd bepaalde acties te ondernemen. Deze bevoegdheid kan alleen worden ingezet in het geval van een onvoorziene crisis en na een aanbeveling van de Europese Raad voor digitale diensten. Het besluit betreft onder andere mogelijke aanvullende maatregelen die vergelijkbaar zijn met, en een verlengstuk vormen van, de risico-mitigerende maatregelen die voortvloeien uit Artikel 27 lid1 en Artikel 37 lid2.

Voorbeelden van dergelijke maatregelen zijn het aangaan van een samenwerkingsverband met betrouwbare melders (trusted flaggers, organisaties wiens meldingen over illegale inhoud online met spoed moeten worden behandeld), of de intensivering hiervan, en het nemen van bewustwordingsmaatregelen waaronder het aanpassen van hun online interface voor gebruikers. Een concreet voorbeeld hiervan is het plaatsen van een banner bij content gelieerd aan COVID-19 waar gebruikers worden herleid naar een pagina met informatie over de pandemie, afkomstig van officiële publieke instanties, zoals bijvoorbeeld het RIVM in Nederland.

Het kabinet heeft bij het Franse EU-voorzitterschap, dat de onderhandelingen met het EP en de Commissie namens de EU-lidstaten in de Raad van de Europese Unie heeft geleid, er succesvol op aangedrongen om robuuste waarborgen op te nemen met betrekking tot de uitoefening van deze bepaling. Zo moet de Commissie bij het opleggen van haar besluit garanderen dat de door de VLOP of VLOSE in kwestie genomen maatregelen strikt noodzakelijk en evenredig zijn, waarbij specifiek moet worden gekeken of, en in hoeverre, de maatregelen mogelijke negatieve gevolgen kunnen hebben op de fundamentele rechten van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, waaronder de vrijheid van meningsuiting.

Verder heeft het kabinet concrete tekstvoorstellen gedaan voor een mechanisme waarbij de beslissing van de Commissie wordt onderworpen aan een gekwalificeerde meerderheidsstemming van de lidstaten. Dit heeft de uiteindelijke tekst helaas niet gehaald vanwege onvoldoende draagvlak binnen de Raad, en gebrek aan steun van het Franse EU-voorzitterschap en Commissie. Hierbij voerden tegenstanders aan dat dit voorstel tot een significante vertraging zou kunnen leiden voor het gebruik van dit mechanisme met betrekking tot onvoorziene crises.

Ten slotte is de DSA in meer algemene zin een belangrijk instrument voor de bescherming van fundamentele rechten online en democratische waarden.

Vraag 4

Vindt u ook dat het artikel 27a van de Digital Services Act te weinig specifiek is over de scenario’s waarin de Europese Commissie deze bevoegdheden kan gebruiken?

Antwoord 4

Artikel 27a lid 2 definieert een crisis als een situatie van buitengewone omstandigheden die resulteren in een serieuze bedreiging van de publieke veiligheid of publieke gezondheid in de Unie of een aanzienlijk deel daarvan. Zoals aangegeven onder vraag 3, is artikel 27a een verlengstuk van artikel 27, waarbij het grote verschil is dat artikel 27a vraagt om aanvullende maatregelen door VLOP’s en/of VLOSE’s voor onvoorziene situaties die een bedreiging vormen voor de publieke gezondheid en veiligheid, terwijl bij artikel 27 VLOP’s en/of VLOSE’s worden verplicht risico-mitigerende maatregelen te nemen voor voorzienbare situaties die negatieve consequenties kunnen hebben voor de publieke gezondheid en veiligheid. Conform artikel 26 moeten VLOP’s en/of VLOSE’s deze voorzienbare situaties in kaart brengen tijdens een minstens jaarlijkse risicobeoordeling die ze zelf moeten uitvoeren.

Het kabinet kan deze gedachtegang steunen, maar heeft bij het voorzitterschap van de Raad nog wel gevraagd om een nauwkeurigere afbakening van het begrip «crisis» in artikel 27a. Dit heeft niet geleid tot aanpassingen van de tekst.

Vraag 5

Vindt u ook dat, door de beperkte concretisering van scenario’s, de Europese Commissie rigoureuze maatregelen kan opleggen zonder eindtijd, zonder dat er een daadwerkelijke noodzaak hoeft te zijn?

Antwoord 5

Dat is niet het geval. Zoals aangegeven in antwoord op vraag 3, kan de Commissie niet zomaar maatregelen opleggen onder artikel 27a. De Commissie moet bij het uitoefenen van haar bevoegdheid aan twee cumulatieve voorwaarden voldoen: (i) er moet een aanbeveling zijn van de Europese Raad voor digitale diensten, en (ii) er moet sprake zijn van een crisis waarbij uitzonderlijke omstandigheden leiden tot een serieuze dreiging voor de publieke veiligheid of publieke gezondheid in de Unie, of een aanzienlijk deel daarvan.

Bovendien heeft het kabinet actief en succesvol gepleit voor een tijdsgebonden limiet aan de maatregelen die de VLOP’s en/of VLOSE’s in kwestie moeten nemen naar aanleiding van een Commissie-besluit op grond van artikel 27a. Conform artikel 27a lid 5 sub b mogen de maatregelen namelijk niet langer dan drie maanden van toepassing zijn.

Vraag 6

Bent u op de hoogte van artikel 25a van de DSA?

Antwoord 6

Ja.

Vraag 7

Vindt u het wenselijk dat dit artikel nationale digitale coördinatoren de macht geeft om kleine online platformen te behandelen als grote platformen?

Antwoord 7

Artikel 25a geeft nationale digitale coördinatoren niet de bevoegdheid om kleine online platformen te behandelen als grote platformen.

Vraag 8

Wat wordt er precies bedoeld met deze nationale digitale coördinatoren en wie stelt deze aan?

Antwoord 8

Conform artikel 38 lid 1 worden lidstaten verplicht één of meer bevoegde autoriteiten aan te duiden als verantwoordelijke voor de toepassing en uitvoering van de DSA. Volgens artikel 38 lid 2 moeten lidstaten één van deze bevoegde autoriteiten aanduiden als hun Digitale Diensten Coördinator (DDC). De coördinator voor digitale diensten is verantwoordelijk voor alle kwesties die verband houden met de toepassing en handhaving van de verordening in de lidstaat.

In het geval van Nederland, stelt het kabinet de DDC aan. Het kabinet is voornemens om de Autoriteit Consument & Markt aan te wijzen als coördinator voor digitale diensten. Uiteraard zal over de uitvoering en implementatie van deze aanwijzing de Tweede Kamer te zijner tijd worden geïnformeerd door de Minister van Economische Zaken en Klimaat.

Vraag 9

Voorziet u ook risico’s dat deze twee artikelen, die elkaar lijken te versterken, een grote impact kunnen hebben op de persvrijheid en vrijheid van Nederlanders (in de digitale ruimte)?

Antwoord 9

Nee, dit is niet aan de orde zie antwoord op vraag 3, 4 en 5.

Vraag 10

Vindt u het gebrek aan democratische controle die gekoppeld is aan deze macht, zorgelijk?

Antwoord 10

Zoals aangegeven in de beantwoording van vraag 3, had het kabinet de voorkeur gegeven aan een mechanisme waarbij een beslissing van de Commissie middels artikel 27a zou worden onderworpen aan een stemming van een gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten in de Raad. Daar staat tegenover dat de door het kabinet gepleite waarborgen, waaronder de toevoeging van een strikte noodzakelijkheids- en proportionaliteitstest, en een tijdslimiet voor wat betreft de aanvullende maatregelen, zijn opgenomen in de tekst.

In meer algemene zin is de DSA bovendien een belangrijk instrument voor de bescherming van fundamentele rechten online en democratische waarden.

Vraag 11

Bent u van mening dat een onderwerp dat zo cruciaal is voor onze eigen nationale veiligheid, een Europese competentie behoort te zijn?

Antwoord 11

Er worden geen bevoegdheden overgedragen aan de EU. Artikel 27a en alle andere bepalingen in de DSA zijn gestoeld op de rechtsgrondslag van artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dat voorziet in de vaststelling van maatregelen om de werking van de interne markt te waarborgen.

De bescherming van de nationale veiligheid is en blijft een nationale competentie die gegarandeerd is middels artikel 4 lid 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Vraag 12

Gaat u vervolgstappen nemen met uw collega’s in de Europese Unie? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 12

Het kabinet heeft zich binnen de mogelijkheden van de onderhandelingen over de DSA, zowel met de EU-lidstaten als tussen het EU Franse voorzitterschap, het EP en de Commissie, sterk gemaakt voor haar standpunten, waaronder de mogelijkheid om een besluit van de Commissie volgend uit artikel 27a, te onderwerpen aan een stemming in de Raad. Dit specifieke punt is niet opgenomen in de tekst, vanwege onvoldoende draagvlak omdat dit de nodige spoedige besluitvorming ten tijde van crises zou vertragen. Zoals aangegeven, zijn echter wel andere punten opgenomen in de tekst waar het kabinet voor heeft gepleit. Bovendien vormt de DSA in meer algemene zin robuuste bescherming voor de fundamentele rechten van gebruikers online en de ontwikkeling van de interne markt voor digitale diensten. Het akkoord wordt binnenkort nog voorgelegd aan het EP en de Raad van de Europese Unie, waarna het officieel wordt vastgesteld.

Vraag 13

Kunt u deze vragen zo snel mogelijk en elk afzonderlijk beantwoorden?

Antwoord 13

Ja.


  1. – GeenStijl: Ursula bouwt NOODKNOP om internet uit te zetten

    – European Digital Rights (EDRi)

    – A new crisis response mechanism for the DSA – European Digital Rights (EDRi)↩︎