Jaarverslag Landelijke Bureau Bibob en Kwaliteitscommissie Bibob 2021
Evaluatie Wet BIBOB
Brief regering
Nummer: 2022D22489, datum: 2022-06-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31109-31).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Onderdeel van kamerstukdossier 31109 -31 Evaluatie Wet BIBOB.
Onderdeel van zaak 2022Z10939:
- Indiener: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-06-08 12:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-06-15 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-06-15 18:30: Georganiseerde criminaliteit, ondermijning en criminaliteitsbestrijding (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-09-06 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
31 109 Evaluatie Wet BIBOB
Nr. 31 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juni 2022
Hierbij bied ik u, conform het in artikel 24 van de Wet Bibob, het jaarverslag van het Landelijk Bureau Bibob (hierna het LBB) over het jaar 2021 aan1. Het LBB maakt onderdeel uit van het agentschap Justis. Ook bied ik u het jaarverslag van de Kwaliteitscommissie Bibob over het jaar 2021 aan2. De Kwaliteitscommissie heeft een onafhankelijke positie en rapporteert rechtstreeks aan mij. De verslagen worden gezamenlijk aan uw Kamer aangeboden.
Jaarverslag LBB
De Wet Bibob heeft tot doel de integriteit van bestuursorganen te beschermen door te voorkomen dat het bestuursorgaan onbewust criminele activiteiten faciliteert. Het LBB heeft hierbij een belangrijke taak in de ondersteuning van bestuursorganen. Bestuursorganen kunnen bij complexe zaken het LBB verzoeken onderzoek te verrichten. Het LBB draagt zorgt voor een zorgvuldig en nauwkeurig advies, met uitgebreide onderbouwing. Daarnaast dient het bestuursorganen voor te lichten over de toepassing van de Wet Bibob.
Adviezen
Uit de resultaten over het jaar 2021 blijkt dat er meer reguliere adviezen en aanvullende adviezen zijn uitgebracht dan in 2020. Het LBB heeft 345 reguliere adviezen uitgebracht, tegenover 268 in 2020. Daarnaast heeft het LBB 77 aanvullende adviezen verstrekt, wat iets meer is dan het aantal (68) over 2020. Met het LBB wordt nauw contact onderhouden over het aantal adviesaanvragen.
Doorlooptijden
In 2021 is in 82% van de gevallen geadviseerd binnen de wettelijke termijn van 12 weken, tegenover 89% in 2020. Dit betekent enige verslechtering na de in 2019 genomen maatregelen ter verbetering van de doorlooptijden. Het LBB monitort de doorlooptijden in het komende jaar. Na afloop wordt indien nodig met het LBB gekeken naar een structurele oplossing als blijkt dat er geen sprake is van verbetering.
Voorlichting
Het LBB organiseert minstens één keer per jaar een tweewekelijkse «school» met (online) workshops over de toepassing van de Wet Bibob. Tijdens deze workshops wordt aandacht besteed aan het onderzoek van het LBB, maar ook aan het eigen onderzoek van bestuursorganen. Ook komen onderwerpen aan bod als vastgoedtransacties, subsidies en overheidsopdrachten. Deze workshops worden goed bezocht en zijn daarom een belangrijk onderdeel van de voorlichtingstaak van het LBB.
Daarnaast verstuurt het LBB enkele keren per jaar een nieuwsbrief aan zijn afnemers en wordt informatie via factsheets op de website gedeeld.
Ik acht het van groot belang dat bestuursorganen worden voorgelicht over hoe zij optimaal gebruik kunnen maken van de Wet Bibob en steun deze initiatieven.
Informatieleveranciers
Het LBB heeft in 2021 geïnvesteerd in het onderhouden van de contacten met de informatieleveranciers. Door te informeren over de Wet Bibob en het uniformeren van verschillende werkwijzen, wordt de samenwerking sterk verbeterd. Dit bevordert de advisering door het LBB. Ik acht deze werkwijze van groot belang: de informatiedeling wordt geoptimaliseerd en dit komt de kwaliteit van de Bibob-adviezen ten goede.
Jaarverslag Kwaliteitscommissie Bibob 2021
Jaarlijks beoordeelt de onafhankelijke Kwaliteitscommissie Bibob de kwaliteit van Bibob-adviezen. In 2021 zijn 42 reguliere en 12 aanvullende adviezen van het LBB beoordeeld. Op basis van haar beoordelingen concludeert de Kwaliteitscommissie dat door het LBB over het algemeen heldere en kwalitatief hoogwaardige adviezen zijn uitgebracht.
Over het algemeen is de leesbaarheid van de adviezen goed. De gesloten bronnen worden door het LBB zorgvuldig en op de juiste wijze geraadpleegd. In dat kader wordt door het LBB een zeer zorgvuldige weging en selectie gemaakt. De meeste adviezen zijn als juridisch houdbaar en bruikbaar voor bestuursorganen beoordeeld. De door de Kwaliteitscommissie aangedragen verbeterpunten zijn grotendeels van procedurele aard. De meeste aanbevelingen zijn dit ook. Ik vind het belangrijk te streven naar het bevorderen van kwaliteit. Het LBB neemt de aanbevelingen daarom over en pakt de procedurele verbeterpunten op.
Twee aanbevelingen zijn van strategische aard. De Kwaliteitscommissie beveelt aan om «open house»-constructies onder het bereik van de Wet Bibob te brengen. Door een «open house»-constructie als vergunning te beoordelen, kan zorgfraude beter worden tegengegaan. Ik merk op dat op 29 maart 2022 door de Tweede Kamer een amendement is aangenomen bij het wetsvoorstel wetswijziging Bibob (2e tranche) dat hierop ziet (Handelingen II 2021/22, nr. 65, item 14). Het aangepaste wetsvoorstel (Kamerstuk 35 764) is naar de Eerste Kamer gestuurd.
Daarnaast benoemt de Kwaliteitscommissie dat het LBB in zaken waaraan door het OM of de politie (vanwege bijvoorbeeld capaciteitsgebrek) geen vervolg wordt gegeven of dat nog niet is gedaan, het LBB lastiger tot een bewezenverklaring kan komen. De Kwaliteitscommissie beveelt aan om over na te denken over een oplossing. Ik merk op dat het LBB niet afhankelijk is van een bewezenverklaring van bijvoorbeeld het OM en op basis van deelbare informatie ook zelf tot een «ernstig vermoeden» van een relatie tot een strafbaar feit kan komen. Een veroordeling is niet noodzakelijk om een bijdrage te kunnen leveren aan het Bibob-onderzoek.
Indien een onderzoek van de politie of het OM nog niet is gestart, maar dit op korte termijn wel gebeurt, kan het LBB in overleg treden met het bestuursorgaan over het verloop en eventuele uitstel van het Bibob-onderzoek – uiteraard binnen de beperkingen van de geheimhoudingsplicht.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind