[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Het informeren van de Kamer

Schriftelijke vragen

Nummer: 2022D22915, datum: 2022-06-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2022Z11139).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z11139:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022 Vragen gesteld door de leden der Kamer

2022Z11139

Vragen van de leden Westerveld en Bromet (beiden GroenLinks) aan de Minister-President over het informeren van de Kamer (ingezonden 3 juni 2022).

Vraag 1

Herinnert u zich uw antwoorden op schriftelijke vragen van het lid Snels (GroenLinks) over het informeren van de Kamer (ontvangen op 18 april 2018)?1

Vraag 2

Deelt u nog steeds de mening dat alvorens de media geïnformeerd worden over een kabinetsplan, eerst de Kamer geïnformeerd dient te worden?

Vraag 3

Hoe vindt u dat het sinds de beantwoording van genoemde schriftelijke vragen is gegaan met het naleven van de werkafspraken tussen kabinet en Kamer over de wijze van informeren van de Kamer?

Vraag 4

Hoe vaak heeft u sinds de beëdiging van dit kabinet bewindslieden gewezen op het feit dat plannen altijd eerst naar de Kamer moeten worden gestuurd voordat de media worden geïnformeerd?

Vraag 5

Kunt u zich voorstellen dat Kamerleden hun werk niet goed kunnen doen, wanneer zij moeten reageren op berichtgeving in de media terwijl de informatie nog niet aan de Kamer is gezonden?

Vraag 6

Deelt u de mening dat het feit dat een bewindspersoon graag in de media wil optreden (bijvoorbeeld interview in een krant of een optreden in een televisie-uitzending) over een kabinetsplan het niet rechtvaardigt dat media voordat een kabinetsplan naar de Kamer wordt gestuurd van het kabinetsplan (onder embargo) op de hoogte worden gesteld? Zo nee, waarom acht u een media-optreden en/of het onder embargo naar de media sturen van een kabinetsplan belangrijker dan het tijdig informeren van de Kamer? En op welke wijze acht u dit passen binnen de werkafspraken met de Tweede Kamer?

Vraag 7

Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar beantwoorden voorafgaand aan het debat over de Raming van de Kamer (gepland op 20 juni 2022)?


  1. Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 1814.↩︎