Voornemen tot verlenging van het Verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië betreffende een tijdelijke plaatsing van troepen van het Koninkrijk der Nederlanden in Jordanië, Amman, 2 oktober 2014
Voornemen tot verlenging van verdragen
Brief regering
Nummer: 2022D23167, datum: 2022-06-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24493-98).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 24493 (R1557)-98 Voornemen tot verlenging van verdragen.
Onderdeel van zaak 2022Z11262:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2022-06-08 12:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-06-23 10:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2022-09-06 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Staten-Generaal | 1/2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
24 493 Voornemen tot verlenging van verdragen
BW/ nr. 98 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juni 2022
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 9 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, en met het oog op artikel 7, onderdeel e, van die Rijkswet, heb ik de eer u mede te delen dat de regering het voornemen heeft om over te gaan tot verlenging van het Verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië betreffende een tijdelijke plaatsing van troepen van het Koninkrijk der Nederlanden in Jordanië, Amman, 2 oktober 2014 (Trb. 2014, nr. 175).
Het verdrag met een initiële looptijd van één jaar tot 2 oktober 2015 zal, na een eerste verlenging die tot 2 oktober 2016 liep (Trb. 2015, nr. 167), een tweede verlenging die tot 2 oktober 2017 liep (Trb. 2016, nr. 163), een derde verlenging die tot 2 oktober 2018 liep (Trb. 2017, nr. 176), een vierde verlenging die tot 2 oktober 2019 liep (Trb. 2018, nr. 172), een vijfde verlenging die tot 2 oktober 2020 liep (Trb. 2019, nr. 162), een zesde verlenging die tot 2 oktober 2021 liep (Trb. 2020, nr. 104) en een zevende verlenging die tot 2 oktober 2022 loopt (Trb. 2021, nr. 130) nu voor een achtste keer door middel van een verlengingsprotocol met een jaar worden verlengd tot 2 oktober 2023.
Er wordt thans met Jordanië onderhandeld over een meerjarig verdrag. Aangezien overeenstemming nog zal moeten worden bereikt en het enige tijd zal duren voordat dit verdrag in werking zal treden, is een nieuwe verlenging nodig om de periode tot het einde van de huidige plaatsing alsmede de periode tot aan de inwerkingtreding van het meerjarige verdrag te overbruggen. Dit meerjarige verdrag zal uiteraard parlementaire goedkeuring behoeven.
Voor wat het Koninkrijk betreft, geldt het te verlengen verdrag alleen voor het Europese deel van Nederland. Het verdrag behoefde destijds op grond van artikel 7, onderdeel c, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra