Het World Economic Forum (WEF)
Schriftelijke vragen
Nummer: 2022D23314, datum: 2022-06-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2022Z11301).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P. van Houwelingen, Tweede Kamerlid (Ooit FVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2022Z11301:
- Gericht aan: E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Indiener: P. van Houwelingen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2022Z11301
Vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het World Economic Forum (WEF) (ingezonden 7 juni 2022).
Vraag 1
Erkent u dat veel Kamervragen in onze (lange lijst) met (vervolg)vragen over het World Economic Forum (WEF) niet beantwoord zijn1? Indien u dit erkent, waarom is dit het geval? En bent u in dat geval bereid de Kamer alsnog een volledige beantwoording van de vragen te doen toekomen?
Vraag 2
Indien u dit niet erkent, waar kunnen we dan (bijvoorbeeld…) de beantwoording vinden van de laatste zes deelvragen van het eerste vragenblok?
Vraag 3
Kunt u deze zes deelvragen, die we hieronder weer zullen stellen, (wederom of alsnog) afzonderlijk beantwoorden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Wie nam(en) er van WEF-zijde deel aan dit vooroverleg?
Vraag 5
Kunt u de «special agenda» die de uitkomst is van dat overleg tussen ambtenaren en het WEF met de Kamer delen? Zo ja, kunt u dan alle documentatie betreffende die nauwe samenwerking tussen Nederlandse ambtenaren en het WEF ter voorbereiding van deze bijeenkomst met de Kamer delen?
Vraag 6
Indien u dat niet kunt, waarom niet?
Vraag 7
Heeft deze nauwe samenwerking inderdaad plaatsgevonden? Zo nee, waarom niet, zo ja, wat houdt die nauwe samenwerking precies in?
Vraag 8
Indien u de bovenstaande zes vragen niet volledig en afzonderlijk heeft beantwoord, erkent u hiermee impliciet dat deze Kamervragen dus inderdaad in eerste instantie (zie vraag 1) niet zijn en bovendien ook niet zullen worden beantwoord door de regering? Kunt u hiervoor een reden aan de Kamer geven?
Vraag 9
Tot slot, er wordt in het antwoord op vraag 90 verwezen naar een «readout» die naar de Kamer zou worden gestuurd maar die de Kamer nog steeds niet heeft ontvangen: wanneer ontvangt de Kamer deze readout?
Vraag 10
En als de Kamer deze readout niet toegestuurd krijgt, wat is hiervoor de reden?
Vraag 11
Kunt u de bovenstaande twaalf vragen afzonderlijk beantwoorden?
Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2541.↩︎