[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen en antwoorden over het Jaarverslag Ministerie van Buitenlandse Zaken 2021 (Kamerstuk 36100-V-1)

Jaarverslag en slotwet Ministerie van Buitenlandse Zaken 2021

Lijst van vragen en antwoorden

Nummer: 2022D23435, datum: 2022-06-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36100-V-8).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36100 V-8 Jaarverslag en slotwet Ministerie van Buitenlandse Zaken 2021.

Onderdeel van zaak 2022Z11438:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

36 100 V Jaarverslag en slotwet Ministerie van Buitenlandse Zaken 2021

Nr. 8 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 10 juni 2022

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 18 mei 2022 inzake het Jaarverslag Ministerie van Buitenlandse Zaken 2021 (Kamerstuk 36 100 V, nr. 1).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 7 juni 2022. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,
Kuiken

De griffier van de commissie,
Westerhoff

1

Onder welk artikel is de sanctie-eenheid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken ondergebracht en hoeveel middelen zijn hiervoor uitgetrokken in 2021?

Antwoord

De sanctie-eenheid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is in 2022 opgericht. Bij de begrotingsbehandeling 2022 heeft Sjoerdsma c.s. een amendement ingediend (Kamerstuk 35 925 V, nr. 14) Via dit amendement is structureel EUR 1 miljoen vrijgemaakt voor extra fte’s voor deze eenheid. Aanvullend hierop zullen vanuit de coalitiemiddelen Rutte IV nog enkele functies bij de sanctie-eenheid worden gerealiseerd. Aangezien het fte’s betreft, vallen alle middelen voor de sanctie-eenheid onder artikel 7 Apparaat. In 2021 waren 6 fte verspreid over verschillende onderdelen van het ministerie gewijd aan sancties.

2

Hoe is de personeelsbezetting op het kerndepartement en in het postennetwerk?

Antwoord

departement: ambtenaren 2.408 FTE

postennetwerk: ambtenaren 734 FTE + 2088 F.TE lokale medewerkers

Daarnaast zijn er via (tijdelijke) externe inhuur 767 FTE op het departement en 121 FTE in het postennetwerk werkzaam.

3

Kunt u een overzicht geven van alle ambassades in Afrika, het aantal FTE’s op deze ambassades, de handelsstromen tussen Nederland en deze ambassades en het aantal irreguliere migranten dat vanuit de gastlanden van deze ambassades naar Nederland komt?

Antwoord

Op het continent Afrika heeft Nederland een ambassade in Algerije, Egypte, Marokko, Libië, Tunesië, Ivoorkust, Nigeria, Ghana, Ethiopië, Mali, Burundi, Benin, Senegal, Tanzania, Zimbabwe, Soedan, Oeganda, Zuid-Soedan, Rwanda, Democratische Republiek Congo, Angola, Mozambique, Kenia, Niger, Burkina Faso en Zuid-Afrika. Op deze 26 ambassades werken in totaal 622 medewerkers waarvan 420 met een lokaal arbeidscontract. De resterende groep zijn uitgezonden medewerkers van Buitenlandse Zaken en andere departementen (attachés).

Algerije 1.402 484 – 918
Angola 254 397 143
Benin 4 69 66
Burkina Faso 18 87 69
Burundi 0 11 11
Congo (Democratische Republiek) 45 110 65
Egypte 596 2.156 1.560
Ethiopië 120 94 – 26
Ghana 622 886 264
Ivoorkust 1.069 303 – 766
Kenia 557 578 22
Libië 1.432 451 – 981
Mali 5 123 118
Marokko 643 1.243 599
Mozambique 273 74 – 199
Niger 0 32 32
Nigeria 2.397 3.796 1.399
Oeganda 83 121 39
Rwanda 9 40 31
Senegal 50 839 789
Soedan 6 66 60
Tanzania 65 137 72
Tunesië 261 301 39
Zimbabwe 32 29 – 3
Zuid-Soedan 0 16 16
Zuid-Afrika 1.729 2.257 528

1 Voorlopige cijfers uit 2021.

Bron: CBS (https://opendata.cbs.nl/).

Er zijn geen volledige cijfers over irreguliere migratie richting Nederland, omdat deze migratie buiten formele wegen omgaat. Wel zijn cijfers over asielaanvragen in Nederland beschikbaar. In de top 10 van nationaliteiten die een asielaanvraag deden in Nederland (april 2021 t/m april 2022) staan vier Afrikaanse landen: Eritrea (plaats 5 met 1.686 asielaanvragen), Somalië (plaats 6 met 1.442 asielaanvragen), Algerije (plaats 8 met 1.209 asielaanvragen) en Marokko (plaats 9 met 963 asielaanvragen). Deze cijfers zijn inclusief eerste aanvragen, herhaalde aanvragen en familiehereniging. Volledige gegevens over asieltrends en nationaliteiten zijn te raadplegen op de website van de IND: Asieltrends | Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

4

Gebruikt het ministerie of gebruiken uitvoeringsinstanties algoritmen bij de uitvoering van het werk? Kunt u een limitatieve lijst geven?

Antwoord

Ja. Bij de beoordeling van aanvragen voor een visum kort verblijf maakt het ministerie gebruik van data-analyse voor het signaleren van kansen, risico’s, trends en patronen. De Tweede Kamer is over deze werkwijze geïnformeerd in de jaarlijkse rapportage over de staat van de consulaire dienstverlening. Hierbij wordt een relatief eenvoudig algoritme ingezet. De beslisboom geeft advies over standaard controle, danwel een eventuele extra controle op de visumaanvraag. Dit algoritme is door de Algemene Rekenkamer onderzocht in hun rapport Aandacht voor Algoritmes (2021). Daarnaast worden data toegepast ter ondersteuning van beleidswerkzaamheden. Daarbij wordt onder meer gebruik gemaakt van algoritmen, dit zijn geen beslis-algoritmen. Het gaat hier om verrijking van informatie om de informatiepositie te verbeteren. Voorbeelden zijn het gebruik van een algoritme om bilaterale handel te voorspellen. Deze voorspellingen worden, samen met een reeks aan andere variabelen, gebruikt bij de selectie van prioritaire markten voor handelsbevordering en economische diplomatie. Ook wordt een algoritme gebruikt om op basis van openbare bronnen een inschatting te maken van de kans op instabiliteit en conflict om tijdig verslechterende veiligheidssituaties in voor Nederland relevante regio’s te kunnen signaleren (Early Warning).

5

Zijn er op ICT-systemen en het verwerken van data binnen het ministerie en/of bij uitvoeringsinstanties Privacy Impact Analyses (PIA) of Gegevensbeschermingeffectbeoordeling (GEB) uitgevoerd in 2021? Kunt u deze rapportages naar de Kamer zenden?

Antwoord

Ja, in 2021 zijn Data Privacy Impact Assessments (DPIA’s) uitgevoerd op ICT-systemen die persoonsgegevens verwerken.

De DPIA’s kunnen niet worden gedeeld met de Kamer. De DPIA’s bevatten detailinformatie over beveiligingsaspecten van ICT-systemen. BZ deelt nooit uitspraken over specifieke beveiligingsmaatregelen. Indien gewenst kunnen Kamerleden vertrouwelijk inzage krijgen in de uitgevoerde DPIA’s.

6

Wat is de verhouding FTE als het gaat om externe krachten, vaste contracten en tijdelijke contracten op het ministerie en bij de diensten?

Antwoord

Ambtenaren vast: 2.522 FTE

Ambtenaren tijdelijk: 620 FTE

Lokale medewerkers: 2.088 FTE

Externe krachten: 888 FTE

7

Welke onderzoeken zijn extern uitgevoerd in 2021 en door wie? Hoeveel heeft het extern advies het ministerie en/of zijn diensten gekost in 2021?

Antwoord

Onderzoek is bij BZ op directieniveau georganiseerd en er is geen overkoepelende monitoring van alle lopende onderzoeksprogramma, waarvan er meerdere meerjarig zijn. De laatste keer dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken al haar onderzoeksfinanciering in kaart heeft gebracht was in 2018. Dat rapport is destijds openbaar gemaakt. Destijds kwam het Ministerie op 92 lopende onderzoeksprojecten. Deze 92 projecten representeerden een totaal aan financiële verplichtingen van 173 miljoen euro (lopend over meerdere jaren). De belangrijkste kennispartners destijds waren (in mate van financiële omvang) NWO, Clingendael, Wageningen Universiteit, Erasmus Universiteit en het Planbureau voor de Leefomgeving. Het onderzoek dat het Ministerie uitbesteed wordt openbaar gemaakt via de website van rijksoverheid.nl. In 2021 werden 45 op deze wijze onderzoeksrapporten openbaargemaakt

8

Hoe analyseert het ministerie zogenaamde «burgersignalen» die bij publieksvoorlichting binnenkomen? Krijgt en bespreekt de bewindspersoon de «burgersignalen»?

Antwoord

Signalen van de Nederlandse burger worden door het ministerie steeds gerichter gezocht en opgehaald. Dat gebeurde onlangs bij de conferentie voor Europa en bij de internetconsultaties voor de nota over BHOS. Ook bij de ambassadeursconferentie is het contact met de Nederlandse samenleving een belangrijk onderdeel. Er wordt ook regelmatig onderzoek gedaan naar de sentimenten onder de Nederlanders over onderdelen van het Buitenlandse Beleid. De directie communicatie coördineert de beantwoording van binnenkomende burgervragen en daar vindt ook webcare plaats voor de online kanalen van Buitenlandse Zaken. De directie werkt verder actief samen met andere departementen in het programma «Alles begint met Contact» van de Voorlichtingsraad, waarin het gesprek met de Nederlander actief door de Overheid wordt opgezocht.

Met beide bewindspersonen wordt regelmatig overlegd over wat er leeft in Nederland en hoe zij met de samenleving kunnen communiceren.

9

Hoe bepaalt het ministerie welke contacten en afspraken van de bewindspersonen publiek worden gemaakt? Welke handreiking ligt daarvoor bij de communicatie-afdeling?

Antwoord

Hiervoor bestaat een Rijksbrede richtlijn die uiteraard ook door BZ wordt gehanteerd (zie bijlage).

Deze handreiking is gemaakt conform de afspraken met de Kamer, vastgelegd in de brief van M en R daarover aan Kamerlid Sneller.

Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2363

10

Welke kosten heeft het ministerie gemaakt aan juridische procedures? Wat heeft de inzet van de Landsadvocaat namens het ministerie gekost?

Hoeveel geld heeft het ministerie uitgegeven aan extern juridisch advies in zijn algemeenheid?

Antwoord

Het ministerie heeft in 2021 via centrale inschakeling door de directie Juridische Zaken een bedrag van afgerond EUR 377.000 uitbetaald aan de Landsadvocaat en zestigduizend aan andere juridische dienstverleners. Het betreft met name kosten voor civielrechtelijke procedures. Naast centrale inschakeling via DJZ kunnen ook decentrale kosten voorkomen. Zo schakelen ambassades ook lokale juridische bijstand in. Kosten voor inhuur van externen zijn opgenomen in bijlage 2 bij het jaarverslag, waarin EUR 50.000 aan juridisch advies is opgenomen.

11

Kunt u (per jaar) aangeven hoeveel subsidie Milieudefensie de afgelopen tien jaar van uw departement heeft gekregen?

Antwoord

De afgelopen 10 jaar is er vanuit de BZ-begroting geen subsidie gegeven aan Milieudefensie.

12

Is Nederland van plan om in de toekomst weer een gooi te doen naar lidmaatschap van de VN Veiligheidsraad? Moet er dan niet alvast langzaam een campagnepot op worden gebouwd?

Antwoord

Nederland heeft zich kandidaat gesteld voor een niet-permanente zetel in de Veiligheidsraad voor de periode 2033 – 2034, zie voor aankondiging van deze kandidatuur (Kamerstuk 26 150, nr. 180) die op 15 februari 2019 aan de Kamer is verzonden. Dichter op de verkiezingsdatum (een nog nader vast te stellen datum) zal er gekeken worden naar een reservering in het budget voor campagnedoeleinden.

13

Kunt u aangeven hoeveel personen tot nu toe zijn geraakt met het EU-mensenrechtensanctieregime?

Antwoord

Momenteel zijn onder het EU-mensenrechtensanctieregime beperkende maatregelen opgelegd aan 17 personen en 5 entiteiten.

14

Hoe reflecteert u op de eerste inzet van het EU-mensenrechtensanctieregime? Welke lessen kunnen hieruit getrokken worden?

Antwoord

Het kabinet verwelkomt dat het EU-mensenrechtensanctieregime kort na de inwerkingtreding al is ingezet, ook ten aanzien van politiek sensitieve situaties zoals de betrokkenheid van Chinese hoge functionarissen bij ernstige mensenrechtenschendingen in de Chinese provincie Xinjiang en de betrokkenheid van hoge Russische functionarissen bij het vervolgen van de Russische mensenrechtenactivist Alexej Navalny. In december 2021 volgden listings tegen de Wagner groep (o.m. actief in Libië en Mali). Het is nog vroeg om lessen te trekken. Het eerste jaar heeft aangetoond dat de EU politiek bereid is dit nieuwe instrument in te zetten, en dat onze acties impact hebben, gelet op onder meer de tegenreactie vanuit China. Daarnaast kan worden geconstateerd dat het proces veel capaciteit vraagt van de lidstaten nu vragen omtrent de afweging of de maatregel opportuun is vanuit de doelstellingen van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de Unie, het proces van vertrouwelijke informatiedeling tussen lidstaten, het verzekeren van een sterke onderbouwing, om aan alle juridische vereisten te voldoen en het komen tot het vereiste akkoord van alle 27 lidstaten in dit proces beantwoord moeten worden. Nederland zal zich er voor in zal blijven zetten dat het regime actief benut wordt als instrument binnen het bredere EU-mensenrechtenbeleid. Daarbij zal worden aangedrongen op het beter betrekken van maatschappelijke organisaties en het belang van coördinatie met partners worden benadrukt.

15

Op welke manier is het Ministerie van Buitenlandse Zaken bij de bestrijding van de COVID-19-pandemie betrokken geweest?

Antwoord

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft lastens de BZ begroting (het POBB budget) bijgedragen aan de wereldwijde bestrijding van de COVID-19 pandemie door het financieren van bilaterale steunprojecten van uitvoerende partners zoals de WHO en het Rode Kruis. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft tevens het transport van de donatie van diverse medische hulpmiddelen en vaccins bekostigd.

Lastens de BHOS begroting is in 2.021 EUR 105 miljoen bijgedragen aan de wereldwijde bestrijding van de COVID-19 pandemie.

16

Welke voorstellen, die niet zijn meegenomen, heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken gedaan aan andere Nederlandse ministeries om meer betrokken te worden bij de bestrijding van de pandemie?

Antwoord

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is sinds het begin van de pandemie betrokken geweest bij de interdepartementale coördinatie van de COVID-19 pandemie, onder andere via de daarvoor aangewezen crisisstructuur. De Nederlandse inzet voor de wereldwijde bestrijding van de pandemie vindt in goede afstemming met de betrokken departementen plaats.

17

Hoe fungeerde de pandemie als katalysator op de Russische wens om de Europese veiligheidsarchitectuur ter discussie te stellen?

Antwoord

De Russische onvrede met de bestaande Europese veiligheidsarchitectuur is ouder dan de coronapandemie. Deze onvrede heeft zijn oorsprong in het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en het verdwijnen van het Warschau Pact, waarbij verscheidene voormalige Sovjetrepublieken zelfstandig werden en een aantal voormalige landen van het Warschau Pact ervoor kozen nauwe banden met EU en NAVO aan te gaan. Zo hekelde president Poetin al in 2007, tijdens de veiligheidsconferentie in München, de rol van de VS op het gebied van veiligheid in Europa. Bij diverse gelegenheden heeft Poetin deze visie herhaald.

18

Wat was het Europese antwoord op het faciliteren van irreguliere migratie door de Belarussische autoriteiten?

Antwoord

De aanpak van het kabinet heeft zich in de context van Belarus de afgelopen periode langs vier sporen ontwikkeld, te weten: 1) het inzetten van Europese sancties, 2) in EU-verband op diplomatiek niveau gesprekken voeren met landen van oorsprong en transit om de vluchten naar Minsk te stoppen, 3) het steunen van de lidstaten die direct te maken krijgen met de georkestreerde migratiestroom aan hun buitengrenzen en 4) het inzetten op structurele en ongehinderde humanitaire toegang aan beide zijden van het betrokken grensgebied. Ten aanzien van het derde spoor benadrukt het kabinet dat het recht op asiel en naleving van het non-refoulementbeginsel, zoals verankerd in internationale- en EU-wetgeving, en de mogelijkheid van humanitaire (VN)-organisaties om vrij en ongehinderd hulp te kunnen bieden, te allen tijde gewaarborgd dienen te blijven.

19

Ten opzichte van wat had het in veiligheid brengen van een groot aantal Nederlanders en Afghanen de hoogste prioriteit?

Antwoord

De evacuatieoperatie uit Afghanistan had als hoogste prioriteit het in veiligheid brengen van Nederlanders en Afghanen die daarvoor in aanmerking komen. Met andere woorden, Nederland heeft in het kader van de evacuatieoperatie alles op alles gezet voor overbrenging van Nederlanders en Afghanen naar Nederland.

20

Op welke manier is de consulaire dienstverlening het afgelopen jaar aangepast, gebaseerd op de lessen van de COVID-19 pandemie en de crisis in Afghanistan?

Antwoord

Voor een uitgebreide reflectie op de consulaire dienstverlening in deze periode verwijs ik naar de Staat van het Consulaire. In deze jaarlijkse rapportagewordt de consulaire dienstverlening van het voorgaande jaar behandeld, met daarin de geleerde lessen en plannen en ambities voor de toekomst. De Staat van het Consulaire 2021 is op 26 oktober 2021 gedeeld met uw Kamer (Kamerstuknummer 35 925 V, nr. 50) en gaat in op de genoemde onderwerpen. De Staat van het Consulaire 2022 zal in de komende maanden gedeeld worden met uw Kamer.

21

Welke stappen zijn er in het afgelopen jaar gezet om de consulaire dienstverlening te moderniseren en digitaliseren? Welke projecten lopen er nog?

Antwoord

In het kader van Project Loket Buitenland is in 2021 informatie over 14 producten en diensten van o.a. de Belastingdienst, UWV, SVB, DUO, gemeente Den Haag en Logius ondergebracht bij Nederland Wereldwijd. Informatie over dienstverlening wordt steeds meer in samenhang gebundeld in de vorm van levensgebeurtenissen, zoals studeren en stage in het buitenland, verhuizen naar het buitenland, (terug) verhuizen naar Nederland of overlijden in het buitenland. Ook werd in 2021 een pilot gedaan met het veilig verstrekken van DigiD-activeringscodes aan Nederlanders in het buitenland via een videobelafspraak met Nederland Wereldwijd. Dit ter vervanging van het tot voor kort verplichte baliebezoek. De pilot is sinds maart van dit jaar structurele dienstverlening, waarmee maandelijks zo’n 2.000 burgers geholpen kunnen worden. In 2021 is eveneens de nieuwe website van Nederland Wereldwijd opgeleverd, gebaseerd op het prototype 1Overheid. Daarnaast zijn alle systemen van het contact center van Nederland Wereldwijd vervangen en zijn verdere stappen gezet in datagestuurd werken. Project Loket Buitenland, dat per 1 juli a.s. wordt beëindigd, draagt de werkzaamheden over aan Nederland Wereldwijd, dat de doorontwikkeling van de (digitale) dienstverlening voortzet. Sinds maart 2022 wordt het Caribisch visumproces volledig digitaal (en dus papierloos) uitgevoerd. Sinds 2019 kunnen burgers in het buitenland digitaal (via een online aanvraagformulier) een Schengenvisum aanvragen. Voor Nederlanders in het buitenland is het sinds begin 2022 mogelijk om online een aanvraagformulier voor een Nederlands reisdocument in te vullen. In 2023 wordt de software opgeleverd om ook deze aanvragen volledig digitaal (en dus papierloos) te kunnen afhandelen in het backoffice. Op dit moment is fysieke verschijning nog wel noodzakelijk voor identiteitsvaststelling en afgifte van biometrie. In samenwerking met het Ministerie van BZK en RVIG wordt onderzocht of identificatie op afstand in de toekomst mogelijk kan worden, zonder dat dit ten koste gaat van betrouwbaarheid en veiligheid.

22

Waarom is de EU essentieel voor de Nederlandse veiligheid en welvaart?

Antwoord

In de wereld vinden grote verschuivingen plaats. Aan het begin van de

vorige eeuw was een kwart van de wereldbevolking Europeaan, nu minder dan een tiende. Het demografisch en economisch zwaartepunt is de afgelopen decennia oostwaarts verschoven. In Afrika zal de komende decennia de bevolking naar verwachting verdubbelen.

Rusland heeft zich met de inval in Oekraïne buiten de internationale rechtsorde geplaatst. Daarnaast wijst China als economische en militaire mogendheid de ordening af zoals die na de Tweede Wereldoorlog is ontstaan.

De EU is daarbij op buitenlandpolitiek terrein ons primaire handelingspodium. De EU legt immers meer gewicht in de schaal dan Nederland alleen. De oorlog in Oekraïne laat de noodzaak zien van de Unie als machtspolitieke speler, zowel in militair vermogen als in de versterking van de Europese weerbaarheid. Een effectief gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid staat niet los van een versterking van de EU-NAVO relatie.

Daarnaast is Europese samenwerking ook van belang om mondiale uitdagingen, zoals klimaatverandering, het hoofd te bieden.

Met de interne markt als grootste afzetmarkt van de wereld is het de motor van de economische groei en concurrentievermogen van de EU. Nederland is een van de landen die het meest profijt heeft van de handelsbaten van de EU.1

23

Wat bedoelt de regering met «een voortrekkersrol voor Nederland om te komen tot een sterkere en slagvaardigere EU, die klaar is voor de uitdagingen van de toekomst»?

Antwoord

Het is de inzet van het kabinet om de Unie slagvaardiger, economisch sterker, groener en veiliger te maken en daarmee klaar te zijn voor uitdagingen van de toekomst. Het kabinet ziet hierbij een leidende rol voor Nederland, niet alleen met het oog op zo goed mogelijke uitkomsten voor Nederland, maar ook om de Unie als geheel een stap verder te brengen. Het kabinet ziet hierbij drie dwarsdoorsnijdende thema’s voor het versterken van de Unie tot een sterke Unie van sterke lidstaten: rechtsstatelijkheid en goed bestuur, opwaartse sociale en economische convergentie en de Unie als geopolitieke speler. 2 In deze proactieve en constructieve voortrekkersrol trekt Nederland samen op met andere lidstaten en partners.

24

Wat bedoelt de regering met de zinsnede dat het zich «laat inspireren door de uitkomsten van de burgerconsultaties «Kijk op Europa» die het afgelopen jaar zijn uitgevoerd in het kader van de Conferentie voor de Toekomst van Europa»?

Antwoord

De regering heeft in 2021 in het kader van de Conferentie over de Toekomst van Europa nationale burgerconsultaties georganiseerd over de wensen en verwachtingen van Nederlanders ten aanzien van de EU. In totaal hebben circa 13.000 Nederlanders aan de nationale burgerdialoog «Kijk op Europa» deelgenomen. De resultaten van de burgerconsultaties «Kijk op Europa» zijn voor het kabinet van belang en zullen worden meegenomen in de afwegingen ten aanzien van de Nederlandse EU-beleidsvorming. Zo zijn de resultaten verwerkt in de kabinetsbrief over de Staat van de Unie.

25

Kunt u preciezer aangeven welke rol Nederland als begeleider in het onderhandelingsproces voor Venezuela heeft gespeeld?

Antwoord

Het Koninkrijk is op uitnodiging van de Venezolaanse oppositie als waarnemer hoogambtelijk aanwezig geweest bij de diverse rondes van besprekingen die in Mexico-Stad zijn gevoerd. De doelstellingen en een agenda van het onderhandelingsproces tussen regime en oppositie staan in een openbaar Memorandum of Understanding.3 Vanwege de vertrouwelijke aard van de onderhandelingen en afspraken daarover met facilitator Noorwegen en de onderhandelende partijen kan niet verder worden ingegaan op dit proces, noch specifiek op de Nederlandse rol daarin.

26

Kunt u een overzicht geven van de Aziatische landen waarmee een sterkere samenwerking is aangegaan en op welke manier?

Antwoord

Het kabinet zet in op ondersteuning van de uitvoering van de EU-strategie voor samenwerking in de Indo-Pacifische regio en zoekt naar niches waar het actief een bijdrage kan leveren. Daartoe overlegt Nederland met landen in de regio, bilateraal of gezamenlijk met andere EU-lidstaten. Het kabinet zet in op capaciteitsopbouw rond internationaal zeerecht en samenwerking op het gebied van cyber. Hier hebben wij expertise te bieden.

Op het thema internationaal zeerecht heeft Nederland tijdens de Raisina dialoog in India op 26 april jl. samen met India, Australië, Japan en Singapore een event georganiseerd om het belang van internationaal zeerecht te onderstrepen. Met deze landen, als ook met Indonesië wordt gesproken over verdere samenwerking op het gebied van internationaal zeerecht.

Op het thema cyberveiligheid speelt Nederland een actieve rol in de Indo-Pacific regio, gericht op het versterken van internationale samenwerking en bevorderen van de internationale rechtsorde in het digitale domein. Dit gebeurt onder meer door regelmatige consultaties over cyber-onderwerpen met landen als Australië, Indonesië, Singapore en Zuid-Korea en door gezamenlijke capaciteitsopbouw-projecten over internationaal recht, cyberdiplomatie en bestrijding van cybercriminaliteit.

Bilateraal heeft Nederland in het afgelopen jaar de banden versterkt met India met een inkomend Staatsbezoek van President Kovind en een bezoek van Minister Hoekstra aan India. India kijkt naar NL op het gebied van water en landbouw en wil verder de samenwerking op het gebied van halfgeleiders verkennen.

Met Australië werkt Nederland intensief samen. In maart jl. zijn beide landen gezamenlijk een juridische procedure bij de internationale burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) gestart tegen Rusland voor zijn rol bij het neerhalen van vlucht MH17. Op economisch vlak kijkt Australia naar NL voor waterstofsamenwerking en kennisuitwisseling op het gebied van circulaire economie.

Ook met Japan en Zuid-Korea wordt nauw samengewerkt, vooral economisch en op het gebied van high tech en innovatie. Met beide landen wordt samengewerkt bij multilaterale instellingen, vooral op het gebied van vrede en veiligheid.

Daarnaast zet Nederland in op bredere samenwerking met de ASEAN-landen. Daartoe zal Nederland later dit jaar toetreden tot het Zuidoost-Aziatische Verdrag van Vriendschap en Samenwerking, zoals ook gemeld aan uw Kamer.

27

Kunt u een eerste evaluatie geven van het werk van het China Kennisnetwerk? Op welke punten kan de werking van dit netwerk nog verbeterd worden?

Antwoord

Het China Kennisnetwerk (CKN) beoogt bij te dragen aan de kennisontwikkeling bij bestuursdepartementen over China en de uitdagingen waarvoor China het overheidsbeleid stelt. Het netwerk is ongeveer een jaar operationeel. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het bij Instituut Clingendael en LeidenAsiaCentre belegde secretariaat werken samen met departementen en het Nederlandse kennisveld aan interdepartementale kennisvragen en het opzetten van onderzoek en kennisevenementen om discussies te faciliteren die op de ministeries plaatsvinden over lange termijn uitdagingen en kansen in relatie tot China. Tot heden heeft het CKN veertien studies uitgebracht en vele kennisevenementen georganiseerd. Een overzicht van dit werk is te vinden op www.chinakennisnetwerk.nl.

De samenwerking tussen BZ en het secretariaat is goed. De verschillende ministeries weten het CKN steeds beter te vinden. De covid-maatregelen remden de intensiteit van de voorgenomen netwerkvorming wat af. De vraagarticulatie verdiept zich en richt zich toenemend op een whole-of-government benadering van grote uitdagingen op langere termijn. Het gewicht en de complexiteit van de uitdagingen waarvoor China het Nederlandse binnenlandse en buitenlandse beleid plaatst rechtvaardigt deze articulatie. Ontwikkelpunten zijn de verdere internationalisering van het kennisveld en het ambtelijk vakmanschap rond het bespreken van publieke keuzes voor de langere termijn.

In februari 2022 heeft een eerste netwerkevenement van het CKN in samenwerking met de Rusland en Oost-Europa Kennis Alliantie plaatsgevonden. Dit is het startschot geweest voor een zwaardere inzet op de externe netwerkfunctie voor in 2022 en 2023 dat kennisuitwisseling tussen kennisveld en ambtenaren beoogt.

28

Wat is de huidige stand van zaken van de onderhandelingen in Venezuela? Hoe heeft Nederland als acompañante bijgedragen aan het proces?

Antwoord

De onderhandelingen zijn in oktober eenzijdig opgeschort door het Maduro-regime. Hoewel er sindsdien gesproken wordt over een herstart van het proces is dit op heden niet het geval. Het Koninkrijk blijft toegewijd aan het vinden van een oplossing voor de politieke, humanitaire en economische crisis in Venezuela en zet zich binnen de internationale gemeenschap actief in voor het ondersteunen van het Venezolaanse onderhandelingsproces. Vanwege afspraken met de onderhandelende partijen en facilitator Noorwegen over de vertrouwelijkheid van het proces kan niet verder worden ingegaan op wat tot dusver de Nederlandse bijdrage is geweest.

29

Hoeveel deskundigen die de Chinese taal machtig zijn, zijn aangesloten bij het China Kennisnetwerk?

Antwoord

In de beginfase van het China Kennisnetwerk (CKN) is door een externe partij een database gemaakt van experts in Nederland die bepaalde kennis over China bezitten, verkregen door werk dan wel onderzoek. Zij zijn allen gevraagd of zij betrokken wilde worden bij toekomstige activiteiten of mogelijke onderzoeken vanuit het CKN. De deskundigen die hebben ingestemd zijn aangesloten bij het CKN en krijgen updates van publicaties en evenementen. Zij worden gericht benaderd door het extern belegde secretariaat mocht er vanuit de overheid een kennisvraag opkomen die aansluit bij hun expertise. In de database zitten momenteel 157 deskundigen waarvan 29 deskundigen hebben aangegeven de Chinese taal vloeiend te beheersen.

30

Hoeveel geld stelde het Ministerie van Buitenlandse Zaken beschikbaar aan China-deskundigen voor langdurig onderzoek waarbij de deskundigen eigen invulling mochten geven aan het onderzoek en hoeveel geld stelde het ministerie beschikbaar in de vorm van projectmatige financiering?

Antwoord

Het China Kennisnetwerk (CKN) financiert onderzoek en evenementen op projectbasis. Daarbij zijn vragen vanuit bestuursdepartementen leidend, die worden uitgezet in het kennisveld door het extern belegde secretariaat. Tot aan december 2023 is hier ongeveer één miljoen euro voor gereserveerd. Er is ruimte voor enige aanbodsturing. Suggesties voor onderzoek en evenementen vanuit het kennisveld worden besproken met de bestuursdepartementen en kunnen leiden tot een activiteit of verdere aanscherping van een onderzoeksvraag.

31

Waarom staat u niet stil bij de bijdrage die Nederland heeft geleverd aan de onveiligheid van Venezolanen op Curaçao door steun te geven aan Curaçao op het gebied van kustbewaking en detentie?

Antwoord

Het jaarverslag gaat in op de rol en taken die zijn uitgevoerd door het ministerie. BZ heeft geen directe rol of verantwoordelijkheid t.a.v. de Kustwacht in het Caribisch gebied, noch wat betreft de geboden assistentie door de Nederlandse regering aan Curaçao in het kader van vreemdelingendetentie.

De Kustwacht is een civiele rechtshandhavingsorganisatie van de vier landen in het Koninkrijk, waarbij het gezag wat betreft de opsporingstaken berust bij de procureurs-generaal van Aruba en Curaçao/Sint Maarten/BES. Op zee aangehouden migranten worden door de Kustwacht bij één van de drie maritieme steunpunten op Curaçao, Aruba en Sint Maarten aan land gebracht en overgedragen aan de politieorganisatie van het desbetreffende Land. De Kustwacht Caribisch gebied benadert aangehouden migranten op een humane wijze.

Voorts heeft het Ministerie van BZK – samen met JenV – bijgedragen aan de uitvoering van de plannen voor het uitbreiden en verbeteren van de vreemdelingenbewaring in Curaçao.

32

Welke inspanningen heeft u concreet geleverd om de mensenrechtensituatie in Libië, en speciaal de situatie in de detentiecentra voor vluchtelingen en migranten, te verbeteren?

Antwoord

Nederland zet zich in bilateraal en multilateraal verband in voor de verbetering van de mensenrechtensituatie en accountability in Libië. Die inzet krijgt onder andere concreet vorm door de Nederlandse rol als covoorzitter van de werkgroep internationaal humanitair recht en mensenrechten onder het Berlijn vredesproces, waarin het bijvoorbeeld voor dialoog tussen de Libische autoriteiten en het maatschappelijk middenveld zorgt.

Daarnaast ondersteunt Nederland mensenrechtenverdedigers in Libië en de Libische overheid bij het voorbereiden van eerlijke verkiezingen. Nederland heeft zich tijdens de Mensenrechtenraad van oktober vorig jaar ingezet voor een verlenging van het mandaat van de onafhankelijke Fact Finding Mission en zal die waar mogelijk blijven steunen.

De situatie voor migranten en vluchtelingen in Libië, met name in de detentiecentra maar ook daarbuiten, is zeer verontrustend. Zowel in bilateraal als multilateraal verband spreekt Nederland zijn zorgen hierover uit. Daarnaast zet het zich in voor de aanpak van mensensmokkel en -handel en de criminele netwerken die daarvoor verantwoordelijk zijn. Ook draagt Nederland bij aan het creëren van alternatieven voor detentie, veilige opvang voor de meest kwetsbare migranten en asielzoekers en betere samenwerking van Libische autoriteiten met UNHCR en IOM op het gebied van humanitaire evacuaties, hervestiging van vluchtelingen en vrijwillige terugkeer van migranten naar hun land van herkomst.

33

Hoeveel technische gesprekken voor de modernisering van de douane-unie met Turkije hebben er plaatsgevonden?

Antwoord

In maart en juni 2021 concludeerde de Europese Raad (ER), dat indien Turkije zich constructief zou blijven opstellen, de Europese Unie bereid zou zijn om op een gefaseerde, proportionele en omkeerbare wijze de samenwerking met Turkije op een aantal gebieden te intensiveren. In dat verband constateerde de ER dat er op technisch niveau een begin was gemaakt met het werk aan een mandaat voor de eventuele modernisering van de douane-unie met Turkije.

Vanwege terughoudendheid van enkele lidstaten liggen de technische gesprekken over het mandaat op dit moment stil. Wel hebben er enkele gesprekken plaatsgevonden over verbetering van de implementatie van de huidige douane-unie.

34

Is de-escalatie op het gebied van mensenrechten en de rechtsstaat (naast het stoppen met boringen) in Turkije ook een van de benchmarks voor een betere EU-Turkije relatie?

Antwoord

Het kabinet maakt zich zorgen over de mensenrechtensituatie in Turkije. Op basis hiervan is het in de ogen van het kabinet terecht dat de toetredingsonderhandelingen effectief tot stilstand zijn gekomen. De Europese Raad heeft, onder andere op aandringen van Nederland, geconcludeerd dat een dialoog over mensenrechten en de rechtsstaat een integraal onderdeel van de betrekkingen tussen de EU en Turkije blijft. Positieve ontwikkelingen t.a.v. mensenrechten en de rechtsstaat in Turkije zijn essentieel voor een betere EU-Turkije relatie. Op onderwerpen van wederzijds belang zoals migratie, volksgezondheid en klimaat zijn in de Europese Raad van maart en juni 2021 conclusies aangenomen die zich richten op hernieuwde dialoog. Dit neemt echter niet weg dat mensenrechtensituatie significant verbeterd zal moeten worden voor de EU-TUR relatie verdiept kan worden.

35

Welk onderzoeksmandaat voor Afghanistan is er opgezet? Hoe heeft Nederland hieraan bijgedragen?

Antwoord

De Mensenrechtenraad heeft in oktober 2021 resolutie 48/1 aangenomen waarin het mandaat van een speciale rapporteur voor de mensenrechtensituatie in Afghanistan is vastgesteld. Ter uitvoering daarvan is Richard Bennett in april 2022 voor een jaar benoemd tot VN Speciaal Rapporteur voor Mensenrechten. De Speciaal Rapporteur is belast met rapportage en aanbevelingen over naleving van mensenrechten, met ondersteuning voor mensenrechtenverplichtingen die Afghanistan heeft op basis van internationale verdragen, met ondersteuning aan het maatschappelijk middenveld, het bieden van een genderperspectief én het rapporteren aan de Mensenrechtenraad en de Algemene Vergadering van de VN. Nederland heeft bijgedragen aan de realisatie van het mandaat door als lid van de Mensenrechtenraad de aanvraag voor de zitting te ondertekenen en uiteindelijk voor het mandaat te stemmen. Daaraan voorafgaand heeft Nederland gepleit voor een stevig mandaat en is Nederland actief geweest in outreach richting andere leden van de Mensenrechtenraad om voldoende steun te vergaren voor het mandaat.

Conform de Nederlandse inzet op het bestrijden van straffeloosheid heeft Nederland zich in de VN Mensenrechtenraad eveneens sterk gemaakt voor het onderzoeken en documenteren van geweld, aanslagen en internationale misdrijven in Afghanistan.

36

Kunt u aangeven hoe het proces om de samenwerking met Turkije te verbeteren op dit moment loopt, met in acht neming van de actualiteit? Welke plannen liggen er op dit moment voor en wat is de Nederlandse positie daarin?

Antwoord

De bilaterale relatie tussen Turkije en Nederland is zeer divers. Er wordt op een verscheidenheid van onderwerpen samengewerkt zoals handel, veiligheid en migratie. Ook het aantal contactmomenten op politiek niveau is de afgelopen tijd toegenomen. Zo bracht Minister-President Rutte in maart een bezoek aan Turkije om o.a. de Russische invasie in Oekraïne en de bemiddelingsrol die Turkije speelt te bespreken. Door de brede bilaterale relatie en de vele thema’s waarop Nederland en Turkije samenwerken, kunnen ook onderwerpen besproken worden waar onze landen elkaar niet direct vinden, zoals ontwikkelingen op het gebied van mensenrechten en de rechtsstaat.

Ook is het van belang dat in de Europese Raad van maart en juni 2021 conclusies zijn aangenomen over de gestelde voorwaarden om op een gefaseerde, proportionele en omkeerbare wijze een hernieuwde dialoog tussen de EU en Turkije op onderwerpen van wederzijds belang zoals migratie, volksgezondheid, klimaat, terrorismebestrijding en regionale vraagstukken te hebben. Het kabinet steunt deze hernieuwde samenwerking. Internationale samenwerking om bijvoorbeeld de gevolgen van klimaatverandering aan te pakken zijn van mondiaal belang. Het kabinet steunt dan ook mogelijke activiteiten van de Europese Investeringsbank (EIB) die zich richten op klimaatverandering.

37

Welke resultaten zijn er bereikt op het gebied van accountability door de Nederlandse inzet in de VN Mensenrechtenraad?

Antwoord

Nederland heeft zich in de VN mensenrechtenraad sterk gemaakt voor accountability, feitenonderzoek en gerechtigheid voor slachtoffers van grove mensenrechtenschendingen middels instelling van verschillende onderzoeksmandaten, Voorbeelden zijn: onderzoek naar de situatie in Belarus, de aanstelling van de Special Rapporteur voor Afghanistan en de instelling van de onderzoekscommissie in Ethiopië. Tevens heeft Nederland zich ingespannen voor het verlengen van onderzoeksmandaten, onder meer die voor de Fact Finding Mission in Libië en de Commission of Inquiry voor Syrië. Nederland stelde EUR 2 miljoen beschikbaar voor het ondersteunen van deze mandaten. Tenslotte heeft Nederland de oprichting van de bewijsvergaringsmechanismen voor Syrië (het IIIM), Irak (UNITAD) en Myanmar (IIMM) gesteund.

38

Op welke manieren zet Nederland zich in tegen ongewenste buitenlandse financiering buiten het genoemde voorbeeld? Welke kansen en mogelijkheden liggen er nog?

Antwoord

Het kabinet gaat voort met het tegengaan van ongewenste beïnvloeding door buitenlandse financiering van maatschappelijke, religieuze organisaties en gemeenschappen in Nederland. Daartoe zijn mondelinge afspraken gemaakt met een aantal herkomstlanden van financiering. In dat kader werden in 2021 enkele meldingen gedaan en succesvol behandeld. Verder wordt door het Financieel Expertise Centrum (FEC) zg. bijvangst van onderzoeken naar terrorismefinanciering onderzocht op het risico van ongewenste beïnvloeding. Indien nodig worden op basis van dat onderzoek maatregelen genomen. De AIVD doet vanuit zjin mandaat onderzoek naar OBF. Daarnaast heeft Nederland samen met Frankrijk het onderwerp op de EU agenda gezet. Het uiteindelijke doel daarbij is het ontwikkelen van een brede EU-aanpak om zo beter zicht te hebben krijgen op geldstromen die op non-transparante wijze via de EU Nederland binnenkomen en uiteindelijk daarmee ongewenste beïnvloeding te beperken. Hierin wordt samengewerkt met Duitsland, Denemarken, Zweden en België.

39

Hoe heeft u zich het afgelopen jaar ingezet voor de uitvoering van de motie Koopmans c.s. (Kamerstuk 33 694, nr. 43) over beheersing van de productie, plaatsing, verspreiding en inzet van nieuwe potentiële massavernietigingswapens?

Antwoord

Het kabinet heeft in 2021 de Nederlandse inzet op het gebied van nieuwe technologieën en wapenbeheersing geïntensiveerd, om een voortrekkersrol te blijven spelen binnen internationale discussies over de uitdagingen en potentiële veiligheidsrisico’s van opkomende en disruptieve technologieën. Een projectgroep is opgericht om een internationale conferentie te gaan organiseren over dit onderwerp. Daarbij wordt de focus gelegd op de verantwoorde toepassing van kunstmatige intelligentie (AI) in het militaire domein. Doel van de conferentie is om een gezamenlijke internationale agenda overeen te komen die toeziet op verantwoorde ontwikkeling, inzet en gebruik van AI in het militaire domein die voldoet aan de eisen van het bestaand internationaal recht. De afgelopen maanden zijn in samenwerking met het Ministerie van Defensie en in consultaties met landen, bedrijven, academici, denktanks en NGO’s de inhoudelijke kaders, doelen en beoogde resultaten voor de conferentie verder uitgewerkt. Over de uitkomsten hiervan zal de Kamer voor de zomer nader worden geïnformeerd.

40

Wat heeft Nederland het afgelopen jaar gedaan om de samenwerking tussen de EU en de NAVO te verbeteren?

Antwoord

Nederland heeft het afgelopen jaar zowel in EU- als NAVO-verband een aanjagende rol gespeeld voor verdere versterking van de EU-NAVO samenwerking. De EU en NAVO kampen met dezelfde veiligheidsdreigingen en -uitdagingen en versterken elkaar doordat zij beschikken over complementaire expertise en instrumenten.

Samen met Duitsland heeft Nederland medio vorig jaar een Food-For-Thought-paper opgesteld met concrete handvatten, zowel op politiek niveau als ten aanzien van meer praktische samenwerking tussen beide organisaties. Het paper kon rekenen op breed draagvlak onder bondgenoten, EU-lidstaten en landen die van beide organisaties lid zijn en heeft binnen EDEO en de NAVO momentum gecreëerd voor meer samenwerking tussen beide organisaties. De vastberadenheid om het EU-NAVO partnerschap naar een hoger niveau te tillen werd ook bevestigd in een gezamenlijke antwoordbrief van de NAVO Secretaris-Generaal Stoltenberg en de EU Hoge Vertegenwoordiger Borrell aan toenmalig Minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok en zijn toenmalige Duitse collega Heiko Maas. Sindsdien heeft EDEO een nieuwe EU-NAVO taskforce opgericht, is het contact tussen beide staven in verder geïntensiveerd en hebben talloze gezamenlijke bijeenkomsten plaatsgevonden. De uitstekende samenwerking kwam goed tot uiting in de gezamenlijke persconferentie van Secretaris-Generaal Stoltenberg, voorzitter van de Europese Commissie Von der Leyen en voorzitter van de Europese Raad Charles Michel op de dag van de Russische invasie in Oekraïne. Verder is tijdens de NAVO Top in Madrid eind juni 2022 een trans-Atlantisch diner voorzien. NL heeft ook samen met Duitsland een seminar over NAVO-partnerschappen georganiseerd in Den Haag. Hierbij was veel aandacht voor versterking NAVO-EU samenwerking.

De voorstellen die Nederland en Duitsland hebben gedaan, onder meer op het gebied van militaire mobiliteit en nieuwe veiligheidsuitdagingen zoals hybride dreigingen, cyberweerbaarheid, klimaat en defensie alsook disruptieve technologieën, hebben ook hun weg hebben gevonden naar het juni 2021 NAVO communique en zijn deze grotendeels overgenomen in het EU Strategisch Kompas. De komende periode zal Nederland in de onderhandelingen over het nieuwe NAVO Strategisch Concept pleiten voor een ambitieuze tekst over EU-NAVO samenwerking.

1. Bijlage bij Kamerstuk 28 676, nr. 372

2. Bijlage bij Kamerstuk 21 501-28, nr. 240

41

Op welke manier heeft Nederland het gebruik van de EU Cyber Diplomacy Toolbox bevorderd? Welke kansen en mogelijkheden ziet u nog?

Antwoord

Binnen de EU is Nederland een drijvende kracht geweest achter de EU Cyber Diplomacy Toolbox en de aanname van het EU-cybersanctieregime in mei 2019 en zet Nederland in op de doorontwikkeling van deze instrumenten. De EU heeft hiermee goede instrumenten in handen om sneller en krachtiger te reageren op cyber-incidenten. Nederland bevordert het gebruik van de EU Cyber Diplomacy Toolbox door actieve diplomatie in Brussel en tussen hoofdsteden. De Nederlandse inzet in discussies over diplomatieke respons op cyberincidenten wordt bepaald in nauwe afstemming met I en V diensten, NCTV, Defensie en andere relevante ministeries en diensten. Uit recente EU-verklaringen en sancties blijkt dat de EU toolbox tot concrete resultaten leidt. Zo heeft de EU zich in het afgelopen jaar uitgesproken over de Solar Winds hack, over kwaadwillende cyberoperaties vanaf Chinees grondgebied en recent nog over een cyberaanval tegen Oekraïne, die gericht was op het door Viasat geëxploiteerde satellietnetwerk Ka-Sat.

Nederland streeft ernaar om diplomatieke stappen tegen norm-overschrijdend gedrag in het digitale domein door staten zoveel mogelijk in coalitieverband te zetten. Om coalitievorming te bevorderen, blijft Nederland zich daarom inzetten voor gezamenlijke ontwikkeling van responsopties en kennisdeling binnen de EU, de NAVO en andere samenwerkingsverbanden met bondgenoten. Ook capaciteitsopbouw en diplomatieke contacten met derde landen die traditioneel een minder uitgesproken profiel kunnen of willen aannemen in het internationale debat over cyber is onderdeel van de Nederlandse inzet. Dit gebeurt bijvoorbeeld door middel van trainingen en andere bewustwordingsactiviteiten om cyberweerbaarheid te verhogen, onder meer via het Global Forum on Cyber Expertise.

42

Ziet de regering de exportcontrole op geavanceerde machines van ASML als een belangrijke tool in het tegengaan van onveiligheid in de wereld?

Antwoord

De meest geavanceerde Extreme Ultraviolet (EUV) machines van ASML zijn een fundamenteel element in de ontwikkeling van (geavanceerde) chips. Door de strategische en militaire waarde zijn deze machines op dit moment gecontroleerd door het Wassenaar Arrangement. Dit betekent dat ASML exportvergunningen bij de overheid moet aan vragen voor de export van deze machines buiten de EU. Dat strategische goederen zoals deze machines onder exportcontrole vallen, draagt bij aan de regionale en internationale veiligheid en stabiliteit.

43

Hoeveel FTE's zitten er op dit moment in het projectteam voor Afghanistan?

Antwoord

In het Afghanistan Overbrengings Project zitten momenteel 11 FTE’s.

44

Wordt de interne evaluatie van de consulaire crisisinzet ook met de Kamer gedeeld? En zo ja, wanneer?

Antwoord

De interne evaluatie is gericht op het identificeren van geleerde lessen. De evaluatie zal ter beschikking worden gesteld aan de commissie Ruys, die gestart is met een zelfstandig onderzoek naar de evacuatie Afghanistan.

45

Is er een achterstand in visa-uitgiften ontstaan? Zo ja, hoe groot is deze achterstand en wanneer verwacht u deze in te halen?

Antwoord

Tijdens de Coronapandemie vielen de reisbewegingen wereldwijd vrijwel stil. Het aantal Schengen-visumaanvragen daalde navenant. In de twee jaar durende Corona «visumdip» is de besliscapaciteit bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken derhalve tijdelijk afgeschaald. Het Ministerie bevindt zich thans in de herstartfase van het visumproces, waarbij de besliscapaciteit weer wordt opgeschaald naar het pre-Corona niveau. Een langere beslistermijn van bijvoorbeeld 60 dagen is niet nodig omdat het Ministerie de inname van visumaanvragen geleidelijk opvoert, zodat in het algemeen binnen de termijn van twee weken over ingenomen visumaanvragen kan worden besloten. Door de snelle toename van mensen die naar Nederland wensen te reizen terwijl de herstart van het visumproces nog in volle gang is, is de vraag naar afspraken om een visumaanvraag in te dienen momenteel groter dan de behandelcapaciteit. Het Ministerie werkt daarom op sommige locaties met een vastgesteld aantal aanvraagmogelijkheden dat telkens opnieuw verhoogd wordt. De beslistermijn blijft daarbij in het overgrote deel van de gevallen binnen twee weken. Het streven van het Ministerie is dat de jaarlijkse productie eind dit jaar 80% bedraagt ten opzichte van het pre-Corona jaar 2019 en dat er aanvragers in staat zijn om binnen de gestelde termijn van 2 weken een afspraak kunnen maken om hun visumaanvraag in te dienen.

46

Op welke manier heeft Nederland concreet bijgedragen aan een humaan Europees asielbeleid?

Antwoord

Het kabinet ondersteunt de stap-voor-stapbenadering die het Franse voorzitterschap hanteert om voortgang op het asiel- en migratiepact te boeken. Het kabinet doet actief outreach naar andere lidstaten om een zo breed mogelijke steun voor voortgang te vergaren, en draagt constructief bij aan de discussie. Het is daarbij van belang dat in elke stap van de geleidelijke aanpak sprake is van een balans tussen verantwoordelijkheid en solidariteit.

47

Hoeveel verkeersovertredingen zijn er in 2021 begaan door personen die in Nederland diplomatieke immuniteit genieten? Hoe zijn zij hierop aangesproken?

Antwoord

In 2021 zijn in totaal 8.160 overtredingen gemaakt door personen met immuniteit (in totaal ruim 25.000 personen). Zij zijn hierop aangesproken via een notificatiebrief, waarin ze worden geïnformeerd over de overtreding en worden verzocht tot vrijwillige betaling van een bedrag dat overeenkomt met het bedrag van de administratieve sanctie die een persoon zonder immuniteit opgelegd zou worden. Bij een hoog aantal overtredingen of stelselmatige dan wel zware overtredingen door een specifieke medewerker neemt het ministerie aanvullende maatregelen, zoals het ontbieden van de (leidinggevende van de) persoon die immuniteit geniet. Waar nodig volgt aankondiging van verdere maatregelen, zoals het intrekken van tankpassen of een laatste waarschuwing. Bij zware gevallen volgt, op verzoek van het Openbaar Ministerie, een eerste verzoek tot opheffing van de immuniteit voor strafrechtelijk onderzoek. Dit kan gevolgd worden door een tweede verzoek tot opheffing van de immuniteit, zodat strafrechtelijke vervolging mogelijk is. Mocht dit geweigerd worden, dan kan het ministerie overgaan tot het verzoek om terugtrekking van de diplomaat in kwestie.

48

Zijn er bepaalde patronen te ontdekken in de verkeersovertredingen door personen die in Nederland diplomatieke immuniteit genieten of springt er een bepaalde persoon of ambassade bovengemiddeld uit?

Antwoord

Een vergelijking laat zien dat er in het algemeen geen sprake is van een disproportioneel aantal overtredingen bij één of meerdere specifieke internationale organisaties, consulaten of ambassades. Waar dat wel het geval is, zie antwoord vraag 47.

49

Zijn de capaciteitsproblemen bij het Trustfund for Victims opgelost? Wanneer kan Nederland naar verwachting een bijdrage leveren?

Antwoord

De problemen met de rapportageverplichtingen van het Trust Fund for Victims zijn opgelost. Naar verwachting zal de bijdrage in de loop van 2022 kunnen worden geleverd.

50

Hoe verklaart u het verschil tussen de vastgestelde begroting en realisatie in 2021 wat betreft uitgaven aan het mensenrechtenfonds?

Antwoord

In 2021 heeft een overheveling plaats gevonden van het mensenrechtenfonds naar het budget multilateraal. Zo is uitvoering gegeven aan de toezeggingen over de zes focusgebieden inclusief besteding van gelden aan persvrijheid en zoals geformuleerd in de brief aan uw Kamer, gedaan tijdens het notaoverleg Mensenrechtenrapportage (Kamerstuk 32 735, nr. 308) (Kamerstuk 32 735, nr. 315 van 27 oktober 2020). Deze overheveling is verricht omdat zo twee hiervoor benodigde programma’s gefinancierd konden worden door OHCHR en UNESCO.

51

Waardoor is de bijdrage aan de VN hoger uitgevallen dan begroot? Waar ging dit geld naartoe?

Antwoord

Zoals opgenomen op blz 31 van het jaarverslag is de stijging veroorzaakt door een opdracht voor het adviseren en assisteren van de VN bij de realisatie van een studio voor de organisatie van Algemene Vergadering van de VN in 2021.

52

Kunt u een kostenoverzicht maken per land voor het «landenprogramma’s mensenrechten»?

Antwoord

Onderstaand overzicht bevat de uitgaven van de activiteiten beheerd door de ambassades in de landen die onder de betreffende ambassades ressorteren.

Abidjan 15
Abuja 1.187
Accra 403
Algiers 185
Amman 1.549
Ankara 766
Bagdad 477
Bakoe 152
Bangkok 133
Beiroet 861
Belgrado 141
Boedapest 76
Boekarest 729
Bogota 801
Brasilia 249
Bratislava 21
Buenos Aires 147
Bujumbura 1.534
Caracas 378
Colombo 124
Dakar 261
Damascus 250
Dar es salaam 49
Dhaka 151
Hanoi 102
Harare 1.188
Havanna 244
Islamabad 1.147
Jakarta 894
Jerevan 151
Juba 683
Kairo 593
Kampala 643
Khartoum 712
Kiev 643
Kigali 153
Kinshasa 1.100
Koeweit-stad 70
Kuala Lumpur 24
Lima 57
Luanda 52
Manilla 153
Maputo 80
Mexico-stad 98
Moskou 945
Nairobi 381
New Delhi 373
Nur-Sultan 481
Ouagadougou 439
Panama-stad 17
Paramaribo 26
Peking 3.055
Port of Spain 27
Pretoria 348
Pristina 98
Rabat 237
Ramallah 2.209
Riyadh 15
San Jose 875
Sana'a 622
Santo Domingo 27
Sarajevo 112
Seoel 75
Skopje 80
Sofia 50
Tbilisi 501
Tel Aviv 167
Tirana 143
Tripoli 100
Tunis 479
Warschau 922
Wellington 40
Yangon 1.259

53

Waarom is de bijdrage aan het Internationaal Strafhof in 2021 wederom aanzienlijk hoger uitgevallen dan begroot? Wat is (o.a. door Nederland) gedaan om de grondoorzaken van de al langer bestaande liquiditeitstekorten bij het Strafhof aan te pakken?

Antwoord

Er zijn twee redenen waarom de bijdrage aan het Internationaal Strafhof hoger is uitgevallen. Ten eerste heeft de Vergadering van verdragspartijen in december 2021 ingestemd met een verhoging van het budget van 4,4%, in verband met de verwachte toename van het aantal ter zitting behandelde stafzaken van twee naar vijf. Zonder deze verhoging zouden de nieuwe strafzaken moeten worden uitgesteld, hetgeen op termijn tot hogere kosten per strafzaak zou leiden. Daarnaast is eind december 2021 een nieuwe verdeelsleutel voor het VN-budget vastgesteld voor de periode 2022–2024. Het percentage dat volgens deze nieuwe verdeelsleutel voor rekening komt van Nederland is in verband met de koppeling aan het BNP toegenomen. Aangezien de verdeelsleutel die wordt gehanteerd door het Internationaal Strafhof is gekoppeld aan de verdeelsleutel die wordt gehanteerd door de VN, is ook het percentage dat Nederland bijdraagt aan de begroting van het Strafhof toegenomen.

De liquiditeitsproblemen van het Strafhof worden primair veroorzaakt door de achterstallige contributies van enkele grote verdragspartijen. Aangezien enkele van deze verdragspartijen nog wel onder de drempel van het verlies van het stemrecht blijven, heeft Nederland samen met andere verdragspartijen gepleit voor het verkennen van aanvullende maatregelen. Daarnaast heeft Nederland zowel in bilateraal als in multilateraal verband met enig succes de nodige druk uitgeoefend op de verdragspartijen met betalingsachterstanden. Voor het kabinet blijft de aanpak van de problematiek van de achterstallige contributies ook in 2022 een prioriteit.

54

Waar is de 1.030.000 euro onder artikel 1.1 «Opdrachten Verenigde Naties» m.b.t. het realiseren van een studio exact aan besteed? Waarom wordt dit niet door de VN uit het reguliere VN-budget betaald, maar financiert Nederland dit afzonderlijk?

Antwoord

Het bedrag is op verzoek van het bureau van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties besteed om de digitale versie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in september 2021 mede mogelijk te maken. Het betrof inzet van een digitaal platform dat door het Ministerie van Buitenlandse Zaken tijdens de coronacrisis is ontwikkeld om op professionele wijze virtuele en hybride evenementen te organiseren, zoals de Climate Adaptation Summit en de World Press Freedom Conference. Hiervoor was geen voorziening in het reguliere VN-budget. Nederland vindt het belangrijk dat op deze wijze kon worden bijgedragen aan inclusiviteit en duurzaamheid.

55

Welke resultaten hebben de extra bijdrage aan het Speciaal Tribuaal Libanon opgeleverd?

Antwoord

Mede door de extra bijdrage in augustus 2021 kon het Speciaal Tribunaal Libanon zijn werk voortzetten en kon de behandeling van alle hoger beroepzaken worden afgerond.

56

Waarom was het begrotingsbedrag voor het Vredespaleis in 2021 zo hoog? En waarom viel het toch 5.473.000 euro lager uit dan gepland?

Antwoord

Het begrotingsbedrag was gereserveerd voor de renovatie van het Vredespaleis. Omdat er met de eigenaar van het Vredespaleis – de Carnegie Stichting – nog geen overeenstemming over de aard- en de financiering van de renovatie is, is dit bedrag nog niet uitgegeven.

57

Waarom was de realisatie voor Speciaal Tribunaal Libanon bijna twee keer zo hoog als begroot?

Antwoord

De hogere kosten voor realisatie voor het Speciaal Tribunaal voor Libanon (STL) zijn toe te schrijven aan het feit dat de Verenigde Naties het mandaat driemaal heeft verlengd (voor de jaren 2015–2018, 2018–2021 en 2021–2023). Ook speelt een rol dat Libanon, verantwoordelijk voor 49% van het budget, vanwege ernstige financiële problemen sinds 2020 niet meer aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen. Het STL heeft in 2020 een bezuiniging van 37% ingezet. Ondanks een extra bijdrage van de VN blijft het STL met financiële problemen kampen.

58

Op welke manier zet Nederland zich in voor meer efficiënte en effectieve VN-vredesmissies? Betekent dit ook dat er scherpere keuzes gemaakt worden over op welke missies ingezet wordt?

Antwoord

Nederland zet zich via diplomatieke en programmatische in voor meer efficiënte en effectieve VN-vredesmissies. Zo jaagt Nederland discussies in VN-verband aan over de «Action 4 Peacekeeping» (A4P) agenda (en het daaraan gekoppelde implementatieplan) van de Secretaris-Generaal van de VN, een agenda waar sterkere efficiëntie en effectiviteit centraal staat. Om deze agenda verder te brengen organiseerde Nederland met Pakistan in oktober 2021 een virtuele conferentie over de bescherming van burgers en de veiligheid van peacekeepers, en sloot Nederland in december 2021 aan bij de «Peacekeeping Ministerial», waar ook de A4P-agenda en het implementatieplan centraal stonden. Ook staat efficiëntie en effectiviteit centraal bij de Nederlandse inbreng voor de jaarlijkse onderhandelingen over VN-beleid op VN-vredesmissies in de «Special Committee on Peacekeeping Operations». Hiernaast steunt Nederland projecten die onder andere voorzien in verbeterde training voor peacekeepers en onderzoek naar verbeterde bescherming van burgers door VN-vredesmissies.

Bij de keuze om met materieel en personeel in te zetten op VN-vredesmissies wordt onder andere gekeken naar behoeftes en de capaciteit om te leveren, hetgeen verbonden is aan sterkere efficiëntie en effectiviteit van VN-vredesmissies.

59

Kunt u een eerste evaluatie dan wel een overzicht geven van het werk van de twee nieuwe taskforces die zijn opgericht n.a.v. de amendementen Koopmans?

Antwoord

De taskforce hybride dreigingen en economische veiligheid, die in de loop van 2021 van start ging, werkt actief aan het bestendigen en uitbreiden van contacten met relevante partners in Noord-Amerika, Europa en Azie om de samenwerking op bestaande instrumenten ten behoeve van economische veiligheid te verbeteren en nieuwe coalities vorm te geven teneinde politieke en economische vrijheden van Nederland adequaat te kunnen beschermen. Inzet is om in dergelijke coalities te werken aan: informatie-uitwisseling over dreigingen, delen van best practices, opzetten van peer-review mechanismen, capaciteitsopbouw en gezamenlijke respons op inbreuken. In bredere coalities worden bovendien de risico’s van acties, zoals economische dwang, van statelijke actoren gemitigeerd. Ook bieden dergelijke samenwerkingsverbanden mogelijkheden voor outreach naar derde landen. Tot slot spant de taskforce tezamen met nationale partners zich in nationaal, EU- en NAVO-kader in voor versterking van de weerbaarheid en respons tegen hybride bedreigingen.

De taskforce heeft zich in eerste instantie gericht op het aanbrengen van focus voor de te organiseren internationale conferentie in het kader van de motie van het lid Koopmans c.s. (Kamerstuk 33 694, nr. 43). Daarover is de Kamer op 11 oktober 2021 (Kamerstuk 33 694, nr. 63) geïnformeerd. De afgelopen maanden zijn in samenwerking met Defensie en in consultaties met landen, bedrijven, academici, denktanks en NGO’s de inhoudelijke kaders, doelen en beoogde resultaten voor de conferentie verder uitgewerkt. Daartoe heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken verschillende events georganiseerd, nationaal en internationaal, en deelgenomen aan verschillende relevante fora. Met een groep van 17 landen zijn inmiddels verdergaande gesprekken gestart over de mogelijke politieke resultaten van de conferentie. Over de uitkomsten van deze activiteiten zal de Kamer voor de zomer nader worden geïnformeerd.

60

Waarom is de Nederlandse bijdrage aan de subsidiering van contra-terrorisme projecten lager uitgevallen dan begroot? Welke subsidies zijn weggevallen ten opzichte van vorig jaar?

Antwoord

De Nederlandse uitgaven aan contra-terrorisme zijn volgens de subsidiewetgeving onderverdeeld in uitgaven aan subsidies en uitgaven aan zogenoemde bijdragen aan (inter-)nationale organisaties. In 2021 zijn de uitgaven aan contra-terrorisme subsidies weliswaar 2,4 miljoen Euro lager uitgevallen dan begroot, maar zijn de contra-terrorisme bijdragen daarentegen 1,7 miljoen Euro hoger uitgevallen dan begroot. De totale uitgaven aan contra-terrorisme zijn daarmee circa 700.000 Euro lager uitgevallen dan begroot. Reden hiervoor is dat als gevolg van de Covid-pandemie de uitvoer van veel programma’s in 2019 en 2020 ernstige vertraging heeft opgelopen, hetgeen een impact heeft gehad op de liquiditeitsbehoefte van onze implementerende partners en daarmee op de contraterrorisme uitgaven. De effecten hiervan waren ook in 2021 nog merkbaar.

61

Waarom is de Nederlandse bijdrage aan de IAEA lager uitgevallen dan begroot?

Antwoord

De kostenraming was gebaseerd op een implementatietempo dat niet geheel realistisch bleek. Er wordt bij de raming ook rekening gehouden met een te verwachten inflatie. Deze viel voor de bijdrage aan IAEA lager uit dan verwacht.

62

Hoeveel geld is er de afgelopen jaren gegaan naar de beveiliging van personeel van een aantal hoog-risico posten?

Antwoord

Tot de hoog-risico posten zijn gerekend: Tripoli, Bagdad, Juba, Kaboel en Kiev. Totale kosten voor dynamische persoonsbeveiliging en statische compoundbeveiliging van deze posten (inclusief gepantserde voertuigen, wapens, OPS-room) bedroegen in 2.021 EUR 31 mln. Bouwkundige en elektronische maatregelen vallen hier niet onder.

63

Waarom is er voor het Europa College beurzenprogramma niets gerealiseerd in 2021?

Antwoord

Vanwege COVID-19 is besloten het opstarten van het beurzenprogramma voor het Europa College tijdelijk uit te stellen. De verwachting is dat een definitief besluit over het programma dit jaar wordt genomen, waarna het beurzenprogramma zal worden hervat.

64

Met welke regelmaat wordt er gebruik gemaakt van de verlenging voor visumaanvragen tot 60 dagen?

Antwoord

Een langere beslistermijn van bijvoorbeeld 60 dagen is niet nodig omdat het Ministerie de inname van visumaanvragen geleidelijk opvoert, zodat in het algemeen binnen de termijn van twee weken over ingenomen visumaanvragen kan worden besloten. Door de snelle toename van mensen die naar Nederland wensen te reizen terwijl de herstart van het visumproces nog in volle gang is, is de vraag naar afspraken om een visumaanvraag in te dienen momenteel groter dan de behandelcapaciteit. Het Ministerie werkt daarom op sommige locaties met een vastgesteld aantal aanvraagmogelijkheden dat telkens opnieuw verhoogd wordt. De beslistermijn blijft daarbij in het overgrote deel van de gevallen binnen twee weken. Het streven van het Ministerie is dat de jaarlijkse productie eind dit jaar 80% bedraagt ten opzichte van het pre-Corona jaar 2019 en dat er aanvragers in staat zijn om binnen de gestelde termijn van 2 weken een afspraak kunnen maken om hun visumaanvraag in te dienen.

65

Wat verklaart de daling voor het Loket buitenland over de jaren 2020 en 2021 in Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden?

Antwoord

Er is geen sprake van een daling voor Loket Buitenland over de jaren 2020 en 2021 maar een stijging waarbij de totale kosten binnen het daarvoor beschikbaar gesteld budget blijven. Deze stijging werd uitgewerkt in de 1e suppletoire begroting.

66

Waarom is er niks gerealiseerd of begroot voor kennisplatform Oost-Europa en staat het wel op de begroting?

Antwoord

Zoals gepland is het Russia and Eastern Europa Knowledge Platform (REKA), medio 2021 van start gegaan. Het kennisplatform heeft een conferentie georganiseerd voor het brede netwerk van academici en maatschappelijke organisaties die zich bezighouden met Oost-Europa en Rusland. Ook heeft het REKA, naar aanleiding van gerichte kennisvragen, diverse beleidsadviezen aan BZ en Defensie verstrekt. Deze activiteiten zijn in 2022 voortgezet.

Er is een financiële verplichting aangegaan voor een contract met Clingendael voor het China en Oost-Europa kennisplatform. Deze verplichtingen stonden in eerste instantie op aparte budgetplaatsen «China strategie» en «Kennisplatform Oost-Europa». Door een overheveling naar de post «ESA Clingendael opdr» staat het budget dus niet meer op die oude plaats. Als gevolg staat de oude begrotingspost op EUR 0.

67

Kunt u uitweiden over de specifieke gevallen waarbij de tolerantie is overschreden?

Antwoord

Overschrijding van de tolerantiegrens heeft plaatsgevonden op vier onderdelen. De overschrijdingen zijn veroorzaakt door zowel onzekerheden als rechtmatigheidsfouten die zijn voortgekomen uit een statistische steekproef. Daartoe wordt de daadwerkelijk geconstateerde fout via een extrapolatie vertaald naar de gehele massa. Als gevolg van deze systematiek kunnen relatief kleine fouten en onzekerheden resulteren in grote geschatte fouten in de rechtmatigheidstabel.

Meer in detail: Onzekerheden zijn enkel te vinden in de verantwoording en zijn veelal te wijten aan ontoereikende verantwoordingsinformatie over de activiteit en variëren van EUR 169.000 tot EUR 3,68 miljoen. De rechtmatigheidsfouten komen op alle vier de onderdelen voor en kennen diverse oorzaken. Bij verantwoording gaat het om een fout van EUR 800.000 die is veroorzaakt door een onterecht afgeboekt voorschot. Bij uitgaven zijn de rechtmatigheidsfouten kleiner van omvang (maximaal EUR 251.000) en veroorzaakt door onder meer betalingen op basis van onvoldoende onderbouwde liquiditeitsbehoefte. De rechtmatigheidsfouten bij de verplichtingen betreffen met name aanbesteding voor bedragen variërend van EUR 337.000 tot EUR 4,8 miljoen.

68

Met welke partnerorganisatie wordt er samengewerkt bij het Nederland-Wereldwijd-contactcentrum?

Antwoord

Nederland Wereldwijd werkt structureel samen met de externe uitzendorganisatie Tempo Team om aanvullende flexibiliteit te creëren en daarmee snel te kunnen op- en afschalen bovenop de vaste kern. In specifieke gevallen is in de afgelopen periode incidentele samenwerking gezocht met andere partijen. Zo heeft ten tijde van de invoering van het Digitale Corona Certificaat in 2021 Nederland Wereldwijd gebruik gemaakt van alarmcentrale SOS International, die met ruim 200fte aanvullende capaciteit hebben kunnen opschalen. Ook in 2020 heeft Nederland Wereldwijd gebruik gemaakt van de capaciteit van de vier Nederlandse alarmcentrales tijdens de repatriëring van Nederlanders via Bijzondere Bijstand Buitenland.

69

Beschikken de mensen van de partnerorganisatie in het kader van het Nederland Wereldwijd-contactcentrum over de juiste expertise om in een crisisoperatie (zoals bij Afghanistan) kundig het team te versterken?

Antwoord

Nederland Wereldwijd heeft een crisisstructuur ingericht. Onderdeel hiervan is het opschalen met extra capaciteit, al dan niet in samenwerking met andere passende partijen. Uitgangspunt is dat ondersteuning van het contactcenter tijdens een consulaire crisis zoveel mogelijk met de vaste kern van Nederland Wereldwijd wordt uitgevoerd. Er is altijd een team actief dat zorgt voor de juiste Q&A’s, ophalen van feedback en het voeden van het crisisteam op het departement over vragen die bij Nederland Wereldwijd binnenkomen.

Ten tijde van de Afghanistancrisis heeft Nederland Wereldwijd, het contactcenter van het Ministerie van Buitenlandse Zaken dat 24/7 bereikbaar is, een groot gedeelte van het telefoonverkeer verzorgd middels een klantcontactomgeving met opgeleid personeel en 67 managers. Naast deze belteams zijn er tijdens de Afghanistancrisis ook andere belteams ingezet, die bijvoorbeeld de tolken en Afghaanse burgers begeleidden. Om te borgen dat er in het vervolg, wanneer er weer veelvuldige inzet nodig is van belteams, voor de verschillende doelgroepen eenzelfde werkwijze is, wordt de Nederland Wereldwijd-crisisstructuur verder uitgewerkt.

70

Kunt u meer duidelijkheid verstrekken over wat er wordt gedaan om de diversiteit onder het personeel te vergroten?

Antwoord

Leden van sollicitatiecommissies zijn verplicht een workshop te volgen ter voorkoming van vooringenomenheid en ter verbetering van het selectiegesprek te volgen. Dat is bij BZ de «unconscious bias training». Er wordt een register bijgehouden van degenen die de training hebben afgerond.

Ter bevordering van een inclusieve cultuur (gericht op behoud en doorstroom van mensen) zijn diversiteit en inclusie online modules (aangevuld met 4 webinars) een vast onderdeel van managementleergangen.

Ook qua vrouwen is er een streefcijfer: 50% van alle leidinggevenden in alle schalen in 2025. Zoals uit het jaarverslag blijkt, blijven vooral de cijfers nog achter bij Chefs de Poste.

Er wordt momenteel een onderzoek voorbereid naar de obstakels en ook de factoren die positief bijdragen aan de doorstroom van vrouwen.

71

Welke maatregelen zijn er genomen om de instroom en doorstroom van medewerkers te verbeteren?

Antwoord

Instroom

In 2021 zijn de veranderingen in gang gezet om de instroom te optimaliseren. De werving beter aan te laten sluiten op de organisatiebehoefte en meer (moeilijk vervulbare) vacatures te vervullen. De belangrijkste maatregel die hier uit voort komt is het breder werven van medewerkers aan de start van de loopbaan, zodat het aantal tijdelijke contracten kleiner wordt en meer divers talent wordt binnengehaald. In het voorjaar van 2022 worden voorstellen gedaan om dit te realiseren en later in het jaar te kunnen toepassen.

Als onderdeel van een pilot past BZ sinds voorjaar 2021 op vrijwillige basis game based assessment toe bij externe werving. Daarmee wordt onderzocht in hoeverre dit bijdraagt aan een betere selectie waarbij de talenten van kandidaten beter in beeld komen en of de toepassing bijdraagt aan het voorkomen van ongewenste bias bij de beoordeling van kandidaten.

De externe wervingsteksten zijn in 2022 geoptimaliseerd om de juiste kandidaten aan te spreken, inclusief het doelgroepen met een diverse achtergrond.

Doorstroom

Focus binnen doorstroom op één Overplaatsingscyclus en alleen in urgente gevallen tussentijdse Functiebekendstellingen (FBS) waardoor de hypermobiliteit beperkt wordt.

Eenvoudig verlengen van plaatsingstermijn op functies waarvoor frequente mobiliteit niet doelmatig is en er geen evenknie is van deze functie in het postennet.

Extra voorzieningen op hardship-posten categorie 13–14 zodat het aantrekkelijker wordt voor medewerkers om naar dergelijke posten met moeilijke leef- en werkomstandigheden te verhuizen.

Plaatsingsvoorstellen aan het eind van de FBS-cyclus zodat minder medewerkers aan het einde van hun plaatsingstermijn geen reguliere functie hebben.

Sollicitatiegarantie om externe mobiliteit te bevorderen waardoor medewerkers bij een terugkeer vanuit een organisatie met dezelfde status als een BZ-medewerker mogen meedingen naar functies in een overplaatsingsronde.

72

Wat is de bezoldiging van de twee Adviseurs D&I?

Antwoord

Schaal 15

73

Waarom zijn de kantoorgebouwen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken tot dusverre nog nauwelijks beter toegerust op hybride werkvormen?

Antwoord

Goed hybride kunnen vergaderen is cruciaal om echt hybride te kunnen werken. Hiervoor zijn twee grote wensen: meer afgesloten ruimtes en goede IT- ondersteuning waaronder videoschermen. Doel is om alle vergaderzalen in Den Haag en op de posten uit te rusten met een videoscherm met geïntegreerde volgcamera. Van de 200 bestelde videoschermen zijn de eerste 90 geleverd en velen al geplaatst. Het interne videobelsysteem van BZ wordt aangepast met meer functionaliteiten. Ook is het reserveringsysteem aangepast, zodat de BZ- vergaderzalen via Outlook geboekt kunnen worden. Tot slot is de behoefte aan plekken waar je je terug kunt trekken voor een (video)call in de Rijnstraat het grootst en op de BZ-etages in dit gebouw worden 22 belcellen geplaatst. Deze belcellen gaan niet ten koste van de bestaande werkplekken.

Ondertussen blijft BZ, samen met medebewoners, in gesprek met gebouw-eigenaar BZK over experimentele veranderingen in de kantooromgeving van Rijnstraat 8, om te onderzoeken welke fysieke aanpassingen hybride werken het beste ondersteunen. Helaas zijn bouwkundige wijzigingen door het DBFMO-contract in het gebouw niet (snel) mogelijk en na overleg met onze klankbordgroep en OR heeft BZ niet ingestemd met een aantal nogal beperkte experimenten. BZ werkt mee met BZK om een vervolgvoorstel wel tot voldoende concrete resultaten te laten leiden.

74

Wat was de exacte instructie die ambassades ontvingen om het aantal vrouwelijke honorair consuls te vergroten?

Antwoord

« De Bestuursraad streeft naar een betere genderbalans en meer variëteit in leeftijd en achtergrond bij de Honorair Consuls (HC’s). Dat levert posten ook direct iets op, namelijk toegang tot andere en nieuwe netwerken. Om deze organisatiedoelstelling te realiseren wordt u verzocht bij het ontstaan van een vacature voor een Honorair Consul altijd (ook) op zoek te gaan naar goede vrouwelijke kandidaten en deze steeds mee te nemen in de laatste selectieronde. Mocht het u niet zijn gelukt een vrouwelijke kandidaat te vinden dan wordt u verzocht dit in uw voordracht aan HDPO/Honorair Consuls toe te lichten (principe comply or explain). De procedure voor het benoemen van een HC is beschreven in de Beleidsnotitie voor Honorair Consuls (zie bijlage) zoals vastgesteld in de Bestuursraad van 20 oktober 2017. Deze instructie is een aanvulling op de bestaande procedure.»

75

Kan er extra toelichting gegeven worden over het Departementaal Crisiscoördinatie Centrum? En de bemensing daarop?

Antwoord

Het structureel en significant verhogen van de bezetting van de crisisorganisatie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft in het licht van recente crises prioriteit gekregen. Het ministerie implementeert een structurele versterking met de oprichting van een Departementaal Crisiscentrum (DCC) met een vaste bezetting tot 8 fte, onder leiding van een vrijgestelde Centrale Crisiscoördinator. Daarnaast wordt gewerkt aan een BZ-breed plan voor de versterking van de crisisgereedstelling met bijzondere aandacht voor opleiding en training zowel op posten als op het departement.


  1. Zie ook CPB rapport « handelsbaten van de EU en de interne markt» n.a.v. motie van het lid Backer c.s (Kamerstuk 35 403, F).: Notitie «Handelsbaten van de EU en de interne markt» | CPB.nl (Kamerstuk 35 928, nr. 1)↩︎

  2. Zie ook Kamerstuk 35 982, nr. 3↩︎

  3. Zie ook de tekst van het MoU ondertekend in augustus 2021↩︎