Voortgang financieel beheer van het ministerie van VWS
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2022
Brief regering
Nummer: 2022D23454, datum: 2022-06-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35925-XVI-193).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Mede ondertekenaar: M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Mede ondertekenaar: C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 35925 XVI-193 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2022.
Onderdeel van zaak 2022Z11450:
- Indiener: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Medeindiener: M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Medeindiener: C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2022-06-09 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-06-22 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2022-06-30 18:30: Jaarverslag en Slotwet VWS over het jaar 2021 (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2022-09-08 14:35: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
35 925 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2022
Nr. 193 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT EN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juni 2022
De leden van de Tweede Kamer hebben vragen voorgelegd aan de regering inzake het Jaarverslag VWS 2021 (Kamerstuk 36 100 XVI, nr. 1), de Slotwet VWS 2021 (Kamerstuk 36 100 XVI, nr. 4) en het rapport van de Algemene Rekenkamer «Rapport bij het Jaarverslag 2021» (Kamerstuk 36 100 XVI, nr. 2) en Voortgang financieel beheer van het Ministerie van VWS (Kamerstuk 35 925 XVI, nr. 185). Hierbij bieden wij u de antwoorden op de gestelde vragen aan.
Naar aanleiding van de technische briefing van 2 juni jl. over het financieel beheer en de bedrijfsvoering van het Ministerie van VWS wil ik hierbij nog schriftelijk reageren op twee vragen die zijn gesteld door Kamerlid Van den Berg (CDA) naar aanleiding van het auditrapport VWS 2021 (Bijlage bij Kamerstuk 36 100 XVI, nr. 5) van de Auditdienst Rijk.
Allereerst is een vraag gesteld over een aanbeveling, zoals opgenomen in het rapport van de Auditdienst Rijk 2021, waarin wordt gesteld dat er verdere verbeteringen mogelijk zijn wanneer het huidige IT-systeem Hecina nog vollediger wordt ingezet, zodat bij declaraties van alle zorgaanbieders de onderliggende factuurregels automatisch geanalyseerd kunnen worden. In reactie op deze aanbeveling het volgende. Ten aanzien van het beter en volledig gebruik maken van het IT-systeem Hecina worden er continue verbeteringen doorgevoerd aan het systeem in samenwerking met onze softwareleverancier Axians. Zo worden er meer en meer business rules geïmplementeerd welke specifiek gedefinieerde scenario's verifiëren, en is in Q1 2022 onder meer ook een voorziening aangebracht welke extra verifieert of declaratieregels behorende tot een medische uitzending ook daadwerkelijk gerelateerd zijn aan de betreffende medische verwijzing, en de daarin benoemde verzekerde en behandeling.
Daarnaast wordt op dit moment hard gewerkt aan de vernieuwing van het onderliggende applicatie framework om verdere (en snellere) doorontwikkeling van het platform op korte termijn mogelijk te maken.
Daarnaast is een vraag gesteld over de geldende procedure binnen het Ministerie van VWS voor het vooraf melden en laten goedkeuren van eventuele dienstbetrekkingen als leidinggevende topfunctionaris bij andere WNT-plichtige instellingen, naar aanleiding van het rapport van de Auditdienst. In reactie op de gestelde vraag het volgende. Het is voor alle ambtenaren wettelijk verplicht dat zij hun nevenwerkzaamheden die de belangen van de organisatie kunnen raken melden aan hun werkgever (Artikel 5, eerste lid, onder b, van de Ambtenarenwet 2017.). Voor topfunctionarissen, als wordt gedoeld op directeuren, dan geldt dat zij (net als iedere rijksambtenaar) aan hun leidinggevende hun nevenwerkzaamheden die de belangen van de organisatie kunnen raken via het digitale personeelsportaal (P-Direkt-portaal) melden en bespreken en dit in dit systeem vastleggen. Voor topfunctionarissen, zijnde leden van de Topmanagementgroep (TMG) van de Algemene Bestuursdienst (ABD) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), geldt dat via de ABD de nevenwerkzaamheden worden opgegeven en (in de meeste gevallen) openbaar gemaakt. Deze procedure is ook van toepassing op de topfunctionarissen die onderdeel uitmaken van de TMG van het Ministerie van VWS.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,
C. Helder
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen